Geachte heer Taebi,

 

In antwoord op de door u ingediende schriftelijke vragen delen wij u het volgende mede:

 

  1. Bent u bekend met het onderzoek. Zo ja, waaraan schrijft u het verschil toe met de meeste andere gemeenten.

 

De gemeente is bekend met het onderzoek. Het Algemeen Dagblad heeft medio maart de gemeente een aantal casussen voorgelegd. Elke gemeente voert daarin haar eigen beleid. De gemeente is niet in staat inhoudelijk de verschillen te beoordelen.

Uit een recente landelijke benchmarck studie (een vergelijkende studie tussen gemeenten) over 2003 naar onder andere het gemeentelijk beleid op het gebied van bijzondere bijstand komt de gemeente Delft juist zeer positief naar voren. Naar verhouding vinden binnen Delft veel meer verstrekkingen bijzondere bijstand plaats dan gemiddeld.

 

  1. Vindt u dat de gemeente voldoende doet om bijstandgerechtigden op deze mogelijkheid te wijzen.

 

Eind 2001 is door de raad een communicatieplan vastgesteld voor het cluster Werk, Inkomen en Zorg WIZ. Communicatie over de bijzondere bijstand maakt hier deel van uit. Sinds die tijd heeft veel communicatie plaatsgevonden, zo is gestart met de Klantenkrant (KWIZ) waar bijzondere bijstand prominent aan de orde komt. Ook de maandelijkse bijsluiters, een korte actuele tekst met informatie voor de klant, zijn een uitwerking van dit plan.

Daarnaast geven de medewerkers van Duit dagelijks voorlichting en uitleg over de mogelijkheden van allerhande inkomensondersteunende maatregelen, waaronder de bijzondere bijstand.

 

Het college is van mening dat men op dit moment voldoende doet om de bijzondere bijstand onder de aandacht te brengen.

 

  1. Kunt u uit het aantal binnengekomen verzoeken afleiden hoeveel procent van de mensen die in aanmerking zouden komen voor bijzondere bijstand daadwerkelijk overgaan tot een aanvraag.

 

De omvang van de doelgroep (huishoudens met een laag inkomen) wordt door het Centrum voor Onderzoek naar de Economie van Lagere Overheden (COELO) geschat op ca. 5.700 huishoudens voor Delft. In 2003 vonden in het kader van de bijzondere bijstand in totaal ca. 7.300 verstrekkingen plaats.

 

Hoeveel van deze mensen besluiten tot het niet indienen van een aanvraag bijzondere bijstand is niet bekend.

 

  1. Kan uit het aantal gehonoreerde aanvragen geconcludeerd worden dat de gemeente al dan niet coulant met de aanvragen omspringt? Zou de gemeentelijke regelgeving teveel beperkingen opleggen?

 

Dit valt niet af te leiden uit het aantal gehonoreerde aanvragen. De gemeente is van mening dat de aanvragen zo coulant mogelijk, binnen de mogelijkheden van wet en regelgeving, worden beoordeeld. De gemeente voert daartoe een krachtig armoedebeleid.

De gemeentelijke regelgeving legt geen verdere beperkingen op, anders dan die ter vaststelling van het inkomen, de noodzaak en een mogelijke aanspraak op een voorliggende voorziening.

 

5.      Welke gevolgen denkt u dat de vermindering van de sociale reserve zal hebben op de bijzondere bijstand in de toekomst?

 

Vooralsnog zijn er geen besluiten genomen over de sociale reserve die gevolgen hebben voor het toekomstige budget voor de bijzondere bijstand. De door u veronderstelde relatie is derhalve niet aan de orde.

 

 

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,