Met een brief de dato 15 juni 2005 (bij ons ontvangen op 16 juni) stelde u  diverse vragen met betrekking tot incidenten bij DSM Gist te Delft.

 

Met betrekking tot deze vragen merken wij het volgende op.

 

 

  1. “DSM Delft is verplicht, volgens de Wet Milieubeheer, alle incidenten en ongewone voorvallen te melden bij de provincie Zuid Holland. Is de betreffende milieuambtenaar van uw vakteam Milieutoezicht op de hoogte gesteld van deze recente lekkage? Zo niet, wat is hier de reden voor?”

 

Het vakteam milieutoezicht wordt niet per direct op de hoogte gebracht van incidenten bij DSM Gist. Dit is dus ook niet gebeurd bij het recente incident. De reden hiervoor is dat de provincie Zuid-Holland bij DSM Gist het bevoegd gezag is in het kader van de Wet Milieubeheer. Het is dus de taak van de provincie om toe te zien of de regels van de Wet Milieubeheer worden nageleefd. De gemeente Delft heeft hierin geen rol. Overigens is het wel zo dat bij het vakteam milieutoezicht afschriften van (jaar)rapportages van DSM worden ontvangen alsmede afschriften van (handhavings) correspondentie van de provincie Zuid-Holland gericht aan DSM Gist.

 

  1. “Hoe is het mogelijk, gezien de strenge controles/ veiligheid- en milieueisen, dat dit het zoveelste incident is, in een kort tijdsbestek?”

 

Het is de taak van de provincie om toe te zien of de regels van de Wet Milieubeheer worden nageleefd. De gemeente Delft heeft hierin geen rol.

  1. “Beschikt het vakteam Milieutoezicht over de vereiste kennis en middelen met betrekking tot dit soort milieu-incidenten?”

 

Het rampenplan van de gemeente Delft (inclusief de bijbehorende rampenbestrijdingsplannen) beschrijft de taken en verantwoordelijkheden alsook de benodigde middelen van alle  partijen (inclusief het vakteam milieutoezicht) die bij incidenten kunnen zijn betrokken. Het vakteam Milieutoezicht beschikt over de kennis en middelen die in het kader van het rampenplan van de gemeente Delft zijn beschreven.

 

  1. “Hoe vaak en met welke omvang vinden er controles plaats?”

 

Het is de taak van de provincie om toe te zien of de regels van de Wet Milieubeheer worden nageleefd. De gemeente Delft heeft hierin geen rol.

 

  1. “Door wie (behalve de Brandweer) worden deze controles uitgevoerd?”

 

De medewerkers van de Provincie Zuid-Holland voeren deze controles uit. De brandweer voert overigens geen controles uit op eigen initiatief. Uiteraard speelt de brandweer wel een rol bij incidenten, zowel bij bron- als effectbestrijding.

 

  1. “Hebben het vakteam Milieutoezicht en de provincie Zuid Holland contact gelegd met de DCMR Milieudienst Rijnmond en opdracht gegeven voor nader onderzoek bij DSM Delft? Zo niet, zijn zij van plan dit in de toekomst wel te gaan doen?”

 

Het is de taak van de provincie om toe te zien of de regels van de Wet Milieubeheer worden nageleefd. De gemeente Delft heeft hierin geen rol. De gemeente heeft dus geen opdracht verstrekt aan de DCMR Milieudienst Rijnmond en is ook niet voornemens dit in de toekomst te doen.

 

  1. “DSM Delft beweerde tijdens het incident van juni 2003, dat de betreffende tank een half jaar daarvoor was geïnspecteerd door een gespecialiseerd bedrijf. Desondanks zat er een scheurtje in de coating van de tank. Wij willen weten welke (bevoegde) bedrijven inspecties aan tanks, leidingen etc. uitvoeren op het DSM-terrein?”

 

De medewerkers van de Provincie Zuid-Holland voeren de milieucontroles uit bij DSM Gist. Wij hebben dan ook geen zicht  op de bedrijven die aldaar inspecties uitvoeren.

 

8.       “De reeds herhaaldelijke ‘rotte eieren’ geur, zoals omwonenden omschrijven en melden betreft een giftig gas H2S. Indien deze concentratie te hoog wordt, kan dit ernstige gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Is het college hiervan op de hoogte?”

 

Het college is op de hoogte van de effecten op de volksgezondheid van H2S.

 

9.       “Zo ja,  welke maatregelen worden ondernomen om deze concentratie nauwkeurig te meten?”

 

Tijdens de reguliere bedrijfssituatie zijn het voorkomen en/of beperken van emissies van H2S elementen die behoren bij het uitoefenen van het toezicht in het kader van de Wet Milieubeheer door de provincie. Bij incidenten met H2S is het rampenplan van toepassing. In het rampenplan is een deelproces opgenomen genaamd ‘Waarnemen en meten’. De  Waarschuwings - en Verkenningsdienst (WVD) (meetploegen en meetplanleider) en de regionaal deskundige ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen (ROGS) van de regionale brandweer hebben hierin dan een leidende rol.

 

  1. “Iedere deskundige weet dat de (hoge) concentraties ammonia, zoutzuur, zwavelzuur etc. juist schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Waarom worden er desondanks bij de incidenten vermeld dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid?”

 

In die situaties waar door of namens de gemeente gecommuniceerd wordt dat geen gevaar bestaat voor de volksgezondheid zijn de betreffende grenswaarden tijdens de uitgevoerde metingen niet overschreden.

 

In verband met de rol van de provincie zoals vermeld bij vraag 2, 4, 6, 7 en 9  zullen uw vragen ook worden doorgestuurd naar het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

 

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

                                    , burgemeester,

 

 

 

, secretaris