INHOUDSOPGAVE
pag.
2 Publieksdiensten Bestuursdienst 2
7 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 19
8 Samenvatting
& Conclusies 20
In november 1996 vond de negende Stadspanelmeting in Delft
plaats. Het onderzoek bestond uit twee enquêtes, een mondeling vraaggesprek met de
representanten van 905 Delftse huishoudens en een schriftelijke vragenlijst die door 1493
leden (in de leeftijd 15 jaar en ouder) van die huishoudens is ingevuld.
Uit deze meting valt diverse informatie te filteren die
betekenis kan hebben voor het beleid van de Bestuursdienst. Met betrekking tot dit beleid
komen in deze rapportage de volgende zaken naar voren:
Tot slot zal er een samenvatting worden gegeven met daarin
de belangrijkste resultaten.
2 Publieksdiensten
Bestuursdienst
contacten met afdelingen
Figuur 1
Bijna de helft van alle huishoudens geeft aan het afgelopen
jaar contact te hebben gehad met Burgerzaken (figuur 1). Met het Informatiecentrum heeft
9% van de huishoudens contact gehad en met Belastingen 15%.
Figuur 2
Kijken we naar hoe tevreden huishoudens zijn over hun
contact met de genoemde drie afdelingen (figuur 2), dan kunnen we constateren dat bij alle
drie de afdelingen het percentage tevreden klanten het percentage ontevreden klanten
ruimschoots overstijgt. Over het contact met Burgerzaken is 86% tevreden. Het Infocentrum
kan bogen op 79% tevreden klanten en de afdeling belastingen op 62%.
Openingstijden Burgerzaken
Aan alle Delftenaren van 15 jaar en ouder is gevraagd welke
(combinatie van) openingstijden hun voorkeur heeft. Hiervoor kon men kiezen uit een aantal
concrete combinaties. Een kwart geeft aan geen enkele voorkeur te hebben. Uit figuur 3
blijkt dat er met name een voorkeur is voor openingstijden waarbij Burgerzaken op alle
werkdagen 's ochtends open is en ook op vrijdagavond en op zaterdagochtend.
Figuur 3
bekendheid infolijnen
Figuur 4
Dat de afdeling Burgerzaken een infolijn heeft weet ruim
een kwart van de huishoudens die voor het eerst aan het panel meededen (figuur 4). De
infolijn van de afdeling Belastingen lijkt bekender. Een derde zegt van het bestaan van
deze lijn op de hoogte te zijn. Waarschijnlijk speelt hier verwarring met de landelijke
belastinglijn parten. Dat het Informatiecentrum ook een eigen infolijn heeft, is slechts
bij 17% van de Delftse huishoudens bekend.
Dat deze Infolijnen 7 dagen per week 24 uur per dag te bereiken zijn, is slechts bij 9%
van degenen die van het bestaan van één of meer lijnen op de hoogte zijn en voor het
eerst meededen aan het panel, bekend. Dit betekent dat van alle Delftse huishoudens
slechts 4% weet dat de lijnen 24 uur per dag bereikbaar zijn. Ruim twee derde denkt dat de
lijnen alleen tijdens kantooruren te bereiken zijn.
Van alle Delftse huishoudens heeft zo'n 7% weleens gebruik
gemaakt van de infolijn van Burgerzaken. Omgerekend zijn dat circa 3000 huishoudens.
paspoorten
Dat een paspoort in de winter 25,-- goedkoper is dan
in de zomer, is bij de helft (van degenen die het eerst aan het Stadspanel meededen)
bekend. De stijging ten opzicht van het jaar ervoor is gering. In 1995 wist 46% dat het
paspoort in de winter goedkoper is.
deurwaarder
Bij 3% van de huishoudens is een deurwaarder van de gemeente geweest. Dit is evenveel als in 1995. De meningen over de beleefdheid van de deurwaarder zijn verdeeld. De deurwaarder werd door 56% (n=22) van de huishoudens als (erg) beleefd ervaren. In 1995 was dit 62%. Evenveel huishoudens vonden de deurwaarder erg beleefd als erg onbeleefd (namelijk 22%).
anti-drukwerk-sticker
Figuur 5
Het percentage huishoudens dat een anti-drukwerk-sticker
heeft (figuur 5) is licht gestegen van 14% in 1995 naar 16% in 1996. In de binnenstad
heeft bijna een kwart zo'n sticker. De verhouding nee/nee-stickers nee/ja-stickers is
nagenoeg gelijk gebleven.
Delftsche Courant
Figuur 6
Een op de vijf Delftenaren van 15 jaar of ouder leest
dagelijks de Delftsche Courant (figuur 6). Daarnaast leest 30% deze krant minder frequent.
Bijna de helft leest deze krant nooit. Van de 65-plussers leest ruim een derde deze krant
dagelijks en van de 45 tot en met 64 jarigen doet een derde dit.
Delftse Post
Figuur 7
Twee derde van de Delftenaren leest een of twee keer per
week de Delftse Post (figuur 7). Dit huis-aan-huis blad wordt door slechts 8% nooit
gelezen.
Het aandeel dat 1 of 2 keer per week de Delftse Post leest neemt toe met het stijgen van
de leeftijd. Van de 15 tot en met 24 jarigen leest 40% dit blad wekelijks. Van de 25 tot
en met 34 jarigen ruim de helft, van de 35 tot en met 64 jarigen circa drie kwart en van
de 65-plussers zelfs ruim 85%. Ook opvallend is dat meer vrouwen dan mannen dit blad
iedere week lezen, namelijk 75% versus 55%. Ook is er een duidelijk effect van het
opleidingsniveau waarneembaar. Van de lager opgeleiden leest ruim 80% de Delftse Post
iedere week terwijl van de hoger opgeleiden minder dan de helft dit doet.
Delft op Zondag
Figuur 8
Ruim de helft van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder
leest iedere week Delft op Zondag, terwijl 20% dit huis-aan-huisblad nooit leest (figuur
8).
Net als bij de Delftse post is ook hier een duidelijk
leeftijdseffect waarneembaar. Een derde van de 15 tot en met 24 jarigen leest iedere week
dit blad, terwijl ruim drie kwart van de 65-plussers dit doet. Ook dit blad wordt door
meer vrouwen iedere week gelezen dan door mannen (62% versus 46%). Het opleidingseffect is
hier zo mogelijk nog sterker. Van de lager opgeleiden leest ruim drie kwart Delft op
Zondag iedere week, terwijl van de hoger opgeleiden iets minder dan een derde dit doet.
Stadskrant
Figuur 9
Van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder leest 37% iedere
week de Stadskrant (figuur 9). Vergeleken met 1995 is het aantal niet-lezers afgenomen van
33% naar 29%.
Net als bij de twee andere huis-aan-huisbladen is er sprake
van een leeftijds- geslachts- en opleidingseffect. Van de 15 tot en met 24 jarigen leest
een op de acht dit blad iedere week, van de 65-plussers doet 7 van 10 Delftenaren dit. Van
de mannen leest ruim een kwart iedere week de Stadskrant en van de vrouwen bijna de helft.
Van de lager opgeleiden leest ruim de helft iedere week dit blad en van de hoger
opgeleiden ruim een vijfde.
Figuur 10 geeft een overzicht van de Stadskrantrubrieken en
het percentage lezers dat betreffende rubriek altijd en soms leest. De voorpagina is de
meest gelezen 'rubriek' en wordt door de helft van de Stadskrantlezers altijd gelezen. De
politieke vergaderagenda wordt daarentegen slechts door 10% altijd gelezen.
Figuur 10
De rubrieken van de Stadskrant worden nauwelijks als slecht
beoordeeld (zie figuur 11). De rubrieken 'voorpagina' en 'vraag aan gemeente' worden door
het hoogste percentage lezers als goed beoordeeld.
Figuur 11
Radio West
Figuur 12
Een op de acht Delftenaren van 15 jaar en ouder luistert
(bijna) dagelijks naar Radio West (figuur 12). De helft luistert nooit naar deze zender.
Het effect van leeftijd op het luisteren naar deze zender toont sterke gelijkenis met het
lezen van de drie lokale huis-aan-huis bladen
Radio NRG
Figuur 13
Een op de 25 Delftenaren luistert (bijna) dagelijks naar
Radio NRG (figuur 13). Ruim drie kwart luistert nooit naar deze zender.
Opvallend is dat relatief veel jongeren naar deze zender luisteren. Een op de acht 15 tot
en met 24 jarigen luistert (bijna) dagelijks naar deze zender. Van de rest, 25 jaar en
ouder, luistert maar circa een op de vijftig Delftenaren (bijna) dagelijks naar deze
zender.
Kabelkrant Info Thuis
Figuur 14
Zes procent van de Delftenaren kijkt (bijna) dagelijks naar
Info Thuis (figuur 14). Zo'n 45% kijkt hier nooit naar. Een klein deel daarvan is niet
aangesloten op de kabel.
De verschillen naar leeftijd en geslacht zijn zeer gering. Wel is er duidelijk sprake van
een opleidingseffect. Een op de negen lager opgeleiden kijkt (bijna) iedere dag terwijl
van de hoger opgeleiden slechts een op de vijftig dit doet.
Een op de twintig Delftenaren maakt een of meer keer per
week gebruik van de teletekstservice achter 'Info Thuis', twee derde maakt daar nooit
gebruik van. Iets meer mannen maken hier minimaal een maal per week gebruik van dan
vrouwen (7% versus 3%). Van de lager opgeleiden doet een op de 10 dat, terwijl dat van de
hoger opgeleiden maar een op de veertig doet.
bereik lokale media vergeleken
Vergelijken we de diverse lokale media (zie figuur 15) dan
heeft de Delftse Post het hoogste bereik onder de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder.
Deze huis-aan-huis krant wordt door 92% van de Delftenaren weleens gelezen. Ook Delft op
Zondag en de Stadskrant worden door een ruime meerderheid van de inwoners weleens gelezen.
Het percentage dat deze twee kranten 'altijd' leest ligt evenwel een stuk lager.
Bijna de helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder leest (bijna) dagelijks een landelijke krant.
Figuur 15
besluiten gemeentebestuur
Ruim de helft (57%) van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder informeert zich wel eens over besluiten van het gemeentebestuur. Van de 35 tot en met 64 jarigen doet twee derde dit. Van de hoog opgeleiden doet ook twee derde dit, terwijl van de lager opgeleiden minder dan de helft dit doet.
De top vijf van informatiebronnen over besluiten van het
gemeentebestuur zien we in figuur 16 (gebaseerd op personen die zich weleens informeren
over besluiten). De Delftse Post (75%) is de meest geraadpleegde bron, gevolgd door de
Stadskrant (47%) en Delft op Zondag (45%).
veiligheid op straat
Van de Delftenaren voelt 10% zich overdag vaak of soms
onveilig in de buurt waar men woont.
Het is interessant te bekijken in hoeverre geslacht en
leeftijd een rol spelen bij onveiligheidsgevoelens.
Figuur 17
Figuur 17 geeft het percentage personen weer dat zich
overdag vaak/soms onveilig voelt, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Het mag
duidelijk zijn dat zowel geslacht als leeftijd een rol spelen. Binnen de
leeftijdscategorieën voelen vrouwen zich onveiliger dan mannen. Personen uit de
leeftijdscategorie 55 jaar en ouder voelen zich overdag onveiliger dan personen jonger dan
55 jaar.
De onveiligheidsgevoelens zijn 's avonds hoger dan overdag. Ruim 30% van de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder voelt zich 's avonds vaak of soms onveilig in de woonbuurt. In vergelijking met voorgaande jaren is dit een lichte daling (35% in 1995). De verschillen tussen mannen en vrouwen nemen ook toe in vergelijking tot overdag.
Figuur 18
Figuur 18 geeft het percentage personen weer dat zich 's
avonds vaak/soms onveilig voelt, wederom uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Wat
opvalt is dat met name het geslacht een belangrijke rol speelt bij onveiligheidsgevoelens
's avonds. Vrouwen voelen zich een stuk onveiliger dan mannen.
Figuur 19
Van de Delftenaren blijft 21% 's avonds liever thuis omdat
men zich onveilig voelt op straat.
Uit figuur 19 blijkt dat vooral 55-plussers vanwege
onveiligheidsgevoelens 's avonds de deur niet uitgaan. Ook hier geldt dat binnen een
leeftijdscategorie vrouwen eerder thuis blijven dan mannen.
brandveiligheid
Figuur 20
Op de vraag of men zich in het eigen huis veilig voelt voor
brand antwoordt 16% dat men zich zeer veilig voelt en 66% veilig (figuur 20). Slechts 9%
voelt zich in meer of mindere mate onveilig voor brand in de eigen woning.
gedrag jongeren
De huishoudens is tevens gevraagd of men last heeft van een
aantal gedragingen van jongeren en of men er zich onveilig door voelt. Uit figuur 21
blijkt dat een substantieel deel van Delftse bevolking last heeft van gedrag van jongeren
waarbij de overlast door brommers/scooters met 56% als hoogste scoort. In totaal blijkt
70% minimaal van 1 gedraging weleens last te hebben.
Figuur 21
Wanneer we de wijken vergelijken blijken de inwoners van
Hof van Delft gemiddeld minder last te hebben van samenscholing dan de inwoners van andere
wijken. Het percentage inwoners dat last heeft van brommers ligt in de Binnenstad hoger
dan in andere wijken. De overige wijken komen overeen met het totale beeld van Delft.
De helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder voelt
zich weleens onveilig door een gedraging van jongeren. In figuur 22 zien we dat vooral
samenscholing van jongeren (38%), hun agressief optreden (42%) en het gebruik van
brommers/scooters (30%) onveiligheidsgevoelens opleveren.
Figuur 22
In Hof van Delft ligt het percentage inwoners dat zich
onveilig voelt door samenscholing van jongeren lager dan in andere wijken. Het
onveiligheidsgevoel als gevolg van agressie is in de Binnenstad gemiddeld hoger dan in
andere wijken. De overige wijken komen overeen met het totale beeld van Delft.
bezit
Figuur 23
Het aandeel huishoudens dat één of meer computers in huis
heeft (figuur 23) is licht gestegen van 55% in 1995 naar 59% in 1996. Meer dan één
computer heeft 12% van de Delftse huishoudens.
Het percentage huishoudens dat een aansluiting heeft op
Internet is aanzienlijk sterker gestegen. In 1995 had 6% van alle Delftse huishoudens een
aansluiting. In 1996 is dit gestegen tot 16%.
Kijken we naar het huishoudinkomen dan neemt het percentage
bezit van een computer en een internetaansluiting toe naarmate het inkomen hoger is (zie
figuur 24). De hiermee tegenstrijdig lijkende percentages in de inkomenscategorie
1950,- of lager, worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de studentenpopulatie die
zich in deze klasse bevindt.
Figuur 24
Ook de leeftijd van de hoofdkostwinner blijkt van invloed
op het bezit van computer en internet (figuur 25). Naarmate de hoofdkostwinner ouder wordt
neemt het percentage computerbezit en internetaansluitingen onder huishoudens af.
Figuur 25
Kijken we naar de huishoudsamenstelling dan loopt de
penetratie van computers en internet onder eenoudergezinnen achter in vergelijking tot de
overige huishoudvormen.
In de persoonsvragenlijst is een vraag opgenomen over de
gebruikslocatie van internet en een vraag over het gebruik van de Digitale Stad Delft.
gebruikslocatie
Drie op de tien Delftenaren van 15 jaar en ouder maakt
weleens gebruik van internet. Het meest gebeurt dit thuis en op het werk (beide 13%) en op
school (9%) (zie figuur 26). Bij openbare instellingen maakt 2% weleens gebruik van
internet. Het gebruik van internet is onder mannen hoger dan onder vrouwen. Veertig
procent van de mannen maakt er weleens gebruik van terwijl van de vrouwen 20% daar weleens
gebruik van maakt.
Figuur 26
Digitale Stad Delft
Tien procent van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder
heeft via Internet de 'Digitale Stad Delft' weleens bezocht. Van de mannen heeft 16% hier
weleens een bezoek aan gebracht, terwijl van de vrouwen slechts 3% dit heeft gedaan.
6 Motto Delft Kennisstad
Figuur 27
Gevraagd naar het motto van Delft noemt 31% van de panelleden die voor het eerst meedoen 'Delft Kennisstad' (figuur 27). Aan degenen die dit niet spontaan noemen, is gevraagd of men weleens heeft gehoord van Delft Kennisstad. Hiermee blijkt nog eens 45% van de respondenten het motto te kennen. In totaal heeft daarmee driekwart van de huishoudens weleens van Delft Kennisstad gehoord.
In 1995 wist 26% van de ondervraagde huishoudrepresentanten
(spontaan) het juiste motto te noemen .
Driekwart van de Delftse huishoudens denkt dat de keuze
voor het motto 'Delft Kennisstad' iets te maken heeft met de aanwezigheid van de
Technische Universiteit (zie figuur 28). Daarnaast denkt 22% dat de aanwezigheid van TNO
een rol heeft gespeeld in de keuze voor het motto en 12% de aanwezigheid van
kennisintensieve bedrijven.
Figuur 28
De huishoudens is tevens gevraagd of ze het motto 'Delft Kennisstad' vinden passen bij Delft. Van de respondenten vindt 43% dat dit 'helemaal' het geval is en 38% 'enigszins'. Slechts 4% vindt dat het motto 'helemaal niet' bij Delft past.
7 Kwijtschelding
gemeentelijke belastingen
Drie kwart van de minima zegt een aanslag te hebben gehad
voor OZB en 72% voor Reinigingsrechten. Voor een groot deel van de minima bestaat de
mogelijkheid tot kwijtschelding van deze gemeentelijke belastingen.
Figuur 29
Figuur 29 geeft de bekendheid en het gebruik van deze
mogelijkheid weer. Van de minima is 60% bekend met de mogelijkheid tot kwijtschelding van
OZB. Daarnaast is 54% bekend met de mogelijkheid tot kwijtschelding voor Reinigingsrechten
. Slechts 25% denkt in aanmerking te komen voor kwijtschelding van OZB en 16% denkt in
aanmerking te komen voor kwijtschelding van reinigingsrechten.
Kwijtschelding van OZB en/of Reiniging kan worden aangevraagd middels het
'kwijtscheldingsformulier gemeentelijke belastingen'. Bijna een kwart van de minima heeft
een kwijtscheldingsformulier aangevraagd. Daarvan heeft vrijwel iedereen het opgestuurd.
De duidelijkheid van het kwijtscheldingsformulier wordt
gemiddeld beoordeeld met het rapportcijfer 6.
publieksdiensten Bestuursdienst
Van de huishoudens heeft 49% contact gehad met Burgerzaken,
9% met Informatiecentrum en 15% met Belastingen. Het percentage tevreden klanten
overstijgt bij alle drie de afdelingen ruimschoots het percentage ontevreden klanten.
Onder de Delftenaren van 15 jaar en ouder blijkt er
voorkeur te bestaan voor openingstijden waarbij Burgerzaken op alle werkdagen 's ochtends
open is en ook op vrijdagavond en op zaterdagochtend.
De spontane bekendheid van de infolijnen bij de Delftse
huishoudens ligt laag. De infolijn Burgerzaken scoort hier met 5% (spontaan) het hoogst.
De totale bekendheid (spontaan en geholpen) onder de Delftse huishoudens van de infolijn
Burgerzaken is 27%, van de infolijn Belastingen 34% en van de infolijn Infocentrum 17%.
Van alle Delftse huishoudens heeft 7% weleens gebruik gemaakt van de infolijn Burgerzaken.
De helft van de Delftenaren weet dat een paspoort in de
winter 25,- goedkoper is.
Bij 3% van de huishoudens is een deurwaarder aan de deur
geweest. Het oordeel over de beleefdheid is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van het
jaar ervoor.
mediagebruik
Het percentage huishoudens dat een anti-drukwerk-sticker
heeft is licht gestegen van 14% in 1995 naar 16% in 1996.
Van de diverse lokale media heeft de Delftse Post het
hoogste bereik onder de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder. Deze krant wordt door 92%
van de Delftenaren weleens gelezen. Ook Delft op Zondag en de Stadskrant worden door een
ruime meerderheid van de inwoners weleens gelezen.
Van de rubrieken in de Stadskrant wordt de voorpagina het
meest gelezen. De helft van de lezers leest de voorpagina altijd. Alle rubrieken worden
door ongeveer negen van de tien Stadskrantlezers weleens gelezen. Alle rubrieken worden
door nauwelijks negatief beoordeeld.
Bij het lezen van de lokale kranten Delftse Post, Delft op
Zondag en de Stadskrant valt een leeftijds-, geslachts- en opleidingseffect te
constateren. Met het stijgen van de leeftijd neemt de leesfrequentie toe. De bladen worden
meer door vrouwen en lager opgeleiden gelezen dan door mannen en hoger opgeleiden.
Bijna de helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder
leest (bijna) dagelijks een landelijke krant. De Delftsche Courant wordt door 21% (bijna)
dagelijks gelezen.
Van de twee lokale radiozenders wordt Radio West het beste beluistert. De helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder luistert weleens naar deze zender. Radio NRG wordt door 21% weleens beluistert. Naar deze laatste zender luisteren relatief veel jongeren.
Van de Delftenaren kijkt 55% weleens naar de Kabelkrant
'Info Thuis' . Zes procent doet dit zelfs dagelijks.
Ruim de helft van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder
informeert zich weleens over besluiten van het gemeentebestuur. De Delftse Post is hierin
de meest geraadpleegde bron.
onveiligheidsgevoelens
Van de Delftenaren voelt zich 10% overdag en 30% 's avonds
onveilig op straat in de woonbuurt. Vrouwen voelen zich eerder onveilig dan mannen en
55-plussers eerder dan personen jonger dan 55. Vooral 's avonds blijken deze verschillen
groot.
Ten aanzien van de veiligheid voor brand in de eigen woning
voelt 9% zich in meer of mindere mate onveilig.
Een substantieel deel van de Delftse bevolking heeft last
van gedrag van jongeren. In totaal zegt 70% last te hebben van een gedraging van jongeren.
De overlast van brommers en scooters scoort hierbij het hoogst. In totaal voelt de helft
van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder zich weleens onveilig door een gedraging van
jongeren.
computers en internet
De groep huishoudens met één of meer computers in huis is
licht gestegen van 55% in 1995 naar 59% in 1996. Het percentage huishoudens met een
internetaansluiting is gestegen van 6% in 1995 naar 16% in 1996.
Het percentage bezit van een computer en een
internetaansluiting onder huishoudens neemt toe naarmate het huishoudinkomen hoger is
(studenten niet meegenomen). Ook de leeftijd van de hoofdkostwinner blijkt van invloed.
Naarmate de hoofdkostwinner ouder is neemt het bezit van computer en internetaansluiting
af.
Drie op de tien Delftenaren van 15 jaar en ouder maakt
weleens gebruik van internet. Het meeste gebeurt dit thuis en op het werk. Het gebruik van
internet is onder mannen hoger dan onder vrouwen.
Tien procent van de Delftenaren heeft van 15 jaar en ouder
heeft weleens een bezoek gebracht aan de Digitale Stad Delft.
Motto Delft Kennisstad
De bekendheid van het motto Delft Kennisstad is toegenomen.
Van de panelleden die voor het eerst meedoen noemt 31% spontaan Delft Kennisstad (26% in
1995). In totaal heeft driekwart van de Delftse huishoudens weleens gehoord van Delft
Kennisstad.
Driekwart van de Delftse huishoudens denkt dat de keuze
voor het motto iets te maken heeft met de aanwezigheid van de Technische Universiteit.
Slechts 4% van de huishoudens vindt het motto helemaal niet bij Delft passen.
kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Van de minima zegt 75% een aanslag te hebben gehad voor OZB
en 72% voor Reinigingsrechten. Ruim de helft van de minima is bekend met de mogelijkheid
tot kwijtschelding. Slechts een zeer klein deel van de minima denkt voor kwijtschelding
van een van beiden in aanmerking te komen. Ongeveer een kwart van de minima heeft een
kwijtscheldingsformulier aangevraagd en opgestuurd. Geconcludeerd kan worden dat zowel
bekendheid als gebruik van deze voorzieningen/regelingen onder de minima verder bevorderd
kan worden.