Hoofdstuk 11: Reserves en voorzieningen

11.1 Enige reserve is op zijn plaats

In juni jl. heeft uw raad de nota "Enige reserve is op zijn plaats" vastgesteld. In deze nota is het gemeentelijke reservebeleid herijkt. Enkele belangrijke aspecten uit voornoemde nota memoreren wij hier.

  1. De indeling naar reserves en voorzieningen is herzien en geënt op de voorschriften. Reserves hebben een buffer-, een spaar of een egalisatiefunctie. Voorzieningen worden gevormd voor kostenegalisatie en het afdekken van kwantificeerbare risico's of verplichtingen.
  2. Het standaard vergoeden van omslagrente (in 1998 7,5%) wordt vervangen door prijscompensatie (in 1998 3%). In een aantal gevallen is ter compensatie de dotatie verhoogd. Tevens is bepaald dat enkele reserves en voorzieningen (vooralsnog) omslagrente vergoedt krijgen. Wij hebben daarbij aangegeven dat wij met betrekking tot de Reserve voor parkeervoorzieningen en de Reserve Stadsvernieuwing nog met nadere informatie zouden komen over het verwachte verloop van beide reserves in relatie tot het al of niet blijven continueren van het vergoeden van omslagrente. Beide rapportages zullen uw raad spoedig bereiken.
  3. Enkele reserves en voorzieningen worden opgeheven of samengevoegd. De Dienst bedrijfsreserves worden aparte reserves en de concernsaldireserve wordt samengevoegd met de algemene reserve.
  4. De vraag of de omvang van de algemene reserves als primaire buffer voldoende is, bleek moeilijk te beantwoorden. Gelet op het gevoerde financieel beleid in onze gemeente vinden wij de stelling verdedigbaar dat ons buffervermogen toereikend is.

Door het wijzigen van het vergoedingssysteem van omslagrente naar prijscompensatie wordt er per saldo in 1998 ƒ 2,2 mln minder aan de reserves en voorzieningen toegevoegd dan in het oude systeem het geval zou zijn. Dit bedrag is derhalve beschikbaar voor de begroting. In hoofdstuk 6.2 hebben wij dit voordeel voor ƒ 2,0 mln bestemd voor huisvesting van het gemeentelijk apparaat. Het meerjarige geraamde voordeel als gevolg van het wijzigen van het vergoedingssysteem is het saldo van de nu geraamde stand van de diverse reserves en voorzieningen en het verschil tussen de omslagrente en de prijscompensatie (in 1998 7,5 - 3 = 4,5%). Het voordeel wijzigt dus als bijvoorbeeld laatstgenoemde verschil verandert. In de toekomst zullen wij niet meer apart de hier bedoelde voordelen zichtbaar maken. Deze vormen immers een onderdeel van het gehele treasuryproces.

11.2 Stand van de reserves en voorzieningen

Aangezien wij kort geleden een nota over het reservebeleid hebben uitgebracht en de belangrijkste conclusies hiervoor hebben weergegeven, kunnen wij hier verder volstaan met

een korte toelichting op de stand van de reserves en voorzieningen. In tabel 17 zijn de belangrijkste opgenomen.

Per 1-1-1997 bedroeg de totale omvang van de gemeentelijke reserves en voorzieningen

ƒ 218,9 mln. Wij verwachten niet dat daar de komende jaren veel verandering in zal komen. De verdeling naar algemene reserves, bestemmingsreserves en voorzieningen zal wel veranderen. Met name de reserves en voorzieningen bij het grondbedrijf schommelen per jaar behoorlijk. Dit is niet verwonderlijk, want het aankopen of verkopen van grond gaat soms gepaard met grote bedragen. Eens in de vier jaar bezien wij de reservespositie van het grondbedrijf en romen eventuele overschotten af. De volgende herziening zal plaatsvinden per 1-1-2000.

Het toevoegen van de concernsaldireserve aan de algemene reserve is de belangrijkste verklaring van de verwachte toename van de algemene reserve tot ruim ƒ 34 mln per

1-1-1998.

De verkoop van de kabelrechten heeft geleid tot een tweetal reserves:

  1. De reserve Kabelprojecten bevat ƒ 2 mln. Inmiddels hebben wij uw raad voorstellen gedaan ter financiering van de eerste projecten voor een totaalbedrag ad ƒ 0,35 mln. In de stand van de reserves is daar nog geen rekening mee gehouden.
  2. De reserve afkoop CAI bevatte oorspronkelijk ongeveer ƒ 13 mln. In de Kadernota 1998-2001 is voor bijna ƒ 4 mln aan investeringen ten laste van deze reserve opgenomen. In hoofdstuk 6.7 van deze begroting doen wij uw raad voorstellen ter besteding van de resterende ƒ 9 mln. De investeringen uit de Kadernota zijn in de cijfers in tabel 17 reeds in mindering gebracht op de reserve. Door vervolgens toevoeging van prijscompensatie is de administratieve stand van ƒ 9,4 mln verklaarbaar.



Tabel 17: Reserves en voorzieningen x ƒ 1 mln



stand per 01-01-1997 Raming Raming

(= jaarrekening 1996) 01-01-1998 01-01-1999

Algemene reserves

Algemene reserves totaal 40,4 50,2 60,4

Dit bedrag is opgebouwd uit:

saldi reserve 12,1 0,0 0,0

algemene reserve 26,0 34,2 31,1

dienst bedrijfreserves 0,0 6,0 6,0

alg. reserve grondbedrijf 2,3 10,0 23,3

Bestemmingsreserves

Bestemmingsreserves totaal 109,9 106,4 99,4

waarvan:

reserve instandhouding Delftse

monumenten 4,9 1,2 1,2

reserve voor parkeervoorzieningen 6,4 8,1 9,6

reserve Zuidpoort/ZOD 30,0 32,2 25,5

reserve tot dekking hogere kosten

vuilverwerking 8,0 7,8 7,4

reserve voor egalisatiewinsten en

-verliezen Combiwerk 2,6 3,2 3,1

reserve stadsvernieuwing 22,9 22,7 23,3

reserve BWS vrijvallende middelen 2,9 3,2 3,4

reserve kabelprojecten 0,0 2,0 2,1

reserve afkoop CAI 0,0 9,4 9,7

Subtotaal reserves 150,3 156,6 159,8


Voorzieningen totaal 68,4 63,4 64,4

waarvan:

algemene voorziening lopende

exploitaties grondbedrijf 51,4 45,2 45,7

gegarandeerde geldleningen 3,4 3,7 3,8

Vereveningsreserve WVG 5,1 5,5 4,9

Totaal reserves en voorzieningen 218,7 220,0 224,2