In
antwoord op uw vragen delen wij u het volgende mee.
Vraag
1
Herkent
u de problematiek rond de OZB-heffing van sportverenigingen zoals beschreven in
de brief van 12 juni 2005?
Antwoord:
Het
college herkent deze problematiek niet.
De
herwaardering 2005 -in het kader van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)-
van meer dan 125 sport- en recreatieve objecten is in Delft voorspoedig verlopen en heeft bij de
Delftse sportverenigingen en –clubs nauwelijks reacties
opgeroepen.
Uit
navraag bij het vakteam Belastingen blijkt dat er slechts zeven bezwaarschriften
tegen de (hoogte van) de WOZ-waarde zijn ingediend.
De
waardeontwikkeling zoals door u geschetst komt niet overeen met de algemene
tendens. De waardeontwikkeling van sportcomplexen, clubhuizen, sportterreinen
etcetera (plusminus 10 %) is achtergebleven bij de waardeontwikkeling van
niet-woningen in het algemeen (plusminus 15%).
Dit
betekent, dat de aanslag OZB 2005 voor veel sportverenigingen juist gunstiger
zal uitvallen.
De
grondwaarde, die bij het waarderen van sportcomplexen in het kader van de wet
WOZ wordt gebruikt, is afkomstig uit de grondkostennota. Dit is geen fictieve
waarde, maar een door de gemeente vastgestelde waardevoet die voor ieder perceel
grond op dezelfde wijze wordt gehanteerd.
Vraag
2
Bent
u bereid om de betreffende sportverenigingen te compenseren voor de onevenredige
toename van lastenverzwaring als gevolg van de veel hogere taxatie van de grond
voor de OZB ?
Het
college ziet geen aanleiding om de betreffende sportverenigingen te compenseren.
Wij
wijzen erop, dat de waardevaststelling van het in uw brief genoemde complex
onderwerp van een bezwaarprocedure is. De taxatie wordt aan een ambtelijke
heroverweging onderworpen en de mogelijkheid bestaat dat de waarde alsnog wordt
bijgesteld.
Het
is niet aan het college om, vooruitlopend op de uitkomst daarvan, maatregelen te
overwegen die verband houden met deze waarde.
Hoogachtend,
Burgemeester
en Wethouders van Delft,
,burgemeester.
,secretaris.