Naar aanleiding van uw schriftelijke vragen dd. 16 maart 2005 over de herstructurering Bomenwijk, stuur ik u de volgende antwoorden toe.

 

Differentiatie

Vraag: Kunt u aangeven of bovenstaande percentages en aantallen kloppen?

(In inleiding brief wordt o.a. gesteld dat huidige percentage sociale huur 90 % is; dat na de aanpak dit ca. 40% zal zijn; dat het woningaantal afneemt van 635 naar ca. 420 woningen).

 

Antwoord: Deze cijfers kloppen.

Gemeente Delft en Vestia Delft zijn de volgende differentiatie overgekomen;

-          sociale huur 40 %

-          sociale koop 15 %

-          markt (koop en huur) 45 %.

Het percentage ‘bereikbare voorraad’ wordt hiermee 55%. In de Intentieovereenkomst Herstructurering Bomenwijk (april 2004) zijn deze verhoudingen, die het eindbeeld weergeven van de aanpak, vastgelegd.

 

Het absolute aantal te realiseren woningen is afhankelijk van strategische keuzen die worden gemaakt;

-          het aanleggen van water aan de Tweemolentjeskade

-          realiseren woongebouw langs de A13

-          woongebouw op locatie huidige partycentrum.

Het genoemde aantal van 420 woningen is een minimum. Afhankelijk van bovenstaande keuzes kan dit aantal nog toenemen tot maximaal 570 woningen.

 

Inkomstensituatie

Vraag: ‘Kunt  u aangeven hoeveel procent van de huidige bewoners in de Bomenwijk huursubsidie ontvangen en welk percentage daarbinnen een inkomen heeft rond bijstandsniveau?’

 

Antwoord: Op privacygronden beschikken noch Gemeente Delft noch Vestia over gedetailleerde inkomstengegevens van huishoudens in Bomenwijk. Alleen CBS-gegevens staan ter beschikking, die zijn gebaseerd zijn op informatie van de belastingsdienst van enkele jaren geleden en beslaan de gehele Vrijenban, waarvan Bomenwijk deel uit maakt.

 

Naar schatting van VESTIA Delft ontvangt ca. 30 % van de huidige bewoners in Bomenwijk Individuele Huursubsidie (alle inkomens tot 140% minimumloon hebben hierop recht); Omdat VROM de uitvoering van de IHS verzorgt liggen precieze cijfers hieromtrent ook daar.

 

Volgens gegevens van gemeentelijke afdeling Werk, Inkomen en Zorg (voorheen Sociale Dienst) ontvangen circa 90 huishoudens in de Bomenwijk een zogenaamde bijstanduitkering, wat ofwel een volledige ofwel een aanvullende uitkering op een andere bijdrage kan betreffen. Dit aantal van 90 huishoudens is een onvolledig beeld, omdat huishoudens een vergelijkbaar aan bijstandsniveau inkomen kunnen hebben, echter gebaseerd op andere bronnen; AOW, pensioenuitkering, WAO, inkomen uit arbeid, Werkloosheidsuitkering, WIWO, etc. Ook hierover ontbreken bij partijen de precieze cijfers.

 

Terugkeerverlangen bij zittende bewoners

Vraag: Heeft u enig duidelijkheid over hoeveel procent van de huidige bewoners willen terugkeren naar de wijk nadat de herstructurering heeft plaatsgevonden?

 

Antwoord: Het terugkeerverlangen bij bewoners van de Bomenwijk is feitelijk (nog) niet onderzocht. De opmerkingen die bewoners hierover in gesprekken maken, zijn afhankelijk van waar en hoe men woont. Logischerwijs zijn bewoners van eengezinswoningen meer tevreden over hun woonsituatie dan die in de portieketagewoningen. Die laatste geven vaker aan te willen verhuizen naar een andere plek. Bewoners van de eengezinswoningen geven vaak aan of helemaal niet weg te willen en/of  het liefst terug te keren naar de buurt.

 

Sparen huidige goedkope voorraad

Vraag: ‘Is Vestia voornemens om een gedeelte van de huidige goedkope voorraad in de Bomenwijk te sparen?’

 

Antwoord: VESTIA heeft in de planvoorbereiding onderzocht in hoeverre de duplex- en portieketage-woningen geschikt zijn voor renovatie en dus voor behoud. Hieruit kwam naar voren dat de woningen niet meer (zullen) voldoen aan woonwensen van toekomstige bewoners. De technische conditie van de woningen is zodanig dat renovatie niet lonend is; de termijn waarvoor woningen op de markt komen, is tekort om investeringen terug te verdienen.

De Bewonerswerkgroep was zeer kritisch over dit onderzoek en hierom is  in opdracht van de bewonerswerkgroep door een onderzoeksbedrijf een ‘second opinion’ op het eerdere VESTIA-onderzoek gedaan. Uitkomst van dit onafhankelijke onderzoek is dat sterk wordt ontraden de betreffende woningen te behouden. De kosten van renovatie vallen, indien een fatsoenlijk woonproduct wordt nagestreefd, dermate hoog uit dat voor een fractie hogere investering nieuwbouw mogelijk is.

 

Om aan de bewoners-vraag tegemoet te komen, wordt door VESTIA Delft toch onderzocht op welke wijze een aantal duplex- en portiekwoningen aan de WILGENLAAN kunnen worden behouden.

 

 

Wij hopen uw vragen afdoende te hebben beantwoord.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

 

                                               , burgemeester

 

                                              

                                               , secretaris.