Hierbij onze antwoorden
op de vragen die u stelde in uw brief van 16 november j.l..
1. Wilt u voortaan bovengenoemde halfjaarlijkse circulaire
van de minister en de rapportage over de voortgang van de uitvoering van de
verplichting van de huisvesting van asielzoekers ter kennis brengen aan de
raad?
Antwoord:
Om te beginnen is het goed aan te geven dat deze stukken geen betrekking hebben
op asielzoekers, maar op personen met een verblijfsstatus.
De
betreffende stukken worden reeds door het dagelijks bestuur van het stadsgewest
Haaglanden ter beschikking gesteld aan het algemeen bestuur van het stadsgewest
en zijn daarmee beschikbaar voor de gemeenteraad.
2. Kunt u mij een overzicht doen toekomen van de
taakstelling en het werkelijke aantal door Delft, gemeenten in Haaglanden en in
het Westland opgenomen asielzoekers met een verblijfsvergunning over 2001 tot
en met 2003.
Antwoord:
Als bijlage bij deze brief treft u een rapport aan van het stadsgewest
Haaglanden. De hierin verstrekte overzichten geven cijfers over alle tot nu toe
opgelegde taakstellingen en het werkelijk aantal geplaatsten vanaf 1995 tot
heden.
3.
Wat is bovengenoemde taakstelling voor het eerste halfjaar 2004?
Antwoord:
26 woningen.
4. Gaat u in het vervolg het toelaten van nieuwe
asielzoekers in Delft beperken tot het wettelijke bepaalde aantal? Zo nee
waarom niet? Welk beleid volgt u?
Antwoord.
Voor de beantwoording van deze vraag is een korte terugblik noodzakelijk. Het
rijk legt op basis van de Huisvestingswet aan de gemeente kwantitatieve
taakstellingen op voor de huisvesting van statushouders. De reden hiervoor is
dat in de praktijk bleek dat de statushouders onvoldoende snel zelfstandig een
woning konden vinden. Als gevolg
hiervan werden de asielzoekerscentra overvol en moest het aantal centra worden
uitgebreid.
Halfjaarlijks
wordt door het ministerie van Justitie de omvang van de taakstelling bekend
gemaakt. De taakstelling is afhankelijk van de omvang van de gemeente en het
verwachte aantal te verlenen statussen. In het half jaar moet de taakstelling
volledig zijn waargemaakt.
Mensen
met een verblijfsvergunning kunnen zelfstandig een woning zoeken via de
particuliere of de sociale woningmarkt in de gemeente die zij wensen. De
gemeente Delft met zijn grote voorraad sociale huurwoningen, heeft dan ook
jarenlang meer dan voldaan aan de taakstelling. De instroom viel niet af te
remmen omdat de statushouders via het aanbodmodel zelfstandig als starter op de
woningmarkt een woning vonden.
Met
de wijziging van het aanbodmodel per 1-6-2002, waarbij starters niet langer op
leeftijd maar op reactieduur aan de beurt komen, is de situatie geheel
gewijzigd. Sinds genoemde datum zijn nog maar enkele statushouders geslaagd in
het vinden van woonruimte binnen Delft. De gemeenten in het stadsgewest
Haaglanden hebben een aantal aanvullende maatregelen moeten nemen om aan de
taakstelling te voldoen. Zo geeft Den Haag aan statushouders
voorrangsverklaringen en biedt Rijswijk aan het COA woningen aan. Delft heeft
nog geen maatregelen genomen. De afgelopen jaren zijn er meer statushouders
gehuisvest dan de taakstelling aangaf.
5. Bent u bereid een voorstel uit te werken en aan de raad
voor te leggen zodat de raad voor 2004 beleid kan maken over de kaders van het
huisvesten van asielzoekers waarin tevens ingegaan wordt op de situatie in de
regio Haaglanden en het Westland maar ook op kosten en resultaten van de
inburgeringkosten en de verdeling van wijken/buurten waarin de asielzoekers
gehuisvest worden en waarbij tevens naar het land van herkomst gekeken wordt?
Zo ja, wanneer krijgt de raad dit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Wat betreft de huisvesting van statushouders kan de raad een
voorstel tegemoet zien in het kader van de relatie tussen integratie en wonen.
Naar verwachting zal dit in het voorjaar 2004 worden gepresenteerd.
Ten aanzien van de kosten en de resultaten van inburgering
kunt u de nota Volwasseneducatie 2003 (03/002797), de rapportage prestatieboek
2002 en het prestatieboek 2003 raadplegen. Vanwege de door het kabinet
aangekondigde aanpassingen in het inburgeringbeleid zal de gemeente zich nader
moeten beraden op dat thema. Afhankelijk van het moment waarop het rijk de
voornemens concretiseert, zal het college de raad nader informeren en zo nodig
gespreksnotities/beleidsvoorstellen voorleggen.
Hopende u hiermee voldoende te hebben geļnformeerd,
Hoogachtend,
College
van Burgemeester en Wethouders
Burgemeester
Secretaris