B6.9 Arbeidsongeschikten naar bevolkingsgroep, mate van arbeidsongeschiktheid, leeftijd en geslacht op 1 januari

arbeidsongeschikten*

indexcijfers (1997=100)

aantal arbeidsongeschikten

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1998

bevolkingsgroep

loontrekkenden

98

96

92

91

100

101

3.109

waarvan ambtenaren

100

94

477

zelfstandigen

86

84

78

77

100

101

88

vroeg gehandicapten

65

64

63

67

100

109

480

overigen

234

259

256

278

100

9

3

mate van arbeidsongeschiktheid

80-100%

100

95

88

87

100

100

2.597

minder dan 80%

82

88

94

94

100

104

1.083

leeftijd

15-24

111

105

107

112

100

106

104

25-34

112

102

87

87

100

105

385

35-44

107

102

96

90

100

106

704

45-54

79

81

82

86

100

102

1.191

55-64

97

96

93

90

100

96

1.296

geslacht

mannen

104

102

97

95

100

100

2.000

vrouwen

84

83

81

81

100

103

1.680

totaal

95

93

90

89

100

101

3.680

arbeidsongeschikten in % van 15-64 jarigen

5,4

5,2

5,0

4,9

5,4

5,5

bron:t/m 1 januari 1995: Gemeenschappelijke Medische Dienst;op 1 januari 1996: Service Centre Informatievoorziening Bedrijfsverenigingen;vanaf 1 januari 1997: Landelijk instituut sociale verzekeringen

*arbeidsongeschikten ontvangen een uitkering op grond van de algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en/of de wet op de arbeidsongeschiktenverzekering (WAO)

Leesvoorbeeld (zie raster):Op 1 januari 1998 waren er 480 arbeidsongeschikten in de bevolkingsgroep 'vroeg gehandicapten' in Delft, dat is 9% meer dan op 1 januari 1997.