Hoofdstuk 12: Financiering en garanties
12.1 Financiering / treasury
Renteontwikkeling
De kapitaalmarktrente heeft in het eerste halfjaar van 1997 tussen 5,9% en 6,3% gefluctueerd. Nu (eind september) is deze rente 6,1%.
Het uitblijven van de inflatie en een toenemend vertrouwen in de Euro zorgen ervoor dat men nu een lagere rente prognotiseert dan men een jaar geleden verwachtte. In het algemeen verwacht men nu dat de kapitaalmarktrente zich in de rest van 1997 en 1998 tussen de 5,7% en 6,5% zal bewegen. De afwijking ten opzichte van het huidige niveau van 6,1% is derhalve gering.
De geldmarktrente is in 1997 gestegen van 2,9% tot 3,2%. De
verwachting voor 1997 en 1998 blijft 3 à 3,5%.
De renteomslag voor 1998 is op 7,5% gefixeerd, hetgeen
gelijk is aan 1997. Op dit moment worden er door de gemeente per saldo nauwelijks nieuwe
investeringen gepleegd. Bestaande grote projekten zijn in de tijd verschoven. Daardoor is
het niet noodzakelijk nieuwe geldleningen aan te trekken. Hierdoor wijzigt de rente op de
portefeuille niet.
Wij hebben voor het eerst een meerjarige prognose opgesteld, hetgeen een belangrijke stap voorwaarts is. Wij hebben daarbij de volgende rentepercentages meegenomen:
- kapitaalmarktrente 7% en geldmarktrente 3,5%
Met nadruk stellen wij dat treasuy-prognoses momentopnames zijn. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de verwachte rentepercentages. Daarnaast speelt het patroon van inkomsten en uitgaven uiteraard ook een grote rol.
In tabel 18 is met inachtneming van de nodige
voorzichtigheid van meerjarige prognoses onze huidige raming voor het treasury-proces
opgenomen.
Tabel 18 Meerjarig Treasuryresultaat x 1 mln
Omschrijving 1998 1999 2000 2001
Begroting 1997-2000 (na Kadernota) |
1.485 V | 1.485 V | 1.485 V | 285 V 1) | ||||||
Voor- en nadelen zie tabel 6 (hoofdstuk 6,2) |
687 V |
1.511 N |
239 N |
4.539 V 1) |
||||||
Totaal resultaat | 2.172 V | 26 N | 1.246 V | 4.824 V | ||||||
Te verklaren 1998 2.172 V 1999 26 N 2000 1.246 V
verschil: 1999 26 N 2000 1.246 V 2001 4.824 V
2.198 N 1.272 V 3.578 V
1) In de begroting 1997-2000 is opgenomen dat het voordeel van 1.2 mio uit de herfinancieringsoperatie 1996 plaats zal vinden in de jaren 1997 t/m 2001. In 2001 vervalt dit voordeel derhalve. In tabel 6 , voor- en nadelen bestaand beleid, is het saldo opgenomen:
4.539 V -/- 1.200= 3.339.
Te verklaren verschillen:
1998-1999 van 2.172 V naar 26 N = 2.198 N
In 1998 wordt door woningcorporaties een groot aantal
leningen vervroegd afgelost. Het begrotings-treasuryresultaat van 1999 zal door deze
vervroegde aflossingen met 2,2 miljoen dalen van 2,2 miljoen tot ongeveer
nihil. Dit nadeel kan verklaard worden doordat genoemde aflossingen relatief groot zijn en
door de faseverschillen tussen momenten waarop de verschillende vervroegde aflossingen
plaatsvinden.
1999-2000 van 26 N naar 1.246 V = 1.272 V
Door het verloop van de leningenportefeuille ontstaat er ruimte om meer kort te financieren met kasgeld. Hiervan denken wij in 2000 meer gebruik te maken dan in 1999. Het rentevoordeel wat hierdoor ontstaat is de belangrijkste verklaring van het verschil van
1.272 miljoen.
2000-2001 van 1.246 V naar 4.824 V = 3.578 V
In 2000 is voor het laatst het nadeel genomen van kosten
die verband hielden met de herstructurering van de leingenportefeuille van eind 1996.
Vanaf 2001 levert dit derhalve een structureel voordeel op. Daarnaast bestaat het
voornemen het beleid ten aanzien van korte financiering te continueren waardoor
structurele rentevoordelen optreden.
12.2 Garanties
Het garantiebeleid staat goed in de steigers. Voor
afdekking van de risico's van garantieverleningen bestaat een risicofonds
"Gegarandeerde geldleningen" met een saldo van 3,7 mln per 1-1-1998. In tabel 19
geven wij een overzicht van de door onze gemeente verstrekte garanties.
Aanspraken op garanties
De gemeente Delft heeft zich in 1992 garant gesteld voor een geldlening ad 1,3 mln van de TU-Delft aan de Stichting Techniek Delft (Techniek Museum).
Omdat de Stichting het geld niet terug kan betalen is met
de TUD overleg gestart over de situatie die nu rechtens en feitelijk ontstaan is.
2. Ecobeek.
De problematiek ten aanzien van de garantstellingen voor het projekt Ecobeek lijkt zich in gunstige zin te ontwikkelen. De bedoeling is dat de coöperatievorm op termijn wordt opgeheven. Daarvoor komen individuele eigendomssituaties terug.
De gemeente heeft een externe deskundige in de arm genomen
die de financiële situatie van Ecobeek gaat doorlichten.
Tabel 19: Garanties in cijfers
Omschrijving Restant bedrag van Totaal aantal
de geldleningen garanties per 01-01-1998 per 01-01-1998
Garanties
Bejaarden-/ verzorgingstehuizen 85.0 40
Gezondheidszorg 23.5 20
Sport 5.7 25
Cultuur 2.2 7
Energiebedrijf Delfland 118.5 -1)
EZH 57.8 -1)
Diversen 0,5 3
Totaal overige garanties 293.2
1) De gemeente is aandeelhouder. Volgens de
statuten borgen de aandeelhouders naar rato van het aandeelhouderskapitaal de leningen van
deze bedrijven.
De risico´s op de garanties voor de particuliere
woningbouw en de sociale huursector zijn overgedragen aan Waarborgfonds Eigen Woningen
(WEW) respectievelijk het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente vervult ten
aanzien van deze garanties een achtervangfunctie. De kans op claims van WEW
respectievelijk WSW is gering.
Assurantie Risk Management
Reeds eerder werd aangekondigd dat de gemeente meer gestructureerd aandacht wil schenken aan de beheersing van de risico's die in beginsel zouden kunnen worden afgedekt door verzekeringen. Bij de verdere uitwerking van deze plannen staat voorop dat een goed risicobeheer een integraal onderdeel is van het totale management van de dienstverlening. Dit krijgt vorm door het systematisch beschouwen van de aard en omvang van de risico's die bij de verschillende dienstonderdelen een rol spelen.
Door een goede registratie en nauwgezette voortgangsbewaking zal bovendien, waar mogelijk, worden bijgedragen aan snellere afhandeling van claims van burgers.
Ook aan de voorlichting zowel binnen als buiten het
ambtelijk apparaat, zal de nodige aandacht besteed worden.
Bedacht moet worden dat een belangrijke bron voor schade ligt in aansprakelijkheidsclaims, in die gevallen waarin de burger de gemeente aansprakelijk acht voor door hem of haar geleden schade. Het is van groot belang te constateren dat de gemeente algemeen aanvaarde normen hanteert. Dit vereist een goed samenspel met de burger.
Indien derden schade toebrengen aan gemeentelijke
eigendommen en er is daarbij sprake van schuld van de andere partij, zal de gemeente alles
in het werk stellen die schade te verhalen op die andere partij. Dergelijk verhaal zal
veelal door zijn/haar verzekeraar worden betaald. Dit gebeurt vaak bij aanrijdingen.