INHOUDSOPGAVE


pag.

1 Inleiding 1

2 Publieksdiensten Bestuursdienst 2

3 Mediagebruik 5

4 Onveiligheidsgevoelens 12

5 Computers en internet 15

6 Motto Delft Kennisstad 18

7 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 19

8 Samenvatting & Conclusies 20


1 Inleiding

In november 1996 vond de negende Stadspanelmeting in Delft plaats. Het onderzoek bestond uit twee enquêtes, een mondeling vraaggesprek met de representanten van 905 Delftse huishoudens en een schriftelijke vragenlijst die door 1493 leden (in de leeftijd 15 jaar en ouder) van die huishoudens is ingevuld.

Uit deze meting valt diverse informatie te filteren die betekenis kan hebben voor het beleid van de Bestuursdienst. Met betrekking tot dit beleid komen in deze rapportage de volgende zaken naar voren:

Tot slot zal er een samenvatting worden gegeven met daarin de belangrijkste resultaten.

2 Publieksdiensten Bestuursdienst

contacten met afdelingen

Figuur 1

Bijna de helft van alle huishoudens geeft aan het afgelopen jaar contact te hebben gehad met Burgerzaken (figuur 1). Met het Informatiecentrum heeft 9% van de huishoudens contact gehad en met Belastingen 15%.


Figuur 2

Kijken we naar hoe tevreden huishoudens zijn over hun contact met de genoemde drie afdelingen (figuur 2), dan kunnen we constateren dat bij alle drie de afdelingen het percentage tevreden klanten het percentage ontevreden klanten ruimschoots overstijgt. Over het contact met Burgerzaken is 86% tevreden. Het Infocentrum kan bogen op 79% tevreden klanten en de afdeling belastingen op 62%.






Openingstijden Burgerzaken

Aan alle Delftenaren van 15 jaar en ouder is gevraagd welke (combinatie van) openingstijden hun voorkeur heeft. Hiervoor kon men kiezen uit een aantal concrete combinaties. Een kwart geeft aan geen enkele voorkeur te hebben. Uit figuur 3 blijkt dat er met name een voorkeur is voor openingstijden waarbij Burgerzaken op alle werkdagen 's ochtends open is en ook op vrijdagavond en op zaterdagochtend.

Figuur 3


bekendheid infolijnen

Figuur 4

Dat de afdeling Burgerzaken een infolijn heeft weet ruim een kwart van de huishoudens die voor het eerst aan het panel meededen (figuur 4). De infolijn van de afdeling Belastingen lijkt bekender. Een derde zegt van het bestaan van deze lijn op de hoogte te zijn. Waarschijnlijk speelt hier verwarring met de landelijke belastinglijn parten. Dat het Informatiecentrum ook een eigen infolijn heeft, is slechts bij 17% van de Delftse huishoudens bekend.

Dat deze Infolijnen 7 dagen per week 24 uur per dag te bereiken zijn, is slechts bij 9% van degenen die van het bestaan van één of meer lijnen op de hoogte zijn en voor het eerst meededen aan het panel, bekend. Dit betekent dat van alle Delftse huishoudens slechts 4% weet dat de lijnen 24 uur per dag bereikbaar zijn. Ruim twee derde denkt dat de lijnen alleen tijdens kantooruren te bereiken zijn.

Van alle Delftse huishoudens heeft zo'n 7% weleens gebruik gemaakt van de infolijn van Burgerzaken. Omgerekend zijn dat circa 3000 huishoudens.

paspoorten

Dat een paspoort in de winter ƒ25,-- goedkoper is dan in de zomer, is bij de helft (van degenen die het eerst aan het Stadspanel meededen) bekend. De stijging ten opzicht van het jaar ervoor is gering. In 1995 wist 46% dat het paspoort in de winter goedkoper is.

deurwaarder

Bij 3% van de huishoudens is een deurwaarder van de gemeente geweest. Dit is evenveel als in 1995. De meningen over de beleefdheid van de deurwaarder zijn verdeeld. De deurwaarder werd door 56% (n=22) van de huishoudens als (erg) beleefd ervaren. In 1995 was dit 62%. Evenveel huishoudens vonden de deurwaarder erg beleefd als erg onbeleefd (namelijk 22%).

3 Mediagebruik

anti-drukwerk-sticker

Figuur 5

Het percentage huishoudens dat een anti-drukwerk-sticker heeft (figuur 5) is licht gestegen van 14% in 1995 naar 16% in 1996. In de binnenstad heeft bijna een kwart zo'n sticker. De verhouding nee/nee-stickers nee/ja-stickers is nagenoeg gelijk gebleven.

Delftsche Courant

Figuur 6

Een op de vijf Delftenaren van 15 jaar of ouder leest dagelijks de Delftsche Courant (figuur 6). Daarnaast leest 30% deze krant minder frequent. Bijna de helft leest deze krant nooit. Van de 65-plussers leest ruim een derde deze krant dagelijks en van de 45 tot en met 64 jarigen doet een derde dit.

Delftse Post

Figuur 7

Twee derde van de Delftenaren leest een of twee keer per week de Delftse Post (figuur 7). Dit huis-aan-huis blad wordt door slechts 8% nooit gelezen.

Het aandeel dat 1 of 2 keer per week de Delftse Post leest neemt toe met het stijgen van de leeftijd. Van de 15 tot en met 24 jarigen leest 40% dit blad wekelijks. Van de 25 tot en met 34 jarigen ruim de helft, van de 35 tot en met 64 jarigen circa drie kwart en van de 65-plussers zelfs ruim 85%. Ook opvallend is dat meer vrouwen dan mannen dit blad iedere week lezen, namelijk 75% versus 55%. Ook is er een duidelijk effect van het opleidingsniveau waarneembaar. Van de lager opgeleiden leest ruim 80% de Delftse Post iedere week terwijl van de hoger opgeleiden minder dan de helft dit doet.


Delft op Zondag

Figuur 8

Ruim de helft van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder leest iedere week Delft op Zondag, terwijl 20% dit huis-aan-huisblad nooit leest (figuur 8).




Net als bij de Delftse post is ook hier een duidelijk leeftijdseffect waarneembaar. Een derde van de 15 tot en met 24 jarigen leest iedere week dit blad, terwijl ruim drie kwart van de 65-plussers dit doet. Ook dit blad wordt door meer vrouwen iedere week gelezen dan door mannen (62% versus 46%). Het opleidingseffect is hier zo mogelijk nog sterker. Van de lager opgeleiden leest ruim drie kwart Delft op Zondag iedere week, terwijl van de hoger opgeleiden iets minder dan een derde dit doet.

Stadskrant

Figuur 9

Van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder leest 37% iedere week de Stadskrant (figuur 9). Vergeleken met 1995 is het aantal niet-lezers afgenomen van 33% naar 29%.

Net als bij de twee andere huis-aan-huisbladen is er sprake van een leeftijds- geslachts- en opleidingseffect. Van de 15 tot en met 24 jarigen leest een op de acht dit blad iedere week, van de 65-plussers doet 7 van 10 Delftenaren dit. Van de mannen leest ruim een kwart iedere week de Stadskrant en van de vrouwen bijna de helft. Van de lager opgeleiden leest ruim de helft iedere week dit blad en van de hoger opgeleiden ruim een vijfde.

Figuur 10 geeft een overzicht van de Stadskrantrubrieken en het percentage lezers dat betreffende rubriek altijd en soms leest. De voorpagina is de meest gelezen 'rubriek' en wordt door de helft van de Stadskrantlezers altijd gelezen. De politieke vergaderagenda wordt daarentegen slechts door 10% altijd gelezen.

Figuur 10

De rubrieken van de Stadskrant worden nauwelijks als slecht beoordeeld (zie figuur 11). De rubrieken 'voorpagina' en 'vraag aan gemeente' worden door het hoogste percentage lezers als goed beoordeeld.

Figuur 11



Radio West

Figuur 12

Een op de acht Delftenaren van 15 jaar en ouder luistert (bijna) dagelijks naar Radio West (figuur 12). De helft luistert nooit naar deze zender.

Het effect van leeftijd op het luisteren naar deze zender toont sterke gelijkenis met het lezen van de drie lokale huis-aan-huis bladen

Radio NRG

Figuur 13

Een op de 25 Delftenaren luistert (bijna) dagelijks naar Radio NRG (figuur 13). Ruim drie kwart luistert nooit naar deze zender.

Opvallend is dat relatief veel jongeren naar deze zender luisteren. Een op de acht 15 tot en met 24 jarigen luistert (bijna) dagelijks naar deze zender. Van de rest, 25 jaar en ouder, luistert maar circa een op de vijftig Delftenaren (bijna) dagelijks naar deze zender.

Kabelkrant Info Thuis

Figuur 14

Zes procent van de Delftenaren kijkt (bijna) dagelijks naar Info Thuis (figuur 14). Zo'n 45% kijkt hier nooit naar. Een klein deel daarvan is niet aangesloten op de kabel.



De verschillen naar leeftijd en geslacht zijn zeer gering. Wel is er duidelijk sprake van een opleidingseffect. Een op de negen lager opgeleiden kijkt (bijna) iedere dag terwijl van de hoger opgeleiden slechts een op de vijftig dit doet.

Een op de twintig Delftenaren maakt een of meer keer per week gebruik van de teletekstservice achter 'Info Thuis', twee derde maakt daar nooit gebruik van. Iets meer mannen maken hier minimaal een maal per week gebruik van dan vrouwen (7% versus 3%). Van de lager opgeleiden doet een op de 10 dat, terwijl dat van de hoger opgeleiden maar een op de veertig doet.

bereik lokale media vergeleken

Vergelijken we de diverse lokale media (zie figuur 15) dan heeft de Delftse Post het hoogste bereik onder de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder. Deze huis-aan-huis krant wordt door 92% van de Delftenaren weleens gelezen. Ook Delft op Zondag en de Stadskrant worden door een ruime meerderheid van de inwoners weleens gelezen. Het percentage dat deze twee kranten 'altijd' leest ligt evenwel een stuk lager.

Bijna de helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder leest (bijna) dagelijks een landelijke krant.

Figuur 15

besluiten gemeentebestuur

Ruim de helft (57%) van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder informeert zich wel eens over besluiten van het gemeentebestuur. Van de 35 tot en met 64 jarigen doet twee derde dit. Van de hoog opgeleiden doet ook twee derde dit, terwijl van de lager opgeleiden minder dan de helft dit doet.

Figuur 16

De top vijf van informatiebronnen over besluiten van het gemeentebestuur zien we in figuur 16 (gebaseerd op personen die zich weleens informeren over besluiten). De Delftse Post (75%) is de meest geraadpleegde bron, gevolgd door de Stadskrant (47%) en Delft op Zondag (45%).


4 Onveiligheidsgevoelens

veiligheid op straat

Van de Delftenaren voelt 10% zich overdag vaak of soms onveilig in de buurt waar men woont.

Het is interessant te bekijken in hoeverre geslacht en leeftijd een rol spelen bij onveiligheidsgevoelens.

Figuur 17

Figuur 17 geeft het percentage personen weer dat zich overdag vaak/soms onveilig voelt, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Het mag duidelijk zijn dat zowel geslacht als leeftijd een rol spelen. Binnen de leeftijdscategorieën voelen vrouwen zich onveiliger dan mannen. Personen uit de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder voelen zich overdag onveiliger dan personen jonger dan 55 jaar.






De onveiligheidsgevoelens zijn 's avonds hoger dan overdag. Ruim 30% van de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder voelt zich 's avonds vaak of soms onveilig in de woonbuurt. In vergelijking met voorgaande jaren is dit een lichte daling (35% in 1995). De verschillen tussen mannen en vrouwen nemen ook toe in vergelijking tot overdag.

Figuur 18

Figuur 18 geeft het percentage personen weer dat zich 's avonds vaak/soms onveilig voelt, wederom uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Wat opvalt is dat met name het geslacht een belangrijke rol speelt bij onveiligheidsgevoelens 's avonds. Vrouwen voelen zich een stuk onveiliger dan mannen.



Figuur 19

Van de Delftenaren blijft 21% 's avonds liever thuis omdat men zich onveilig voelt op straat.

Uit figuur 19 blijkt dat vooral 55-plussers vanwege onveiligheidsgevoelens 's avonds de deur niet uitgaan. Ook hier geldt dat binnen een leeftijdscategorie vrouwen eerder thuis blijven dan mannen.


brandveiligheid

Figuur 20

Op de vraag of men zich in het eigen huis veilig voelt voor brand antwoordt 16% dat men zich zeer veilig voelt en 66% veilig (figuur 20). Slechts 9% voelt zich in meer of mindere mate onveilig voor brand in de eigen woning.

gedrag jongeren

De huishoudens is tevens gevraagd of men last heeft van een aantal gedragingen van jongeren en of men er zich onveilig door voelt. Uit figuur 21 blijkt dat een substantieel deel van Delftse bevolking last heeft van gedrag van jongeren waarbij de overlast door brommers/scooters met 56% als hoogste scoort. In totaal blijkt 70% minimaal van 1 gedraging weleens last te hebben.

Figuur 21

Wanneer we de wijken vergelijken blijken de inwoners van Hof van Delft gemiddeld minder last te hebben van samenscholing dan de inwoners van andere wijken. Het percentage inwoners dat last heeft van brommers ligt in de Binnenstad hoger dan in andere wijken. De overige wijken komen overeen met het totale beeld van Delft.





De helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder voelt zich weleens onveilig door een gedraging van jongeren. In figuur 22 zien we dat vooral samenscholing van jongeren (38%), hun agressief optreden (42%) en het gebruik van brommers/scooters (30%) onveiligheidsgevoelens opleveren.

Figuur 22

In Hof van Delft ligt het percentage inwoners dat zich onveilig voelt door samenscholing van jongeren lager dan in andere wijken. Het onveiligheidsgevoel als gevolg van agressie is in de Binnenstad gemiddeld hoger dan in andere wijken. De overige wijken komen overeen met het totale beeld van Delft.

5 Computers en internet

bezit

Figuur 23

Het aandeel huishoudens dat één of meer computers in huis heeft (figuur 23) is licht gestegen van 55% in 1995 naar 59% in 1996. Meer dan één computer heeft 12% van de Delftse huishoudens.











Het percentage huishoudens dat een aansluiting heeft op Internet is aanzienlijk sterker gestegen. In 1995 had 6% van alle Delftse huishoudens een aansluiting. In 1996 is dit gestegen tot 16%.

Kijken we naar het huishoudinkomen dan neemt het percentage bezit van een computer en een internetaansluiting toe naarmate het inkomen hoger is (zie figuur 24). De hiermee tegenstrijdig lijkende percentages in de inkomenscategorie ƒ1950,- of lager, worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de studentenpopulatie die zich in deze klasse bevindt.

Figuur 24

Ook de leeftijd van de hoofdkostwinner blijkt van invloed op het bezit van computer en internet (figuur 25). Naarmate de hoofdkostwinner ouder wordt neemt het percentage computerbezit en internetaansluitingen onder huishoudens af.

Figuur 25

Kijken we naar de huishoudsamenstelling dan loopt de penetratie van computers en internet onder eenoudergezinnen achter in vergelijking tot de overige huishoudvormen.

In de persoonsvragenlijst is een vraag opgenomen over de gebruikslocatie van internet en een vraag over het gebruik van de Digitale Stad Delft.

gebruikslocatie

Drie op de tien Delftenaren van 15 jaar en ouder maakt weleens gebruik van internet. Het meest gebeurt dit thuis en op het werk (beide 13%) en op school (9%) (zie figuur 26). Bij openbare instellingen maakt 2% weleens gebruik van internet. Het gebruik van internet is onder mannen hoger dan onder vrouwen. Veertig procent van de mannen maakt er weleens gebruik van terwijl van de vrouwen 20% daar weleens gebruik van maakt.

Figuur 26

Digitale Stad Delft

Tien procent van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder heeft via Internet de 'Digitale Stad Delft' weleens bezocht. Van de mannen heeft 16% hier weleens een bezoek aan gebracht, terwijl van de vrouwen slechts 3% dit heeft gedaan.


6 Motto Delft Kennisstad

Figuur 27

Gevraagd naar het motto van Delft noemt 31% van de panelleden die voor het eerst meedoen 'Delft Kennisstad' (figuur 27). Aan degenen die dit niet spontaan noemen, is gevraagd of men weleens heeft gehoord van Delft Kennisstad. Hiermee blijkt nog eens 45% van de respondenten het motto te kennen. In totaal heeft daarmee driekwart van de huishoudens weleens van Delft Kennisstad gehoord.

In 1995 wist 26% van de ondervraagde huishoudrepresentanten (spontaan) het juiste motto te noemen .




Driekwart van de Delftse huishoudens denkt dat de keuze voor het motto 'Delft Kennisstad' iets te maken heeft met de aanwezigheid van de Technische Universiteit (zie figuur 28). Daarnaast denkt 22% dat de aanwezigheid van TNO een rol heeft gespeeld in de keuze voor het motto en 12% de aanwezigheid van kennisintensieve bedrijven.

Figuur 28

De huishoudens is tevens gevraagd of ze het motto 'Delft Kennisstad' vinden passen bij Delft. Van de respondenten vindt 43% dat dit 'helemaal' het geval is en 38% 'enigszins'. Slechts 4% vindt dat het motto 'helemaal niet' bij Delft past.

7 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Drie kwart van de minima zegt een aanslag te hebben gehad voor OZB en 72% voor Reinigingsrechten. Voor een groot deel van de minima bestaat de mogelijkheid tot kwijtschelding van deze gemeentelijke belastingen.

Figuur 29

Figuur 29 geeft de bekendheid en het gebruik van deze mogelijkheid weer. Van de minima is 60% bekend met de mogelijkheid tot kwijtschelding van OZB. Daarnaast is 54% bekend met de mogelijkheid tot kwijtschelding voor Reinigingsrechten . Slechts 25% denkt in aanmerking te komen voor kwijtschelding van OZB en 16% denkt in aanmerking te komen voor kwijtschelding van reinigingsrechten.
Kwijtschelding van OZB en/of Reiniging kan worden aangevraagd middels het 'kwijtscheldingsformulier gemeentelijke belastingen'. Bijna een kwart van de minima heeft een kwijtscheldingsformulier aangevraagd. Daarvan heeft vrijwel iedereen het opgestuurd.

De duidelijkheid van het kwijtscheldingsformulier wordt gemiddeld beoordeeld met het rapportcijfer 6.

8 Samenvatting en Conclusies

publieksdiensten Bestuursdienst

Van de huishoudens heeft 49% contact gehad met Burgerzaken, 9% met Informatiecentrum en 15% met Belastingen. Het percentage tevreden klanten overstijgt bij alle drie de afdelingen ruimschoots het percentage ontevreden klanten.

Onder de Delftenaren van 15 jaar en ouder blijkt er voorkeur te bestaan voor openingstijden waarbij Burgerzaken op alle werkdagen 's ochtends open is en ook op vrijdagavond en op zaterdagochtend.

De spontane bekendheid van de infolijnen bij de Delftse huishoudens ligt laag. De infolijn Burgerzaken scoort hier met 5% (spontaan) het hoogst. De totale bekendheid (spontaan en geholpen) onder de Delftse huishoudens van de infolijn Burgerzaken is 27%, van de infolijn Belastingen 34% en van de infolijn Infocentrum 17%. Van alle Delftse huishoudens heeft 7% weleens gebruik gemaakt van de infolijn Burgerzaken.

De helft van de Delftenaren weet dat een paspoort in de winter ƒ25,- goedkoper is.

Bij 3% van de huishoudens is een deurwaarder aan de deur geweest. Het oordeel over de beleefdheid is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van het jaar ervoor.

mediagebruik

Het percentage huishoudens dat een anti-drukwerk-sticker heeft is licht gestegen van 14% in 1995 naar 16% in 1996.

Van de diverse lokale media heeft de Delftse Post het hoogste bereik onder de Delftse bevolking van 15 jaar en ouder. Deze krant wordt door 92% van de Delftenaren weleens gelezen. Ook Delft op Zondag en de Stadskrant worden door een ruime meerderheid van de inwoners weleens gelezen.

Van de rubrieken in de Stadskrant wordt de voorpagina het meest gelezen. De helft van de lezers leest de voorpagina altijd. Alle rubrieken worden door ongeveer negen van de tien Stadskrantlezers weleens gelezen. Alle rubrieken worden door nauwelijks negatief beoordeeld.

Bij het lezen van de lokale kranten Delftse Post, Delft op Zondag en de Stadskrant valt een leeftijds-, geslachts- en opleidingseffect te constateren. Met het stijgen van de leeftijd neemt de leesfrequentie toe. De bladen worden meer door vrouwen en lager opgeleiden gelezen dan door mannen en hoger opgeleiden.

Bijna de helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder leest (bijna) dagelijks een landelijke krant. De Delftsche Courant wordt door 21% (bijna) dagelijks gelezen.

Van de twee lokale radiozenders wordt Radio West het beste beluistert. De helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder luistert weleens naar deze zender. Radio NRG wordt door 21% weleens beluistert. Naar deze laatste zender luisteren relatief veel jongeren.

Van de Delftenaren kijkt 55% weleens naar de Kabelkrant 'Info Thuis' . Zes procent doet dit zelfs dagelijks.

Ruim de helft van alle Delftenaren van 15 jaar en ouder informeert zich weleens over besluiten van het gemeentebestuur. De Delftse Post is hierin de meest geraadpleegde bron.

onveiligheidsgevoelens

Van de Delftenaren voelt zich 10% overdag en 30% 's avonds onveilig op straat in de woonbuurt. Vrouwen voelen zich eerder onveilig dan mannen en 55-plussers eerder dan personen jonger dan 55. Vooral 's avonds blijken deze verschillen groot.

Ten aanzien van de veiligheid voor brand in de eigen woning voelt 9% zich in meer of mindere mate onveilig.

Een substantieel deel van de Delftse bevolking heeft last van gedrag van jongeren. In totaal zegt 70% last te hebben van een gedraging van jongeren. De overlast van brommers en scooters scoort hierbij het hoogst. In totaal voelt de helft van de Delftse inwoners van 15 jaar en ouder zich weleens onveilig door een gedraging van jongeren.

computers en internet

De groep huishoudens met één of meer computers in huis is licht gestegen van 55% in 1995 naar 59% in 1996. Het percentage huishoudens met een internetaansluiting is gestegen van 6% in 1995 naar 16% in 1996.

Het percentage bezit van een computer en een internetaansluiting onder huishoudens neemt toe naarmate het huishoudinkomen hoger is (studenten niet meegenomen). Ook de leeftijd van de hoofdkostwinner blijkt van invloed. Naarmate de hoofdkostwinner ouder is neemt het bezit van computer en internetaansluiting af.

Drie op de tien Delftenaren van 15 jaar en ouder maakt weleens gebruik van internet. Het meeste gebeurt dit thuis en op het werk. Het gebruik van internet is onder mannen hoger dan onder vrouwen.

Tien procent van de Delftenaren heeft van 15 jaar en ouder heeft weleens een bezoek gebracht aan de Digitale Stad Delft.

Motto Delft Kennisstad

De bekendheid van het motto Delft Kennisstad is toegenomen. Van de panelleden die voor het eerst meedoen noemt 31% spontaan Delft Kennisstad (26% in 1995). In totaal heeft driekwart van de Delftse huishoudens weleens gehoord van Delft Kennisstad.

Driekwart van de Delftse huishoudens denkt dat de keuze voor het motto iets te maken heeft met de aanwezigheid van de Technische Universiteit.

Slechts 4% van de huishoudens vindt het motto helemaal niet bij Delft passen.

kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Van de minima zegt 75% een aanslag te hebben gehad voor OZB en 72% voor Reinigingsrechten. Ruim de helft van de minima is bekend met de mogelijkheid tot kwijtschelding. Slechts een zeer klein deel van de minima denkt voor kwijtschelding van een van beiden in aanmerking te komen. Ongeveer een kwart van de minima heeft een kwijtscheldingsformulier aangevraagd en opgestuurd. Geconcludeerd kan worden dat zowel bekendheid als gebruik van deze voorzieningen/regelingen onder de minima verder bevorderd kan worden.