Evaluatie op basis van de
uitkomsten van de GDR sessie van 2 september 2003
In
september 2003 is een achteraf methodisch niet geslaagde evaluatie gehouden.
Toch heeft deze evaluatie een aantal uitkomsten opgeleverd, waaruit mogelijk
lessen zijn te trekken. In
rapport wordt verslag gedaan van deze uitkomsten. |
Delft, juni 2004
Ronald de Groot
raadsgriffier
Inleiding
Op 2 september 2003, ruim een
jaar na de invoering van het dualistisch stelsel op lokaal niveau, is het
politiek bestuurlijk proces en het functioneren van de raad geëvalueerd. Het
doel van deze evaluatie was om een momentopname te krijgen van waar het Delfts
gemeentebestuur staat. Wat gaat goed en wat behoeft verbetering, waar liggen
nog kansen en eventuele irritaties. De evaluatie was voorbereid door een kleine
werkgroep bestaande uit burgemeester Hein van Oorschot, wethouder bestuurlijke
vernieuwing Meine Oosten, de raadsleden Wim Bot van Groenlinks en Jan van de Doel
van Christenunie/SGP, gemeentesecretaris Niek Roos en griffier Ronald de Groot.
De werkgroep heeft op 16 december 2003 de uitkomsten geïnterpreteerd en
gesignaleerd dat er relatief weinig éénduidigs uit te concluderen was. Op een
aantal punten na bestond geen eenduidige of sterk dominante opvatting,
waardering of koers uit de uitkomsten te destilleren. Daarnaast heeft de
werkgroep geconcludeerd dat de methodiek van evaluatie op een aantal essentiële
punten niet voldoende aansloot bij de verwachtingen of belevingswereld van in
ieder geval een deel van de raadsleden. De werkgroep heeft vervolgens
geconcludeerd dat de evaluatie, achteraf, niet heeft voldaan aan het beoogde
doel en derhalve niet geschikt is om legitiem als basis te kunnen dienen voor
het inzetten van een verandertraject op bepaalde onderdelen. Desalniettemin
bevat de evaluatie enkele uitkomsten die wellicht aardig te zijn om nader te
interpreteren, c.q. bij toekomstige evaluaties te gebruiken. Om deze reden is
e.e.a. alsnog vastgelegd.
Dit rapport is dus een
weergave van de evaluatieresultaten. Er zijn op basis van deze resultaten dus
geen nadere conclusies getrokken of aanbevelingen geformuleerd |
Doel van de evaluatie was de
mening peilen over een aantal onderwerpen en door middel van discussie
oplossingsrichtingen verzamelen. Vanwege een eerdere goede ervaring met het
gebruik van digitale hulpmiddelen om tot meningpeiling en consensus te komen is
gekozen voor het gebruik van een Group Decision Room (GDR). De werkgroep heeft
hiertoe contact gelegd met de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de
TU-Delft, omdat deze faculteit over GDR
faciliteiten beschikt en ook knowhow in huis heeft voor begeleiding.
Universitair docent Dr. Jaco Appelman, tevens directeur van de GDR van de
universiteit, heeft de begeleiding vanuit de TU verzorgd. Methodisch
theoretisch is (normaliter) het doel van de evaluatie met toepassing van GDR
zeer goed realiseerbaar.
Qua opzet is er voor gekozen om
onder de groep respondenten (raadsleden en collegeleden) eerst een
meningpeiling rond een 36-tal stellingen te houden, waarbij gescoord kon worden
op een schaal van 5 mogelijkheden, van zeer eens tot zeer oneens. Dit leverde
in de praktische toepassing geen problemen op en heeft geresulteerd in
statistisch geldige en betrouwbare uitkomst. Door een storing in de gebruikte
apparatuur zijn echter wel de uitkomst van 9 stellingen verloren gegaan. Tevens
is het ingegeven onderscheid van lidmaat van college of van raad van de
respondent verloren gegaan, wat het bij bepaalde standaarddeviatie uitkomsten
niet mogelijk maakt om geldige conclusies te trekken.
Vervolgens werden de
respondenten uitgenodigd om via een methode geïnspireerd op de Hegeliaanse
dialectiek: these ßà antithese àà synthese te reageren op stellingen, met als doel om
oplossingsrichtingen voor problemen te verzamelen. Met deze methode reageert
een respondent op een op het eigen beeldscherm verschijnende stelling door
opmerkingen op deze stelling in te tikken. Eerst wordt men geacht om in één zin
het beste argument vóór
een ad random op het scherm
verschijnende stelling te geven; ongeacht de persoonlijke mening over de
stelling. Vervolgens moet men op een andere ad random verschijnende stelling het beste argument contra
geven. Tenslotte moet men op een stelling waar reeds door andere respondenten
een argument voor en een argument tegen is gegeven “een brug te bouwen” die
voor en tegen kan verbinden (de synthese).
Deze bruggen zijn mogelijke
oplossingsrichtingen voor een
problemen. Een stelling fungeert dus louter als richtingbepaler om een these ßàantithese (‘aanjagers’) te ‘krijgen’. De stelling is
dus niet per definitie een bestaand probleem dat met de synthese wordt
opgelost. Dit laatste is niet door alle respondenten voldoende begrepen en
consequent toegepast. Dit heeft tot gevolg dat de uitkomsten de nodige
‘vervuiling’ kent.
Vervolgens is door iedere
deelnemer op basis van de op dialectische methode per stelling verzamelde
verschillende syntheses op een stelling een ‘grootste gemene deler’
geformuleerd. (fast focus methode). In de praktische toepassing wijkt deze
methode sterk af van de voorgaande twee omdat niet adequaat gebruik wordt (of
is) gemaakt van de ter beschikking staande GDR. De wat klassikaal schoolse
sfeer die bij toepassing van deze methodiek ontstond heeft tot irritatie bij de
deelnemers geleid hetgeen ten koste ging van de concentratie. Dit betekent een
negatief effect op de betrouwbaarheid van de uitkomsten.
Voorafgaand aan de sessie met
de Delftse politiek is met een aantal ambtenaren die vanuit hun functie goed
zicht hebben op het functioneren van de Delftse politiek een try-out geweest,
waarbij de methodiek werd beproefd en tevens een soort ‘controle’ informatie
verkregen werd. De fast focus methode is hier niet toegepast, zodat het effect
van de “klassikaal schoolse sfeer” niet van te voren is onderkend.
Ter verwerking zijn aan de
antwoordmogelijkheden zeer eens, eens, neutraal, oneens en zeer oneens, punten
toegekend; waarbij 5 punten zijn toegekend aan zeer eens, 4 aan eens, 3 aan
neutraal, 2 aan oneens en 1 aan zeer oneens. Dit maakte het mogelijk om door
het berekenen van de gemiddelde score op een stelling vast te stellen hoe de
groep respondenten over die stelling gemiddeld dacht en door het berekenen van
de standaarddeviatie de mate van homogeniteit c.q. heterogeniteit vast te stellen.
Er is voor gekozen om indien een gemiddelde 3,50 of hoger óf 2,50 of lager
scoorde dit te beoordelen als een relatief uitgesproken gemiddelde mening voor
of tegen een stelling. Voor wat betreft de interpretatie van de
standaarddeviatie is er voor gekozen om bij een score van 0,79 of lager dit te
beoordelen als een homogene opvatting
over die stelling en als de standaarddeviatie 1,30 of hoger scoorde dit aan te
merken als heterogeen. De keuzes zijn gemaakt om tot ordening te komen.
STELLINGEN |
Respon-denten
groep |
STATISTICS |
||||
%% |
Gemid-delde |
Stan-daard-deviatie |
||||
(zeer) eens |
(zeer)
oneens |
|||||
1 |
De
burger heeft voldoende mogelijkheid tot participatie in de
beleidsvoorbereiding |
Politiek |
50 |
23 |
3,23 |
1,01 |
Ambt. |
58 |
25 |
3,50 |
1,09 |
||
2 |
De
raad heeft voldoende mogelijkheid zich te profileren |
Politiek |
57 |
20 |
3,37 |
1,03 |
Ambt. |
100 |
0 |
4,33 |
0,49 |
||
3 |
Raadsvergaderingen
zijn voor de burger goed te volgen |
Politiek |
7 |
83 |
2,07 |
0,74 |
Ambt. |
8 |
75 |
2,17 |
1,11 |
||
4 |
De
incidenten van het afgelopen anderhalf jaar hebben het aanzien van de raad
als geheel geschaad |
Politiek |
90 |
3 |
4,47 |
0,78 |
Ambt. |
100 |
0 |
4,83 |
0,39 |
||
5 |
De
raad is niet in de burger geïnteresseerd |
Politiek |
17 |
67 |
2,23 |
1,14 |
Ambt. |
8 |
67 |
2,25 |
0,87 |
||
6 |
Door
de nieuwe verhoudingen leert de burger de raad veel beter kennen |
Politiek |
13 |
73 |
2,27 |
0,95 |
Ambt. |
8 |
92 |
1,67 |
0,89 |
||
7 |
De
verslagen van het presidium zijn informatief |
Politiek |
23 |
20 |
3,03 |
0,81 |
Ambt. |
33 |
8 |
3,25 |
0,62 |
||
8 |
De
verslagen van het fractievoorzittersoverleg zijn informatief |
Politiek |
20 |
7 |
3,13 |
0,51 |
Ambt. |
17 |
17 |
2,92 |
0,79 |
||
9 |
In
de raad worden hamerstukken uitvoerig besproken |
Politiek |
67 |
33 |
3,43 |
1,33 |
Ambt. |
67 |
33 |
3,25 |
1,54 |
||
10 |
In
de raad worden belangrijke besluiten er doorheen ‘gejast’ |
Politiek |
27 |
63 |
2,60 |
1,22 |
Ambt. |
50 |
50 |
2,92 |
1,56 |
||
11 |
De
commissievergaderingen zijn rituele dansen |
Politiek |
33 |
60 |
2,63 |
1,16 |
Ambt. |
58 |
42 |
3,08 |
1,38 |
||
12 |
De
kwaliteit van de aangeleverde conceptbesluiten is goed |
Politiek |
50 |
20 |
3,30 |
0,92 |
Ambt. |
83 |
8 |
3,92 |
0,79 |
||
13 |
De
raad neemt heldere kaderstellende besluiten die vervolgens goed
controleerbaar zijn |
Politiek |
20 |
53 |
2,53 |
0,97 |
Ambt. |
33 |
67 |
2,50 |
1,17 |
||
14 |
Er
zijn veel te veel commissies |
Politiek |
17 |
63 |
2,50 |
1,14 |
Ambt. |
42 |
50 |
3,25 |
1,42 |
||
15 |
Er
zijn veel te weinig raadsvergaderingen |
Politiek |
13 |
73 |
2,13 |
0,97 |
Ambt. |
25 |
58 |
2,33 |
1,23 |
||
16 |
Het
college houdt zich aan haar in de wet bemeten speelveld |
Politiek |
43 |
30 |
3,13 |
0,97 |
Ambt. |
67 |
25 |
3,50 |
1,00 |
||
17 |
De
raad heeft de neiging op de stoel van het college te gaan zitten |
Politiek |
53 |
40 |
3,10 |
1,21 |
Ambt. |
83 |
17 |
3,92 |
1,00 |
||
18 |
Raadsleden
maken veel werk van hun controlerende taak |
Politiek |
33 |
50 |
2,73 |
1,05 |
Ambt. |
42 |
50 |
3,00 |
1,13 |
||
19 |
Raadsleden
gebruiken hun controle-instrumenten effectief |
Politiek |
13 |
70 |
2,23 |
0,94 |
Ambt. |
0 |
100 |
2,00 |
0,00 |
||
20 |
De
raad maakt terecht weinig gebruik van haar recht van initiatief |
Politiek |
40 |
50 |
2,90 |
1,24 |
Ambt. |
35 |
58 |
2,58 |
1,38 |
||
21 |
De
raad past haar recht van amendement efficiënt toe |
Politiek |
20 |
47 |
2,73 |
0,78 |
Ambt. |
17 |
50 |
2,58 |
0,90 |
||
22 |
Het
reglement van orde belemmert een goed verloop van de vergaderingen |
Politiek |
17 |
70 |
2,30 |
1,15 |
Ambt. |
8 |
58 |
2,17 |
1,03 |
||
23 |
Het
vergaderprotocol belemmert het debat |
Politiek |
37 |
53 |
2,73 |
1,34 |
Ambt. |
42 |
50 |
2,67 |
1,30 |
||
24 |
Commissievoorzitters
moeten gekozen worden op basis van hun voorzitterskwaliteiten en niet op
basis van hun partij |
Politiek |
87 |
3 |
4,40 |
0,81 |
Ambt. |
92 |
8 |
4,58 |
0,90 |
||
25 |
Het
is puur ritueel om een collegelid voor een agendapunt formeel uit te nodigen |
Politiek |
57 |
43 |
3,23 |
1,38 |
Ambt. |
67 |
25 |
3,83 |
1,27 |
||
26 |
De
raad bindt het college aan handen en voeten |
Politiek |
3 |
90 |
1,97 |
0,72 |
Ambt. |
8 |
83 |
2,17 |
1,03 |
||
27 |
Het
college domineert de raad |
Politiek |
70 |
13 |
3,67 |
0,96 |
Ambt. |
67 |
33 |
3,50 |
1,17 |
Stelling 4:
De incidenten van het
afgelopen anderhalf jaar hebben het aanzien van de raad als geheel geschaad
Stelling 24:
Commissievoorzitters moeten
gekozen worden op basis van hun voorzitterskwaliteiten en niet op basis van hun
partij
Stelling 27:
Het college domineert de raad
Bij de ambtenaren scoorden
deze stellingen ook 3,50 of hoger. Daarnaast scoorden bij de ambtenaren ook
hoger:
Stelling 12:
De kwaliteit van de
aangeleverde conceptbesluiten is goed
Stelling 16:
Stelling 17:
De raad heeft de neiging op
de stoel van het college te gaan zitten
Onder de politieke
respondenten scoorden 2,5 of lager, ofwel hierover is men het gemiddeld genomen
relatief uitgesproken niet eens:
Stelling 3:
Raadsvergaderingen zijn voor
de burger goed te volgen
Stelling 5:
De raad is niet in de burger
geïnteresseerd
Stelling 6:
Door de nieuwe verhoudingen
leert de burger de raad veel beter kennen
Stelling 14:
Er zijn te veel commissies
Stelling 15:
Er zijn veel te weinig
raadsvergaderingen
Stelling 3:
Raadsvergaderingen zijn voor
de burger goed te volgen (2,07)
De incidenten van het afgelopen
anderhalf jaar hebben het aanzien van de raad als geheel geschaad (4,47)
In de raad worden belangrijke
besluiten er doorheen gejast (2,92)
Stelling 11:
De commissievergaderingen
zijn rituele dansen (3,08)
Stelling 14:
Er zijn veel te veel
commissies (3,25)
Stelling 20:
De raad maakt terecht weinig
gebruik van haar recht van initiatief (2,58)
Zoals beschreven in de
paragraaf ‘opzet’, is de uitkomst van de these ßà antithese àà synthese methodiek een
overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen voor een probleem. Er zijn dus
geen meningen of ervaringen geïnventariseerd en de bron (ambtelijk of politiek)
is niet relevant. Het gaat erom om onder de syntheses creatieve invallen te
verzamelen, denkraam doorbrekende inzichten te detecteren of oplossing biedende
juweeltjes op de sporen. In bijlage bij het rapport is het totaal overzicht van
alle syntheses, van ambtenaren en vanuit de politiek, per stelling
(richtingbepaler) onder elkaar gezet. Niet opgenomen zijn de voors en tegens
(aanjagers) per stelling omdat deze geen uitkomst behelzen. De uitkomsten zijn
alleen taalkundig bewerkt.
·
Het heeft voor een
burger geen zin om in te spreken tijdens een commissievergaderingen omdat geen
der partijen zich aangesproken zal voelen
·
Er zijn vele manieren om
de burger te betrekken waaronder ook betere dan het burgerinitiatief, dat is
bijvoorbeeld de burgerraadpleging over concrete onderwerpen. Burgerinitiatief
hoort echter zeker tot een van de manieren om de burger bij de beleidsvorming
te betrekken.
·
Raadsfracties hebben
voldoende middelen en tijd om zich naar de burger toe te profileren maar ze
gunnen zich zelf (uitzonderingen daargelaten) geen tijd.
·
Oplossing ze maken
serieus tijd vrij voor hun hobby, ze moeten er meer zijn als een soort
ombudsman voor burgers.
·
Als raadsleden meer
contacten onderhouden met de maatschappij, geeft dat meer inzicht in problemen
die er leven. Dit maakt het eenvoudiger positie te bepalen en van daaruit
kaders te stellen en het college te controleren.
·
Incidenten zijn niet
erg, maar vertekenen wel. Dus het vraagt van college en raad een heldere
aanpak. Zelfs valt te denken aan afspraken over de manier waarop de raad omgaat
met kennelijke incidenten. Spreek af dat er per fractie maar eentje per jaar
mag worden uitgekauwd.
·
Inhoudelijke incidenten
zijn niet erg, wel als het persoonlijk grievend/kwetsend wordt. Dus inderdaad
sancties met berispingen, onthouding van faciliteiten, etc.
·
De burger is niet zo
geinteresseerd in de nieuwe duale verhoudingen. Het gaat er erom wat er wordt
gepresteerd. {#128}
·
Raad en college,
"working apart topgether", zouden meer samen moeten staan voor deze
prestaties.
·
Het college is wettelijk
verplicht tot het geven van informatie. Zowel gevraagd als ongevraagd. Hierin
structureel tekort schieten is bij een oplettende raad politieke zelfmoord. de
raad heeft veel instrumenten om het college tot informatieverstrekking te
bewegen / te verplichten. Een actieve raad weet deze adequaat toe te passen.
·
de raad en het college
maken bij het begin van een nieuwe raadsperiode goede afspraken over de inhoud
en de wijze waarop informatie wordt verstrekt al dan niet op verzoek van de
raad. Dat vraagt dus om een proactieve raad en dito college.
·
De raad krijgt te veel
informatie, en kan daaruit niet altijd de juiste informatie distilleren.
·
De ambtelijke
organisatie is in eerste instantie loyaal aan de wethouder, die zijn ambtenaren
ook daarop afrekent. Vragen en acties van raadsleden die het proces van de
bestuurder kunnen frustreren zullen daarom niet meer dan nodig worden gesteund.
·
Er moet een vorm bedacht
worden waarin in alternatieven geredeneerd wordt. In die alternatieven moet
besloten liggen wat bepaalde stromingen in de raad vinden en wat zij zouden
willen weten. Tegen de achtergrond van dit geheel poneert het college, of
poneert de verantwoordelijke wethouder zijn stelling en waarom hij dat gelet op
alle feiten en omstandigheden beleidsmatig de beste keuze vindt.
·
RIS vooral niet
afschaffen, maar verbeteren tot niveau van het beste RIS van Nederland. Wel
voor alle digibeten blijven zorgen voor niet digitale informatie.
·
Investeer in het RIS.
Meer informatie en beter toegankelijk voor anderen. Dat kan helpen om de
relatie met de burger te verbeteren.
·
Het RIS gaat pas werken
voor de stad als de politiek meer gaat leven. Dit vereist het inzetten van
'nieuwe', voor Delft onconventionele middelen, zoals stadsdebatten. Een
werkgroep uit raad en organisatie kan hiervoor nieuwe voorstellen ontwikkelen.
·
Bij een sobere en
doelmatige opzet van de archieffunctie van het RIS vallen de kosten mee:
personeelslasten van 0,2 FTE. Uit oogpunt van open samenleving én van
verbeteren functioneren raad wel invoeren. Het beschikbaar hebben van alle
stukken nota's e.d. is heel belangrijk
·
Commissiestukken zijn nu
vaak veel te lang en te gedetailleerd, het is onbegrijpelijk dat de raadsleden
er doorgaans geen moeite mee hebben en het allemaal tot zich te nemen. Voor
kaderstelling en controle is weinig maar effectieve tekst nodig. Achtergrond
informatie kan dan digitaal raadpleegbaar zijn
·
Bepaal als bestuurders
gezamenlijk hoe de commissiestukken eruit zouden moeten zien. Ontwikkel een
training voor beleidsmedewerkers, zodat ze die stukken ook kunnen leveren en
stuur op kwaliteit.
·
De raadsvoorstellen
zouden korter moeten zijn en achterliggende info electronisch beschikbaar
stellen.
·
Niet meer zoeken in wat
er in de papieren voorstellen beschreven staat, maar in de oriëntatie vanuit de
buitenwereld over de voorstellen beslissen
·
De raadsstukken zijn het
slotstuk voor de beslissing. alle achterliggende info moet digitaal beschikbaar
zijn. Raadsstukken behoren kernachtig de conceptbesluiten weer te geven. Liefst
voorzien van alternatieven.
·
Op tweede kamerniveau
beschikken de fracties over wetenschappelijke achtervang en ondersteuning. Men
heeft overstelpend veel eigen informatie, die men in het debat kan gebruiken.
Raadsfracties moeten dus aan achtervang opbouw en beschikbare denktanks werken.
·
Kaderstellen is voor een
groot deel strategie bepalen, men noemt het echter anders. Wat dat betreft is
het een taak van de raad. De strategiediscussie moet wel voorbereid worden door
het college. Geven van richtingsmogelijkheden, alternatieven, voor en nadelen
hiervan om de discussie te stroomlijnen. de discussie vooral in de raad laten
plaatsvinden.
·
Als een commissie
unaniem voor een voorstel is moet de raad niet meer over het voorstel
discussiëren. Want discussies over een voorstel waar in ieder geval de uitkomst
vast staat zijn zinloos en bevestigen alle vooroordelen tegenover de politiek
·
Discussiëren over een
voorstel is iets anders dan stemmen. stemmen moet altijd in de raad, ook al
staat de uitslag (100% voor) vast. Discussie over onderwerpen waar ieder
ongeveer het zelfde over denkt is geen discussie en de schaarse raadstijd moet
hier niet voor gebruikt worden.
·
De kwaliteit van de
besluitvorming is door het dualisme verbeterd. Nu gaan alleen nog de stukken
naar de raad die echt kaderstellende besluitvorming vragen, dat betekent dat er
meer aandacht voor kan zijn. Anderzijds is de besluitvorming van het college
ook echt een besluit van dat college en kan men zich niet meer verschuilen
achter de raad, dat zal ook leiden tot kwaliteitsverbetering, mits de controle
goed is.
·
De kwaliteit van de
besluitvorming zou door het dualisme moeten verbeteren. Met de huidige raad
(alle incidenten) is de kwaliteit niet verbeterd.
·
De raad moet de
programmabegroting vaststellen, evenals bestemmingsplannen of verordeningen.
Dat biedt een toereikend kader. Daar binnen en bij algemene beleidsonderwerpen
waar het college mee komt is er voldoende ruimte voor de raad om zijn
controlerende taak uit te voeren.
·
Het controleren moet ook
worden gefaciliteerd, een soort agenda aan onderwerpen waarop de raad wil
controleren kan handig zijn. Dat hoeft niet alleen begroting en jaarrekening te
zijn, maar ook de voortgang van een essentieel project als bijvoorbeeld de Harnaschpolder.
·
Een deel van de raad wil
zeker veel werk maken van haar controlerende taak. De tijd, de faciliteiten en
de kennis van wat er werkelijk gebeurt is er niet voldoende. Dit behoeft ten
behoeve van de samenleving en een efficiënte overheid verbetering.
·
Luisteren en naar
elkaars standpunten en kijken of men in zijn stellingname opschuift of
wezenlijk verandert. Daarna gewoon stemmen bij meerderheid. Het principiële
komt daardoor op onthutsend eenvoudige wijze in evenwicht met het praktische,
want er volgt een uitkomst.
·
Discussies zijn bedoeld
om elkaar te overtuigen. Dat is de basis van de democratie.
·
Meerderheden worden in
de raad "gemaakt" Discussie moet dus gericht zijn op onderling
overtuigen. de huidige praktijk is anders. Men richt zich tot het college (dat
al een standpunt heeft en dit verdedigd) Deze huidige praktijk is ingebakken in
de vergaderstructuur.
·
De raad moet zich
bezighouden met de hoofdlijnen en de hoofdzaken. Maar in de politieke context
van alledag is het politiek relevante detail (gelukkig) niet weg te denken. Het
speelt zijn eigen onmisbare rol en maakt het politieke debat enerverend, leuk
en interessant. Wat is namelijk het spel, respectievelijk de bedoeling achter
een vraag over een ogenschijnlijk pietluttig detail.
·
Een partij moet zijn
hoofdpunten uit zijn programma pakken en daar zijn politieke pijlen op richten.
dit is zij aan de kiezer verplicht. Nu richt men zich teveel op reageren op
alle onderwerpen die worden aangeleverd.
·
Er moet in
beleidsvoorstellen ruimte zijn voor het noemen van varianten. Bestuurders, in
casu het college, doet daar zelfs verstandig aan. Maar uiteindelijk moet men de
meest overtuigende argumenten aandragen voor het eigen, voorgestane beleid.
·
De raad moet zich breed
laten informeren over veel onderwerpen om goed te kunnen controleren, want om
je controletaak goed uit te kunnen voeren moet je wel weten wat er speelt
·
Door de immense
hoeveelheid tekst moet men wel reageren op details, de hoofdlijn lijkt allang
uit het oog verloren. Meer puntige stukken waaruit die hoofdlijn blijkt zal
vanzelf leiden tot een inhoudelijk betere voorbereiding.
·
Voor raadsleden moet de
kern van de zaak helder zijn, alsmede wat het beleidsvoornemen is. Daarnaast
kan men om politieke redenen het nodig vinden bepaalde details uit een stuk te
halen. Bijvoorbeeld om te adstrueren dat men het er mee eens is, of juist dat
men het hartgrondig oneens is met iets.
·
De strijd tussen
raadsleden is wel nodig en zal mogelijk ook permanent zijn, maar de voorzitter
zou ervoor kunnen zorgen dat die strijd op het juiste moment wordt gevoerd.
Indien blijkt dat het de inhoudelijke besluitvorming belemmert dan dit aspect
even apart zetten om als een verzameling van hangpunten over die
verantwoordelijkheden en bevoegdheden te bespreken.
·
Het college bepaalt in
de praktijk de agenda van de raad, omdat de meeste initiatieven van het college
komen
·
als het college niet
gemakkelijk te bewegen is om een voorstel te maken of onderzoek op een bepaald
terrein te entameren en het raadslid denkt dat de meerderheid van de raad dat
wel wil zou er bv. bij gelegenheid van de programmabegroting bij motie
medewerking van het college afgedwongen moeten worden
·
Het primaat van de raad
om de eigen agenda vast te stellen is onomstreden, maar een goede planning en
goede afspraken tussen raad en commissievoorzitters over deze planning doet
recht aan ieders positie
·
De schriftelijke vragen
die raadsleden stellen zijn meer bedoeld om aan de buitenwereld te laten zien
dat het raadlid of de fractie hiermee scoort (als er geen kranten zouden zijn
zouden er dus minder vragen gesteld worden)
·
Vragen stellen kan zowel
scoren als doel hebben en ook controleren, het is maar de vraag of de
vragensteller dit onderscheid kent, de oplossing is om de controlevragen op
vaste tijdstippen (elke tweede vergadering of zo) in te leveren en een uurtje
"vrij" vragen in te stellen
·
De raadsleden van
niet-collegepartijen proberen te weinig een compromisachtig tegenvoorstel te
formuleren waar een collegepartij wel in mee zou willen gaan
·
Het is niet noodzakelijk
om van commissievergaderingen woordelijke verslagen te krijgen, het gaat om een
heldere formulering van het advies, niet om de woordelijke verslaglegging
·
Het collegebestuur is
collegiaal. Het is dus aan het college om te bepalen wie een onderwerp in de
raad verdedigt
·
Gebruik is dat een
fractie die bij een commissie over een onderwerp niet het woord heeft gevoerd,
dat tijdens de raadsvergadering over dat onderwerp ook niet mag. Dit beperkt de
functie van raadslid zeer en is extra verzwarend voor de kleine fracties, want
die zullen vaker afwezig zijn bij commissievergaderingen
De
fast focus
Na de dialectische fase, die
heeft geleid tot de keur aan uitkomsten, is door de politieke respondenten op
basis van louter de door deze groep geformuleerde syntheses per stelling door
iedere respondent een grootste gemene deler geformuleerd. De uitkomst van deze
fast focus was de navolgende:
2.
De raad moet effectiever werken door duidelijke keuzes te maken
3.
De raad gaat alleen in op incidenten als het een maatschappelijk
inhoudelijk probleem is
4.
De griffie moet gefaciliteerd worden om het RIS op dagelijkse basis te
verbeteren
5.
Er komt een eenduidige stijl in commissie stukken
6.
Er worden selectie criteria ontwikkeld voor welke onderwerpen de raad
behandeld worden
7.
De raad moet visie, doelen en prioriteiten hebben, dan kan college en het
apparaat strategie hebben dan wel
bepalen
8.
De kwaliteit van de informatie bevordert de onderlinge meningvorming
9.
De raad moet aan de griffie doorgeven welke informatie nodig voor
besluitvorming
10.
Ambtenaren worden getraind om heldere en korte(!) nota’s te schrijven
11.
De raad moet summier zijn
12.
Als elk raadslid bekend is met de regels en zich daaraan houdt, zal dat
de besluitvorming ten goede komen
13.
De raad doet er goed aan zich op hoofdlijnen te laten informeren
14.
Raadsleden moeten direct naar het desbetreffende collegelid bellen en
minder naar de ambtenaren wanneer die gekleurde informatie geven
15.
De instrumenten van de raad dienen opnieuw te worden gedefinieerd en op
waarde te worden geschat
16.
De raad moet zijn eigen prioriteiten (kunnen) stellen naast de
belangrijke rol van het college in de agenda stelling
17.
Laat de raad zelf haar agenda bepalen
18.
Keuze varianten voorleggen is zinvol bij het juiste abstractie niveau en
argumentatie bij keuzes
19.
De raad kan in commissie vergaderingen om aanvullende informatie vragen
20.
Afbakening van verantwoordelijkheden moet in de nota ter sprake komen
21.
Goede argumenten zijn een reden om amendementen te steunen ongeacht welke
fractie het amendement heeft ingediend.
22.
Controle kan minder hijgerig en moet gestructureerder
23.
Het RIS moet voort, met aandacht voor doorontwikkeling en haar gebruikers
24.
Als de raad de eigen agenda kan vaststellen kan zij haar
verantwoordelijkheden beter nemen
25.
De raad moet vooral haar achterban vertegenwoordigen en het college
controleren
26.
De griffie(als vertegenwoordiger van het ambtelijk apparaat) moet fors
uitbreiden om raadsleden beter te kunnen ondersteunen
27.
De raad moet kaders stellen en controleren goed definiëren om tijdsbeslag
beter te verdelen tussen raadswerk en contact met burgerij
28.
Raadsleden moeten gebruik kunnen maken van een archieffunctie van het
RIS. Dan komt het RIS beter tot zijn recht
29.
Van te voren moet de raad aan het college bekend maken welke informatie
gewenst is
30.
Individuele raadsleden moeten samen een raadsprogramma maken
31.
Raadsfracties moeten beter samen werken om de kaas niet van het brood te
laten eten door het college
BIJLAGE 1
|
STELLINGEN |
Respon-denten
groep |
Resultaten |
|
||||
zeer
eens |
eens |
neu-traal |
on-eens |
zeer
on-eens |
||||
1 |
De
burger heeft voldoende mogelijkheid tot participatie in de
beleidsvoorbereiding |
1 |
14 |
8 |
5 |
2 |
||
Ambt. |
2 |
5 |
2 |
3 |
0 |
|
||
2 |
De
raad heeft voldoende mogelijkheid zich te profileren |
Politiek |
2 |
15 |
7 |
4 |
2 |
|
Ambt. |
4 |
8 |
0 |
0 |
0 |
|
||
3 |
Raadsvergaderingen
zijn voor de burger goed te volgen |
Politiek |
0 |
2 |
3 |
20 |
5 |
|
Ambt. |
1 |
0 |
2 |
6 |
3 |
|
||
4 |
De
incidenten van het afgelopen anderhalf jaar hebben het aanzien van de raad
als geheel geschaad |
Politiek |
18 |
9 |
2 |
1 |
0 |
|
Ambt. |
10 |
2 |
0 |
0 |
0 |
|
||
5 |
De
raad is niet in de burger geïnteresseerd |
Politiek |
1 |
4 |
5 |
11 |
9 |
|
Ambt. |
0 |
1 |
3 |
6 |
2 |
|
||
6 |
Door
de nieuwe verhoudingen leert de burger de raad veel beter kennen |
Politiek |
0 |
4 |
4 |
15 |
7 |
|
Ambt. |
0 |
1 |
0 |
5 |
6 |
|
||
7 |
De
verslagen van het presidium zijn informatief |
Politiek |
1 |
6 |
17 |
5 |
1 |
|
Ambt. |
0 |
4 |
7 |
1 |
0 |
|
||
8 |
De
verslagen van het fractievoorzittersoverleg zijn informatief |
Politiek |
0 |
6 |
22 |
2 |
0 |
|
Ambt. |
0 |
2 |
8 |
1 |
1 |
|
||
9 |
In
de raad worden hamerstukken uitvoerig besproken |
Politiek |
6 |
14 |
0 |
7 |
3 |
|
Ambt. |
2 |
6 |
0 |
1 |
3 |
|
||
10 |
In
de raad worden belangrijke besluiten er doorheen ‘gejast’ |
Politiek |
3 |
5 |
3 |
15 |
4 |
|
Ambt. |
2 |
4 |
0 |
3 |
3 |
|
||
11 |
De
commissievergaderingen zijn rituele dansen |
Politiek |
1 |
9 |
2 |
14 |
4 |
|
Ambt. |
1 |
6 |
0 |
3 |
2 |
|
||
12 |
De
kwaliteit van de aangeleverde conceptbesluiten is goed |
Politiek |
1 |
14 |
9 |
5 |
1 |
|
Ambt. |
2 |
8 |
1 |
1 |
0 |
|
||
13 |
De
raad neemt heldere kaderstellende be-sluiten die vervolgens goed
controleerbaar zijn |
Politiek |
0 |
6 |
8 |
12 |
4 |
|
Ambt. |
0 |
4 |
0 |
6 |
2 |
|
||
14 |
Er
zijn veel te veel commissies |
Politiek |
3 |
2 |
6 |
15 |
4 |
|
Ambt. |
4 |
1 |
1 |
6 |
0 |
|
||
15 |
Er
zijn veel te weinig raadsvergaderingen |
Politiek |
0 |
4 |
4 |
14 |
8 |
|
Ambt. |
0 |
3 |
2 |
3 |
4 |
|
||
16 |
Het
college houdt zich aan haar in de wet bemeten speelveld |
Politiek |
1 |
12 |
8 |
8 |
1 |
|
Ambt. |
1 |
7 |
1 |
3 |
0 |
|
||
17 |
De
raad heeft de neiging op de stoel van het college te gaan zitten |
Politiek |
2 |
14 |
2 |
9 |
3 |
|
Ambt. |
3 |
7 |
0 |
2 |
0 |
|
||
18 |
Raadsleden
maken veel werk van hun controlerende taak |
Politiek |
0 |
10 |
5 |
12 |
3 |
|
Ambt. |
1 |
4 |
1 |
6 |
0 |
|
||
19 |
Raadsleden
gebruiken hun controle-instrumenten effectief |
Politiek |
0 |
4 |
5 |
15 |
6 |
|
Ambt. |
0 |
0 |
0 |
12 |
0 |
|
||
20 |
De
raad maakt terecht weinig gebruik van haar recht van initiatief |
Politiek |
3 |
9 |
3 |
12 |
3 |
|
Ambt. |
1 |
3 |
1 |
4 |
3 |
|
||
21 |
De
raad past haar recht van amendement efficiënt toe |
Politiek |
0 |
6 |
10 |
14 |
0 |
|
Ambt. |
0 |
2 |
4 |
5 |
1 |
|
||
22 |
Het
reglement van orde belemmert een goed verloop van de vergaderingen |
Politiek |
2 |
3 |
4 |
14 |
7 |
|
Ambt. |
0 |
1 |
4 |
3 |
4 |
|
||
23 |
Het
vergaderprotocol belemmert het debat |
Politiek |
3 |
8 |
3 |
10 |
6 |
|
Ambt. |
0 |
5 |
1 |
3 |
3 |
|
||
24 |
Commissievoorzitters
moeten gekozen worden op basis van hun voorzitterskwaliteiten en niet op
basis van hun partij |
Politiek |
17 |
9 |
3 |
1 |
0 |
|
Ambt. |
9 |
2 |
0 |
1 |
0 |
|
||
25 |
Het
is puur ritueel om een collegelid voor een agendapunt formeel uit te nodigen |
Politiek |
6 |
11 |
0 |
10 |
3 |
|
Ambt. |
5 |
3 |
1 |
3 |
0 |
|
||
26 |
De
raad bindt het college aan handen en voeten |
Politiek |
0 |
1 |
4 |
18 |
7 |
|
Ambt. |
1 |
0 |
1 |
8 |
2 |
|
||
27 |
Het
college domineert de raad |
Politiek |
4 |
17 |
5 |
3 |
1 |
|
Ambt. |
2 |
6 |
0 |
4 |
0 |
|