Hoofdstuk 11: Reserves en voorzieningen
11.1 Enige reserve is op zijn plaats
In juni jl. heeft uw raad de nota "Enige reserve is op
zijn plaats" vastgesteld. In deze nota is het gemeentelijke reservebeleid herijkt.
Enkele belangrijke aspecten uit voornoemde nota memoreren wij hier.
Door het wijzigen van het vergoedingssysteem van
omslagrente naar prijscompensatie wordt er per saldo in 1998 2,2 mln minder aan de
reserves en voorzieningen toegevoegd dan in het oude systeem het geval zou zijn. Dit
bedrag is derhalve beschikbaar voor de begroting. In hoofdstuk 6.2 hebben wij dit voordeel
voor 2,0 mln bestemd voor huisvesting van het gemeentelijk apparaat. Het meerjarige
geraamde voordeel als gevolg van het wijzigen van het vergoedingssysteem is het saldo van
de nu geraamde stand van de diverse reserves en voorzieningen en het verschil tussen de
omslagrente en de prijscompensatie (in 1998 7,5 - 3 = 4,5%). Het voordeel wijzigt dus als
bijvoorbeeld laatstgenoemde verschil verandert. In de toekomst zullen wij niet meer apart
de hier bedoelde voordelen zichtbaar maken. Deze vormen immers een onderdeel van het
gehele treasuryproces.
11.2 Stand van de reserves en voorzieningen
Aangezien wij kort geleden een nota over het reservebeleid hebben uitgebracht en de belangrijkste conclusies hiervoor hebben weergegeven, kunnen wij hier verder volstaan met
een korte toelichting op de stand van de reserves en
voorzieningen. In tabel 17 zijn de belangrijkste opgenomen.
Per 1-1-1997 bedroeg de totale omvang van de gemeentelijke reserves en voorzieningen
218,9 mln. Wij verwachten niet dat daar de komende
jaren veel verandering in zal komen. De verdeling naar algemene reserves,
bestemmingsreserves en voorzieningen zal wel veranderen. Met name de reserves en
voorzieningen bij het grondbedrijf schommelen per jaar behoorlijk. Dit is niet
verwonderlijk, want het aankopen of verkopen van grond gaat soms gepaard met grote
bedragen. Eens in de vier jaar bezien wij de reservespositie van het grondbedrijf en romen
eventuele overschotten af. De volgende herziening zal plaatsvinden per 1-1-2000.
Het toevoegen van de concernsaldireserve aan de algemene reserve is de belangrijkste verklaring van de verwachte toename van de algemene reserve tot ruim 34 mln per
1-1-1998.
De verkoop van de kabelrechten heeft geleid tot een tweetal reserves:
Tabel 17: Reserves en voorzieningen x 1 mln
stand per 01-01-1997 Raming Raming
(= jaarrekening 1996) 01-01-1998 01-01-1999
Algemene reserves
Algemene reserves totaal 40,4 50,2 60,4
Dit bedrag is opgebouwd uit:
saldi reserve 12,1 0,0 0,0
algemene reserve 26,0 34,2 31,1
dienst bedrijfreserves 0,0 6,0 6,0
alg. reserve grondbedrijf 2,3 10,0 23,3
Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves totaal 109,9 106,4 99,4
waarvan:
reserve instandhouding Delftse
monumenten 4,9 1,2 1,2
reserve voor parkeervoorzieningen 6,4 8,1 9,6
reserve Zuidpoort/ZOD 30,0 32,2 25,5
reserve tot dekking hogere kosten
vuilverwerking 8,0 7,8 7,4
reserve voor egalisatiewinsten en
-verliezen Combiwerk 2,6 3,2 3,1
reserve stadsvernieuwing 22,9 22,7 23,3
reserve BWS vrijvallende middelen 2,9 3,2 3,4
reserve kabelprojecten 0,0 2,0 2,1
reserve afkoop CAI 0,0 9,4 9,7
Subtotaal reserves 150,3 156,6 159,8
Voorzieningen totaal 68,4 63,4 64,4
waarvan:
algemene voorziening lopende
exploitaties grondbedrijf 51,4 45,2 45,7
gegarandeerde geldleningen 3,4 3,7 3,8
Vereveningsreserve WVG 5,1 5,5 4,9
Totaal reserves en voorzieningen 218,7 220,0 224,2