Kadernota 1996


INHOUDSOPGAVE

         1.    INLEIDING EN SAMENVATTING

         2.    DELFT KENNISSTAD  

         3.    FINANCIEEL BEELD   

             3.1    Financieel totaalbeeld   

             3.2     Mee- en tegenvallers  

             3.3    Belastingen- en tarievenbeleid    

             3.4     Nieuw beleid   

             3.5.    Nominale ontwikkelingen   

         4.    INVESTERINGEN  

             4.1    Inleiding     

             4.2    Investeringen grondbedrijf    

             4.3    Automatisering en informatisering    

             4.4.    Investeringen algemene dienst.

                4.4.1    Fasering bestaande investeringen

                4.4.2    Nieuwe investeringen (investeringsplan 1996/1997)     

                4.4.3    Indicatief investeringsplan 1998-2000  

                4.4.4    Financieel beeld investeringen   

             4.5.    Omslagrentepercentage   

         5.    GEVOLGEN RIJKSBELEID   

             5.1    Inleiding   

             5.2    Herziening Gemeentefonds     

             5.3    Decentralisaties  

         6.    GEMEENTEBREDE BEZUINIGINGEN    

             6.1    Organisatie    

             6.2    Staftaken     

             6.3    Inkoop   


LIJST VAN BIJLAGEN

I            TOELICHTING GEHONOREERDE MEE- EN TEGENVALLERS   

II            NIET GEACCEPTEERDE MEE- EN TEGENVALLERS  

III            FASERINGEN INVESTERINGEN    

IV            INVESTERINGSPLAN 1996 - 1997    

V            TOELICHTING BIJ INVESTERINGSPLAN 1996/1997    

VI            TOELICHTING BIJ INDICATIEVE INVESTERINGSPLAN 1998-2000  


1.    INLEIDING EN SAMENVATTING

Deze Kadernota staat hoofdzakelijk in het teken van de verdere uitwerking en implementatie van de beleidsinhoudelijke keuzes die u onder meer bij de Strategienota heeft gemaakt. Deze uitwerking betreft enerzijds de aanpak van de projecten in het kader van Delft Kennisstad en de op verschillende manieren vorm te geven kwaliteitsverbetering van de (binnen)stad, maar anderzijds ook de verdere invulling van de meerjarige bezuinigingstaakstelling.

Voor wat betreft Delft Kennisstad zal de nadruk in de komende periode komen te liggen op het behoud en de bevordering van de stedelijke werkgelegenheid. Hiervoor wordt onder meer een visie ontwikkeld op de (toekomstige) ontwikkelingen in de markt en het instrumentarium waarmee het meest effectief op de markt kan worden ingespeeld. Ook zal geïnvesteerd moeten worden in de gemeentelijke organisatie, in díe zin dat met name met het oog op een optimale communicatie en informatievoorziening stappen moeten en kunnen worden gezet.

Ten aanzien van de investeringen wordt opgemerkt dat in 1996 de reeds in de vorige Kadernota aangekondigde afroming van de reservemiddelen van het grondbedrijf plaatsvindt. Deze middelen kunnen dus definitief worden ingezet voor de projecten die daarvoor zijn aangewezen, te weten Delft Kennisstad en de ontwikkeling van het Zuidpoortgebied. Voorts worden voorstellen gedaan voor een geactualiseerd en nieuw investeringsplan algemene dienst. Daarin worden onder andere voorstellen gedaan voor investeringen in automatiserings- en informatiseringsprojecten en voor verschillende onderhouds- of renovatie-investeringen in bijvoorbeeld de kinderboerderijen, de schoolgebouwen en de openbare verlichting. Ook stellen wij voor de plattegrond welzijnsaccommodaties met ingang van 1997 in te vullen.

In het bestaand beleid wordt een oplossing voorgesteld voor een aantal knelpunten waarvoor binnen de bestaande budgetten geen middelen beschikbaar zijn. Het belangrijkste knelpunt betreft de reeds bij u bekende budgettaire problematiek van de Dienst Maatschappelijke Zorg. Maar bijvoorbeeld ook de waterkwaliteit van de waterspeeltuin en het leerlingenvervoer vragen om maatregelen op korte termijn.

Het financieel perspectief van de gemeente kan als redelijk somber worden gekenschetst. Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat het perspectief op de langere termijn nog tal van onzekerheden kent. Onzekerheden, die voornamelijk betrekking hebben op het rijksbeleid en op de uitkomsten van de evaluatie van de Financiële Verhoudingswet. Om die redenen en omdat wij inschatten dat wij u met de bestaande mogelijkheden een voor 1997 sluitende concernbegroting kunnen presenteren zien wij thans geen reden om aanvullende (bezuinigings)maatregelen voor te stellen. Dit neemt niet weg, dat de bestaande bezuinigingstaakstelling verder zal moeten worden ingevuld. Dit jaar ligt daarbij de nadruk op de ontwikkeling van een visie op de toekomstige gemeentelijke organisatie en de aspecten die daarbij horen.


2.    DELFT KENNISSTAD

Met de aanpak van Delft Kennisstad hebben wij gekozen voor een strategie die is gericht op het versterken van de lokale economie. In de aanpak en de projecten die we hebben opgestart, komt dat ook tot uitdrukking. Momenteel is een groot aantal projecten in uitvoering, andere worden voorbereid. In juni zullen wij over de voortgang nader rapporteren. In de commissie Middelen zijn over de bestuurlijke aansturing van het project Delft Kennisstad nadere afspraken gemaakt. De invulling die daaraan wordt gegeven, vergt aandacht en volharding. In de afgelopen maanden is ook steeds duidelijker geworden dat op een aantal aandachtsgebieden beleidsontwikkeling nodig is, wil Delft Kennisstad echt slagen. De belangrijkste op dit moment zijn als volgt weer te geven.

Wij zijn inmiddels bezig een visie op ons acquisitiebeleid te ontwikkelen. Dit is zowel van belang om slagvaardiger de markt te kunnen bewerken, als om in te spelen op veranderende omstandigheden in de markt. Steeds meer is niet zozeer het verkopen van grond, maar het verwerven en vasthouden van werkgelegenheid inzet van onderhandelingen. Creatief inzetten van allerlei beleidsmiddelen is dan vereist. Samenwerken binnen de gemeente en in regionaal verband versterkt onze positie.

De ontwikkelingen in de TU-wijk bieden mogelijkheden om ons in overleg met TUD en TNO op de toekomst van het gebied te bezinnen. Bezien moet worden in hoeverre de economische ontwikkelingspotenties kunnen worden omgezet in investeringen, zowel in nieuwe gebouwen als in infrastructuur. Er ligt nu een aantal concrete voornemens, andere behoeven uitwerking. Wij willen hierover in de loop van 1996 verder in gesprek komen.

Het lijkt aantrekkelijk de rechten van de kabeltelevisie te verzilveren; gesprekken daarover zijn gaande. Wij vinden dat tegelijkertijd moet worden nagegaan of het mogelijk is aanvullende nieuwe telematica-diensten aan de burger aan te bieden. Voor alle duidelijkheid stellen wij, dat de eventuele verkoop van de kabelrechten gekoppeld moet zijn met concrete afspraken over mogelijke nieuwe diensten. Wij starten een discussie met deskundigen op dit punt om de verschillende opties duidelijk te krijgen.

Op het gebied van de moderne communicatie en informatiemiddelen moet de gemeentelijke organisatie stappen gaan zetten. Zowel experimenteren met de nieuwe middelen als structureren van de bijbehorende werkprocessen is hiervoor een vereiste. Een aanpak hiervoor wordt voorbereid. Wij denken bij de begrotingsbehandeling meer inzicht te kunnen geven in de met de aanpak gemoeide financiële inspanningen.

Het zichtbaar maken van de kwaliteiten van de stad is ter hand genomen in die zin dat door het aanmaken van communicatiemiddelen enerzijds en door het organiseren van (kennis)evenementen anderzijds de aandacht meer op Delft wordt gericht. Het huidige feestjaar biedt daartoe ook kansen. In 1997 zal hieraan extra aandacht worden besteed om zodoende ook de opbrengst vast te kunnen houden en te versterken

Bij de begrotingsbehandeling zal aan de Raad een nieuw Actieplan worden voorgelegd. In de voorbereiding van het Actieplan zal wederom een beroep worden gedaan op de kennis en expertise in de stad en in onze organisatie om zodoende tot een goed pakket aan voorstellen te komen.


3.    FINANCIEEL BEELD

3.1    Financieel totaalbeeld

In de Kadernota doen wij uw raad een aantal voorstellen met budgettaire consequenties. Het is dus van belang een tussenstand weer te geven van het financieel totaalbeeld. Dit financieel beeld bestaat uit de volgende onderdelen. De beginstand wordt gevormd door het saldo van de Concernbegroting 1996-1999 inclusief de begrotingswijzigingen die samen met de begroting zijn vastgesteld. Voorts wordt dit saldo beïnvloed door enerzijds het totaal aan mee- en tegenvallers dat door ons is geaccepteerd en thans aan u wordt voorgesteld en anderzijds de saldo-regel die resulteert uit de voorstellen met betrekking tot de investeringen. De mee- en tegenvallers worden toegelicht in paragraaf 3.2. Voor de investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Naast het financieel beeld vormen ook de gemeentelijke tarieven een relevant onderdeel van de nieuwe Concernbegroting. In paragraaf 3.3 gaan wij in op het gemeentelijke belastingen- en tarievenbeleid.

Er van uitgaande dat onze voorstellen door u worden geaccepteerd kan het volgende financieel totaalbeeld worden gepresenteerd (zie tabel 1).

Tabel 1: Financieel totaalbeeld.

    x f 1.000

  1996 1997 1998 1999 2000
Saldo concern-

begroting 1996-1999

+94 -1.055 -1.360 -2.403 -2.403
Begrotingswijzigingen

0 tot en met 5

-27        
Beginstand +67 -1.055 -1.360 -2.403 -2.403
Mee- en tegenvallers -3.236 -1.121 -585 -595 -585
Investeringen -32 -8 -23 -62 -45
Eindsaldo -3.201 -2.184 -1.968 -3.060 -3.033

Uit dit overzicht resulteert voor de komende planningsperiode een financieel beeld dat tot weinig optimisme stemt. Met name in het rijksbeleid en de uitkomsten van de evaluatie van de Financiële Verhoudingswet zitten nog tal van onzekerheden. In hoofdstuk 5 over de gevolgen van het rijksbeleid gaan wij nader op deze factoren in. Juist vanwege de hiervoor genoemde onderdelen en onze voorzichtig optimistische taxatie daarvan, zien wij in het geraamde tekort voor 1997 nog geen aanleiding om nu al aanvullende maatregelen te treffen. Wij gaan er van uit dat wij u alsnog een sluitende Concernbegroting 1997-2000 kunnen presenteren. Voor het lopende jaar 1996 zien wij ons genoodzaakt de begroting aan te passen tot een nadeel ad f 3 mln. Wij doen u echter geen voorstellen om dit nadeel incidenteel te compenseren vanwege ons voorzichtig optimisme voor 1997. Bovendien biedt de saldireserve voldoende ruimte om dit verwachte incidentele nadeel in 1996 te dekken.

3.2     Mee- en tegenvallers

Elk jaar worden in het voorbereidingstraject van de Kadernota een aantal beleidsmatige en budgettaire knelpunten afgewogen welke al dan niet moeten worden meegenomen in de nieuwe meerjarenbegroting. Deze mee- en tegenvallers hebben voornamelijk het karakter van exogene, moeilijk beïnvloedbare ontwikkelingen met mogelijke consequenties voor het financieel beeld. Soms hebben zij ook het karakter van concrete beleidswijzigingen (nieuw beleid).

De door ons geaccepteerde mee- en tegenvallers betreffen voornamelijk knelpunten waarvoor op korte termijn een oplossing moet worden gevonden. In beginsel kunnen daarvoor binnen de bestaande budgetten geen middelen worden vrijgemaakt. Voor een deel zijn deze knelpunten al bij u bekend, zoals bijvoorbeeld de extra bijdrage aan stichting De Eland en de sanering van de budgettaire problematiek van de Dienst Maatschappelijke Zorg. Belangrijke knelpunten betreffen verder onder meer de waterkwaliteit van de waterspeeltuin, de budgettaire consequenties van de ontvlechting van de financiële relatie met de woningbouwcorporaties en het leerlingenvervoer. Tevens stellen wij u voor extra middelen beschikbaar te stellen voor het programma van Delft 750 jaar cultuurstad en voor de verdere implementatie van het project spoortunnel.

De toelichting bij de voorgestelde mee- en tegenvallers is opgenomen in bijlage 1. In tabel 2 treft u aan een overzicht van de door ons geaccepteerde en thans aan u voorgelegde mee- en tegenvallers.

3.3    Belastingen- en tarievenbeleid

Uitgangspunt bij de vaststelling van de gemeentelijke tarieven is de voor de nieuwe concernbegroting geraamde gemiddelde kostenstijging, bestaande uit de prijsstijgingen van goederen en diensten en uit de nominale ontwikkeling van de loonkosten. Voor 1997 wordt daarom uitgegaan van een tariefsstijgingspercentage van 1%.

Boven de hiervoor aangegeven nominale ontwikkeling van de tarieven kunnen enkele tarieven om verschillende redenen extra worden verhoogd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de onroerend zaakbelasting die conform de besluitvorming bij de begroting 1996-1999 trapsgewijs wordt verhoogd om het gemeentelijk rioleringsplan te kunnen dekken. Voor 1997 is terzake een extra verhoging van 3,5% voorzien. Ook de hondenbelasting wordt extra verhoogd om tegenvallende opbrengsten op te kunnen vangen. Daarnaast leidt het onlangs door u vastgestelde kwijtscheldingsbeleid tot een verhoging van de reinigingsrechten. Voorzover thans geen percentages kunnen worden aangegeven komen wij daar in de concernbegroting 1997-2000 bij u op terug. Dit geldt ook voor de in de Strategienota opgenomen meerjarige bezuinigingstaakstelling met betrekking tot gemeentelijke leges en tarieven.


    TABEL 2

KADERNOTA 1997-2000 - GEACCEPTEERDE MEE- EN TEGENVALLERS

Op basis van B en W besluit van 5, 12, 19 en 26 maart 1996

      1996 1997 1998 1999 2000
               
  BEGINSTAND MJB 96-99   67 -1.055 -1.360 -2.403 -2.403
               
  A. CONCERNPOSTEN            
1 Gemeentefonds t -109 -116 -125 -125 -125
2 Areaaluitbreiding c         pm
3 - Delft 750 c -300        
  - Garantstelling Delft 750 c pm

(totaal 425)

       
4 Ontvl. fin. rel. corpor. t -150 -150 -150 -150 -150
5 Stelpost decentralisaties m 200        
      -359 -266 -275 -275 -275
  B. BESTUURSDIENST            
6 Herziening horecanota c   -25      
7 Rechtsbescherming c -25 -25 -25 -25 -25
8 Jaarverslag t -30 -30 -30 -30 -30
9 Archief - pm        
10 Representatie bestuur c -50 -10   -10  
11 Doorlichting Belastingen c -250 0 0 0 0
12 Belastingen/WOZ - pm pm pm pm pm
      -355 -90 -55 -65 -55
  C. BEHEER EN MILIEU            
13 Nutswinsten t     0 0 0
14 Digitale kaart leidingen - 0 0 0 0 0
15 Bedrijfsvoering brandweer t -70 -70 -70 -70 -70
16 Hulpverleningsregio Haagl. t -50 -50 -50 -50 -50
17 Telefooncentrale (btw) t -50 -50 -50 -50 -50
      -170 -170 -170 -170 -170
  D. DMZ            
18 Budgetproblematiek t -1.675 -520 0 pm pm
      -1.675 -520 0 0 0
  E. WOC            
19 De Eland t -130        
20 Waterkwal. waterspeelt. c -30 -75 -85 -85 -85
21 Leerlingenvervoer c -75 pm pm pm pm
22 Ext. adv. dec. ond. huisv. c -75        
      -310 -75 -85 -85 -85
  F. STADSONTWIKKELING            
23 Schadeclaim parkeergar t -42        
24 Spoortunnel c -100 pm      
25 ORT c -135 pm pm pm pm
26 Puindepot Korftlaan t -90        
      -367 0 0 0 0
  TOTAAL MEE- EN

TEGENVALLERS

  -3.236 -1.121 -585 -595 -585
  INVESTERINGEN   -32 -8 -23 -62 -45
  TOTAAL INCL

BEGINSTAND

  -3.201 -2.184 -1.968 -3.060 -3.033

m=meevaller

t=tegenvaller

c=claim


3.4     Nieuw beleid

In de concernbegroting 1997-2000 zullen wij u aanvullende voorstellen doen in het kader van de invulling van de financiële ruimte voor nieuw beleid. Voor nieuw beleid is voor de komende planningsperiode de volgende ruimte gereserveerd.

    x f 1.000

                    1997        1998        1999        2000

Reservering nieuw beleid        +225        +575        +575     +1.075

            

Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat bij de vorige Kadernota in het perspectief voor de periode na 1999 jaarlijks een bedrag van f 0,5 mln extra is vrijgemaakt voor nieuw beleid.

3.5.    Nominale ontwikkelingen

De loon- en prijsstijging drukt een stempel op de ontwikkeling van het uitgavenniveau van de gemeente. In de oude situatie werd het effect van deze nominale ontwikkelingen gekoppeld aan de compensatie daarvoor in het Gemeentefonds en de meeropbrengsten van gemeentelijke belastingen. Voor de samenstelling van het financieel meerjarenbeeld gaf dat meestal voldoende houvast.

Vanaf 1995 volgt het rijk, zoals wellicht bekend, een nieuwe methodiek om de gemeenten voor uitgavenontwikkelingen te compenseren: de normeringsmethodiek van de gecorrigeerde netto-rijksuitgaven. Kort gezegd wordt de omvang van het Gemeentefonds aangepast aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Het aldus berekende accrès (of decrès) vervangt de oude compensaties voor de nominale ontwikkeling, rijksombuigingen, volume-ontwikkeling, bijstandslasten en beleidsintensiveringen. Dat kan uiteraard spanning opleveren in de situatie dat de uitgavenontwikkeling van het rijk duidelijk verschilt van die van de gemeente. Bepalend ook is hoe het rijk omgaat met de effecten van nominale ontwikkelingen.

De vergoeding voor nominale ontwikkelingen in het accrès is niet meer afzonderlijk zichtbaar. Dat betekent dat de gemeente in de meerjarenraming de effecten van loon- en prijsstijging nauwkeurig in beeld moet brengen, los van het verloop van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. En hierin kunnen nu juist -wij hebben daar al eerder op gewezen- voor de gemeente enorme risico's schuilen.

Die risico's hebben vooral betrekking op de consequenties van de loonkostenontwikkeling. De (meerjarige) CAO-afspraken en met name dat gedeelte dat geen betrekking heeft op de contractloonstijging zelf (bijvoorbeeld de afspraken over de arbeidsduurverkorting) is lastig financieel te vertalen. Ook de ontwikkeling van sociale premies, waarin de privatiseringsoperatie van het ABP een centrale plaats inneemt, vormt een onzeker element. Op welke wijze de compensatie aan de diensten voor nominale ontwikkelingen in het vervolg plaats zal vinden zijn wij aan het bestuderen.

In de gevolgen van de algemene arbeidsduurverkorting die voor de sector gemeenten is overeengekomen, bestaat nu nog geen inzicht. Met ingang van 1 januari 1997 wordt de wekelijkse werktijd volgens die afspraken teruggebracht naar 36 uur. De kosten van deze - ook organisatorisch ingrijpende - operatie worden vooral bepaald door de mate van herbezetting van de wegvallende uren. De discussie over de wijze waarop de arbeidsduurverkorting in de gemeentelijke organisatie zal worden ingevoerd, zal binnenkort starten. Daarbij speelt ook een rol dat de Arbeidstijdenwet (ATW) op 1 januari 1997 voor de gemeenten van kracht wordt.

De financiële aspecten maken uiteraard deel van die discussie. Bij de onderhandelingen op sectorniveau is er vanuit gegaan dat de arbeidsduurverkorting bij een gemiddeld te verwachten herbezetting geen nadelige financiële gevolgen zal hebben. In de Delftse situatie - voor de organisatie als geheel - kan dat anders uitpakken. Dat zal worden betrokken bij de voorstellen terzake.

Voor 1996 is voor nominale ontwikkelingen in de gemeentebegroting een (structurele) stelpost van f 2,9 mln opgenomen, rekening houdend met een mutatie van f -0,4 mln uit de septembercirculaire 1995 van het gemeentefonds, welke nog verwerkt moet worden. Voor 1997 moet volgens de budgetbrief rekening gehouden worden met een loonkostenstijging van 2,2%, exclusief de ontwikkeling van sociale premies in 1997. Wanneer de totale stijging uitkomt op 3% geeft dit een kostenstijging van globaal f 2 mln. Dat betekent dat van de genoemde stelpost nog f 0,9 mln resteert om de effecten van de wijzigingen in overige arbeidsvoorwaarden op te vangen. Dit bedrag zal nog wijzigen op grond van de gemeentecirculaires die nog zullen volgen. Bij de begroting zullen wij op basis van de dan verkregen inzichten met een geactualiseerd beeld komen.


4.    INVESTERINGEN

4.1    Inleiding

In de vorige Kadernota en in de begroting 1996-1999 zijn enkele lijnen uitgezet ten aanzien van de voor de komende jaren benodigde en beschikbare investeringsmiddelen. Het gegeven dat in de komende jaren enkele grote (investerings)projecten (kwaliteitsverbetering binnenstad, Zuidpoort, Delft Kennisstad) zijn gepland maakte het immers noodzakelijk voldoende investeringsruimte te reserveren. De in 1996 beschikbare vrije reserves van het grondbedrijf spelen daarbij een belangrijke rol.

In deze Kadernota worden deze lijnen verder uitgewerkt. Ten aanzien van de reserves van het grondbedrijf wordt een voorstel gedaan met betrekking tot enerzijds het ten gunste van de algemene middelen af te romen bedrag en anderzijds de bestemming daarvan. Tevens presenteren wij enkele voorstellen met betrekking tot het investeren in automatisering en informatisering. Tenslotte wordt het bestaande investeringsplan van de algemene dienst geactualiseerd en doen wij in het kader van dit investeringsplan voorstellen voor nieuwe investeringsprojecten.

Achtereenvolgens zal worden ingegaan op:

- de investeringen en de middelen van het grondbedrijf (par. 2);

- de investeringen in automatisering en informatisering (par.3);

- het investeringsplan algemene dienst (par. 4).

4.2    Investeringen grondbedrijf

In de Kadernota 1996-1999 is een eerste indicatie gegeven van het in 1996 af te romen bedrag uit de reserves van het grondbedrijf. Tevens is een aantal bestemmingsrichtingen aangegeven voor dit bedrag. In deze Kadernota komen wij bij u op deze investeringsmiddelen terug; enerzijds om het definitief af te romen bedrag vast te stellen, anderzijds om de bestemmingsrichting te herbevestigen.

Voor wat betreft de in 1996 af te romen reserves van het grondbedrijf kan worden opgemerkt dat een totaalbedrag van f 7,6 mln beschikbaar komt voor vrije besteding. Dit bedrag komt tot stand aan de hand van een analyse van de (vrijwel) definitieve cijfers over 1995. Bij de bepaling van het af te romen bedrag is uiteraard rekening gehouden met de voorzieningen die zijn of moeten worden getroffen voor alle lopende of voorziene exploitaties (onder meer ook een gemeentelijke netto-bijdrage ad f 7 mln aan het Grondkostenfonds Haaglanden) en is uitgegaan van een minimaal aan te houden algemene bedrijfsreserve van f 3 mln (inclusief het erfpachtbedrijf). Voornamelijk vanwege renteverschillen doet zich ten opzichte van het in de vorige Kadernota aangegeven bedrag van f 7,5 mln een voordeel van f 0,1 mln voor. Wij stellen u voor dit voordeel toe te voegen aan de investeringsruimte voor 1996 van de algemene dienst (zie paragraaf 4.4.4). Ten aanzien van de aanwending van de vrije reserves van het grondbedrijf bevestigen wij de lijn die in de vorige Kadernota en in de Concernbegroting 1996-1999 is uitgezet. Concreet betekent dit dat het bedrag van f 7,5 mln zal worden aangewend voor de ontwikkeling van het Zuidpoortgebied (f 5 mln) en voor de projecten in het kader van Delft Kennisstad (f 2,5 mln).

4.3    Automatisering en informatisering

Op korte termijn zullen wij een duidelijke strategie bepalen ten aanzien van de belangrijkste automatiserings- en informatiseringsprojecten van de gemeente. Mede in het licht van de uitgangspunten van de Strategienota zal immers een afgewogen keuze moeten worden gemaakt in de (verdere) gemeentelijke automatisering en informatisering. In die keuze spelen criteria als doelmatigheid, toegevoegde waarde, toekomstwaarde, onderlinge samenhang, fasering, etc. een belangrijke rol. Wij zullen hier te zijner tijd bij u op terugkomen.

Vooruitlopend hierop stellen wij u voor een bedrag van f 3,1 mln te onttrekken aan de algemene reserve ten behoeve van een extra storting in het automatiseringsfonds. Daarbij stellen wij u voor een bedrag van f 2 mln aan te wenden voor de vormgeving van de moderne organisatie en de invoering van het raadsinformatiesysteem, een bedrag van

f 0,9 mln aan te wenden voor het nieuwe gemeentelijke belastingenpakket en een bedrag van f 0,2 mln ten behoeve van bedrijfshulpmiddelen van de Dienst Maatschappelijke Zorg.

De budgettaire consequenties die voortvloeien uit de onttrekking aan de Algemene reserve (een structurele rentederving van f 0,233 mln) worden gedekt uit de reservering voor nieuwe investeringen (zie par. 4.4.2).

4.4.    Investeringen algemene dienst.

Teneinde de kwaliteit van de planning en de afweging van investeringsprojecten te bevorderen is het investeringsplan van de algemene dienst opgedeeld in drie compartimenten, te weten een deel met concrete investeringsvoornemens voor het komende jaar welke na autorisatie kunnen worden uitgevoerd, een deel met indicatieve investeringen voor de drie jaren daarna en tenslotte een deel dat bestaat uit een meerjarenperspectief met globale investeringswensen op de langere termijn. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat het hier uitsluitend gaat om categorie 1- (eenmalige uitbreidings)investeringen.

Ten aanzien van het investeringsplan van de algemene dienst worden de volgende voorstellen gedaan:

-     een voorstel tot fasering van het bestaande investeringsplan;

-     een voorstel voor nieuwe concrete investeringsprojecten voor de periode 1996/1997;

-     een voorstel voor een nieuw c.q. aangepast indicatief investeringsplan voor de periode 1998-2000 en het meerjarenperspectief;

-    een financieel totaalbeeld van de investeringen algemene dienst.

4.4.1    Fasering bestaande investeringen

In het bestaande investeringsplan van de algemene dienst is als gevolg van een aangepaste planning een aantal projecten gefaseerd. Het betreft veelal projecten die om verschillende redenen nog niet in uitvoering zijn genomen. Wij constateren dat wij soms wat te optimis-tisch zijn over de lengte van de eerste fase in een investeringproces. Het zorgvuldig behandelen van ruimtelijke ordenings-procedures en noodzakelijke overlegstructuren kosten soms meer tijd dan van te voren verwacht werd. Als gevolg van deze faseringen ontstaatmet name in de eerste jaren enige budgettaire ruimte (zie financieel totaalbeeld investeringen).

In bijlage 3 zijn de faseringen in het bestaande investeringsplan weergegeven.

4.4.2    Nieuwe investeringen (investeringsplan 1996/1997)

Voor nieuwe investeringen wordt jaarlijks een bedrag gereserveerd. Voor de periode 1997-2000 is de volgende ruimte gereserveerd voor (de kapitaallasten van) nieuwe investeringen.

    x f 1.000

  1997 1998 1999 2000
Reservering 1997 650 650 650 650
Reservering 1998   650 650 650
Reservering 1999     400 400
Reservering 2000       400
Totaal reservering 650 1.300 1.700 2.100

Voor de jaren 1996 en 1997 stellen wij de volgende investeringsprojecten voor.

    x f 1.000

Plattegrond

Onderhoud instructiebad

Onderhoud kinderboerderijen

Onderhoud schoolgebouwen

GBA-terminals

Sanering milieuhinderlijke bedrijven

Prominet/Proset

Bewegwijzering

Bussluizen

Doorstroming autoverkeer

Kwaliteitsverbetering binnenstad II

Renovatie openbare verlichting

Wijkbeheer op maat

Reconstructie Van Foreestweg    

1996

600

300

91 (rendabel)

80

150

300

100

150

1997

500

150

120

250

300

618

250

150

Uit dit overzicht blijkt dat het grootste deel van deze projecten afkomstig is uit het bestaande indicatieve investeringsplan (bijvoorbeeld plattegrond, kwaliteitsverbetering binnenstad, wijkbeheer op maat). De overige projecten bestaan uit nieuwe investeringen die voornamelijk vanwege hun urgent karakter aan het investeringsplan zijn toegevoegd (met name de onderhoudsinvesteringen). In bijlage 4 is een totaaloverzicht weergegeven van het investeringsplan 1996/1997.

                 

In bijlage 5 is een toelichting gegeven bij de verschillende investeringsprojecten.

4.4.3    Indicatief investeringsplan 1998-2000

Zoals bekend bestaat het indicatieve investeringsplan uit investeringsprojecten waarvan zowel de fasering als het investeringsbedrag nog niet concreet kan worden aangegeven. Niettemin is het wenselijk deze projecten nu reeds voor de periode 1998-2000 te ramen, in afwachting van de bestuurlijke discussies en feitelijke ontwikkelingen terzake.

Voor de periode 1998-2000 is voor een bedrag van circa f 14,5 mln aan investeringsruimte gereserveerd (zie ook par. 4.4.2). Het zal duidelijk zijn dat de indicatieve investeringsprojecten thans nog geen beslag leggen op de budgettaire ruimte. De budgettaire consequenties van deze investeringen worden pas meegenomen nadat zij worden opgenomen in het concrete korte termijngedeelte van het investeringsplan. Een afweging, die telkens bij de Kadernota plaatsvindt.

Voor het indicatieve gedeelte van het investeringsplan stellen wij u de volgende projecten voor.

Indicatief investeringsplan 1998-2000

    x f 1.000

Plattegrond    500

Onderhoud welzijnsaccommodaties    1.500

Huisvesting diensten    p.m.

Brandveiligheids- en milieuvereisten gemeentegebouwen    p.m.

Overlaadstation    (rendabel) p.m.

Onderhoud wegen    6.000

Sanering wegenstructuur    2.060

Park&Ride/Carpooling    p.m.

Openbare verlichting    1.854

Kwaliteitsverbetering binnenstad II    4.300

Renovatie openbaar groen    2.190

Renovatie openbare begraafplaatsen    1.200

Ruimte voor natuur    p.m.

Wijkbeheer op maat    750

Voor een toelichting bij deze projecten wordt verwezen naar bijlage 6.

Voor de langere termijn, dat wil zeggen de periode 2000 en later, zien wij op dit moment geen aanleiding investeringsprojecten op te nemen.

4.4.4    Financieel beeld investeringen

Voor het bepalen van de budgettaire consequenties van het investeringsplan van de algemene dienst is een viertal elementen van belang, te weten:

-    de reservering in het bestaande investeringsplan;

-    het budgettair effect van de faseringen;

-    de kapitaallasten van de nieuw voorgestelde investeringen, zoals opgenomen in het investeringsplan 1996/1997 (Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat enkeleinvesteringsprojecten ineens ten laste van de budgettaire ruimte zijn gebracht) en

-    de budgettaire consequenties van de onttrekking ad f 3,1 mln aan de Algemene reserve ten behoeve van automatiseringsprojecten (zie ook par. 4.3).

Financieel beeld investeringen

    in kapitaallasten x f 1.000

  1996 1997 1998 1999 2000
Reservering 1997   +650 +650 +650 +650
Fasering +190 +156 -14 -72 -68
Afroming reserve grondbedrijf (zie 4.2) +100        
Totaal beschikbaar +290 +806 +636 +578 +582
Kapitaallasten

nieuwe investeringen

-322 -581 -426 -407 -394
Automatisering 0 -233 -233 -233 -233
Saldo -32 -8 -23 -62 -45

Het saldo is meegenomen in het financieel totaalbeeld.

Als reservering voor de komende jaren blijft opgenomen (zie ook par. 4.4.2).

Reservering

    in kapitaallasten x f 1.000

  1998 1999 2000
schijf 1998 +650 +650 +650
schijf 1999   +400 +400
schijf 2000     +400

4.5.    Omslagrentepercentage

In de Concernbegroting 1996-1999 (deel III: bijlagenboek) is de berekening opgenomen van het omslagrentepercentage voor 1996. Deze bedraagt 7,5. In die berekening werd zichtbaar dat de gemeente in 1996 geen financieringsbehoefte heeft. Dit is onder meer het gevolg van extra inkomsten (voornamelijk de verkoop van het Waterleidingbedrijf en de extra inkomsten van het Grondbedrijf door de omzetting van de erfpachtcontracten inkoop.

De in de Concernbegroting 1996-1999 opgenomen berekening is gebaseerd op de bijbehorende begrotingsgegevens. In de paar maanden daarna is de financieringspositie niet veranderd. Aangezien wij nu al het omslagrentepercentage voor de begroting 1997 moeten bepalen, komt de berekening voor 1997 sterk overeen met hetgeen in de Concernbegroting 1996-1999 voor 1996 is opgenomen. De uitkomst is derhalve gelijk. Het omslagrentepercentage voor 1997 is dus 7,5.


5.    GEVOLGEN RIJKSBELEID

5.1    Inleiding

Voor de financiële ontwikkelingen die op de gemeente afkomen vervult het rijk als altijd een cruciale rol. Ook in de komende planningsperiode zal dat op een nadrukkelijke wijze zichtbaar worden, en dat vooral in negatieve zin. De gemeentelijke inkomstenstroom zal geleidelijk teruglopen onder invloed van het beleid dat al enige jaren geleden door het rijk is ingezet. De grote vraag daarbij blijft in hoeverre het rijk de gemeenten laat delen in de extra inkomsten als gevolg van de voorzichtig meevallende economische ontwikkeling van dit moment.

De hoofdlijnen van het rijksbeleid omvatten met name het terugdringen van het aandeel van de collectieve sector in de totale bestedingen. Het bevorderen van de doelmatigheid in het handelen van de overheid heeft daarmede een belangrijk raakvlak. Onder die noemer worden doeluitkeringen met korting overgeheveld naar de (vrij besteedbare) algemene uitkering uit het Gemeentefonds.

Daarnaast blijft een zo evenwichtig en rechtvaardig mogelijke verdeling van de middelen uit het Gemeentefonds over de gemeenten centraal staan. In 1997 krijgt dat gestalte met de geplande invoering van een nieuw verdeelstelsel voor het Gemeentefonds. Hoewel deze ontwikkelingen in de financiële planning van de gemeente al in een vroeg stadium zijn voorzien, achten wij het zinvol aan de hand van de actuele inzichten in te gaan op de verschillende elementen in de financiële verhouding met het rijk.

5.2    Herziening Gemeentefonds

Het behandelingstraject van de nieuwe Financiële Verhoudingswet 1997 (FVW '97) kan, aannemende dat het parlement met het voorstel, al of niet met amendementen, instemt, als afgerond worden beschouwd. Dat houdt in dat de FVW '97 op 1 januari a.s. de FVW '84 (gefaseerd in drie of mogelijk vier jaarlijkse stappen) zal opvolgen en dat de middelen uit het Gemeentefonds volgens nieuwe maatstaven over de gemeenten verdeeld worden.

Kernpunt van de herziening van het verdeelmodel is dat een betere aansluiting ontstaat tussen de toedeling van de middelen uit het Gemeentefonds enerzijds en de kostenstructuren en de draagkracht van de gemeenten anderzijds. Voor de FVW '84 vormde nog hoofdzakelijk de fysieke omgeving van de gemeenten leidraad voor de verdeling. Alom leefde echter het besef dat de uitgaven van de gemeente evenzeer bepaald worden door de sociale structuur en de regionale functie van de gemeente. Naast deze criteria is ook de belastingcapaciteit als maatstaf in het verdeelstelsel opgenomen. Het aldus tot stand gekomen verdeelstelsel moet de gemeenten in financieel opzicht in een meer gelijkwaardige positie brengen. Het iseen flexibel en dynamisch systeem dat minder gevoelig is voor bestuurlijke organisatieveranderingen zoals regiovorming. Het kan bovendien gemakkelijk worden aangepast ten behoeve van operaties op het gebied van decentralisatie en deregulering.

De systematiek van het nieuwe stelsel omvat in totaal 28 verdeelmaatstaven. Wel is het zo dat aan de invulling op enkele onderdelen van het verdeelstelsel, zoals de maatstaf voor bodemgesteldheid, nog wordt gewerkt. Dat houdt tegelijkertijd in dat de financiële gevolgen voor de gemeenten nog niet haarscherp kunnen worden aangegeven. Bovendien hangt veel af van de kwantiteiten zoals die voor 1997 zullen gaan gelden. De berekeningen tot nu toe gaan van cijfers van oudere jaren uit en vormen geen garantie dat in 1997 hetzelfde beeld tevoorschijn komt.

Delft behoort tot een van de vierhonderd nadeelgemeenten. Onze gemeente gaat er in het nieuwe verdeelsysteem zelfs flink op achteruit. Dat komt omdat juist de nieuwe criteria in het verdelingsmechanisme zoals de centrumfunctie en de belastingcapaciteit voor Delft minder goed uitpakken. De woonruimtemaatstaf, waarop Delft juist goed scoorde, krijgt in de nieuwe opzet daarentegen een lichter gewicht.

Het inkomstenverlies uit het Gemeentefonds is op basis van oudere berekeningen tot nu toe gesteld op een bedrag van f 10 mln. Recente becijferingen die aan de hand van een aangepaste versie van het verdelingsvoorstel zijn gemaakt wijzen voorshands in de richting van een bedrag van f 11 mln. De nadere uitwerking van enkele voor Delft essentiële onderdelen (historische kern en fysieke structuur) kan nog enig soelaas bieden.

Globaal gesproken zal de inkomstenderving uitkomen op een bedrag tussen de f 9 en f 12 mln. In het uiterste geval zal ten opzichte van het ingeschatte nadeel derhalve nog een extra tegenvaller van f 1 á f 2 mln in het financiële beeld verwerkt moet worden.

Wij stellen voor thans nog geen extra voorziening te treffen en pas tot bijstelling van het financiële beeld over te gaan als meer inzicht in de financiële uitkomst van het Gemeentefonds verkregen is.

Daarbij speelt mee dat wij voorzichtig optimistisch zijn over het geheel of gedeeltelijk achterwege blijven van nieuwe algemene kortingen op het Gemeentefonds. In de concernbegroting 1996-1999 is voor 1997 een stelpost Rijksbezuiniging opgenomen ad

f 1 mln De economische situatie in ons land en de toestand van Rijksfinanciën taxerend, veronderstellen wij dat deze stelpost niet (geheel) nodig zal blijken.

5.3    Decentralisaties

In het beleid van de rijksoverheid naar de gemeenten toe zijn doelmatigheid en doeltreffendheid belangrijke sleutelbegrippen. Het streven van het rijk blijft er in dat kader op gericht gemeenten de (financiële) ruimte te bieden om hun beleid optimaal af te stemmen op de lokale omstandigheden. Dat kan door het aantal specifieke uitkeringen terug te dringen en de middelen daarvan over te hevelen naar het gemeentefonds.

Deze decentralisatie van middelen kan uiteraard niet los gezien worden van de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden. Als zodanig houdt het rijksbeleid voor gemeenten financiële risico's in. Wij hebben daar ook in het verleden steeds op gewezen. Doordat het rijk bij elke decentralisatie efficiencykortingen (in verband met de Decentralisatie-Impuls) oplegt, wordt dat van meet af aan manifest.

In de komende planningsperiode staan enkele belangrijke decentralisaties te gebeuren. In 1997 zijn dat er drie. Daaronder valt de uitkering voor de kinderopvang. Deze decentralisatie stond eigenlijk dit jaar op de rol. De beheerders van het Gemeentefonds hebben evenwel besloten om de middelen voor kinderopvang in 1996 via een integratie-uitkering te verdelen. Gemeenten ontvangen aldus het bedrag van 1995 minus een efficiencykorting van 17%. Over de wijze van verdeling in 1997 vindt nog beraad plaats.

Naast de kinderopvang zullen ook het fonds Sociale Vernieuwing en de middelen voor de onderwijshuisvesting naar het Gemeentefonds worden overgeheveld. De middelen voor Sociale Vernieuwing zullen in 1997 eveneens via een integratie-uitkering worden verdeeld. Voor de decentralisatie van de onderwijshuisvesting zal vermoedelijk gebruik worden gemaakt van twee nieuwe verdeelmaatstaven in het Gemeentefonds, te weten het aantal leerlingen (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs.

Welke financiële consequenties beide decentralisaties voor de gemeente hebben, valt nog niet aan te geven. Wij willen dit zo snel mogelijk in beeld brengen.

De belangrijkste decentralisatie in de komende planningsperiode betreft de overheveling van het zogenaamde toeslagenbudget van de Algemene Bijstandswet. In totaal is hiermee na aftrek van een korting van f 380 mln een bedrag van f 1,5 miljard gemoeid. Deze operatie is voor 1999 gepland. De verdeling van deze middelen zal aan de hand van nog te ontwikkelen maatstaven plaatsvinden. In het wetsvoorstel met betrekking tot de herziening van het Gemeentefonds schrijft het kabinet dat: "elke financieringssystematiek die bij de bestaande bestuurlijke verhouding op het terrein van de bijstand wordt gekozen zal gemeenten, als uitvoerders van de wet, in staat moeten stellen en moeten stimuleren een adequaat bijstandsbeleid te voeren zonder dat er een onevenredig beslag op de algemene middelen van de gemeenten wordt gelegd". Zodra hierin meer inzicht bestaat, zullen wij u verder over deze decentralisatie informeren.

Voor het opvangen van eventuele nadelige financiële consequenties als gevolg van decentralisatiemaatregelen is, na aftrek van f 0,3 mln als bijdrage in de oplossing van de financiële problematiek van de Dienst Maatschappelijk Zorg, vanaf 1997 nog structureel

f 0,7 mln per jaar beschikbaar.


6.    GEMEENTEBREDE BEZUINIGINGEN

In de Strategienota heeft de raad voor 1996 e.v. bezuinigingen vastgesteld. In de Concernbegroting 1996-1999 is de jaarschijf 1996 van deze taakstelling nader ingevuld. Voor de drie gemeentebrede taakstellingen melden wij hierna uw raad de stand van zaken:

6.1    Organisatie

In de Strategienota is onder meer een bezuiniging op de gemeentelijke organisatie van

f 4 mln opgenomen. De bezuiniging moet vanaf 1998 worden gerealiseerd, in "schijven" van f 1 mln per jaar. Deze bezuiniging zal vooral gevonden worden door aanpassingen van de structuur, de cultuur en de werkwijzen van de organisatie. Andere in de Strategienota genoemde bezuinigingstaakstellingen richten zich meer op de taken van de organisatie.

In uw raad zijn, bij de behandeling van de begroting 1996 in december 1995, vragen gesteld over de eerstgenoemde bezuiniging: is een dergelijke bezuiniging haalbaar en zo ja hoe? Wij hebben daarop al geantwoord, dat wij van oordeel zijn, dat bedoelde bezuiniging haalbaar is. Maar dat vraagt wel een grote inspanning. Een bezuiniging van een dergelijke omvang op de organisatie is alleen mogelijk als ingrijpende veranderingen/aanpassingen worden doorgevoerd. Die veranderingen moeten gebaseerd zijn op en gedragen worden door een lange termijn visie op de rol (en dus ook de taken en werkwijze) van de gemeentelijke overheid (politiek en ambtelijk).

Die visie moet vooral in nauwe samenspraak met uw raad worden ontwikkeld en moet gebaseerd zijn op een zo goed mogelijke analyse van te voorziene ontwikkelingen. Wij noemen in dat kader regionale ontwikkelingen, decentralisatie van taken van andere overheden, de veranderingen in de sociale zekerheid, inkomensontwikkelingen, de werkgelegenheidsproblematiek, de individualisering en de eigen verantwoordelijkheid van de burger.

Maar ook de organisatie zelf krijgt met veranderingen te maken: de invloed van de (informatie)technologie (die ook een bijdrage levert aan effectiviteit en efficiency), de noodzaak van verdere kwaliteitsverbetering en betere samenwerking en samenhang, interne en extern, de behoefte om snel op veranderingen te kunnen inspelen, flexibeler arbeidsverhoudingen en het toenemend belang van netwerken, kortom de moderne, kwalitatief hoogwaardige, flexibele organisatie, genoemd in en nodig voor Delft Kennisstad.

Daarnaast zijn de organisatie, de omgeving ervan, de taken en de werkwijzen sinds 1985 (het jaar waarin de gemeentelijke organisatieverandering vorm kreeg), soms sterk, veranderd. Organisatieonderdelen zijn gegroeid (b.v. DMZ, van 184 in 1990 tot 224 in 1996), zijn kleiner geworden (b.v. brandweer en volkshuisvesting, totaal 20 personen) of zijn verdwenen (b.v. het woningbedrijf en de politie, totaal 300 personen). De organisatie is in staat gebleken een veelheid van problemen op te lossen door b.v. de introductie van andere werkwijzen, maar er zijn er, vooral waar het de cultuur van de organisatie betreft, ook gebleven of ontstaan, zoals verkokering en het verlies van de corporate identity. Het is nu ook tijd om na te gaan, of de uitgangspunten van destijds (vooral: de nota's samenhang en bestuur) nog gehanteerd worden en/of kunnen worden.

Om een metafoor te gebruiken: het huis van de gemeentelijke organisatie staat er nu zo'n tien jaar. Het is gebouwd op een degelijk fundament. Het huis is in de afgelopen jaren goed onderhouden, maar ook regelmatig verbouwd; dat waren vaak kleine aanpassingen, maar soms ook grote. Er is nu echter groot onderhoud nodig, misschien wel een ingrijpende renovatie. Daarvoor moet een deugdelijk bestek worden opgemaakt, waarbij het verstandig is, ook naar de fundering te kijken. Bovendien moet er rekening gehouden worden met het feit, dat de omgeving van het huis aan het veranderen is. Als het tot een verbouwing komt, moet tijdens de verbouwing het huis goed bewoonbaar blijven. Alles moet gewoon door kunnen gaan. Tot zover de vergelijking.

Hoe komen we tot die visie op de rol en de taken van de gemeentelijke overheid ? Wij nemen ons voor in mei 1996 ook op basis van bijdragen uit de ambtelijke organisatie (waarin b.v. eerder genoemde maatschappelijke ontwikkelingen/trends in beeld worden gebracht) te bepalen welke onderwerpen in dit kader in ieder geval aan de orde moeten komen.

Daarna zullen bijeenkomsten worden georganiseerd onder meer met uw raad waarin die onderwerpen worden toegelicht, besproken en waar mogelijk nader uitgewerkt.

Die bijeenkomsten, waaraan natuurlijk ook door de eigen organisatie zal worden bijgedragen (externe ondersteuning zal slechts indien echt noodzakelijk worden ingehuurd) moeten voor de zomervakantieperiode zijn gehouden.

In oktober 1996 vindt dan een eerste discussie in de commissie(s) plaats, op basis van voorstellen die wij u doen, rekening houdend met de uitkomsten van genoemde bijeenkomsten.

Wij bereiden dan vervolgens de verdere uitwerking voor, die er toe moet leiden, dat uiterlijk in januari 1997 de besluitvorming in uw raad over de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie op langere termijn op hoofdlijnen plaatsvindt. De maanden daarna worden die hoofdlijnen door de ambtelijke organisatie nader uitgewerkt. Het moet dan mogelijk zijn, rond mei 1997 met het veranderingsproces te starten. Het is dan tevens duidelijk hoe eerder genoemde bezuiniging zal worden gerealiseerd.

6.2    Staftaken

In de jaren 1996 tot en met 1998 zal jaarlijks f 0,2 mln, in totaal dus vanaf 1998

f 0,6 mln, op de staftaken bezuinigd moeten worden. Om een meer fundamentele discussie over taak, omvang en organisatie van staffuncties mogelijk te maken is door de diensthoofden aan KPMG gevraagd aan te geven:

-    wat staftaken nu precies zijn;

-    welke lasten daar binnen onze organisatie mee gemoeid zijn

-    welke omvang minimaal gewenst is;

-    wat een "objectieve" verdeelsleutel is.

Aan de hand van de resultaten van het onderzoek door KPMG en het bijbehorende advies zullen wij de taakstelling nader vaststellen.

6.3    Inkoop

In de strategienota zijn voor de jaren 1996, 1997 en 1998 bezuinigingsbedragen opgenomen van respectievelijk f 0,25 mln, f 0,5 mln en f 0,25 mln; vanaf 1998 dus f 1 mln structureel. Op basis van een evaluatie van de werkzaamheden van het Inkoop Service Bureau (ISB) en een resultatenoverzicht worden er voorstellen voorbereid om de budgetten structureel te verlagen en deze verlagingen te verwerken in de begroting 1997 en volgende jaren. In dit voorstel zal worden uitgegaan van de onderzoeksresultaten (uitgaven 1994 en 1995 en de genoemde potentiële besparingspercentages). Hierop zal een globale taakstelling kunnen worden gebaseerd.


    BIJLAGEN


    BIJLAGE I

TOELICHTING GEHONOREERDE MEE- EN TEGENVALLERS

1.     Gemeentefonds

De bestaande raming van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is opgesteld aan de hand van de laatste junicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In de daarna verschenen septembercirculaire 1995 is de uitkering op enkele punten aangepast. In verband met afrondingsverschillen is het uitkeringspercentage vanaf 1996 structureel met een half punt verlaagd. Dat levert in 1996 een verlaging van de gemeentefondsuitkering op van

f 109.000, in de volgende jaren iets oplopend.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Gemeentefonds        -109        -116        -125        -125        -125

2.     Areaaluitbreiding

Voor het laatste jaar van de nieuwe planningsperiode is tot nu toe steeds ruimte gereserveerd voor areaaluitbreiding. Bij de begroting konden uit deze reservering de eventuele claims, die betrekking hebben op de uitbreiding van het areaal, worden gedekt. De vraag is, gelet op de nog resterende (beperkte) uitbreidingsmogelijkheden van het stadsgebied, of er in het jaar 2000 nog wel ruimte voor areaaluitbreiding gereserveerd moet blijven. Wij stellen u voor deze post op dit moment pro memorie op te nemen. Bij de begrotingsvoorbereiding zal aan de hand van eventueel ingediende claims hierop worden teruggekomen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Areaaluitbreiding        -        -        -        -        p.m.

3.     Viering Delft 750 jaar

Het programma voor de viering van Delft 750, dat door de betrokken stichtingen is opgesteld en ingediend, vergt een hogere gemeentelijke bijdrage. In de eerste plaats is een extra subsidie van f 0,3 mln noodzakelijk voor de realisering van het (gewijzigde) programma StadOverBruggen. In de tweede plaats is voor de geraamde sponsorinkomsten van f 0,15 mln en de geraamde inkomsten voor de Dubbelexpositie van f 0,275 mln een gemeentelijke subsidiegarantie nodig.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Viering Delft 750 jaar

Subsidieverhoging        -300

Subsidiegarantie (tot 425)     p.m.

4.     Ontvlechting financiële relatie woningbouwcorporaties

De risico-overdracht van de gemeentelijke garantie- en leningenportefeuille ten behoeve van de corporaties aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw waartoe uw raad in oktober 1995 heeft besloten levert vanaf 1995 per saldo een structureel nadeel op van f 0,15 mln per jaar.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Ontvlechting financierings-

relatie corporaties        -150        -150        -150        -150        -150

5.     Stelpost decentralisaties

De stelpost decentralisaties in de begroting 1996-1999 bedraagt voor 1996 f 0,5 mln en vanaf 1997 f 1 mln. Hiervan is f 0,3 mln is bestemd voor de sanering van de financiële problematiek van de Dienst Maatschappelijke Zorg. Voor 1996 liggen geen echte decentralisatie-operaties meer in het verschiet zodat het restant van deze stelpost ad f 0,2 mln vrijvalt. Hierbij dient u wel ons voorstel (zie punt 24) te betrekken om de externe advieskosten ad f 75.000 in verband met de decentralisatie van de onderwijshuisvesting, welke voor 1997 staat gepland aan de stelpost te onttrekken. Wij stellen voor het restant van de stelpost als meevaller mee te nemen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Stelpost decentralisaties    200

6.     Herziening horecanota

De horecanota uit 1994 dient te worden geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zal de horecanota worden herzien en formuleringen worden aangepast. De noodzakelijke gespecialiseerde juridische advisering zal extern worden ingehuurd.

    x f 1.000,--

                1996        1997        1998        1999        2000

Herziening horecanota            -25

7.     Rechtsbescherming

Met de uitbreiding van taken voor WSW-zaken van kamer IV (personeelszaken) van de Commissie voor Bezwaar en Beroep hangt een uitbreiding van het secretariaat van de commissie samen. Dit betekent een budgetuitbreiding van f 25.000 structureel. Wij stellen voor deze uitbreiding ten laste van de algemene middelen te brengen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Rechtsbescherming        -25        -25        -25        -25        -25

8.     Gemeentelijk jaarverslag

De opzet is om voor 1995 te komen met één gezamenlijk gemeentelijk jaarverslag. Tevens zal een samenvatting daarvan als folder worden uitgebracht. De kosten van een geïntegreerd jaarverslag en folder worden geraamd op f 40.000. De kosten van de folder

(f 10.000) komen voor rekening van de diensten. Wij stellen voor de kosten van het jaarverslag zelf (f 30.000) ten laste van het algemeen te nemen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Jaarverslag            -30        -30        -30        -30        -30

9.     Inhaalslag activiteiten archief

Bij het archief is een achterstand ontstaan in het opschonen van stukken en de overdracht van archieven aan de archiefdienst. De huidige personele bezetting van het archief is onvoldoende om de achterstand in te lopen, zodat hiervoor een gespecialiseerde firma in moet worden ingehuurd. De kosten daarvan kunnen vermoedelijk geheel worden gedekt uit de dienstbedrijfsreserve. Voorshands nemen wij deze post daarom voor 1996 als pro memorie op.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Archief            p.m.

10.     Representatie bestuur en raadsexcursies

Het budget representatie bestuur voor 1996 is onvoldoende in verband met de viering van het jubileum Delft 750. Uitbreiding van het budget met f 50.000 achten wij noodzakelijk.

Tevens is een extra budget nodig van f 10.000 om twee keer per zittingsperiode van uw raad een gezamenlijke activiteit te kunnen organiseren.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Representatie            -50

Raadsexcursie                -10                -10

11.     Organisatieontwikkeling Belastingen

In november 1995 hebben wij besloten over te gaan tot herstructurering van de afdeling Belastingen van de Bestuursdienst voor 1996 zijn hiervoor eenmalige kosten geraamd ad

f 0,25 mln, met name in verband met de noodzaak voor interim-management. Voor mogelijk overige kosten kan nog een aanvullend voorstel volgen. Zodra de organisatie-opzet verder is uitgewerkt en meer inzicht bestaat omtrent de daaruit voortvloeiende structurele consequenties, zullen wij voorzover nodig met een nader voorstel komen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Organisatieontwikkeling

Belastingen            -250

12.     Implementatie WOZ

Toepassing van de Wet Onroerende Zaken zal voor de afdeling Belastingen in de komende jaren leiden tot een toename van werkzaamheden. Aangezien de financiële consequenties op dit moment nog niet bekend zijn stellen wij voor deze voorshands pro memorie op te nemen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Implementatie WOZ        p.m.        p.m.        p.m.        p.m.        p.m.

13.     Nutswinsten

Met ingang van 1998 vervallen de winstbewijzen ad f 1,5 mln van het Energiebedrijf Delfland N.V.. Daarvoor in de plaats zal een normale dividenduitkering komen, die f 1,15 mln lager ligt dan de geraamde winstuitkering. Overeenkomstig het door uw raad vastgestelde beleid is de begroting inmiddels onafhankelijk gemaakt van de winstuitkering uit de nutssector. Dat is bereikt via stortingen tot hetzelfde bedrag in het milieutechnologiefonds op incidentele basis. Wij stellen voor ter compensatie van de winstderving uit de nutssector de storting in het milieutechnologiefonds vanaf 1998 te verlagen tot f 0,35 mln. Het uiteindelijke effect op de gewone dienst bedraagt daardoor derhalve nihil.

    x f 1.000

                1996        1997         1998     1999         2000

Nutsbedrijven                         0         0         0

14.     Opzet digitale verzamelkaart leidingen Delft

Ter bevordering van de doelmatigheid in de bedrijfsvoering van de dienst Beheer en Milieu vinden wij het wenselijk om de topografie betreffende kabels/leidingen van beheerders in Delft op te slaan en in één verzamelbestand onder te brengen. Daardoor ontstaat inzicht in de totale en volledige ligging van alle kabels/leidingen per straat. Bij digitale raadpleging ontstaat direct een totaal-inzicht, hetgeen de doelmatigheid bevordert. Wij verwachten de kosten te kunnen dekken uit de inkomsten die voortvloeien uit de participatie van externe gebruikers.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Opzet digitale verzamel-

kaart leidingen         0         0         0         0         0

15.     Bedrijfsvoering Brandweer

In de bedrijfsvoering van de Brandweer doen zich drie financiële hangpunten voor. Op basis van het opgestelde vervangingsschema voor de uitrusting van de Brandweer vallen de jaarlijkse kosten voor het materieel f 70.000 hoger uit. Dat is het gevolg van de zwaardere eisen die aan de uitrusting worden gesteld. Wij stellen voor dit bedrag voor rekening van het algemeen te nemen. Voorts is bij de herziening van de legesverordening gebleken dat het de Brandweer niet toegestaan is de kosten van hercontroles van gebruiksvergunningen door te berekenen. Deze gebruiksvergunningen welke de Brandweer vanaf 1994 uitgeeft houden namelijk tevens de verplichting tot handhaving, c.q. een jaarlijkse hercontrole, in. Wij zullen allereerst bezien of het mogelijk is deze kosten via de leges voor gebruiksvergunningen in rekening te brengen.

Tenslotte blijven de inkomsten van de werkplaats van de Brandweer al enkele jaren achter bij de raming. Dit komt doordat het werk voor het Parkeerbedrijf en de Politie terugloopt. Structureel bedraagt de inkomstendaling f 30.000 per jaar. De Brandweer kan deze tegenvaller echter compenseren door een structurele meevaller bij het uitvoeren van opleidingsactiviteiten voor bedrijven, derden en particulieren.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Uitrusting Brandweer    -70        -70        -70        -70        -70

16.     Hulpverleningsregio Haaglanden

Met betrekking tot de Hulpverleningsregio Haaglanden vragen twee punten de aandacht.

De begroting van de Hulpverleningsregio Haaglanden is opgebouwd uit een Brandweer-begroting en een CPA-begroting. De kosten van het CPA worden niet gedekt uit de door het COTG gehanteerde tarieven. Hierdoor is er vanaf 1996 ook sprake van een bijdrage per inwoner ter dekking van het CPA-tekort tot een totaal bedrag van f 50.000 in de begroting van de HRH. Wij stellen voor deze hogere kosten ten laste van het algemeen te nemen.

De Hulpverleningsregio Haaglanden heeft de in Delft geplaatste hulpverleningswagen afgestoten. Toen dit voertuig destijds in Delft gestationeerd werd, is de toenmalige Delftse wagen ingeleverd. Voor het uitrukken naar waterongevallen of aanverwante gebeurtenissen is een dergelijke wagen noodzakelijk in Delft. De door de regio afgestoten hulpverleningswagen kan door Delft worden overgenomen. De overnamekosten ad f 30.000 kunnen worden gedekt uit de dienstbedrijfsreserve. De onderhoudskosten van deze wagen, die f 15.000 per jaar belopen worden gecompenseerd door een meevallende bijdrage per inwoner. Op deze basis heeft de overname derhalve geen effect op het begrotingsbeeld.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Hulpverleningsregio Haaglanden -50    -50         -50        -50        -50

17.     Gesprekskosten telefooncentrale.

Met ingang van 1 januari 1996 is de PTT wettelijk verplicht BTW te heffen over de gesprekskosten. Voor de gemeente Delft betekent dit dat er rekening gehouden moet worden met hogere telefoonkosten. Wij stellen voor deze kosten mee te nemen als tegenvaller.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Gesprekskosten telefoon    - 50        - 50        - 50        - 50        - 50

18.     Dienst Maatschappelijke Zorg

De dienst Maatschappelijke Zorg heeft een analyse gemaakt van het meerjarig financieel totaalbeeld van de dienst als reactie op de structurele overschrijdingen op het personeelsbudget. In deze analyse wordt ingegaan op de toereikendheid, de beheersbaarheid en de beïnvloedbaarheid van de budgetten. Tevens is een relatie gelegd met de organisatie-verandering. Conclusies van de analyse zijn dat op de begroting voor personeelskosten een structureel tekort bestaat en dat de beheersbaarheid van de dienst op een aantal punten drastisch verbetering behoeft. De analyse wijst ook uit dat door aanpassingen in de organisatiestructuur (waartoe reeds is besloten en waaraan uitvoering wordt gegeven) en aanvullende beheersmaatregelen structurele besparingen mogelijk zijn op de personeelskosten. Uit extern onderzoek blijkt bovendien dat binnen het uitkeringsproces doelmatigheidswinst is te behalen. Voorwaarde hiervoor is wel dat automatiseringssystemen wordenaangepast. Daarna is de huidige huisvestingssituatie op vier lokaties in de stad een knelpunt in deze efficiëntieverbetering.

Wij stellen voor om de structurele tekorten voor 1995 en 1996 vanuit de algemene middelen te saneren. Voor 1996 en verder jaren krijgt de dienst een taakstelling in het kader van doelmatigheidswinst en uitstroom van bovenformatieven opgelegd. Vanaf 1996 kan f 0,3 mln ten laste van de stelpost decentralisatie worden gebracht. De tekorten die nu ten laste van de algemene middelen komen na besparingsmaatregelen bij de dienst, bedragen voor 1996 f 1,675 mln en f 0,52 mln voor 1997. De middelen die nodig zijn voor aanvullende automatiseringsfaciliteiten dienen nog nader te worden bepaald. Een eerste aanzet hiertoe is de investering in de bedrijfshulpmiddelen.

    x f 1000

                1996        1997        1998        1999        2000

Budgetproblematiek        -1.675    -520         

19.     De Eland

Als onderdeel van een nieuwe werkwijze van het jongerencentrum De Eland, waarbij onder andere de stichting De Eland voor een proefperiode van één jaar de commerciële exploitatie van de benedenverdieping verzorgt, wordt voorgesteld het negatief eigen vermogen van de stichting te saneren met een maximale bijdrage van f 0,15 mln. Een bedrag van

f 20.000 is reeds uitbetaald in 1995, het resterende bedrag is noodzakelijk in 1996.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

De Eland            -130

20.     Waterkwaliteit waterspeeltuin

Teneinde structureel te kunnen voldoen aan de "Wet Hygiëne en Veiligheid voor zwemgelegenheden" zullen aan de waterspeeltuin Delftse Hout gerichte maatregelen moeten worden getroffen zoals de verbetering van watergoten en intensivering van schoonmaakwerkzaamheden. De structurele kosten bedragen oplopend maximaal f 85.000 per jaar. Wij stellen voor deze kosten mee te nemen als tegenvaller.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Waterkwal. waterspeelt.    -30        -75        -85        -85        -85

21.     Leerlingenvervoer

In 1995 is gebleken dat de kosten van het leerlingenvervoer zijn overschreden met een bedrag van ca. f 75.000. Een nadere analyse geeft aan dat de overschrijding vrijwel volledig moet worden toegerekend aan de groei van het aangepast vervoer naar buiten de regio en dus structureel is. Wij zullen onderzoeken of deze kosten kunnen worden opgevangen door samenwerking met buurgemeenten op dit punt. In verband daarmede stellen wij voor de kosten voor 1996 mee te nemen als tegenvaller en deze vanaf 1997 als pro memorie op te nemen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Leerlingenvervoer        -75        p.m.        p.m.        p.m.        p.m.

22.     Advieskosten decentralisatie onderwijshuisvesting

Per 1 januari 1997 worden de primaire verantwoordelijkheid en de financiën voor de huisvesting van het primair onderwijs en het aansluitend voortgezet onderwijs overgedragen van het rijk naar de gemeenten. Voor dit ingrijpende proces is externe advisering noodzakelijk, onder meer gericht op de inhoudelijke, procesmatige en communicatieve aspecten van de decentralisatie. De kosten bedragen in totaal f 75.000. Wij stellen u voor met deze kosten in te stemmen maar deze te dekken uit het nog beschikbare restant van de stelpost decentralisaties. Zie hiervoor tevens punt 6.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Advies. dec. onderw.huisv.    -75

23.     Schadeclaim geplande parkeergarage

In verband met de ontwikkeling van de parkeergarage ter plaatse van de voormalige Elout van Soeterwoudeschool heeft Gedeputeerde Staten goedkeuring verleend aan wijziging van het Komplan. Omwonenden hebben hiertegen met succes bezwaar aangetekend bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Het besluit van GS is in 1993 vernietigd. Daarna hebben omwonenden een schadeclaim ingediend bij gemeente en provincie. De helft van de claim ad f 42.000 komt voor rekening van de gemeente.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Schadeclaim Parkeergarage      42

24.     Kosten project spoortunnel

Om druk te blijven uitoefenen op het Rijk om vertunneling van de spoorlijn te bereiken, zijn middelen nodig voor ambtelijke ondersteuning en voor externe deskundigen. In de achterliggende periode zijn de kosten telkens min of meer op ad hoc basis ten laste gebracht van de algemene middelen (rentereserve ZOD, nieuw beleid). Wij stellen voor in 1996 een bedrag van f 0,1 mln uit de algemene middelen beschikbaar te stellen. Voor 1997 zullen de kosten voorshands pro memorie worden geraamd.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Spoortunnel            -100        p.m.

25.     Onregelmatigheidstoeslag Stedelijk Groen

Door de gemeente Delft is de voorbeeld-verordening van de VNG overgenomen. Als gevolg hiervan wordt door onder andere personeel in de buitendienst van Stedelijk Groen aanspraak gemaakt op onregelmatigheidstoeslag (TOD). In de jaren 1992/1995 zijn deze meerkosten telkens incidenteel ten laste gebracht van de algemene middelen. In de onderhandelingen met de vakbonden over de invulling van de decentrale arbeidsvoorwaarden zal de onregelmatigheidstoeslag aan de orde worden gesteld. Met het oog hierop stellen wij voor de kosten ad f 135.000 in 1996 mee te nemen als tegenvaller en deze daarna in afwachting van de verder ontwikkelingen op dit gebied pro memorie te ramen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Onregelmatigheidstoeslag    -135        p.m.        p.m.        p.m.        p.m.

26.     Afvoer puin-depot Korftlaan

Sedert ca. 1973 bestaat er aan de zuidzijde van de Korftlaan een "tijdelijk" depot bestaande uit puin en zand. Handhaving van het depot is niet toegestaan. Blijkens kwaliteitsonderzoek en gezien de Wet Milieubeheer en de Afvalstoffenwet is hergebruik van puin niet mogelijk. Het puin dient zo spoedig mogelijk te worden afgevoerd. Wij stellen voor de kosten

ad f 90.000 ten laste van het algemeen te nemen.

    x f 1.000

                1996        1997        1998        1999        2000

Afvoer puin            -90


    BIJLAGE 2

NIET GEACCEPTEERDE MEE- EN TEGENVALLERS

Op basis van B en W besluit van 5, 12 en 19 maart 96

      1996 1997 1998 1999 2000 BESLUIT BenW d.d. 5.3.1996
CONC: 1 Hondenbelasting t -30 -30 -30 -30 -30 In tarief verwerken
      -30 -30 -30 -30 -30  
BD: 1 Herziening horecanota c   -25       Int. oplossen (zie tabel 2, punt 6)
  2 Oud en nieuw viering c   -12 -12 -12 -12 Meenemen bij besluitvorm. soc.vern.
  3 Extra bijdr. vrijw. politie c   -50 -50 -17 -17 Is nieuw beleid
  4 Rampenplan c -20 -20 -20 -20 -20  
  5 Rechtsbescherming c -10 -40 -40 -40 -40  
  6 Ext. jur. advisering c   -50 -50 -50 -50 Afwegen bij beslispuntennota
                begroting 1997
  7 Organ. ontw. Belastingen c -100 -100 -100 -100 -100 Gedeeltelijk afwijzen, 100.000 niet

opnemen in afwachting van nadere

uitwerking

  8 Vervoersmanagement - pm pm pm pm pm Budgettaire neutraliteit blijft

uitgangspunt

  9 Mobiliteitsburo c -130 -150

-447

pm

-272

pm

-239

pm

-239

Eerder beschikbare bedrag is nog niet aangesproken
                 
B&M: 1 Tarieven grote afvoeren - 0 0 0 0 0 Verrekenen met egalisatiefonds
  2 Meetnet binnenstad c -50 -10 -10 -10 -10 Is nieuw beleid
  3 Implem. basisreg.vastgoed c pm -150 -150 -150 -150 Bedrijfsplan afwachten
  4 Digitale kaart leidingen - 0 0 0 0 0  
  5 Geluidsonderzoeken c -50 -50 -50 -50 -50  
  6 Gemeent. int. milieuzorg c -20 -20 -20 -20 -20 Is reguliere taak v.d.afdeling
  7 36-urige werkweek -   pm pm pm pm  
  8 Arbeidstijdenwet -   pm pm pm pm  
  9 Vergunningen Brandweer t -30

-150

-50

-280

-70

-300

-75

-305

-75

-305

Via leges oplossen (ook in relatie

met meevallende opbrengsten)

DMZ: 1 Huisvesting t pm pm pm -920 -920 Besluitvorming nu te vroeg
      0 0 0 -920 -920  
WOC: 1 Onderhoud welzijnsacc. c +i -200 -200 -200 -200 -200 Pas over beslissen na afronding 3P discussie
  2 Onderz.recr.gedrag D.Hout c -40         Is nieuw beleid.
  3 Filmhuis c -309         De dienst vragen of zij zelf nog ruimte binnen de begroting heeft en doen onderzoeken of bijv. de Brouwer en St. Het Meisjeshuis kunnen bijdragen
  4 Samenw. Grotius/Rijswijk c -25         Intern oplossen
  5 Aanv. bijdrage Dubbelexp. c -309         Is opgenomen in Conc-4
  6 Form. uitbr. tbv archief c -85 -85 -85 -85 -85 Is nieuw beleid
  7 Alg. onderst. proj c -450         Door de dienst zelf te dekken
      -1.418 -285 -285 -285 -285  
SO: 1 Invoering EPN in bouwbesl c -40 -40 -40 -40 -40 Dienst laten aangeven of er andere

dekkingsmogelijkheden zijn

  2 Cap. afdeling Vervoer c -95 -95 -95 -95 -95 Is nieuw beleid
      -135 -135 -135 -135 -135  
Totaal     -1.863 -1.177 -1.022 -1.914 -1.914  

t=tegenvaller

c=claim

c+i= claim + investering


    BIJLAGE III

FASERINGEN INVESTERINGEN

Ten aanzien van het bestaande investeringsplan (cat. 1) worden de volgende faseringen voorgesteld.

    x f 1.000,--

Investeringen 1995 1996 1997 1998 1999
WOC

Sranti

Was :

Wordt    :

330 330      
Bibliotheek Tanthof

Was    :

Wordt    :

100 100      
DMZ

Onderhoud Hooikade

Was    :

Wordt    :

660 660      
Optical Disk

Was    :

Wordt    :

175 175      
SO

VCP

Was    :

Wordt    :

50 275

50

115

390

   
Noord aansluiting

Was    : netto

Wordt    : netto

    145 110

145

110
Fietstunnel Buitenhof-W

Was    :

Wordt    :

    685

350

335  
Voorz. Busverkeer

Was    : netto

Wordt    : netto

  410 620

410

620  
Renovatie openbaar groen

Was:

Wordt:

  730

560

170    
Renovatie begraafplaatsen

Was:

Wordt:

  1.200

700

500    
BenM

Onderhoud wegen

Was:

Wordt:

  3.000

1.500

1.500    

    BIJLAGE IV

INVESTERINGSPLAN 1996 - 1997

    x f 1.000,--

                        1996        1997        1998        1999

BD

Stemmachines                 455 (rendabel)

Infrastructuur rampenbestrijding         43

GBA-terminals                 91 (rendabel)

BenM

Onderhoud wegen                1.500        1.500

Gemalen                     600         500         500 (rendabel)

Sanering milieu-hinderlijke bedrijven     80

SO

VCP                         50         390

Noord.aansluiting (netto)                            145        110

Fietstunnel                             350        335

Busverkeer (netto)                         410        620

Doorstroming autoverkeer             300

Kwaliteitsverbetering binnenstad 2         100         300

Renovatie openbaar groen             560         170

Renovatie begraafplaatsen             700         500

Prominet-Proset                         120

Bewegwijzering                         250

Bussluizen                     150

Renovatie openbare verlichting                 618

Wijkbeheer op maat                         250

Reconstructie Van Foreestweg         150         150

DMZ

Onderhoud Hooikade             660

Optical disk                     175

WOC

Sranti                         330

Bibliotheek Tanthof                 100

Plattegrond                             500

Onderhoud instructiebad             600

Onderhoud kinderboerderijen                 150

Onderhoud schoolgebouwen             300


    BIJLAGE V

TOELICHTING BIJ INVESTERINGSPLAN 1996/1997

Plattegrond

In het verlengde van de Strategienota worden als invulling van de zogenoemde plattegrond buurt- en wijkwerk enkele bestaande buurtaccommodaties gesloten of overgedragen en enkele omgevormd tot nieuwe sociaal-culturele centra. Deze invulling van de nieuwe plattegrond is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bewoners, woningbouwcorporaties en de gemeente. Het thans gereserveerde bedrag in het investeringsplan en in het indicatieve investeringsplan (totaal f 1 miljoen) dient als gemeentelijke investeringsbijdrage terzake.

Onderhoud instructiebad

Uw raad heeft reeds in een eerder stadium het groene licht gegeven voor de verdere onderhandelingen met NV Sportfondsen over de eigendomsoverdracht van de accommodatie aan de Clara van Sparwoudestraat. Onderdeel van het onderhandelingspakket is een onderhoudsbijdrage van maximaal f 0,6 mln.

Onderhoud kinderboerderijen

Voor groot onderhoud aan de kinderboerderijen in de Delftse Hout en in Tanthof is een totaalbedrag van f 0,15 mln noodzakelijk.

Onderhoud schoolgebouwen

Voor 1996 hebben de gezamenlijke schoolbesturen verschillende noodzakelijke onderhoudsmaatregelen aangemeld voor welke, volgens de Wet op het Basisonderwijs, de gemeente middelen moet voteren. In 1996 is een totaalbedrag van f 0,8 mln noodzakelijk. In het fonds technisch onderhoud is slechts f 0,5 mln beschikbaar zodat aanvullend een bedrag van f 0,3 mln benodigd is.

GBA-terminals

Voornamelijk ten behoeve van een verhoogde toegankelijkheid van GBA-gegevens is het noodzakelijk de bestaande terminals te vervangen. Deze investering kan als rendabel worden beschouwd omdat door deze investering jaarlijkse kosten worden bespaard.

Sanering milieuhinderlijke bedrijven

In de concernbegroting 1996-1999 is voor deze investering reeds een bedrag van

f 0,165 mln in het investeringsplan opgenomen. Thans is gebleken dat dit bedrag onvoldoende is. Voor de verplaatsing van twee milieuhinderlijke bedrijven is aanvullend een bedrag van f 80.000 noodzakelijk.

Prominet/Proset

Als gevolg van een veranderde behoefte aan informatie ten behoeve van de beleidsontwikkeling op het gebied van de geluidshinder (onder meer door wettelijke regelgeving) is een aanpassing van bestaande software-pakketten noodzakelijk. De totale kosten bedragen

f 0,26 mln. Een bedrag van f 0,14 mln is reeds gereserveerd in het Milieutechnologiefonds.

Bewegwijzering

Ten behoeve van het wegwerken van achterstallig onderhoud van de stedelijke bewegwijzering is een totaalbedrag van f 0,25 mln nodig.

Bussluizen

Als gevolg van recente jurisprudentie is de wegbeheerder (mede) aansprakelijk voor lichamelijk letsel dat veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van bussluizen. Een aantal maatregelen is noodzakelijk om de veiligheid op dit punt te vergroten. Voor deze maatregelen wordt een bedrag van f 0,15 mln geraamd.

Doorstroming autoverkeer

Voor een verbeterde doorstroming van het autoverkeer op het hoofdwegennet moeten verkeerslichteninstallaties worden aangepast. Voor deze maatregelen is reeds een bedrag van f 0,2 mln in het investeringsplan opgenomen. Aanvullend is een bedrag van

f 0,3 mln noodzakelijk.

Kwaliteitsverbetering binnenstad II

In het bestaande indicatieve investeringsplan is terzake reeds een bedrag van f 4,7 miljoen gereserveerd. Ten behoeve van te maken coòrdinatie-en ondersteuningskosten wordt voorgesteld daarvan een bedrag van f 0,4 mln op te nemen in het investeringsplan en het restant ad f 4,3 miljoen in het indicatieve investeringsplan.

Renovatie openbare verlichting

Voor een grootschalige renovatie van de openbare verlichtingsvoorzieningen in de na-oorlogse wijken is jaarlijks een bedrag van f 0,618 mln noodzakelijk. Vanaf 1998 zal deze renovatie overigens leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing ad f 20.000,- in het reguliere onderhoud. Wij stellen nu voor de jaarschijf 1997 beschikbaar te stellen. In de Kadernota 1998-2001 zullen wij een dekkingsplan voor de renovatie openbare verlichting voor de langere termijn presenteren. Daarbij zullen wij bezien of fondsvorming gewenst is en of er mogelijkheden zijn voor het omzetten van investeringskredieten in reguliere onderhoudsbudgetten. Het jaarlijkse toenemende exploitatievoordeel ad f 20.000 zal in het dekkingsplan worden meegenomen.

Wijkbeheer op maat

Voor de uitvoering van (de nota) wijkbeheer op maat stellen wij voor in 1997 een bedrag van f 0,25 op te nemen in het investeringsplan en een bedrag van f 0,75 mln in het

indicatieve investeringsplan.

Renovatie Van Foreestweg

Onder meer als gevolg van de aanleg van de Hoornse Hof is de (verkeers)druk op de

Van Foreestweg aanzienlijk toegenomen. Daarnaast heeft de middenstand, inspelend op de nieuwe ontwikkelingen, wensen om de kwaliteit van het winkelgebied te vergroten. Wij stellen voor een bedrag van f 0,3 mln op te nemen voor de te treffen maatregelen.


    BIJLAGE VI

TOELICHTING BIJ INDICATIEVE INVESTERINGSPLAN 1998-2000

Onderhoud welzijnsaccommodaties

Bij de welzijnsaccommodaties is sprake van achterstallig onderhoud. Per saldo vergt het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het op peil houden van het onderhoud respectievelijk een investering van f 1.5 mln en een verhoging van het jaarlijkse onderhoudsbudget met f 0,2 mln. Daarbij is reeds uitgegaan van de accommodaties die zullen vervallen ingevolge de plattegrond welzijnsvoorzieningen. Voorgesteld wordt deze investering vooralsnog in het indicatieve investeringsplan op te nemen, omdat eerst een optimale structuur voor de welzijnsvoorzieningen in de stad moet worden gevonden.

Huisvesting diensten

Het is bekend dat de kwaliteit van de huisvesting van ons gemeentelijk apparaat divers is. Bekende knelpunten zijn de Dienst Maatschappelijke Zorg, de Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur en het gemeentearchief. Daarnaast leven binnen de Bestuursdienst wensen om de publieksgerichtheid te verbeteren.

Dit gekoppeld aan de op handen zijnde discussie over de vormgeving van de organisatie hebben wij besloten om de huisvestingsproblematiek van de gehele organisatie te analyseren. Daarbij spelen natuurlijk ook de ruimtelijke mogelijkheden in de stad en de gemeentelijke financiën een belangrijke rol.

In afwachting van de huisvestingsanalyse ramen wij in het indicatieve investeringsplan de extra kosten vooralsnog pm.

Brandveiligheids- en milieuvereisten gemeentegebouwen

Een groot aantal gemeentegebouwen voldoet in onvoldoende mate aan de milieu-eisen en brandveiligheidsvereisten op grond van respectievelijk de Wet Milieubeheer en het Bouwbesluit. Thans vindt een inventarisatie plaats van de (onder meer juridische) noodzaak van de terzake te treffen aanpassingen aan deze gebouwen. In afwachting daarvan stellen wij u voor deze investering p.m. mee te nemen in het indicatieve investeringsplan.

    

Overlaadstation

In afwachting van een nadere invulling van de plannen omtrent de realisatie van een overlaadstation aan de Schieweg wordt voorgesteld deze investering als p.m. mee te nemen in het investeringsplan. De lasten verbonden aan deze investering worden gedekt binnen de begroting van de reiniging.

Onderhoud wegen

Voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan wegen buiten de binnenstad is een totaalbedrag van f 9 mln noodzakelijk. Voor 1996 is reeds een bedrag van f 3 mln gereserveerd in het bestaande investeringsplan. Het restant ad f 6 mln nemen wij mee in het indicatieve investeringsplan.

        

Sanering wegenstructuur

Voor een programma uit het regionaal verkeers- en vervoersplan stelt het rijk een bedrag beschikbaar aan de vervoerregio (Stadsgewest Haaglanden) dat door de gemeente (via het gewest) in een bepaalde verhouding moet worden aangevuld. Om voor een rijksbijdrage in aanmerking te komen is het daarom noodzakelijk investeringsruimte te reserveren. Wij stellen voor f 2,06 mln op te nemen in het indicatieve investeringsplan.

Park&Ride/Carpooling

In het kader van het mobiliteitsbeleid kunnen onder meer de systemen van "park & ride" en carpooling worden ingevoerd. Vooralsnog wordt voorgesteld deze investeringen p.m. op te nemen in het indicatieve investeringsplan.

Renovatie openbaar groen

Voor de verdere kwaliteitsverbetering van de parken zijn in het indicatieve investeringsplan drie jaarschijven van f 0,73 mln opgenomen.

Renovatie openbare begraafplaatsen

Door uw raad is reeds een totaalbedrag van f 2,4 mln gereserveerd in het bestaande investeringsplan voor de renovatie van de begraafplaatsen Jaffa en Iepenhof. Voorgesteld wordt om de resterende jaarschijf ad f 1,2 mln op te nemen in het indicatieve investeringsplan.

Ruimte voor natuur

Conform de financiële paragraaf van de door u vastgestelde nota "Ruimte voor natuur" nemen wij een p.m.-raming in het indicatieve investeringsplan op voor nader uit te werken maatregelen.