Op de door u, namens de CDA-fractie gestelde vragen, kunnen wij u het volgende antwoorden:

 

  1. Bent u bekend met de situaties die het Interkerkelijke Sociaal Fonds in de brief van 11 april beschrijft.

 

Het feit dat personen die via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) een aanvraag hebben ingediend bij het Uitvoeringsorgaan Werknemers-verzekeringen (UWV) geen voorschot ontvangen van het UWV en zich wenden tot het Interkerkelijk Sociaal Fonds (ISF) is bekend bij de gemeente. In de brief van het ISF wordt gesproken over drie gevallen gedurende de laatste drie maanden waarin men in samenwerking met de Voedselbank hulp heeft geboden. In de brief worden echter niet de naam e.d. van de betreffende personen genoemd, zodat niet te achterhalen is of de betrokkenen zich eerst hebben gewend tot de gemeente. Op grond hiervan kan het college niet beoordelen of zij ter overbrugging bij de gemeente een voorschot hebben aangevraagd en op welke gronden dit mogelijk is afgewezen.

 

  1. Welke acties heeft de gemeente sinds februari 2005 samen met het UWV ondernomen

 

In een bestuurlijk overleg dat heeft plaatsgevonden in januari 2005 zijn afspraken gemaakt om mogelijke problemen op ambtelijk niveau op te lossen. Zo is de afspraak gemaakt dat een van de vakteamhoofden, en de medewerker van WIZ bij het CWI (de zgn. brugwachter), middels een direct telefoonnummer met de verantwoordelijke medewerker bij het UWV, concrete situaties direct kunnen bespreken. Door deze directe contacten kan eenvoudig worden vastgesteld of er een voorschot kan worden verstrekt, dan wel waarom een dergelijk verzoek is afgewezen.

 

Klanten die problemen ondervinden met het UWV kunnen contact opnemen met de brugwachter. Deze problemen kunnen betrekking hebben op de voorschotverlening, maar ook op de langdurige afhandeling van de aanvraag en de redenen van afwijzing of opschorting. In overleg met de klant wordt dan geïnventariseerd wat de oorzaak van de problemen is. Eventueel kan de brugwachter direct telefonisch contact opnemen met het UWV.

 

Gedurende de eerste 4 maanden van 2005 heeft de brugwachter zes keer contact op moeten nemen met het UWV. In ca. de helft van de gevallen lag de oorzaak bij de klant (nog in te leveren informatie, niet ingevulde werkbriefjes etc). In twee gevallen lag de oorzaak bij de voormalig werkgever die nalatig was in het verstrekken van de noodzakelijke gegevens. In een geval was er sprake van een misverstand bij de klant. Mocht blijken dat de problemen niet op korte termijn kunnen worden opgelost wordt bezien of een voorschot moet worden verstrekt, of in uitzonderlijke situaties ter overbrugging een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand (WWB) moet worden toegekend.

 

De werkwijze met de binnen het CWI gepositioneerde medewerker van de gemeente moet de tijd krijgen om zich te bewijzen. Aan het eind van dit jaar zullen de resultaten hiervan bekend worden. Daar waar nodig zullen in het beleidsplan 2006 nadere voorstellen  worden gedaan.

 

Daarnaast wordt periodiek overleg gevoerd met het CWI en het UWV in het Regionaal Ketenoverleg (REKO). De geschetste problematiek is niet uniek voor Delft, en komt daar dan ook aan de orde.

 

  1. Welke afspraken heeft de gemeente met het UWV gemaakt?

 

Essentie van de afspraak die is gemaakt met het UWV is dat zij binnen hun mogelijkheden een voorschot verstrekken, en in die situaties dat (nog) geen voorschot wordt verstrekt, de gemeente middels de ‘brugwachter’ direct contact kan opnemen om de achtergronden van de situatie te achterhalen, en eventueel te bemiddelen.

In die gevallen waarin het UWV besluit geen voorschot te  verstrekken wordt de klant gewezen op mogelijkheid een voorschot aan te vragen bij de gemeente. Als de klant hiertoe een aanvraag doet beziet de gemeente of zij een voorschot kan verstrekken. Indien de gemeente hiertoe besluit wordt  door de betrokkene een cessie ondertekend, zodat een voorschot direct verrekend kan worden.

 

De voorschotverlening door het UWV is aan strakke regels gebonden, en gaat niet verder dan het “ledigen van broodnood”. In zijn voorschotver-lening houdt het UWV geen rekening met betalingsachterstanden of andere verplichtingen.

 

  1. Kent u de afspraken die de gemeente Rotterdam met het UWV heeft gemaakt? Bent U bereid tot dergelijke afspraken te komen?

 

Het college is op de hoogte van de afspraken die door de gemeente Rotterdam zijn gemaakt met het UWV. Dit wijkt  niet af van de Delftse situatie. In Rotterdam verstrekt het UWV, net als in Delft, op verzoek van de klant, een voorschot na de wettelijke periode van 4 weken, mits tenminste globaal vast staat dat er recht bestaat op een uitkering.

Is dit recht (nog) niet vast te stellen of zijn er twijfels over het recht op uitkering, dan wordt de klant verwezen naar de gemeente. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ontbrekende informatie, bewust verkeerde informatie of in het geval van een niet onvrijwillige werkloosheid.

 

Het kan echter niet zo zijn dat de gemeente in alle gevallen een voorschot verstrekt, omdat op deze wijze voorbij wordt gegaan aan mogelijk verwijtbaar gedrag van de klant. Immers, een door het UWV opgelegde verlaging of weigering van de uitkering kan niet zonder meer door de gemeente ongedaan worden gemaakt door het verstrekken van een voorschot of uitkering

Indien geen rekening wordt gehouden met het oordeel van het UWV kan dit betekenen dat ten onrechte een voorschot wordt verstrekt, welke uiteindelijk door de betrokkene aan de gemeente moet worden terugbetaald.

Bovendien betekent het zonder meer verstrekken van voorschotten een aanzienlijke administratieve belasting voor de gemeente.

 

Samenvattend:

 

De gemeente Delft hanteert dezelfde werkwijze als Rotterdam. Daar waar noodzakelijk (en mogelijk) verstrekt de gemeente altijd een voorschot, waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden, en het waarom van de afwijzing om een voorschot door het UWV.

 

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk                   ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                  ,secretaris.