Hoofdstuk 4: Regioaangelegenheden

Nu de Tweede Kamer en daarna ook het kabinet hebben besloten dat het stadsgewest Haaglanden geen stadsprovincie wordt, is het bestuurlijk eindperspectief voor onze regio voorlopig verdwenen.

Voor de oplossing van de regionale problemen is deze besluitvorming geen goede zaak. De gemeente Delft betreurt deze ontwikkeling zeer, omdat ondanks bestaande tegenstellingen binnen de regio de partners het over veel zaken wel eens waren. Gesteld kan worden dat de regio Haaglanden in veel opzichten klaar was voor de overstap naar de stadsprovincie.

Nu deze optie niet meer in beeld is, moeten de deelnemers opnieuw met elkaar in gesprek over hoe en in welke omvang de samenwerking zal kunnen worden voortgezet. Deze kerntakendiscussie zal in regionaal verband op redelijk korte termijn moeten zijn afgerond om de onduidelijkheid en onzekerheid over de toekomst van Haaglanden zo kort mogelijk te houden. Het is de bedoeling om eind 1997 hierover besluitvorming te hebben in het Algemeen Bestuur.

Naast de kerntakendiscussie zal lokaal en regionaal een standpunt over de bestuurlijke samenwerking ingenomen moeten worden. Zoals het er nu naar uitziet zal de ROL-regeling ook na 1 maart 1999 voor Haaglanden in stand blijven. Binnen deze bestuursvorm zijn discussies aan de orde als de omvang van het gebied en van de bestuursorganen, alsmede de financiën, de regie en arbitrage.

Op 25 september 1997 hebben wij aan uw raad een discussienota voorgelegd. Daarin staan onze voorstellen over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder Delft in de naaste toekomst in regionaal verband wil blijven samenwerken. Een van de pijlers in de discussie over de toekomst in onze regio is voor ons uiteraard de Delftse ruimtebehoefte.