Geachte heer Van den Doel en mevrouw De Jong,

 

In antwoord op uw vragen delen wij u het volgende mede.

 

1.       Is het convenant Bijzondere Aandacht Woonproblematiek in Delft nog steeds van kracht en wordt het convenant nageleefd?

 

Ja, het convenant is nog steeds van kracht en wordt nageleefd. Het is echter wel noodzakelijk gebleken een aantal nadere afspraken te maken. Een aantal vragen gaf daartoe nader aanleiding. Ten eerste bleek een aantal gezinnen niet tot betalen van huur(achterstand) bereid met verwijzing naar de afspraak dat gezinnen met kinderen toch niet worden uitgezet. Ten tweede moest beter beschreven worden op welk moment de zorgregelaar daadwerkelijk in contact moet treden met cliënten. Ten derde moest het ondersteunende inkomensinstrumentarium versterkt worden. Binnenkort wil het college met betrekking tot deze punten een aanvullend convenant ondertekenen met betrokken partijen.

 

2.       Zo ja, hoe kan het dat steeds meer signalen over woninguitzetting door deurwaarders ons bereiken, ook uitzettingen van gezinnen met jonge kinderen en gezinnen met psychische problemen, zonder dat deze mensen hulp krijgen van de zorgregelaar?

 

Het is onmiskenbaar dat het aantal mensen met huurschulden stijgt. Dit is te wijten aan maatschappelijke ontwikkelingen, waardoor mensen een steeds groter gedeelte van hun inkomen kwijt zijn aan vaste lasten. Dit geldt dus ook voor gezinnen met kinderen. Vooral gezinnen met een laag inkomen dreigen daardoor in de problemen te komen.

 

Met de corporaties is de afspraak gemaakt dat alle gezinnen worden aangemeld bij de zorgregelaar. Als er bij de gezinnen sprake is van een bijkomende problematiek zoals psychosociale, psychiatrische of verslavingsproblemen krijgt het gezin een Laatste Kans Overeenkomst van de zorgregelaar. Die zorgt dan dat het gezin begeleiding krijgt van hulpverlenende instanties en meldt het gezin aan bij de Budgetwinkel voor schuldsanering.

 

Indien bij het gezin geen sprake is van een bijkomende problematiek kan het gezin worden uitgezet maar is er direct een andere woning aanwezig waar het gezin heen kan gaan. Deze woning wordt van de corporatie gehuurd door de Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) die de woning ter beschikking stelt aan het gezin. De SMO zorgt dan voor de verdere begeleiding en schuldsanering. Na 1 tot 3 jaar krijgt het gezin een Laatste Kans Overeenkomst of een regulier huurcontract.

Er kunnen alleen gezinnen met kinderen op straat komen als zij zelf dit aanbod of behandeling weigeren.

Blijft overigens staan het aanbod die concrete situaties waarin niet aan deze afspraken lijkt te worden voldaan in te brengen bij het college.

 

3.       Hoeveel zorgbemiddelaars zijn er in Delft?

 

1 fte.

 

4.       Is dat aantal voldoende voor Delft?

 

Momenteel heeft de zorgregelaar het druk maar er zijn nog geen signalen ontvangen dat de werkdruk te hoog is.

 

5.       Als het aantal onvoldoende is, wat gaat het college hieraan doen?

 

Zie hiervoor vraag 4.

 

6.       Waarom voert het CWI zijn bemiddelende taak niet op adequate wijze uit, en dragen ze bijvoorbeeld mensen op om dagelijks uitzendbureaus te bezoeken? Er lijkt geen sprake van een bemiddelende rol.

 

Het CWI gebruikt een aantal instrumenten om de bij het CWI geregistreerde werklozen naar werk te bemiddelen:

·         regelmatig bemiddelingsgesprekken op het CWI waarbij werkzoekenden tips krijgen over  wijze van solliciteren 

·         schriftelijke informatie over alle landelijke internetwebsites m.b.t. vacatures  

·         hulp bij opstellen van sollicitatiebrieven en curriculum vitae (workshops)

·         aanbieden zoekfaciliteiten zoals vacaturemappen, klant-pc’s op het CWI

·         toesturen van geschikte vacatures door het CWI aan werkzoekenden

·         het actief werven (bemiddelingsteam CWI) bij werkgevers in de regio voor vacatures

·         het matchen van geschikte kandidaten op openstaande vacatures aangemeld bij het CWI

·         actieve contacten en bemiddelingsrol CWI tussen werkgever en werkzoekenden (b.v. regelen sollicitatiegesprek)

·         de werkzoekenden wijzen op mogelijkheden zoals inschrijving uitzendbureau, detacheringbureaus.

·         het individueel volgen werkloze door case-manager CWI m.b.t. ondernomen acties om aan het werk te komen  

 

Het CWI verwacht van de werkzoekende een actieve houding ten aanzien van het vinden van werk en de klant niet afhankelijk is/wordt van een uitkering.

Het regelmatig bezoeken van uitzendbureaus is een vorm van actief zoeken naar betaald werk om zo weer aan de arbeidsmarkt deel te nemen.

 

7.       Is de wijze van honorering van het CWI door de gemeente Delft de reden dat Delftenaren afgehouden worden van een uitkering, ook als ze daar recht op hebben? Hoe minder mensen naar de bijstand, hoe hoger de beloning!

 

Het CWI is een onafhankelijke organisatie met als overheidstaak om werklozen te helpen en te bemiddelen naar de arbeidsmarkt en daar waar nodig de werkloze te ondersteunen met een dienstverleningspakket. Tussen het CWI en gemeente Delft is alleen sprake van een samenwerkingsverband (ketenpartner) als het gaat om zoveel mogelijk werklozen (gezamenlijke inspanning) aan werk en uit een uitkeringssituatie te helpen.

De gemeente Delft hanteert op geen enkele wijze een beloningssysteem naar het CWI toe in het afhouden dan wel niet innemen van aanvragen Wwb-uitkering.

Het CWI heeft wel als taak om als poortwachter “streng aan de poort” te zijn en te bezien of een cliënt uit de uitkering kan blijven door alsnog werk te vinden.

 

8.       Hoe komt het dat mensen met wisselende inkomsten ( de ene maand wel, de andere maand niet) geen intake-gesprek kunnen krijgen, waardoor deze mensen geen uitzicht hebben op een vangnet, zodat ze op tijd hun huur kunnen betalen?

 

Naar aanleiding van (dreigende) huisuitzettingen kan het volgende opgemerkt worden:

 

Wanneer een klant bij het CWI komt en er dreigt een huisuitzetting dan wordt er standaard direct een gesprek met de klant aangegaan. Als er geen of onvoldoende inkomen blijkt te zijn wordt er met de medewerker op het CWI (brugwachter gemeente-CWI) van de sector Werk, Inkomen en Zorg een spoedafspraak voor het innemen van een Wwb-aanvraag gemaakt. De brugwachter zorgt er voor dat afspraak en aanvraag binnen 2 dagen geregeld zijn en de aanvraag onmiddellijk aan WIZ overgedragen worden.

 

9.       Hoe worden mensen met bijvoorbeeld vijf maanden werk en zeven maanden te geringe of geen inkomsten binnen het huidige uitkeringsstelsel geholpen? (Gaan werken lijkt te worden gestraft en thuiszitten lijkt te worden beloond.)

 

Als er sprake is van wisselende inkomsten wordt door de CWI medewerker doorgaans verwezen naar de Brugwachter van de gemeente (werkzaam op het CWI). Deze is in staat te bepalen of er inderdaad sprake is wisselende inkomsten met periodes waarin men onder het normbedrag komt. In deze gevallen kan men een aanvraag indienen voor een aanvullende Wwb uitkering. In de praktijk blijkt vaak dat de Brugwachter moet constateren dat gegevens omtrent het inkomen ontbreken bij de melding of dat er een onjuiste voorstelling is van het inkomensbegrip volgens de Wwb.

 

 

10.   Wat doet het college eraan om voor de hierboven genoemde gevallen een oplossing te bieden?

 

Indien sprake is van een zgn. 'draaideurklant' bestaat de mogelijkheid het beëindigen van de uitkering maximaal zes maanden aan te houden indien er sprake is van inkomsten boven de norm. Het dient dan kenbaar gemaakt en aannemelijk te zijn dat het tijdelijke inkomsten boven de norm bv. vanwege seizoensarbeid betreft. In deze gevallen bestaat dus de mogelijkheid de betaling te blokkeren en later, onder verrekening van de inkomsten, weer te hervatten.

 

 

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

 

                                                                       , burgemeester

 

 

 

                                                                       , secretaris