Hoofdstuk 6: Actieplan 1998-2001

6.1 Inleiding

In het Actieplan 1998-2001 gaan wij nader in op onze beleidsvoornemens voor de komende jaren, waarbij uiteraard de nadruk ligt op 1998. Deze begroting is immers de laatste van ons college. Wij presenteren uw raad een sluitende begroting voor 1998 en een wisselend perspectief voor de jaren daarna. In dit hoofdstuk geven wij u inzicht in alle concrete voornemens van ons college.

Naast de voornemens met budgettaire gevolgen kunnen ook binnen de bestaande budgetten nieuwe ontwikkelingen worden opgevangen. Voor zover dit bestuurlijk interessant is, is dit in de hoofdafspraken (hoofdstuk 7) terug te vinden.

In dit hoofdstuk gaan wij achtereenvolgens in op de door ons college geaccepteerde voor- en nadelen bestaand beleid, bezuinigingen en nieuw beleid. Tevens geven wij u inzicht in de hoofdlijnen bij bijvoorbeeld de stadsvernieuwing en de sociale vernieuwing.

6.2 Voor- en nadelen bestaand beleid

Twee keer per jaar leggen wij uw raad een aantal aanpassingen van de meerjarenbegroting bestaand beleid voor, namelijk bij de kadernota en de begroting. In de Kadernota 1998-2001 hebben wij voor 1998 per saldo reeds ƒ 1,9 mln aan nadelen geaccepteerd. De belangrijkste zijn in tabel 5 opgenomen:

Tabel 5 : Voor- en nadelen bestaand beleid Kadernota 1998 x ƒ 1.000


Functie Dienst Omschrijving Nadelen

001.6 BD Projectbureau Delft Kennisstad -400

002.0 BD Archief Bestuursdienst opschonen -175

  1. SO Openbare verlichting (vervanging/onderhoud) -408

420 WOC Erfpacht decentralisatie onderwijshuisvesting -275

  1. SO Speelruimtebeleid onderhoud -206
  2. DMZ Veranderplan -190

Div: Overigen per saldo -257

Totaal Voor- en nadelen bestaand beleid Kadernota 1998 -1911


In deze Concernbegroting leggen wij uw raad eveneens een aantal voor- en nadelen op het bestaand beleid voor. Een overzicht hiervan treft u aan in tabel 6. Een toelichting per post vindt u in bijlage 2. Enkele posten willen wij hier extra benadrukken

.


Tabel 6: Voor- en nadelen bestaand beleid 1998-2001 x ƒ 1.000



Functie Dienst Omschrijving 1997 1998 1999 2000 2001

  1. Conc. Raad (scommissie) -30 -30 -30 -30
  2. Conc. Gewezen wethouders 100 100 100 100

001.5 Conc. Contributie Haaglanden -41 -41 -41 -41

  1. B&M Hulpverleningsregio

Haaglanden -48 -3 13

140.1 B&M Verkeersmaatregelen -30 -30 -30 -30

210.1 B&M Areaaluitbreiding -14 -22 -22 -76

221.1 B&M Baggerbeheer -250 -250 -250 -250

500.0 WOC Automatisering -200 0 0 0 0

540.0 WOC Theater -313 -593 -503 -503 -503

560.1 WOC Midden Delfland 55 24 -14 -81

610.1 DMZ Uitvoering nABW -175 0 0 0

611.0 Combi Combiwerk 500 500 500 500

  1. DMZ Subsidie ESF -75 -75 -75 -75

630.0 WOC Buurtwerk -100 -100 -100 -100

  1. B&M Correctie efficiencykorting

milieu -64 -64 -64 -64

723.0 B&M Leges milieuvergunningen -68 -68 -68 -68

910.7 SO Automatisering -633 0 0 0 0

911.0 Conc. Nota reserves 2203 1907 2154 2388

911.0 Conc. Financiering 687 -1511 -239 3339

913.9 Conc. Huisvesting -2000 -2000 -2000 -2000

  1. Conc. Vrijval Voorziening

Reorganisatie 0 0 0 1500

913.9 Conc. Opbrengst deelnemingen 290 290 290 290

921.4 Conc. Stelpost decentralisaties 34 34 34 34

922.0 Conc. Onvoorzien -300 -300 -300 -300

922.8 Conc. Investeringen 205 301 319 344

Totaal voor- en nadelen: -1146 334 -1886 -342 4890


540.0 Met het theater is op basis van het nieuwe subsidiebeleid, een meerjarenafspraak gemaakt waarbij de structurele exploitatiesubsidie vanaf 1998 is vastgelegd. Op basis van een gezamenlijke evaluatie zal eind 1998 een meerjarenafspraak voor de periode 1999-2002 tussen gemeente en theater worden opgesteld waarin ook de prestatie-eisen worden vastgelegd.

611.0 De financiële positie bij Combiwerk (de sociale werkvoorziening) ontwikkelt zich bevredigend. Combiwerk heeft het jaar 1996 afgesloten met een positief resultaat ad ƒ 2,1 mln. Ook 1997 lijkt met een zeer behoorlijk positief saldo te eindigen. Wij hebben dan ook besloten om de gemeentelijke bijdrage met ingang van 1998 ƒ 0,5 mln te verlagen. Natuurlijk realiseren wij ons dat juist de exploitatie van de sociale werkvoorziening meerjarig moeilijk te ramen is vanwege bijvoorbeeld de grote afhankelijkheid van de rijkssubsidie en bijbehorende regelgeving. Wij zullen uiteraard aan de hand van de exploitatieresultaten en -prognoses de realiteitswaarde van de gemeentelijke bijdrage beoordelen. Tevens kondigen wij aan dat wij binnen enkele maanden met een beleidsplan voor Combiwerk zullen komen, waarin het toekomstig perspectief wordt belicht.

911.0 Getalsmatig het meest in het oog springend zijn de prognoses van de financieringsexploitatie. Vanwege het grote financiële belang van een verantwoord treasurymanagement wijden wij daar een apart hoofdstuk aan; zie hoofdstuk 12. Dit is de eerste keer dat wij meerjarige financieringsprognoses hebben opgesteld, hetgeen een belangrijke stap voorwaarts is op weg naar een bevredigend treasurybeleid. De grote schommelingen in de prognoses zijn vooral het gevolg van de vervroegde aflossingen uit de afgelopen jaren, waarvan de effecten budgettair tot 2000 zijn uitgesmeerd. Wij verwachten dat daarna een stabieler beeld zal ontstaan.

911.0/913.9 Het budgettaire effect van het gewijzigde beleid bij onze reserves en voorzieningen is voor 1998 iets gunstiger dan in de nota "Enige reserve is op zijn plaats" was berekend. Het verwachte voordeel was ƒ 2,0 mln en blijkt nu ƒ 2,2 mln te bedragen. Het voordeel voor de begroting is overigens het gevolg van het feit dat bij een groot aantal reserves en voorzieningen geen omslagrente meer wordt vergoed, maar prijscompensatie. In de Kadernota 1998-2001 hadden wij reeds aangegeven "het een interessante optie te vinden om in de meerjarenbegroting vanaf 1998 middelen te reserveren voor de onvermijdelijke kosten voor huisvesting van gemeentelijke diensten in welke vorm dan ook." Wij zijn verheugd dat voor het afronden van de begroting 1998 het grote voordeel van het nieuwe reservebeleid niet behoeft te worden aangewend voor grote nadelen in het bestaand beleid. Wij stellen uw raad dan ook voor om met ingang van 1998 structureel ƒ 2,0 mln te reserveren voor de huisvesting van de gemeentelijke diensten en hiervoor een aparte reserve in het leven te roepen. Nieuwe huisvesting zal toch enige jaren op zich laten wachten. Dit betekent dat de jaarlijkse reservering ad ƒ 2,0 mln in enkele jaren een behoorlijke reserve zal opleveren. Dit is ook onze bedoeling. Daaruit kunnen dan bijvoorbeeld de inrichtingskosten worden betaald of de toekomstige kapitaallasten worden beperkt.

In hoofdstuk 11 komen wij op het reservebeleid nog terug.

In de 1e Algemene Tussentijds Wijziging (ATW) 1997 die wij uw raad ter vaststelling op 30 oktober a.s. aanbieden, lichten wij toe dat het begrotingstekort voor 1997 uit zou komen op ƒ 5,371 mln. Door voor het lopende jaar 1997 nog drie wijzigingen te accepteren (bijdrage aan het theater en automatiseringskosten bij de diensten Stadsontwikkeling en WOC) komt het begrotingstekort voor 1997 uit op ƒ 6,517 mln. Daarvan is ƒ 1,335 mln het gevolg van overheveling van budgetten van 1996 naar 1997. In bijlage 3 geven wij u voor de volledigheid alle wijzigingen voor de begroting 1997.

6.3 Bezuinigingen 1998

In de Strategienota was voor 1998 een bezuinigingsinvulling opgenomen ad ƒ 4,978 mln. Vanwege enkele veranderingen in de loop der jaren is de in te vullen bezuiniging licht afgenomen tot ƒ 4,913 mln zoals in de Kadernota 1998-2001 is gemeld. De belangrijkste wijzigingen zijn het van 1998 naar 2001 doorschuiven van de bezuiniging op Haaglanden, het opschuiven van de reorganisatietaakstelling jaarschijf 1997 naar 1998 en het schrappen van de algemene legestaakstelling vanaf 1998.

Tabel 7: Bezuinigingen 1998 x ƒ 1.000


Functie Dienst Omschrijving Kadernota 98/01 Begroting

003.0 BD Burgerzaken 50 50

  1. BD Openbare orde (leges) 10 10

120 B&M Brandweer 75 --

210 B&M Inkomsten servicedienst 25 25

212 SO Kredieten openbaar vervoer 18 53

  1. B&M Grondexploitatie 150 --

400 WOC Onderwijsbeleidsplan 500 500

  1. WOC VAK 100 100
  2. WOC Overdracht sporthallen 250 250

560.0 SO Papaver pm pm

560.0 SO Openbaar groen 50 50

580 WOC Recreatiebeleid pm --

Div. Allen Combiclean 100 100

  1. DMZ Werkgelegenheid/banenpool 85 17
  2. WOC Nieuwkomers 100 100

620 DMZ Wijkwijzer/budgetwinkel 60 --

630 WOC Buurt- en wijkwerk 225 75

620/580 WOC Ouderenwerk 40 40

620.1 WOC Meldpunt Rassendiscriminatie pm --

710.0 DMZ Volksgezondheidsbeleid 50 50

  1. B&M Vuilafvoer 200 200

724 B&M Milieu 50 10

821 SO Stadsvernieuwing 100 100

822 SO BOWON 75 75

920 BD Belastingen 250 250

  1. Allen Inkoop 250 250

Subtotaal bezuinigingen 2813 2330


  1. Allen Reorganisatie 2100 1000
  2. Allen Voorziening reorganisatie faseren -- 500

Totaal 4913 3805


In tabel 7 vindt u het bezuinigingsoverzicht voor 1998, waarin de oorspronkelijk voorgenomen bezuinigingen (conform de Kadernota 1998-2001) naast de huidige voorstellen staan. Wij vullen per saldo voor ƒ 3,805 mln aan bezuinigingsvoorstellen in. De in de meerjarenbegroting 1997-2000 opgenomen taakstelling voor 1998 bedraagt ƒ 3,077 mln, zodat er per saldo een voordeel in de begroting optreedt ad ƒ 0,728 mln. Dit is wel lager dan het verwachte faseringsvoordeel ad ƒ 1,836 mln, zoals dit in de Kadernota 1998-2001 was gemeld.

Onze in de Strategienota verwoorde lijn om bezuinigingen eerder op te nemen dan de taakstelling zelf vereist heeft derhalve voor 1998 gewerkt. Er is een zeer behoorlijk faseringsvoordeel in 1998 gerealiseerd. Dat dit voordeel uiteindelijk lager is dan de prognose, is niet verwonderlijk. Het is immers moeilijk om te taxeren in welk jaar exact bezuinigingen haalbaar zijn. Sommige ontwikkelingen zijn niet geheel te voorspellen.

De toelichtingen per post en onze argumenten waarom enkele bezuinigingen zijn gefaseerd cq. geschrapt, treft u in bijlage 4 aan. Het gewijzigde meerjarige bezuinigingsoverzicht is in bijlage 5 opgenomen. In hoofdstuk 6.4 gaan wij nader in op de reorganisatietaakstelling. Daarna geven wij u in hoofdstuk 6.5 inzicht in de omvang van de bezuinigingen in de jaren 1999-2002 en 1995-1998, zijnde onze collegeperiode.

6.4 Reorganisatietaakstelling

De gemeentebrede reorganisatietaakstelling bedraagt ƒ 5,1 mln, waarbij vorig jaar in de Concernbegroting 1997-2000 de volgende fasering is bepaald:

1998 ƒ 2,1 mln

1999 ƒ 1,0 mln

2000 ƒ 1,0 mln

2001 ƒ 1,0 mln

Totaal ƒ 5,1 mln.

Het is duidelijk dat de stand van de discussie rond de reorganisatie niet zodanig is dat deze fasering en natuurlijk met name de jaarschijf 1998 haalbaar is. Wij stellen dan ook voor genoemde fasering te wijzigen en als volgt vast te stellen:

1998 ƒ 1,0 mln

1999 ƒ 1,5 mln

2000 ƒ 1,5 mln

2001 ƒ 1,1 mln

Totaal ƒ 5,1 mln.

Op welke wijze de taakstelling in 1998 ad ƒ 1,0 mln zal worden ingevuld hebben wij ten tijde van het afronden van onze begrotingsdiscussie niet bepaald, aangezien wij de op dat moment nog lopende discussie niet extra wilden belasten. U wordt over de wijze van invulling afzonderlijk bericht.

Bovendien vinden wij het vanwege de vertraging in de reorganisatiediscussie logisch om de geplande storting in de Voorziening reorganisatie in 1998 ad ƒ 1,5 mln te verlagen tot ƒ 1,0 mln. Daar staat tegenover dat de stortingen in 1999 en 2000 ieder met ƒ 0,25 mln zullen toenemen ten einde in totaal het budget voor flankerend beleid ten behoeve van het personeel overeind te houden.

6.5 Bezuinigingen 1995-2002

In deze paragraaf geven wij enerzijds inzicht in de gerealiseerde bezuinigingen in onze collegeperiode, in casu de begrotingsperiode 1995-1998 en anderzijds gaan wij nader in op het bezuinigingstraject tot en met 2002.

6.5.1 Bezuinigingen 1995-1998

In hoofdstuk 2, de evaluatie van het Collegeprogramma, zijn in tabel 2 de bezuinigingen voor de periode 1995-1998 opgenomen. Voor de gehele collegeperiode bedragen de bezuinigingen ƒ 11,9 mln. In het Collegeprogramma 1994-1998 was een taakstelling ad

ƒ 10,0 mln opgenomen voor de jaren 1995-1998. Wij hebben derhalve ƒ 1,9 mln meer bezuinigd dan onze oorspronkelijke bedoeling. Dit was uiteraard nodig om bijvoorbeeld meer ruimte voor nieuw beleid te creëren.

6.5.2 Bezuinigingen 1999-2002

Voor de overzichtelijkheid geven wij u de voor de jaren 1999-2002 reeds opgenomen bezuinigingen. In bijlage 5 vindt u de uitsplitsing per post. Wij vergelijken in tabel 8 de totaal per jaar ingevulde bezuinigingen met de formele taakstellingen oorspronkelijk afkomstig uit de Kadernota 1996-1999 en ook in de vorige Concernbegroting 1997-2000 nog opgenomen. Dit leidt tot de conclusie dat voor de jaren vanaf 1999 de reeds vastgelegde bezuinigingen lager zijn dan de oorspronkelijke taakstellingen.

Tabel 8: Bezuinigingsoverzicht 1999-2002 x ƒ 1 mln


Taakstelling Kadernota Concernbegroting Verschil

1996-1999 1998-2001

1999 2,832 2,468 0,364 N

2000 6,402 4,438 1,964 N

2001 7,402 6,743 0,659 N

2002 8,402 7,243 1,159 N



In de Strategienota hebben wij voor de periode 1996-2002 een bezuinigingstaakstelling op ons genomen van ƒ 17,8 mln, hetgeen voor Delftse begrippen een fors bedrag is. Het bezuinigingsoverzicht in bijlage 5 laat zien dat wij nu verwachten dat in de periode 1996-2002 bijna ƒ 16,9 mln te realiseren valt van de bezuinigingen uit de Strategienota, zijnde derhalve 95%. Wij vinden dit een alleszins acceptabel resultaat.

Tot nu toe hebben wij in deel II van de Concernbegroting, de officieel door uw raad vast te stellen meerjarenbegroting geen rekening gehouden met mogelijke faseringsvoordelen bij de bezuinigingsinvulling. Daarmee gaf de begroting in feite een onderschatting van de beschikbare ruimte in de meerjarenbegroting. Dit was vanuit voorzichtigheidsoverwegingen begrijpelijk en logisch. Nu blijken echter de verwachte faseringsvoordelen te zijn omgeslagen in nadelen, zoals in tabel 8 is te zien. Dit is voor ons aanleiding om in de meerjarenbegroting in het vervolg uit te gaan van de feitelijke invullingsvoorstellen. In tabel 1, het Meerjarenoverzicht 1998-2001, in hoofdstuk 1.2 zijn daarom op de regel bezuinigingen de bedragen uit tabel 8 opgenomen.

6.6 Nieuw beleid 1998

Op de stelpost nieuw beleid in de meerjarenbegroting resteerde na de besluitvorming vorig jaar in de Concernbegroting 1997-2000 voor 1998 nog ƒ 160.000. In de Kadernota 1998-2001 zijn bij uitzondering reeds twee voorstellen voor nieuw beleid geaccordeerd voor tezamen ƒ 65.000. Per saldo zou er dan formeel nog slechts ƒ 95.000 beschikbaar zijn voor nieuw beleid. Dit is natuurlijk een theoretische benadering, want uiteindelijk bepaalt het saldo van alle voorstellen in de begroting de ruimte voor extra uitgaven. In tabel 1 in hoofdstuk 1 hebben wij u reeds laten zien dat het saldo van alle voor- en nadelen, bezuinigingen, Gemeentefonds enz. een voordeel laat zien ad ƒ 435.000 Tezamen met de op de stelpost aanwezige ƒ 95.000 is er dus ƒ 530.000 beschikbaar voor extra uitgaven in het kader van nieuw beleid. In tabel 9 geven wij u een overzicht van onze voorstellen voor nieuw beleid. Vanwege de met de huidige inzichten geraamde nadelen voor 1999 en 2000 en om de nieuwe raad en college zo veel mogelijk ruimte te geven zijn onze voorstellen vrijwel uitsluitend incidenteel. De toelichting per post is in bijlage 6 opgenomen. Voor de volledigheid zijn de reeds in de Kadernota 1998-2001 geregelde posten in tabel 9 meegenomen.


Tabel 9: Nieuw beleid x ƒ 1.000



Functie Dienst Omschrijving 1998 1999 2000 2001

Reeds opgenomen in de Kadernota:

210.1 B&M Kwaliteitsniveau wegen 35 75 75 75

540.0 WOC Maccus 30 30 30 30

Subtotaal 65 105 105 105


Nieuwe voorstel Concernbegroting:

003.0 BD Activiteiten mbt. verkiezing 15

110.0 BD Verwijderen graffiti 40

211.0 SO Verkeersveiligheid 50 50

310.0 B&M Promotiefonds weekmarkten 20

480.9 WOC Ontwikkeling koersnota openbaar

540.2 WOC Taptoe 45 45

540.2 WOC Spin off Delft 750 jaar Cultuurstad 150 pm

onderwijs 45

  1. DMZ Call center 60

723.0 B&M Communicatie duurzaam bouwen 25

810.0 SO Communicatie Stadsontwikkeling 80


Subtotaal 530 95

Totaal Nieuw beleid 595 200 105 105


Wij zijn terughoudend met betrekking tot het presenteren van nieuw beleidsvoorstellen op de gewone dienst. Daar hebben wij een aantal redenen voor. Ten eerste is in het collegeprogramma opgenomen dat wij over de periode 1994-1998 slechts ƒ 1,2 mln beschikbaar zouden hebben, de afgelopen jaren is daarvan het overgrote deel ingevuld. Ten tweede geeft het financiële beeld geen extra mogelijkheden en ten derde is het beeld voor met name 1999 en 2000 zodanig dat wij geen structurele voorstellen hebben willen doen.

Bij de beperkte voorstellen hebben wij zoveel mogelijk aangehaakt bij recent vastgesteld beleid of bij beleidsdiscussies die wij de komende maanden nog met u denken te voeren. De belangrijkste daarvan zijn de discussie over het cultuurbeleid en over de ontwikkelingsvisie en het Verkeers- en vervoersplan. Daarnaast wordt een beperkt aantal knelpunten opgelost, die meestal in voorgaande maanden in de vakcommissies reeds zijn genoemd.

Voor de jaren 1999-2001 is er op de stelpost nieuw beleid nog vrije ruimte beschikbaar oplopend tot ƒ 1,6 mln in 2002. In tabel 10 treft u deze bedragen aan.

Tabel 10: Restant ruimte stelpost nieuw beleid 1999-2001 x ƒ 1.000


Omschrijving 1999 2000 2001

Ruimte nieuw beleid volgens Concernbegroting

1997-2000 653 1213 1713

Ingevuld volgens tabel 9 200 105 105

Restant ruimte nieuw beleid (922.9) 453 1108 1608


6.7 Bestemming van de kabelopbrengst

Begin 1997 heeft u de overeenkomst goedgekeurd waarbij de Centrale Antenne Inrichting (CAI)-machtigingen overgedragen zijn van de gemeente en het Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties (COW) naar de Casema.

In het kader van die overeenkomst zijn de gemeente en het COW overeengekomen om van de gezamenlijke opbrengst een bedrag van ƒ 2 mln te storten in een gemeentelijk kabelfonds. Dit fonds is bedoeld om een impuls te geven aan de ontwikkeling van nieuwe (electronische) diensten passend in het profiel van Delft Kennisstad. In Delft is bij grote bedrijven en instellingen veel kennis aanwezig. Het is de bedoeling middels dit fonds marktpartijen tot experimenten uit te dagen en te stimuleren. Een eerste verkenning heeft inmiddels plaatsgevonden. Hierover bent u in de raadsvergadering van 25 september 1997 reeds geïnformeerd.

Naast de ƒ 2 mln welke is opgenomen in de reserve kabelprojecten heeft de verkoop van de kabelrechten de gemeente een netto opbrengst van ƒ 13 mln opgeleverd. Dit bedrag zal met name worden besteed aan projecten en investeringen gericht op intensivering van onze strategische visie Delft Kennisstad.

Kadernota 1998-2001

In de Kadernota heeft u reeds besloten om enkele belangrijke en niet uit te stellen investeringen voor een totaalbedrag van ƒ 3,9 mln te dekken uit de kabelopbrengst. Deze investeringen zijn bij uitstek belangrijk voor het welzijn van de inwoners van Delft, nl.:

Uitvoering van de nota "wijkbeheer op maat". Wijkbeheer staat voor de zorg van een goede en gezonde leefomgeving.

Vanaf maart 1997 is er op grond van de wet Besluit Veiligheid van Attractie- en Speeltoestellen een wettelijke plicht om de speelplaatsen op een aantal aspecten veiliger te maken en om beter onderhoud te plegen. Dat betekent dat alle speelplekken op een acceptabel veiligheidsniveau moeten worden gebracht, de onderhoudsmethode moet worden aangescherpt en de renovatiekosten per speelplek sterk zullen toenemen.

Om het achterstallig onderhoud aan welzijnsaccommodaties op te heffen en ervoor te zorgen dat de accommodaties voldoen aan wettelijk vastgestelde brandveiligheids-, ARBO- en milieu-eisen is een forse investering noodzakelijk.

Onderzoek heeft uitgewezen dat er op het terrein van sociale veiligheid knelpunten zitten bij diverse sportparken. Het betreft vooral de accommodaties welke gelegen zijn in recreatiegebieden (Biesland, Kerkpolder). Verbetering van verlichting van de directe toegangswegen draagt bij aan de verbetering van het gevoel van sociale veiligheid.

Aanvullende voorstellen

Wij stellen voor om van de resterende kabelopbrengst van ƒ 9 mln twee reserves te vormen waarmee een kwaliteitsimpuls gegeven kan worden aan de strategie Delft Kennisstad. Als eerste een reserve automatisering. Investeren in de informatie-infrastructuur is zowel wenselijk met het oog op de interne organisatie als om externe ontwikkelingen mogelijk te maken. Aan deze reserve automatisering willen wij een bedrag van ƒ 4,5 mln toekennen. Om na de verkiezingen het nieuwe bestuur de mogelijkheid te geven dit beleid nader in te vullen doen wij op dit moment slechts een aantal suggesties.

De tweede reserve betreft een Reserve Algemene Economische Structuur waarmee op diverse terreinen de Delftse economie en de werkgelegenheid kan worden gestimuleerd. Ook met betrekking tot deze reserve stellen wij voor een bedrag van ƒ 4,5 mln beschikbaar te stellen.

Reserve Automatisering ƒ 4.500.000

Een goed functionerende gemeente heeft een positieve uitstraling richting burger en bedrijfsleven. Een eigentijdse informatie-infrastructuur is voorwaarde voor een efficiënte moderne organisatie en voor het mogelijk maken van gewenste veranderingen binnen deze organisatie. Om de ontwikkelingen te kunnen blijven volgen zijn investeringen nodig in kennis en infrastructuur. Over de besteding van deze reserve zal een nader voorstel worden uitgewerkt. Om aan de discussie wel al een richting mee te geven denken wij aan de volgende projecten:

Een selecte groep mensen met een flinke dosis kennis van automatisering(sprocessen) welke automatiseringsprojecten kunnen trekken en/of begeleiden door de gehele gemeentelijke organisatie.

Investeren in de informatiestructuur is noodzakelijk vanuit het oogpunt van interne organisatie maar niet in de laatste plaats om externe ontwikkelingen mogelijk te maken. Gedeeltelijk zijn deze ontwikkelingen al in gang gezet op het gebied van publieks- en raadsinformatiesystemen, documentaire informatiesystemen, kantoorautomatisering, basisregistraties personen en vastgoed en externe netwerken als Gemnet en Internet. Om de positieve ontwikkelingen van Delft Kennisstad te continueren, blijven investeringen in de ontwikkeling van een goede informatie-infrastructuur noodzakelijk.

Om de ontwikkelingen op automatiseringsgebied optimaal te kunnen benutten is het noodzakelijk via vorming en opleiding een kwaliteitsimpuls aan het personeel toe te dienen.

Reserve Algemene Economische Structuur ƒ 4.500.000

Wij stellen voor de Delftse economie en de werkgelegenheid te stimuleren middels de volgende projecten:

Op basis van de te verwachte ontwikkeling van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid staat Delft voor een belangrijke opgave voor wat betreft de ontwikkeling van bedrijfsterreinen en kantoorlocaties. De hoeveelheid uit te geven grond zal aanmerkelijk moeten toenemen om de groei van de beroepsbevolking van werk te kunnen voorzien. De beschikbaarheid van een substantiële voorraad bedrijfsterrein vergroot de kans op het binnenhalen van bedrijven van buiten de regio Haaglanden.

Een nota over de wijze waarop Delft de komende jaren haar acquisitiebeleid vorm zal geven is in voorbereiding. Er zal gezocht worden naar vormen van "support" die een meerwaarde hebben ten opzicht van het beschikbaar stellen van eenmalige bijdragen. Dat kan variëren van bepaalde vormen van garantstelling tot het beschikbaar stellen van bijvoorbeeld middelen voor een openingsconferentie. Voor de in de nota Acquisitie-beleid aan te geven instrumenten wordt voorgesteld een eenmalige bijdrage beschikbaar te stellen van ƒ 2 mln.

Naast de taak van de gemeente om te zorgen voor een kwalitatief goede en verzorgde binnenstad, is er een grensgebied waarbij op basis van samenwerking de ontwikkeling van het winkelbestand "een handje kan worden geholpen". Het project Revitalisering De Klis heeft geleerd dat op basis van een goede samenwerking tussen gemeente, banken en winkeliers een gunstig investeringsklimaat kan ontstaan.

Wij stellen voor dat de gemeente een werkkapitaal van ƒ 1 mln beschikbaar stelt voor eventuele strategische aankopen of andere grootschalige strategische activiteiten, terwijl de rente van het fonds kan worden aangewend voor de financiering van activiteiten. Het is wenselijk met de Delftse banken te overleggen of zij wederom bereid zijn een bedrag beschikbaar te stellen. Bovendien wordt gedacht aan een gezamenlijke bijdrage voor het flankerend beleid van de winkeliers ter hoogte van de rente over het beschikbare werkkapitaal. Na de vaststelling van de Nota Detailhandel zal een voorstel worden ontwikkeld voor zowel de organisatie als de invulling van het flankerend beleid en het centrummanagement.

Hiernaast is het wenselijk om voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld 5 jaar) een jaarlijks budget beschikbaar te hebben voor een uitvoeringsprogramma detailhandel/kwaliteits-verbetering binnenstad.

Met de aardewerkfabrieken De Porceleyne Fles, de Delftse Pauw en de Candelaar heeft Delft een goed aanbod in de productensfeer, maar krijgt de toerist geen breed inzicht in de geschiedenis en betekenis van het Delfts aardewerk voor Delft. Dit essentiële onderdeel van het toeristisch product van Delft kan worden versterkt.

De afgelopen maanden is een diepgaande verkenning verricht naar de mogelijkheid voor het realiseren van een Delfts Aardewerkmuseum in het huidige museum Lambert van Meerten. In het bedrijfsplan is er van uitgegaan dat de totale exploitatie van de Delftse musea niet negatief beïnvloed wordt door de ontwikkeling van het aardewerkmuseum. Er wordt gerekend op een bezoekersaantal van 50.000, te bereiken in twee jaar. De toeristische sector is zeer enthousiast over het plan.

Indien de investering ter grootte van ƒ 2,5 mln via een eenmalige donatie kan worden gefinancierd, wordt voldaan aan het uitgangspunt dat de exploitatie van de bestaande musea niet nadelig wordt beïnvloed door het nieuwe museum. Op basis van overleg met onder andere de provincie wordt er naar gestreefd ongeveer de helft van de gewenste bijdrage te dekken uit een Europese subsidie. Voorgesteld wordt maximaal ƒ 1,5 mln te dekken uit de kabelgelden.

6.8 Overige investeringen

In deze Concernbegroting zijn de in de Kadernota 1998-2001 genomen besluiten voor nieuwe zogenoemde categorie 1-investeringen (eenmalige onrendabele uitbreidingsinvesteringen ten laste van de algemene middelen) verwerkt. Daarnaast hebben wij zoals gebruikelijk het investeringsplan voor de routinematige onderhoudsinvesteringen (categorie 2) en bedrijfsmiddelen (categorie 3) geactualiseerd en gecorrigeerd voor prijsstijgingen. Bij de voor- en nadelen bestaand beleid in hoofdstuk 6.2 hebben wij een voordeel opgenomen voor de investeringen, aangezien een tweetal investeringen in het verleden ten onrechte als niet rendabel in de administratie was opgenomen.

De investeringen algemene dienst (categorie 1) zijn voor een deel belast met concrete investeringsvoorstellen met name voor het begrotingsjaar, in casu 1998. Voor 1999 en volgende jaren zijn de investeringsvoorstellen indicatief en nog niet in de meerjarenbegroting verwerkt. In de Kadernota 1998-2001 is het nieuwe investeringsplan opgenomen welke wij voor de volledigheid als bijlage 7 in deze Concernbegroting hebben opgenomen. Dit geldt evenzeer voor het indicatieve investeringsplan, zie bijlage 8.

In de meerjarenbegroting is een reservering opgenomen voor nieuwe investeringen (categorie 1). Deze reservering loopt per jaar op en bedraagt:

1999 ƒ 0,4 mln

2000 ƒ 0,8 mln

2001 ƒ 1,2 mln

6.9 Sociale vernieuwing

De brede doeluitkering Sociale Vernieuwing wordt per 1 januari 1998 omgezet in vier gescheiden financieringsstromen. Ruim de helft van de beschikbare middelen Sociale Vernieuwing wordt gestort in een zogenaamd Werkfonds dat is gekoppeld aan de Wet Inschakeling Werkzoekenden. De totale omvang van het Werkfonds en de aanwendingsrichtingen zijn op het moment van begrotingsvoorbereiding nog niet helder en derhalve ook niet welk bedrag Delft uit dit fonds tegemoet kan zien. Uit dit Werkfonds worden in elk geval de kosten van banenpools, JWG en vrijlatingsbeleid bekostigd.

Ook de exacte verdeling van het deel dat naar het gemeentefonds wordt overgeheveld staat nog niet vast. In 1998 zal dit deel nog op de oude voet - in de vorm van een integratie-uitkering - worden uitgekeerd. In hoofdstuk 8 gaan wij nader in of de totale omvang van de vier uitkeringsvormen


Tabel 11: Budget Sociale Vernieuwing x ƒ 1.000



Omschrijving 1998 1999 2000 2001

Gemeentefonds

Doeluitkering maatschappelijke 1.233 1.233 1.233 1.233

opvang c.a. 1.574 1.574 1.574 1.574

Uitkering voor Halt-bureaus 125 125 125 125

Uitkering Werkfonds 3.650 3.650 3.650 3.650

Subtotaal Rijksuitkering 6.582 6.582 6.582 6.582


Gemeentelijke bijdrage') 16 16 16 16

Totaal beschikbaar 6.598 6.598 6.598 6.598


') De structurele bezuiniging op Nieuwkomers van ƒ 100.000 is hierop in mindering gebracht.


Tabel 12: Uitgave Sociale Vernieuwing x ƒ 1.000

Omschrijving 1998 1999 2000 2001

Banenpool 820 820 820 820

Inleenvergoeding banenpool 100 100 100 100

Uitvoeringskosten JWG 252 252 252 252

Trajectbemiddeling 480 480 480 480

Vrouwenopvang 1.139 1.139 1.139 1.139

Opvang dak- en thuislozen 453 453 453 453

Bijzondere controle 440 440 440 440

Incentivebeleid 800 800 800 800

Straattoezichthouders 40 40 40 40

Halt 125 125 125 125

Oud- en nieuw viering 15

Wijkbeheer 100 100 100 100

Ambulant jongerenwerker 91 91 91 91

SWI-aktiviteiten 50 50 50 50

Totaal uitgaven 4.905 4.890 4.890 4.890


Nog beschikbaar (stelpost) 1.693 1.708 1.708 1.708

6.598 6.598 6.598 6.598


In tabel 11 zijn de met de Sociale Vernieuwing gemoeide budgetten opgenomen. Het budget bedraagt ƒ 6,6 mln.

Een groot deel van de uitgaven in de sfeer van de Sociale Vernieuwing is structureel in de dienstbudgetten verwerkt. Een specificatie is in de tabel 12 opgenomen.

Het is de bedoeling om, zodra de omvang van de totale uitkeringshoogte voor de gemeente bekend is, deze strucureel in de dienstbudgetten te verwerken. Het gemeentelijke fonds sociale vernieuwing kan dan worden opgeheven. Over de verdeling van de nog beschikbare middelen van de stelpost zullen vanzelfsprekend nadere voorstellen worden gedaan.

6.10 Stadsvernieuwing

"De problemen in de steden vergen in de visie van het kabinet een brede aanpak, die de economische basis van de steden versterkt en zo, door het creëren van meer werkgelegenheid, het proces van sociale onthechting een halt toeroept en de vitaliteit van de steden vergroot. Als oplossingsrichtingen noemt het kabinet onder meer het investeren in de bereikbaarheid van de grote steden, herstructurering van delen van het stedelijk gebied, bodemsanering en een wezenlijk andere invulling van de stedelijke ruimte (voor werkgelegenheid, kwalitatief hoogwaardige woonmilieus en binnenstedelijk groen)".

Met dit citaat uit de nota stedelijke vernieuwing wordt geïllustreerd, dat er op rijksniveau een hernieuwde aandacht is voor de problematiek in de grotere steden. De genoemde nota van Tommel is op 26 juni 1997 aan de Tweede Kamer gezonden.

Het kabinet wil ƒ 3,7 miljard extra beschikbaar stellen voor stedelijke vernieuwing. De helft daarvan komt beschikbaar voor het afmaken van de klassieke stadsvernieuwingsopgave. Voor Delft betekent dit een extra bijdrage van totaal ƒ 12,5 mln voor de periode 1998-2005.

De andere helft (= ƒ 1,85 miljard) komt beschikbaar voor herstructurering. Onder herstructurering wordt verstaan, de verschraalde, eenzijdige (met name) naoorlogse woonwijken te vernieuwen, middels het creëren van een meer gedifferentieerd woningaanbod en een aantrekkelijker woonmilieu.

In de gemeentelijke meerjarenraming stadsvernieuwing 1998-2002 geven wij prioriteit aan herstructurering. De Delftse pilot voor herstructurering is de vernieuwing van Die Delfgaauwse Weye. Het betreft hier een initiatief van de woningbouwvereniging Volkshuisvesting. Na een aanvankelijk moeizaam verlopend planproces is er door bemiddeling van de gemeente overeenstemming bereikt met betrokken partijen over een ontwikkelingsprogramma. Vanuit de reserve stadsvernieuwing zullen wij bijdragen in de herinrichting van de openbare ruimte.

In de voorliggende planperiode van de meerjarenraming stadsvernieuwing reserveren wij

ƒ 2,5 mln per jaar voor nieuw beleid. Het saldo van het stadsvernieuwingsfonds bedroeg per 1-1-1997 ƒ 22,9 mln. Wij streven ernaar de stadsvernieuwingsproductie op te voeren, opdat het saldo niet verder zal stijgen. Als het saldo hoger wordt dan viermaal de rijksbijdrage, kan het rijk besluiten de bijdrage te verminderen.

Op rijksniveau is eerder discussie geweest over een mogelijke overheveling van het Stadsvernieuwingsfonds naar het Gemeentefonds. Gelet op de effectiviteit van het Stadsvernieuwingsfonds ziet het kabinet hier geen vereenvoudiging van de subsidie-instrumenten. Het is de bedoeling dat er een gebundeld volkshuisvestingsbudget komt, waarin de bestaande stadsvernieuwings- en volkshuisvestingsbudgetten worden ondergebracht. Het streven is dit gebundelde budget uiterlijk in 2000 in te voeren.

6.11 Grondexploitatie

Wonen

Zonder aanpassing van de gemeentegrenzen zal Delft nog maar in beperkte mate voor de groei van de eigen bevolking kunnen bouwen. De woningbehoefte wordt tot 2005 in belangrijke mate regionaal opgevangen door de in ontwikkeling zijnde Vinex-locaties.

In 1998 zal binnen de gemeentegrenzen woningbouw worden gerealiseerd binnen de locaties Kruithuisweg en Zuidpoort.

Bedrijven

In de Strategienota Delft Kennisstad en vervolgnota's is een scenario genoemd van een verdubbeling van de uitgiften van bedrijfsterrein naar gemiddeld ca. 5 ha per jaar. Wat dit betekent voor de in de komende jaren te verrichten inspanning is het beste te schetsen aan de hand van twee naaste elkaar te zetten scenario's:

1. voortzetting van het huidige beleid (gem. uitgiftetempo 2,5 ha per jaar)

2. verdubbeling van de uitgiften; doelstelling te bereiken in 2000

De voorraad bedrijfsterreinen

Algemeen geldt de stelregel dat een normale voorraad een omvang moet hebben van tenminste 4x de jaarlijkse uitgifte. Alleen voor kennisintensieve bedrijven wordt op dit ogenblik aan deze minimale eis voldaan, dankzijn het beschikbaar hebben van Delftech Park. Voor overige bedrijven is de voorraad die Delft nu kan bieden laag. Zelfs als in 1998 het terrein naast het Watlab en de tweede fase van de Ypenburgse Poort beschikbaar komen is de voorraad bij het huidige uitgiftetempo zeer krap.

Er zal dus hard gewerkt moeten worden aan de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat het in ontwikkeling brengen van een nieuw bedrijfsterrein tot het moment waarop een eerste paal kan worden geslagen 3 tot 4 jaar duurt.

De meest voor de hand liggende locaties om nieuw bedrijfsterrein te (doen) ontwikkelen liggen ten zuiden van de Kruithuisweg, overeenkomstig het locatiebeleid van Haaglanden. Ook vrijvallende delen van het TNO-terrein zijn mogelijk interessant als uitbreiding van Delftech Park.

In 1998 zijn uitgiften gepland tot een totaalbedrag van ƒ 30 mln. Deze uitgiften zullen voor een belangrijk deel worden gerealiseerd binnen de locaties Delftech park, Watlab, Ypenburgse Poort en Zuidpoort.

6.12 Rationeel Beheer Onroerend Goed

In 1997 werken wij hard aan de verdere uitwerking van de nota Rationeel Beheer Onroerend goed. Begin 1998 moeten de uitgangspunten helder zijn, het geautomatiseerd systeem functioneren en moeten de procedures uitgewerkt zijn. Met de realisatie van dit project zal binnen de gemeente het totale beheer van het onroerend goed gebaseerd zijn op uniforme uitgangspunten en een uniforme systematiek.

Voorts zullen ook andere activiteiten m.b.t. het beheer onroerend goed de aandacht vragen zoals:

- verdere voortgang naar de studie inzak de huisvesting van het gemeentelijk apparaat

- uitvoering van het programma inzake brandveiligheidseisen, Arbo-normen etc. Hiervoor hebben wij in de Kadernota 1998-2001 ƒ 3,6 mln uitgetrokken. Voor 1998 zullen de uitgaven voor dit onderdeel circa ƒ 1,8 mln bedragen.