Inhoudsopgave:
1.
Inleiding 2
2.
Wat zijn nuggers? 2
2.1 Definitie 2
2.2 Doelgroep nuggers onderverdeeld in categorieën 3
2.3 Anw-gerechtigden 3
3. Landelijk beleid 3
3.1 Wettelijk kader 3
3.2 Meer aandacht voor nuggers bij Rijk en gemeenten 4
3.3 Advies van de RWI 4
3.4 Rol van het CWI 5
4. Delfts beleid (2003-2007) 6
4.1
Beleidsuitgangspunten 6
4.2
Implementatie 6
4.2.1 Trajecten specifiek gericht op nuggers 6
4.2.2 Trajecten voor een gemengde ug/nug-doelgroep 7
5. Visie voor de komende jaren (2008-2011) 8
6. Plan van aanpak 8
6.1 Algemeen 8
6.1.1 Sluitende aanpak:
samenwerking tussen CWI en gemeente 8
6.1.2 Inzet van trajecten 9
6.1.3 Scholing 9
6.1.4 Verzuim en sancties 10
6.1.5 Eigen bijdrage 10
6.1.6 Kinderopvang 10
6.1.7 Werving 10
6.2 Specifiek per categorie 11
6.2.1 Inburgeraars 11
6.2.2 Jongeren 11
6.2.3 Schuldsaneringsklanten 11
6.2.4 Overige nuggers 12
6.2.5 Anw-gerechtigden 12
7. Financiën 12
8.
Advies van het Panel Werk en Inkomen en reactie daarop 12
8.1 Advies 12
8.2 Reactie 13
9.
Voorstellen 13
1. Inleiding
De
gemeente is verantwoordelijk voor de re-integratie van nuggers[1]
(niet-uitkeringsgerechtigden) en Anw-gerechtigden (personen met een uitkering
op basis van de Algemene nabestaandenwet). Ten aanzien van de re-integratie van
deze nieuwe doelgroepen is in 2003 beleid geformuleerd. Uitgangspunt hierbij
was dat re-integratie van Wwb-gerechtigden een hogere prioriteit had dan
re-integratie van nuggers. Inmiddels zijn er nieuwe inzichten en wensen ten
aanzien van nuggers. Zowel in de landelijke als in de Delftse politiek is het
vergroten van de kansen op betaald werk voor alle burgers een doelstelling.
Hierbij spelen argumenten op het gebied van arbeidspotentieel, emancipatie en
economische zelfstandigheid, en armoedebestrijding een rol. Het is daarom van
belang om de komende jaren in te zetten op het beter bereiken van de doelgroep
nuggers en het ondersteunen van nuggers bij het vinden van werk.
In
deze nota wordt eerst (hoofdstuk 2) uiteengezet wie er nou precies bedoeld
worden als we het hebben over nuggers. Hierbij wordt ook een onderverdeling
gemaakt naar verschillende categorieën. Deze nota richt zich met name op
nuggers, maar gaat ook kort in op de aparte doelgroep Anw-gerechtigden.
Vervolgens komt het landelijke beleid aan bod (hoofdstuk 3), waarbij ook het
advies van de RWI en de rol van het CWI voor wat betreft de re-integratie van
nuggers wordt besproken. Daarna worden de beleidsuitgangspunten en de
implementatie van het Delftse nug-beleid over de periode 2003-2007 uiteengezet
(hoofdstuk 4).
Op
basis van de in deze hoofdstukken beschreven inzichten wordt in hoofdstuk 5 de
Delftse visie ten aanzien van nuggers voor de komende jaren geformuleerd.
Voorgesteld wordt om de volgende uitgangspunten te gaan hanteren: (1) Inzetten
op het aanboren van het arbeidspotentieel van nuggers ten behoeve van inzet op
de arbeidsmarkt; (2) Hiertoe nuggers beleidsmatig gelijkstellen aan Wwb-ers:
het gehele palet aan re-integratie-instrumenten openstellen voor zowel Wwb-ers
als nuggers, inclusief de mogelijkheid gebruik te maken van het
Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB), deelname aan arbeidsmarktprojecten
en gesubsidieerde arbeid.
In
hoofdstuk 6 worden deze uitgangspunten nader uitgewerkt in een plan van aanpak,
waarbij een algemeen deel en een deel specifiek per categorie is opgenomen. In
hoofdstuk 7 komen de financiën aan de orde. In hoofdstuk 8 is het
advies van het Panel voor Werk en Inkomen gevoegd evenals een reactie hierop. Tenslotte wordt u in
hoofdstuk 9 gevraagd akkoord te gaan met de gedane voorstellen.
2. Wat zijn nuggers?
In
2002 zijn er twee nieuwe doelgroepen aan de gemeentelijke
re-integratieverantwoordelijkheid toegevoegd: nuggers en Anw-gerechtigden. Deze
nota richt zich met name op nuggers. Daarnaast wordt kort ingegaan op de
doelgroep Anw-gerechtigden.
2.1 Definitie
Onder
nuggers worden verstaan:
·
Personen (16 t/m 64 jaar) die geen uitkering ontvangen (Ww, Wwb, Wao
etc);
·
Die niet werken, of minder dan 12 uur per week werken;
·
Die wel willen werken of meer dan 12 uur per week willen werken.
2.2 Doelgroep nuggers onderverdeeld in categorieën
· Inburgeraars: Nug-inburgeraars zijn
nuggers die vallen onder de regelgeving van de Wet inburgering (WI) en de
vrijwillige regeling (met ingang van 1 januari 2007). Onder deze regelgeving
kunnen inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen in aanmerking komen
voor een door de gemeente aangeboden en gefinancierd inburgeringstraject.
Speciaal voor deze groep is er beleid geformuleerd (zie Integratienota
2008-2011 “Perspectief voor alle Delftenaren”, kenmerk 20346986).
· Jongeren: Nug-jongeren zijn nuggers
in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. Er is veel aandacht voor deze categorie
nuggers. Dit past in het landelijke beleid en bij de politieke druk om voorrang
te geven aan inspanningen om (niet gekwalificeerde) jongeren weer terug naar
school of aan het werk te krijgen.
·
Schuldsaneringsklanten: Nug-schuldsaneringsklanten zijn nuggers die vallen
onder de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) en door hun
bewindvoerder ertoe aangezet worden om werk te gaan zoeken in het kader van hun
schuldsaneringstraject.
· Overige nuggers: De 'overige nuggers' zijn
die nuggers die niet onder bovengenoemde categorieën vallen. Dit is een zeer
diverse groep. Het min of meer klassieke beeld van de categorie ‘overige
nuggers’ is dat van de herintredende vrouw, die na een aantal jaren niet te
hebben deelgenomen aan het arbeidsproces, vaak vanwege de zorg voor kinderen,
weer op zoek gaat naar werk. Hardnekkig is ook het beeld van deze nugger als de
‘vrouw van de tandarts’. Dit beeld blijkt genuanceerder te liggen. De categorie
‘overige nuggers’ bevat zowel mannen als vrouwen, zowel hoger als lager
opgeleiden, en naast de ‘vrouw van de tandarts’ vallen in deze categorie ook
nuggers die in relatieve armoede leven.
2.3 Doelgroep Anw-gerechtigden
Anw-gerechtigden
zijn mensen die na het verliezen van hun partner een uitkering hebben verkregen
op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). Iets meer dan 12% van de
Anw-gerechtigden is op zoek naar werk, met name de jongere nabestaanden.
3. Landelijk beleid
3.1 Wettelijk kader
Met
de inwerkingtreding van de Suwi-wetgeving op 1 januari 2002 is de gemeente
verantwoordelijk geworden voor de re-integratie van nuggers en
Anw-gerechtigden. Het gaat hierbij om de groep met een afstand tot de
arbeidsmarkt waardoor directe bemiddeling naar werk niet mogelijk is (fase
2/3/4 of route B).
Naast
de gemeentelijke re-integratieverantwoordelijkheid geldt ook de sluitende
aanpak voor deze groep. Dit betekent dat de gemeente verplicht is om alle
nuggers en Anw-gerechtigden die zich inschrijven bij het CWI, en die een
traject nodig hebben en willen, binnen 12 maanden van werkloosheid een
trajectaanbod te doen. Dit traject moet gericht zijn op de snelste weg naar
werk en aansluiten bij de lokale werkgelegenheidssituatie. Nuggers en Anw-gerechtigden
hebben echter geen arbeidsverplichting en als ze deelnemen aan de voorgestelde
trajecten, is dat dus op vrijwillige basis. De gemeente mag wel kaders stellen
aan de trajectaanpak.
3.2 Meer aandacht voor nuggers bij Rijk en gemeenten
In
het coalitieakkoord van de regeringspartijen[2]
wordt onderschreven dat het van groot belang is dat het arbeidspotentieel van
nuggers optimaal benut wordt.
Daarnaast
zijn er recentelijk afspraken gemaakt tussen het Rijk en gemeenten. In het
Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten[3]
is opgenomen dat VNG en SZW er naar streven om in de periode 2007-2011 meer
aandacht te besteden aan nuggers. Gestreefd wordt een aantal van 25.000 nuggers
aan het werk te helpen of maatschappelijk te laten participeren als de afstand
tot de arbeidsmarkt te groot is.
Argumenten
om meer aandacht te gaan schenken aan de doelgroep nuggers:
·
Arbeidspotentieel: Voor de huidige aantrekkende arbeidsmarkt is het van groot belang dat
het arbeidspotentieel van nuggers optimaal benut wordt;
·
Emancipatie: Toename van betaalde arbeidsparticipatie van nuggers past binnen het
Nederlandse emancipatiebeleid en het hierin geformuleerde doel van het verhogen
van economische zelfstandigheid van vrouwen;
·
Armoede: Ook onder nuggers komt (relatieve) armoede voor. Het verbeteren van de
inkomenspositie van (gezinnen van) nuggers draagt bij aan hun economische
zelfstandigheid;
·
Preventief: Ongeveer 14% van de bij het CWI ingeschreven nuggers stroomt door naar
de Wwb. Het gaat mogelijk om Ww-ers die hun maximale Ww-duur hebben bereikt, en
in principe recht hebben op een Wwb-uitkering, maar hier pas na het wegvallen
van bijvoorbeeld een werkende partner of een eigen vermogen aanspraak op kunnen
maken. Dit is een beleidsmatig zeer relevante groep: voor gemeenten is het lonend
om in deze groep te investeren, om zo te voorkomen dat men op een later
tijdstip in de Wwb terecht komt;
·
Effectiviteit: De effectiviteit van trajecten voor nuggers is hoger dan die voor
bijstandsgerechtigden, mogelijk ondermeer door intrinsieke motivatie van
nuggers[4].
3.3 Advies van de RWI
In
oktober 2007 is een rapport van de Raad van Werk en Inkomen (RWI) over de
arbeidsparticipatie van nuggers verschenen[5].
De belangrijkste conclusie uit dit advies is dat er sprake is van een groot
participatiepotentieel dat onbenut blijft. Ongeveer 453.000 nuggers geven aan
dat zij wel zouden willen werken of meer willen werken dan nu het geval is. Het
gaat daarbij om een groep mensen die jong is, relatief goed opgeleid en ook nog
eens gemotiveerd. Bijna de helft van deze groep, ongeveer 198.000 personen, is
dan ook actief op zoek naar werk. Deze groep kan onderverdeeld worden in: (a)
een groep zonder afstand tot de arbeidsmarkt die in principe direct aan de slag
kan; en (b) een groep met afstand tot de arbeidsmarkt die baat zou kunnen
hebben bij de dienstverlening van CWI en gemeente.
Het
rapport brengt in beeld of en hoe nuggers bediend worden vanuit gemeenten en/of
CWI. Hierbij komt het volgende beeld naar voren: in de perceptie van het CWI
heeft het weinig zin om nuggers door te verwijzen naar gemeenten. Gemeenten
zien daardoor maar weinig nuggers aan het loket. Hoeveel nuggers zich melden en
hoeveel van hen vervolgens een vorm van ondersteuning wordt aangeboden is
onbekend. Door het CWI wordt niet bijgehouden hoeveel nuggers worden
doorverwezen en door gemeenten wordt niet geregistreerd hoeveel nuggers zich
melden. De beperkte dienstverlening aan nuggers laat zich deels verklaren door
de financieringssystematiek Wwb en prestatie-indicatoren van het CWI, die beide
voornamelijk gericht zijn op het terugdringen van het beroep op uitkeringen en
veel minder op het aantal mensen dat werkt.
De
RWI pleit ervoor de groep nuggers die wel graag willen werken maar niet actief
op zoek zijn, op te roepen, te stimuleren en te verleiden om hun sluimerende
werkwens om te zetten in daden. Daarnaast dienen degenen die de arbeidsmarkt
wel actief benaderen, daarin waar nodig en mogelijk, te worden ondersteund door
de daarvoor aangewezen partijen: CWI en gemeenten.
3.4 Rol van het CWI
Nuggers
die zich inschrijven bij het CWI komen in principe in aanmerking voor de
basisdienstverlening van het CWI en eventuele ondersteuning bij re-integratie
door gemeenten. Een groot deel van het participatiepotentieel onder nuggers
wordt op dit moment (nog) niet bereikt. Er is vaak wel contact met het CWI,
maar slechts 10% van de nuggers laat zich daadwerkelijk inschrijven. Deze
kleine groep is ook anders samengesteld dan de groep nuggers als geheel: het
zijn vooral mannen, lager opgeleiden en allochtonen. Met name vrouwen en hoger
opgeleide nuggers worden dus niet bereikt voor ondersteuning bij het vinden van
werk.
Redenen
voor nuggers om zich niet in te laten schrijven bij het CWI zijn:
·
Men komt alleen voor informatie en advies en besluit na een eerste
oriënterend gesprek dat inschrijving niet nodig is. Men weet genoeg om
zelfstandig verder te zoeken naar werk;
·
Men is van mening dat het CWI of de gemeente de in eigen ogen
noodzakelijke hulp niet kan bieden;
·
Men komt voor een uitkering en niet voor werk, en wanneer blijkt dat men
geen recht op een uitkering heeft en men dus feitelijk nugger is, ziet men af
van inschrijving;
·
Gebrek aan arbeidsmarktperspectief doet werkzoekenden afzien van
inschrijving.
Daarnaast
volgt uit onderzoek[6] dat
medewerkers van CWI vaak niet of maar globaal op de hoogte zijn van de
beschikbare dienstverlening door gemeenten. In de doorverwijzing vanuit het CWI
naar de gemeente wordt hierover dan ook geen advies opgenomen in het
evaluatierapport.
Samenwerking
rondom gezamenlijke (vraaggerichte) vacatureverwerving is wel intensief. Het
CWI neemt het gehele werkzoekendenbestand door op zoek naar een kandidaat die
aan de werkgeverseisen voldoet. Het speelt dan geen rol of kandidaten uggers of
nuggers zijn. Gezamenlijke huisvesting in een Bedrijfsverzamelgebouw draagt bij
aan de intensieve samenwerking op dit gebied.
Bovenstaande
landelijke beeld wordt onderschreven door het CWI Delft. Het CWI geeft hierbij
de wens aan de samenwerking met de gemeente ten aanzien van nuggers te verbeteren.
Op het gebied van in te zetten instrumentarium zou het CWI de mogelijkheid
willen krijgen om arbeidsmarktrelevante scholing in te kunnen zetten voor
nuggers, in aanvulling op of volgend op het ingezette instrumentarium van het
CWI.
4. Delfts beleid (2003-2007)
4.1 Beleidsuitgangspunten
De
gemeente Delft heeft in 2003 is een gemeentelijk plan van aanpak opgesteld op
basis waarvan de re-integratiedienstverlening ten aanzien van nuggers en
Anw-gerechtigden de afgelopen jaren vorm heeft gekregen[7].
De beleidsuitgangspunten worden in onderstaande box weergegeven.
Beleidsuitgangspunten Delfts nug-beleid
2003-2007:
1.
Het
gemeentelijk nug-beleid richt zich op die nuggers en Anw-gerechtigden die zich
melden bij het CWI en daar geïndiceerd worden als fase-2/3/4 en aanspraak maken
op de re-integratieverantwoordelijkheid van de gemeente;
2.
De
aanpak-nug kenmerkt zich door het zo snel mogelijk toeleiden naar werk;
3.
Voor
diegene die mogelijkheden hebben om toe te treden tot de arbeidsmarkt
(fase-2/3) wordt een trajectaanbod ingekocht;
4.
Deze
trajecten mogen niet langer duren dan 6 maanden;
5.
Deze
trajecten kennen een maximale trajectprijs van € 2500,-;
6.
Er
wordt geen eigen bijdrage van klanten gevraagd;
7.
Voor
diegene waarbij die mogelijkheden er niet meer zijn (fase-4) wordt geen
trajectaanbod ingekocht, maar vindt er met de klant een oriëntatie plaats op
het welzijnsaanbod binnen de gemeente Delft;
8.
Fase-4
geïndiceerde deelnemers welke gemotiveerd zijn voor een activerend
(vervolg)traject kunnen hiervoor in aanmerking komen;
9.
Het
trajectaanbod voor fase-2/3 zal bestaan uit complete trajecten door externe
re-integratiebedrijven, meegenomen in de aanbesteding re-integratietrajecten
2003;
10.
Het
CIP aanwijzen en inrichten als steun/informatiepunt fase-4 nuggers;
11.
De
Wiw-dienstbetrekkingen worden toegankelijk gemaakt voor nuggers (tot 2004 van
kracht);
12.
I/D-banen
worden niet voor de nieuwe doelgroepen in gezet (tot 2004 van kracht);
13.
Bij
de toeleiding van nuggers naar re-integratieactiviteiten wordt geen
inkomenstoets gehanteerd;
14.
Het
gemeentelijk incentive-beleid wordt niet van toepassing verklaard voor de
nieuwe doelgroepen;
15.
Bij
de inzet van kinderopvang dient primair te worden nagegaan of de kinderopvang
mede-gefinancierd kan worden door de (werkgever van de) partner;
16.
Er
wordt primair gericht op het zoveel mogelijk bieden van een sluitende aanpak
aan diegene die zich melden bij het CWI;
17.
Er
wordt gebruik gemaakt van een gemeentelijk trajectplan, waarbij aansluiting
wordt gezocht met het te ontwikkelen trajectplan in het kader van art. 70 Abw;
18.
Bij
verwijtbare nalatigheid van de klant bij de uitvoering van de gemaakte
afspraken in het trajectplan wordt de uitvoering van dit plan met onmiddellijke
ingang gestopt;
19.
€
75.000,- (30 trajecten x € 2.500,-) te reserveren voor de inkoop van
re-integratietrajecten nuggers/Anw-gerechtigden.
4.2 Implementatie
Voor
de implementatie van het nug-beleid heeft de gemeente Delft in de periode
2003-2007 trajecten ingekocht voor re-integratie van nuggers en
Anw-gerechtigden. Deze trajecten kunnen worden onderverdeeld in: (1) trajecten
specifiek gericht op nuggers; en (2) trajecten voor een gemengde
ug/nug-doelgroep.
4.2.1 Trajecten specifiek gericht op nuggers
Voor
de periode 2005-2007 zijn er specifiek op de doelgroep nuggers (fase 2-3) 40
trajecten gereserveerd bij Alexander Calder, de zogenaamde lichte trajecten.
Deze trajecten richtten zich op de mogelijkheden en wensen van de klant met
betrekking tot de arbeidsmarkt om vervolgens middels verschillende trainingen
en sollicitatieactiviteiten de klant duurzaam te laten uitstromen naar regulier
werk.
De
realisatie van deze trajecten is teleurstellend geweest. In 2005 zijn er van de
40 gereserveerde trajecten maar 14 gerealiseerd. In 2006 zijn slechts 3 van de
40 trajecten gerealiseerd. Voor 2007 zijn er 4 trajecten gerealiseerd.
Verklaringen
voor deze lage realisatie zijn:
·
De indruk bestaat dat de gemeentelijke nug-trajecten onvoldoende bekend
zijn bij de medewerkers van het CWI, waardoor nuggers nauwelijks doorverwezen
worden naar de gemeente voor een re-integratietraject;
·
De trajectduur van 6 maanden, inclusief scholing, wordt te kort geacht.
Veel nuggers geven aan dat ze scholing willen, maar veelal kennen opleidingen
een langere duur dan het in de trajecten toegestane maximum van 6 maanden.
Hierdoor zien nuggers af van deelname aan de trajecten;
·
Nuggers weten over het algemeen precies welk type werk zij willen, en
willen niet ingaan op algemeen geaccepteerde arbeid. Omdat zij voor hun bestaan
niet afhankelijk zijn van inkomsten uit werk of uitkering, kunnen ze het zich
veroorloven om selectief te zijn. Zij zijn in een positie om aangeboden
re-integratietrajecten af te wijzen.
4.2.2 Trajecten voor een gemengde ug/nug-doelgroep:
Voor
de periode 2003-2004 zijn ook gecombineerde (ug/nug) trajecten ingekocht bij
Kliq en Hudson voor klanten met een fase 3/4-indicatie. Daarnaast waren er
specifiek voor nug-jongeren verschillende trajecten voor een gemengde ug/nug
doelgroep.
De
re-integratietrajecten van Kliq en Hudson waren gericht op ug- en nug-klanten
met een fase 3/4-indicatie. De contracten waren afgesloten voor een totaal van
maximaal 300 trajecten, met een gemiddelde doorlooptijd van een jaar voor fase
3-klanten, en anderhalf jaar voor fase 4-klanten, beiden exclusief scholing.
Deze trajecten zijn al van start gegaan voordat het gemeentelijke nug-beleid
2003-2007 werd vastgesteld en uitgevoerd. Na vaststelling van het gemeentelijk
nug-beleid hebben Kliq en Hudson zich hieraan moeten conformeren voor zover het
nieuwe nug-klanten betrof. Er zijn helaas geen cijfers over het aantal nuggers
dat in traject is geweest, omdat in de administratieve afhandeling van deze
trajecten geen uitsplitsing is gemaakt tussen uggers en nuggers.
Wat
betreft de trajecten gericht op nug-jongeren, sinds 2004 zijn de opstapbanen
bij Werkplan beschikbaar gesteld. In deze opstapbanen worden jongeren bemiddeld
naar een arbeidsovereenkomst voor 1 jaar (32 uur) tegen een salaris gelijk aan
het minimum jeugdloon. Voor nug-jongeren geldt daarbij dat zij van een
opstapbaan gebruik kunnen maken, bij voorkeur als deze wordt gecombineerd met
een BBL-traject (beroepsbegeleidende leerweg – BBL). In de realisatie hiervan
gaat het om kleine aantallen (2005: 3; 2006: 8; 2007: 4).
Daarnaast
is er bij de inkoop van re-integratietrajecten 2006 specifiek aandacht geweest
voor trajecten gericht op de doelgroep jongeren (zowel ug- als nug-jongeren).
De opzet van het traject van Fourstar was erop gericht om motivatie en weerbaarheid
van jongeren te versterken, hen te helpen gemotiveerd te kiezen voor een
vervolg richting school of werk. De ervaringen met deze trajecten waren goed.
Per
2007 is besloten nug-jongeren op dezelfde manier te behandelen als ug-jongeren
en het volledige re-integratie-instrumentarium voor hen beschikbaar te stellen.
Bij
een deel van de gecombineerde trajecten is het achteraf gezien lastig gebleken
om data te verkrijgen over de ervaringen met en de behaalde resultaten van de
afzonderlijke doelgroepen (ug/nug). Hierdoor is onvoldoende zicht op de
toeleiding van klanten en de benutting van de middelen. Aanbevolen wordt om in
de rapportages van trajecten met een gemengde ug/nug-doelgroep onderscheid te
maken in de doelgroep uggers en de doelgroep nuggers voor wat betreft aanpak en
resultaten. Hierdoor verkrijgt de gemeente meer inzicht in de behoeften van
nuggers.
5. Visie voor de komende jaren (2008-2011)
De
afgelopen periode (2003-2007) was de Delftse visie ten aanzien van nuggers om
zich niet actief op deze doelgroep te richten. Het beleid dat de gemeente de
afgelopen jaren gevoerd heeft ging uit van de visie dat re-integratie van
Wwb-gerechtigden een hogere prioriteit had dan re-integratie van nuggers.
Zoals
ook in het collegeprogramma 2006-2010[8]
wordt genoemd, wil de gemeente Delft de kansen op betaald werk voor alle
Delftse burgers vergroten. Hiertoe is het van belang om de komende jaren in te
zetten op het beter bereiken van de doelgroep nuggers en hen te ondersteunen
bij het vinden van werk.
De
gemeente Delft neemt hierbij de volgende landelijke overwegingen over:
·
Arbeidspotentieel: Het is van belang nuggers te activeren voor de arbeidsmarkt;
·
Emancipatoire overwegingen: Het nastreven van economische zelfstandigheid van
alle Delftse burgers. Toename van betaalde arbeidsparticipatie is hierin een
doelstelling;
·
Armoedebestrijding: Een eigen inkomen biedt bescherming tegen armoede en
(uitkerings-)afhankelijkheid. Inzetten op betaalde arbeid als middel om het
gezinsinkomen te verhogen, en daarnaast het preventieve doel, namelijk
voorkomen dat nuggers later in de bijstand terecht komen.
Op basis van deze
nieuwe inzichten wordt voorgesteld wordt om in het Delftse nug-beleid de
volgende uitgangspunten te hanteren:
·
Het arbeidspotentieel van nuggers wordt actief aangeboord ten behoeve
van inzet op de arbeidsmarkt;
·
Hiertoe worden nuggers beleidsmatig gelijkgesteld aan Wwb-ers. Dit houdt
in dat het gehele palet aan re-integratie-instrumenten wordt opengesteld voor
zowel Wwb-ers als nuggers. Ook worden nuggers in navolging van Wwb-ers
gekoppeld aan het Werkgeversloket en mogen zij gebruik maken van het
Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB)[9].
6. Plan van aanpak
6.1 Algemeen
6.1.1 Sluitende aanpak: de samenwerking
tussen CWI en gemeente
Een
belangrijke oorzaak van de achterblijvende dienstverlening aan nuggers ligt in
de beperkte samenwerking tussen CWI en de gemeente. Gebleken is dat in
gemeentes waar sprake is van gezamenlijke huisvesting in een
Bedrijfsverzamel-gebouw (BVG) in de regel intensief wordt samengewerkt. De
gemeente Delft is per 1 december 2007 ook gezamenlijke gehuisvest met CWI en
UWV in een BVG. Dit biedt goede gelegenheid om de samenwerking tussen het CWI
en de gemeente ten aanzien van nuggers te herijken en te intensiveren.
Het
is van belang dat er met het CWI en binnen het BVG afspraken worden gemaakt
over de dienstverlening naar nuggers toe en dat bestaande procedures worden
doorlopen en bijgesteld. Hierbij kan gedacht worden aan:
·
Het opnemen van de doelgroep nuggers in het Ketenjaarplan;
·
Het informeren van het CWI over de dienstverlening die er bij de
gemeente beschikbaar is voor nuggers;
·
Het maken van afspraken met het CWI over doorverwijzing en overdracht
van nuggers door CWI naar de gemeente en afspraken over terugrapportage aan het
CWI;
·
Het in overleg met het CWI opzetten van een eenduidige registratie van
nuggers.
Binnen
de gemeente dienen er ook afspraken gemaakt te worden over de organisatorische
inbedding van uitvoering van het nug-beleid. Zo moet er helderheid ontstaan
over onder andere naar wie het CWI het re-integratieadvies van de nugger moet
toesturen, en op welke manier de gemeente aan het CWI terugkoppelt welke
ondersteuning de gemeente geboden heeft aan de door het CWI doorverwezen nugger
(mogelijk ook op te nemen in een geactualiseerde Service Niveau Overeenkomst).
Dit maakt het voor het CWI ook makkelijker om in te schatten wat de
mogelijkheden tot dienstverlening zijn en hoe dit past in de hulpvraag van
andere nuggers.
Na
het besluitvormingsproces zal er nader invulling gegeven worden aan deze
organisatorische inbedding. In een aanvullende notitie wordt het
implementatieplan uitgewerkt (personele inzet, beschrijving werkproces, etc.).
6.1.2 Inzet van trajecten
Er
is sprake van een grote diversiteit binnen de doelgroep nuggers onder andere
rondom het opleidingsniveau en de wensen en mogelijkheden ten aanzien van de
arbeidsmarkt. Om nuggers net zo goed te kunnen bedienen als Wwb-ers krijgt, in
navolging van het openstellen van alle re-integratieinstrumenten voor de
nug-jongeren, de gehele doelgroep nuggers toegang tot het complete
re-integratiepalet van de gemeente, inclusief deelname aan
arbeidsmarktprojecten en gesubsidieerde arbeid, evenals de mogelijkheid gebruik
te maken van het Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB). Dit sluit aan bij
de klantgerichte benadering en de cultuur van meer mèt en minder vóór de klant
werken.
6.1.3 Scholing
Duurdere
instrumenten zoals scholing werden spaarzaam ingezet voor nuggers. Dit terwijl
scholing een belangrijke rol kan vervullen in het aan het werk helpen van
nuggers. De bereidheid om bij te leren is groot. Daarnaast is het gebleken dat
de trajectduur van 6 maanden, inclusief scholing, te kort is om tegemoet te
kunnen komen aan de scholingsbehoefte van veel nuggers. Dit was voor nuggers
een reden om niet te starten of voortijdig te stoppen met het aangeboden
traject.
Om
tegemoet te komen aan de scholingsbehoefte van nuggers wordt, daar waar de
scholing aantoonbaar bijdraagt aan inzetbaarheid voor knelpunten in de
arbeidsmarkt, ingezet op het faciliteren van toegesneden scholing binnen het
bestaande re-integratiepalet. Een nadere uitwerking van in te zetten scholing
wordt gegeven in de scholingsnota die in het 1e kwartaal van 2008 verschijnt.
6.1.4 Verzuim en sancties
Gemeente
Delft is bezig met de implementatie van een integrale verzuimaanpak.
Uitgangspunt hierin is dat deelname aan re-integratie niet vrijblijvend is.
Door informatieverstrekking en optimale dienstverlening wordt klanten duidelijk
gemaakt wat zij van de gemeente mogen verwachten en wat de consequenties zijn
als regels rondom verzuim niet worden nagekomen.
Op
nuggers is de maatregelenverordening Wwb niet van toepassing. Vanuit de
re-integratieverordening krijgt de nug-klant wel rechten en plichten opgelegd.
Staand beleid ten aanzien van nuggers is dat bij verwijtbare nalatigheid van de
klant het traject wordt stopgezet. Hierbij wordt niet gekozen voor het
sanctiemiddel boete. De achterliggende reden is dat dit heel complexe
uitvoeringsconsequenties zou hebben. Daarnaast geldt vanuit
volwasseneneducatiebeleid dat er een scholingsovereenkomst met de nug-klant
wordt afgesloten, waarin eveneens rechten en plichten zijn vastgelegd.
Uitgangspunt daarbij is dat van iedereen die onderwijs volgt en ongeoorloofd
verzuimt, na twee waarschuwingen de opleiding wordt stilgezet.
Dit
beleid rondom verzuim van nuggers wordt voortgezet. Bij start van deelname aan
een re-integratietraject en/of scholing wordt er een overeenkomst afgesloten
met de nugger, waarin rechten en plichten zijn vastgelegd. Uitgangspunt daarbij
is dat voor iedere nugger die deelneemt aan een gemeentelijk
re-integratietraject en/of scholing volgt en daarbij ongeoorloofd verzuimt
en/of zich niet aan zijn plichten houdt, na twee waarschuwingen een sanctie
volgt. In het geval van deelname aan een re-integratietraject is de sanctie dat
het instrument niet langer beschikbaar wordt gesteld en dus wordt stopgezet. In
het geval van het volgen van scholing is de sanctie dat de nugger na twee
waarschuwingen de opleiding wordt stilgezet. De instrumenten verzuimcontrole en
verlofaanvraag worden ingezet conform de integrale verzuimaanpak.
6.1.5 Eigen bijdrage
Om
te voorkomen dat nuggers te vrijblijvend omgaan met de gemeentelijke
ondersteuning kan de gemeente ervoor kiezen een eigen bijdrage-beleid in te
voeren voor nuggers. Dit kan bestaan uit het hanteren van inkomenscriteria, het
vragen van een eigen bijdrage en/of het invoeren van een
terugvorderingsclausule. Een dergelijk eigen bijdrage-beleid kan erin voorzien
dat er selectie plaatsvindt van daadwerkelijk gemotiveerde nuggers.
Aan
de andere kant kan een eigen bijdrage-beleid werkzoekenden er ook van doen
afzien de zoektocht naar werk door te zetten. Een tweede reden om af te zien
van een eigen bijdrage is het besef dat de doelgroep die zich bij de gemeente
meldt, niet de meest kansrijke werkzoekende nuggers betreft. Direct
bemiddelbare werkzoekenden kunnen kosteloos gebruik maken van een deel van het
instrumentarium van het CWI. Het is dan onevenwichtig om de minst kansrijke
doelgroep een eigen bijdrage te vragen, terwijl kansrijkere werkzoekende
nuggers kosteloos hulp kunnen krijgen. Dit pleit ervoor om het huidige beleid
voort te zetten waarbij nuggers geen eigen bijdrage hoeven te betalen voor
deelname aan trajecten.
6.1.6 Kinderopvang
Nuggers
die een re-integratietraject via de gemeente volgen en ingeschreven staan bij
het CWI, vallen onder de Wet Kinderopvang. Dat betekent dus dat ze gebruik
kunnen maken van de financiering conform de Wet Kinderopvang en de
ondersteuning die de gemeente Delft hierin biedt.
6.1.7 Werving
Gemeente
Delft heeft er de afgelopen jaren voor gekozen om niet zelf actief nuggers te
werven, maar zich primair te richten op klanten die zichzelf melden bij het CWI
en naar de gemeente worden doorgeleid. Het is gebleken dat het aantal nuggers
dat zich meldt bij de gemeente evenals de doorgeleiding van het CWI naar de
gemeente zeer beperkt is. Intensivering van pogingen om nuggers te bereiken is
daarom gewenst.
Om
arbeidsparticipatie van deze categorie nuggers te stimuleren wordt voorgesteld
om de volgende acties te ondernemen:
·
Actieve werving waarbij de mogelijke ondersteuning vanuit CWI en de
gemeente helder uiteengezet wordt, evenals de wijze waarop nuggers aanspraak
kunnen maken op de beschikbare dienstverlening;
·
Voorlichting verzorgen over de volgende onderwerpen: opleidingen,
afstemming zorg en arbeid (inclusief de mogelijkheden tot kinderopvang),
financiële consequenties van arbeidsparticipatie.
6.2 Specifiek per categorie
Zoals
gezegd kan de doelgroep nuggers worden onderverdeeld in de categorieën
inburgeraars, jongeren, schuldsaneringsklanten, en overige nuggers. Daarnaast
zijn Anw-gerechtigden een aparte doelgroep. Elk van deze groepen wordt
gekenmerkt door een eigen behoefte, gewenste benadering en trajectaanpak.
6.2.1 Inburgeraars
Sinds
1 januari 2007 zijn de Wet inburgering (WI) en de vrijwillige regeling in
werking getreden. Onder deze regelgeving kunnen inburgeringsplichtigen en
inburgeringsbehoeftigen in aanmerking komen voor een door de gemeente
aangeboden en gefinancierd inburgeringstraject. Het gemeentelijk beleid dat
rondom inburgering is geformuleerd heeft ook betrekking op nug-inburgeraars. U
wordt hiervoor verwezen naar de Integratienota[10].
6.2.2 Jongeren
Per
1 augustus 2007 is de Leerplichtwet gewijzigd door invoering van de
kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht begint direct na het einde van de
leerplicht en eindigt zodra de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt of een
startkwalificatie heeft behaald. Een startkwalificatie is minimaal een havo- of
vwo-diploma, of een mbo-diploma op tenminste niveau 2 (basisberoepsbeoefenaar - BBO). De gemeente Delft richt zich op
jongeren zonder startkwalificatie. Deze jongeren moeten òf terug naar school òf
aan het werk. Met name voor die jongeren die aan werk geholpen dienen te worden
zijn re-integratietrajecten een mogelijk hulpmiddel.
Nug-jongeren
kunnen gebruik maken van de opstapbanen, waarin zij bemiddeld worden naar een
arbeidsovereenkomst voor 1 jaar (32 uur) tegen een salaris gelijk aan het
minimum jeugdloon. Voor nug-jongeren geldt daarbij dat zij van een opstapbaan
gebruik kunnen maken, bij voorkeur als deze wordt gecombineerd met een
BBL-traject (beroepsbegeleidende leerweg – BBL). Daarnaast is in 2007 besloten
nug-jongeren op dezelfde manier te behandelen als ug-jongeren en het volledige
re-integratie-instrumentarium voor hen beschikbaar te stellen.
Naar
verwachting wordt in 2008 de Leerwerkplicht ingevoerd voor jongeren tot 27
jaar. Over dit onderwerp zal tijdig beleid worden geformuleerd.
6.2.3 Schuldsaneringsklanten
Nuggers
die vallen onder de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) kunnen er
door hun bewindvoerder toe aangezet worden om werk te gaan zoeken in het kader
van hun schuldsaneringstraject. Doelstelling ten behoeve van deze categorie
nuggers is het inzetten op het ondersteunen bij het vinden van werk middels
inzet van gemeentelijke re-integratie-instrumenten. Het hebben van betaald werk
biedt het beste perspectief om uit de schulden te raken.
6.2.4 Overige nuggers
Doelstelling
ten aanzien van deze categorie 'overige nuggers' is het vergroten van hun
economische zelfstandigheid door het bieden van ondersteuning bij het vinden
van werk.
6.2.5 Anw-gerechtigden
Een
deel van de Anw-gerechtigden zal een beroep doen op een Wwb-uitkering op het
moment dat zij geen andere bron van inkomsten (zoals werk, een andere
uitkering, vermogen, een nieuwe partner met inkomen) hebben bij het verlopen
van hun Anw-uitkering. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als het jongste kind
van de Anw-gerechtigde 18 jaar wordt. De gemeente heeft er belang bij deze
Anw-gerechtigden tijdig in beeld te krijgen en te ondersteunen zodat zij hun
kansen om toe te treden tot de arbeidsmarkt optimaal kunnen benutten. Het in beeld
krijgen van deze mensen kan sinds mei 2005 via de Stichting Inlichtingenbureau
Gemeenten, waarbij gegevens van nabestaanden kunnen worden opgevraagd. Deze
gegevens zijn ook van belang voor het Delftse armoedebeleid om een beeld te
krijgen van de aantallen Anw-gerechtigden met een laag inkomen.
7. Financiën
Per 1 januari 2002 is de re-integratie-verantwoordelijkheid voor nuggers
opgedragen aan CWI en gemeenten. Het budget ten behoeve van de re-integratie
van nuggers is met deze wijziging meegegaan naar gemeenten en opgenomen in
het Wwb werkbudget. Nuggers krijgen
toegang tot het gehele gemeentelijk re-integratiepalet. De mogelijke extra
kosten die hiermee samenhangen worden meegenomen in het verdeelvoorstel voor
het Wwb-Werk-budget 2008. Er is geen aanvullend budget nodig. Op basis van de
re-integratieverordening kan de gemeente de inzet van instrumenten (mede)
sturen op basis van beschikbare middelen. Hierdoor worden voorzieningen altijd
aangeboden binnen het beschikbare Wwb-Werk-budget.
8. Advies van het Panel Werk en
Inkomen en reactie daarop
8.1 Advies
Datum
Panelvergadering: 24 januari 2008.
Het Panel is van
mening dat in de nota teveel nadruk wordt gelegd op het arbeidsmarktpotentieel
van niet-uitkeringsgerechtigden (de zgn. nuggers). Veel mensen, ook uit deze
doelgroep, zijn actief op het gebied van vrijwilligerswerk en andere
maatschappelijk nuttige activiteiten. Het Panel adviseert dan ook in plaats van
deze eenzijdige nadruk op het arbeidsmarktpotentieel meer de aandacht te
richten op maatschappelijke participatie.
Het
Panel kan instemmen met het voornemen om het gehele palet aan
re-integratie-instrumenten in te zetten voor nuggers, mits dit niet leidt tot
beperking van de mogelijkheden voor uitkeringsgerechtigden.
Het
Panel constateert dat er voor wat betreft de uitvoering sprake is van een
groeimodel. Gedurende het proces zal dit verder ontwikkeld worden. De overigens
goed leesbare nota biedt op dit punt in § 9.3 nog geen helder inzicht
in tijdspad en activiteiten. Het Panel zou graag op de hoogte willen blijven
van de stappen in dit groeiproces.
Het
rendement van dit beleid staat of valt met de behoefte, die op dit moment
onvoldoende bekend is, en de motivatie van de betrokkenen.
Voor
wat betreft punt 7 van het voorstel, het verdeelvoorstel voor het
Wwb-werk-budget 2008, wil het Panel nogmaals benadrukken dat het inzetten van
de instrumenten voor nuggers niet ten koste mag gaan van de mogelijkheden van
uitkeringsgerechtigden.
8.2 Reactie
Het
College is verheugd met de instemming van het Panel, en zal erop toezien dat
het openstellen van het re-integratie-instrumentarium voor nuggers op geen
enkele manier zal leiden tot een beperking van de mogelijkheden van
uitkeringsgerechtigden
We
erkennen dat de nota zich richt op arbeidsparticipatie. Dit is inherent aan de
gehanteerde definitie van nuggers: personen die geen uitkering ontvangen, die
niet werken of minder dan 12 uur per week werken, en wel willen werken
of meer dan 12 uur willen werken.
Daarnaast
onderschrijven we dat veel burgers actief zijn op het gebied van
vrijwilligerswerk en andere maatschappelijk nuttige activiteiten. Voor
ondersteuning daarin kunnen zij een beroep doen op verschillende instrumenten
die vanuit de gemeente worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld vrijwilligersondersteuning
en mantelzorgtraining vanuit volwasseneneducatie (Web-financiering), of sociale
activeringstrajecten binnen het re-integratiepalet.
9. Voorstellen
Gevraagd
wordt in te stemmen met de volgende voorstellen:
1. De visie ten aanzien van nuggers
actualiseren:
·
Inzetten op het aanboren van het arbeidspotentieel van nuggers ten
behoeve van inzet op de arbeidsmarkt;
·
Hiertoe nuggers beleidsmatig gelijkstellen aan Wwb-ers - voor zover de
bestaande contracten en verordening die mogelijkheid bieden en nieuwe
contracten hierop afstemmen - : het gehele palet aan re-integratie-instrumenten
openstellen voor zowel Wwb-ers als nuggers, nuggers in navolging van Wwb-ers
koppelen aan het Werkgeversloket (t.b.v. deelname aan arbeidsmarktprojecten en
gesubsidieerde arbeid), en nuggers de mogelijkheid geven gebruik te maken van
het Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PGB).
Om de visie om te zetten in uitvoering:
2. Conform de hierboven geformuleerde visie de
re-integratieverordening aanpassen.
3. Uitwerken van het implementatieplan ten aanzien van organisatorische inbedding van het herziene nug-beleid binnen de gemeente Delft.
Er wordt uitgegaan van een groeimodel, waarbij in 2008 het
herziene nug-beleid geldt voor de nuggers die vallen in de categorieën inburgeraars, jongeren,
schuldsaneringsklanten en de Anw-gerechtigden. Daarnaast gaat het gelden voor
de ‘overige nuggers’ die zich zelf bij het CWI melden en voor de (groepen)
mensen die we willen bereiken conform de Nota Emancipatie.
Gedurende 2008 wordt onderzocht hoe groot en divers de Delftse
nug-populatie is om zodoende een beeld te verkrijgen van de aantallen nuggers
die we in Delft zouden kunnen verwachten. Aan de hand de uitkomsten van dit
onderzoek wordt er in 2009 een Plan van Aanpak opgesteld. In dit Plan van
Aanpak wordt ook werving en voorlichting meegenomen.
Onderdeel van het implementatieplan is tevens het herijken en intensiveren van de samenwerking tussen gemeente en CWI rondom ondersteuning van nuggers. Hiertoe worden afspraken gemaakt met het CWI (omtrent: aanpassen Ketenjaarplan; CWI informeren over beschikbare gemeentelijke re-integratiepalet; afspraken maken over doorverwijzing, overdracht en terugrapportage; registratie van nuggers).
Het implementatieplan is gereed in het 1e kwartaal
2008.
4. Nuggers scholing bieden, daar waar deze aantoonbaar arbeidsmarktrelevant is. Een nadere uitwerking hiervan in de scholingsnota in 1e kwartaal 2008.
5. Verzuim- en sanctie-beleid voor nuggers inzetten conform de
integrale verzuimaanpak.
6. Nuggers geen eigen bijdrage
vragen voor deelname aan re-integratietrajecten.
7.
Kosten voor herziene nug-beleid meenemen in het verdeelvoorstel voor het
Wwb-Werk-budget 2008.
8.
De visie ter kennisname sturen aan de raad.
[1] In deze
nota worden niet-uitkeringsgerechtigden aangeduid met de term ‘nuggers’,
hierbij aansluitend bij de landelijke terminologie zoals gehanteerd in het
advies van de RWI ‘De drempel over – Advies over het aanboren van onbenut
participatiepotentieel’ (oktober 2007).
[2] “Samen
werken, samen leven” – Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van de
CDA, PvdA en ChristenUnie, 7 februari 2007
[3] “Samen aan
de slag”, Bestuursakkoord Rijk en gemeenten, 4 juni 2007
[4]
“Re-integratie van niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden – Inzet en
effectiviteit van re-integratietrajecten bij nuggers” – SEO Economisch
onderzoek, september 2007
[5] “De
drempel over – Advies over het aanboren van onbenut arbeidspotentieel” – RWI,
oktober 2007
[6] “Aan de
slag met nuggers – Onderzoek naar de dienstverlening van CWI en gemeenten aan
niet-uitkeringsgerechtigden”, Research voor Beleid, juni 2007
[7] Nota
“Re-integratie nieuwe doelgroepen” (kenmerk 02/036803, 28/10/2002)
[8] “Ruimte
zien en ruimte maken”, Coalitieakkoord 2006-2010
[9] Als
uitvoeringsdilemma komt naar voren dat bij de Klantenteams de zorg bestaat dat
nuggers mogelijk Wwb-ers gaan verdringen in de aanpak. Deze zorg is
gebaseerd op het feit dat voor de Wwb-financiering wordt afgerekend op basis
van succesvolle uitstroom uit het traject. Voor een re-integratiebedrijf is
uitstroom gemakkelijker te realiseren in geval van een gemotiveerde nugger dan
in geval van een Wwb-er, en bestaat het risico op verdringing van Wwb-ers door
nuggers.
Naar ons idee is dit een theoretisch probleem en zal het in
de praktijk niet zo’n vaart lopen. Gemotiveerde/succesvolle nuggers hebben WIZ
niet of nauwelijks nodig, die kunnen heel goed op eigen kracht of met een klein
zetje in de rug de arbeidsmarkt betreden.
[10] Integratienota 2008-2011
“Perspectief voor alle Delftenaren” (kenmerk 20346986)