In antwoord op uw vragen delen wij u het volgende mee.

 

Vraag 1

Op welke wijze wordt de OZB-aanslag voor het gebruikersdeel opgelegd aan bewoners van studentenhuizen (onzelfstandige woonruimte) die niet van DUWO zijn? Hoe wordt bepaald aan wie de aanslag wordt opgelegd?

 

Antwoord

Uw vraag gaat uit van een onjuiste veronderstelling.

 

De OZB-aanslag voor het gebruikersdeel wordt, in het geval van onzelfstandige woonruimte, in het geheel niet opgelegd aan de bewoners.

De aanslag komt ten name van degene die de woonruimte in gebruik heeft gegeven, zoals voorgeschreven in artikel 220b van de Gemeentewet.

In de meeste gevallen is dit de eigenaar/verhuurder, in sommige gevallen de beheerder/verhuurder.

 

Indien abusievelijk een gebruikersaanslag OZB aan een huurder van onzelfstandige woonruimte wordt opgelegd, zal deze met succes bezwaar kunnen maken. De aanslag wordt dan vernietigd en aan de verhuurder opgelegd.

 

De aanslagen voor het rioolafvoerrecht en de afvalstoffenheffing daarentegen worden, conform de door de VNG geadviseerde beleidsregels, opgelegd achtereenvolgens aan:

 

Vraag 2

Vindt u het redelijk dat de gehele aanslag aan slechts één van de bewoners wordt opgelegd, terwijl alle bewoners dezelfde huurderpositie hebben?

Antwoord

De gemeentewet biedt de mogelijkheid om een belastingaanslag waarvoor meerdere personen belastingplichtig zijn, op te leggen aan één van hen. Deze bevoegdheid strekt ertoe om een doelmatig en efficiënt beleid mogelijk te maken voor het opleggen en invorderen van aanslagen.

Daarnaast kent de gemeentewet ieder van de belastingplichtigen dezelfde rechtspositie toe voor wat betreft de mogelijkheid van bezwaar en beroep.

 

Het college is dan ook van mening dat de wijze waarop in de gemeente Delft belasting wordt geheven van bewoners van onzelfstandige woonruimte, niet onredelijk is.

 

Vraag 3

Wat is de juridische titel om de aanslag naar evenredigheid op de medebewoners te verhalen?

 

Antwoord

Artikel 253 derde lid Gemeentewet.

 

Vraag 4

Waarom wordt de regeling die met DUWO wordt gehanteerd, niet toegepast bij andere verhuurders van studentenhuizen?

 

Antwoord

De regeling (convenant) met studentenhuisvester DUWO is op haar eigen verzoek en met haar medewerking tot stand gekomen.

Ofschoon de regeling tot voorbeeld kan dienen voor andere verhuurders, ligt het initiatief bij de verhuurder; er is dus geen sprake van een regeling die kan worden opgelegd of toegepast door de gemeente.

 

Vraag 5

Is het college bereid de regeling die met DUWO wordt gehanteerd, ook op andere woningen met kamerhuur toe te passen?

 

Antwoord

Zoals in het antwoord op de vorige vraag vermeld, ligt het initiatief in deze niet bij de gemeente.

 

De bevoegdheid tot het aangaan van fiscale regelingen berust niet bij het college van Burgemeester en Wethouders, maar bij het Hoofd Belastingen. Deze heeft met enkele andere Delftse kamerverhuurders eenzelfde regeling getroffen of gaat deze binnenkort treffen.

Overigens blijkt niet iedere verhuurder genegen om onder de daarvoor geldende voorwaarden een convenant met de gemeente aan te gaan.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

                                                                       ,Burgemeester

 

 

                                                                       ,Secretaris