Op de door u, namens de CDA-fractie gestelde vragen, kunnen wij u het volgende antwoorden:
Antwoord: De stand van zaken per eind oktober is nog niet bekend. Aan het eind van het derde kwartaal (1 oktober) bedraagt het totaal aantal klanten 3133. De stijging heeft zich dus niet doorgezet. In tegendeel, er is inmiddels weer sprake van een daling.
Antwoord: Regelmatig wordt bekeken of er sprake is van bijzondere oorzaken van stijgingen of dalingen in het klantenbestand. Als er een uitsplitsing wordt gemaakt van het bestand naar de reden van bijstandsafhankelijkheid, de leeftijd van de klant, de gemiddelde duur van de uitkering, de fasering of de nationaliteit dan blijken deze procentueel niet of nauwelijks af te wijken van de gegevens een jaar eerder. Behoudens de huidige economische situatie van ons land zijn er geen bijzondere redenen aan te wijzen voor de stijging gedurende de eerste twee kwartalen.
Antwoord: het uitkeringssysteem van Werk, Inkomen en Zorg bevat geen informatie betreffende de eventuele vorige woonplaats van een betrokkene. De gemeentelijke basisadministratie bevat anderzijds geen informatie betreffende de aard van het inkomen van de betrokkene. Deze vraag kan derhalve niet zonder nader onderzoek beantwoord worden.
Antwoord: Voor 96 personen geldt dat in het kader van een reïntegratietraject zijn uitgestroomd naar betaalde arbeid. Tevens zijn nog eens 67 personen geplaatst in de zgn. nazorgtrajecten.
Antwoord: Zoals uit de beantwoording van de eerste vraag blijkt is de stijging inmiddels omgezet in een daling. De aanpak van het college is vastgelegd in het beleidsplan Werk en Inkomen 2004 – 2007 dat in januari 2004 door de gemeenteraad is vastgesteld.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
,
burgemeester.
, secretaris