Hierbij treft u aan de beantwoording van de vragen die de  fractie Stadsbelangen heeft gesteld bij brief d.d. 8 oktober jl. inzake het project Nijehoff van Delftwonen .

 

1.   Is het juist dat de nieuw te bouwen appartementen (gedeeltelijk) al verkocht waren voordat de gemeenteraad een besluit had genomen over het voorbereidingsbesluit?

Antwoord:Volgens onze informatie waren de appartementen inderdaad (deels) verkocht voordat de gemeenteraad een besluit had genomen over het voorbereidingsbesluit. Een bouwer/ontwikkelaar start de verkoop procedure gebruikelijk op voordat een voorbereidingsbesluit genomen is dan wel voordat de gehele bouwvergunningsprocedure is afgerond. Dit gebeurt op eigen risico van de bouwer/ontwikkelaar. Gebruikelijk is dat deze in de koopcontracten dan een ontbindende voorwaarde opneemt ten aanzien van het verkrijgen van de bouwvergunning. Delftwonen heeft naar onze informatie een opschortende voorwaarde opgenomen in de contracten en overigens op gebruikelijke wijze gehandeld (0.a. G.I.W. van toepassing).

 

2.   Zo ja, is dit dan het gevolg van mondelinge afspraken tussen het college en Delftwonen?

Antwoord: Delftwonen heeft het tijdstip van het in verkoop brengen van de appartementen niet kort gesloten met het college of met de ambtenaren. Dit is geheel eigen initiatief geweest van Delftwonen.

 

3.   De gemeenteraad werd verzocht om in augustus jl. akkoord te gaan met het voorbereidingsbesluit. Dit kon niet wachten tot de gemeenteraad van oktober in verband met mogelijke schadeclaims. Aan welke schadeclaims moeten we dan denken?

Antwoord: Delftwonen heeft aangegeven dat er bouwkostenstijgingen door tijdsverlies aan de orde zouden zijn en dat de verkoop onder druk zou komen te staan.  Een en ander brengt dan schade voor Delftwonen met zich mee.

 

 

4.   Volgens onze informatie zou pas met het kappen van de bomen een aanvang mogen worden gemaakt nadat de bouwvergunning is verleend. Is onze informatie hierover juist?

Antwoord: Ja.

 

5.   Zo ja, is het juist dat tegen de voorschriften in al gestart was met het kappen van de bomen op de bedoelde plek? Zo ja, hoe kon dit gebeuren?

Antwoord: Dit is juist geconstateerd. Op het betreffende moment was de kapvergunning wel verleend, maar de bouwvergunning nog niet.  De clausule dat in zo’n geval pas gestart mag worden met kappen als óók de bouwvergunning is verleend, is per abuis over het hoofd gezien. Hier is sprake van een menselijke fout. Zodra dit duidelijk werd, is door ons college de kap onmiddellijk stil gelegd. Na verlening van de bouwvergunning is het kappen voortgezet.

 

6.   Kunt u zich voorstellen dat deze hele gang van zaken leidt tot het onbehaaglijk gevoel bij onze fractie? Vooral waar het gaat om de snelheid van het nemen van besluiten waarmee de raad plotseling werd geconfronteerd?

Antwoord: In uw fractiegevoelens kunnen wij niet treden. Ten aanzien van de snelheid van besluiten waarover u rept, ligt de zaak als volgt: Het is gebruikelijk om een voorbereidingsbesluit, indien nodig, zo laat mogelijk te nemen, gezien de beperkte geldigheidsduur daarvan. In dit geval is echter geen rekening gehouden met de planning van de ontwikkelaar, waardoor het gerede moment van nemen van het voorbereidingsbesluit in het zomerreces van de Raad kwam te vallen. Beter ware geweest dit besluit reeds in de junivergadering te agenderen. Gezien de consequenties van uitstel tot oktober voor zowel de ontwikkelaar als de kopers, werd door de Raad, op voorstel van de voorzitter, besloten tot de bedoelde extra raadsvergadering.

 

7.   Heeft dit project wellicht een relatie met de rol die Delftwonen speelt bij de herstructurering van de Poptahof?

Antwoord: Nee.

 

8.   Wat is thans de status van dit project? Mag hiermee pas verder worden gegaan nadat alle bezwaarschriften zijn afgehandeld?

Antwoord: De gemeente heeft het perceel feitelijk opgeleverd aan Delftwonen. De juridische levering, het passeren van de notariële akte, moet nog plaats vinden. Delftwonen mag civielrechtelijk het perceel al in gebruik nemen en verder bouwrijp maken etc. Dit gebeurt geheel voor risico van Delftwonen.  Bestuursrechtelijk moeten  lopende procedures  in acht genomen worden door Delftwonen. In dit kader is door 2 bezwaarmakers (een echtpaar) om schorsing van de bouwvergunning verzocht.  Dit verzoek is door de voorzieningenrechter van de Rechtbank (sector bestuursrecht) toegewezen. Concreet betekent dit, dat er tot 6 weken na het nemen van de beslissing op het bezwaarschrift tegen de bouwvergunning niet mag worden gebouwd. Eventueel kan de voorzieningenrechter door een belanghebbende verzocht worden om eerdere opheffing van de schorsing. Als Delftwonen er na afloop van de schorsing voor kiest weer verder te gaan met  bouwen, doet zij dit weer voor eigen risico.

 

Wij vertrouwen erop de door u gestelde vragen tot uw tevredenheid te hebben beantwoord.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

 

                                      , burgemeester.

 

 

 

 

                                      , secretaris.