Naar aanleiding van de door u gestelde aanvullende vraag met betrekking tot de kapaanvraag voor 89 bomen in De Wallertuin, volgt hieronder onze beantwoording.

 

 

Vraag:

Aanvullend op onze eerste vragen verzoeken wij uw college ons op 3 maart concreter te berichten over uw beslissing

 

In antwoord op uw vraag zend ik u bijgaand het besluit van burgemeester en wethouders, inzake de kapaanvraag d.d. 11 november 2004, van de heer C. Oomen, Klein Vrijenban 3, 2611 XP te Delft voor het kappen van 89 bomen in “De Wallertuin” te Delft, en bijbehorende aanbiedingsbrief.

 

 

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

                                        , burgemeester.

 

 

 

                                        , secretaris.

 


 


Aan de heer C. Oomen

Klein Vrijenban 3

2611 XP te Delft

 

Hierbij ontvangt u de door u aangevraagde vergunning voor het kappen van 89 bomen op de locatie Klein Vrijenban 3, bekend staand als “Wallertuin” te Delft conform uw gedetailleerde kapplan van 23 februari 2005 (plannr. 040318).

 

Wij maken u er op attent, dat het op grond van de Flora- en Faunawet verboden is nesten van vogels te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Voor het broedseizoen wordt als richtlijn gegeven van eind februari tot half juli. Ook is bekend, dat vleermuizen zich graag in holle bomen bevinden. De kraamtijd van vleermuizen betreft mei-juli en de winterslaap wordt gehouden van november tot april. U kunt in deze perioden niet zonder meer tot kap overgaan, tenzij er zekerheid is dat, er in de omgeving van de te kappen boom zich geen nesten van vogels c.q. vleermuizen bevinden die door de kap beschadigd, vernield of verstoord kunnen worden.

Ook wijzen wij u erop dat de vergunning vervalt indien daarvan niet volledig gebruik is gemaakt binnen drie jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden.

 

Voor de volledigheid wijzen wij u op het feit, dat deze vergunning slechts de kapvergunning betreft. Er wordt uitdrukkelijk geen toestemming verleend voor de overige plansuggesties in uw tuinontwerp. Tijdens de toelichting op het tuinontwerp op 25 februari 2005 is aangegeven, dat u mogelijk gaat afwateren op het naastliggende water. Dit water is in beheer bij het Hoogheemraadschap Delfland. Wij wijzen u erop, dat u voor het afwateren op deze watergang toestemming nodig heeft van het Hoogheemraadschap Delfland.  

 

In de schets van het tuinontwerp neemt u een aantal bouwwerken op, zoals paviljoens en de gebogen muur. Uit uw toelichting maken wij op dat het hier geen vergunningvrije bouwwerken betreft. U dient dan ook separaat een bouwvergunning aan te vragen. Wij maken u er echter op voorhand op attent dat het vigerende bestemmingsplan binnenstad alhier geen bebouwing toestaat. Gezien de recente datum van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan als ook om inhoudelijke redenen die bij de

totstandkoming van het bestemmingsplan aan de orde zijn geweest, is het niet waarschijnlijk dat ons college medewerking zal kunnen verlenen aan een vrijstelling ex art 19 WRO.

 

Uit uw toelichting kan tevens de conclusie worden getrokken dat voor de realisatie van het tuinontwerp, werkzaamheden moeten worden uitgevoerd die op grond van het bestemmingsplan, toestemming van burgemeester en wethouders (een aanlegvergunning) behoeven. Het betreft de bescherming van archeologische waarden en monumentale bomen. Aan het verlenen van de aanlegvergunningen kunnen voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de corresponderende waarden. In dit overleg is tevens aangegeven dat u het waterpeil in de Wallertuin wenst te verlagen. Indien deze peilverlaging verder gaat dan het herstel van de vrije afstroming naar de naastgelegen watergang, wijzen wij u erop dat hiervoor een vergunning van het Hoogheemraadschap Delfland is vereist.

 

Tot slot: uw tuin heeft een grote natuurwaarde. Deze waarde mag niet worden verstoord c.q. dient te worden hersteld. In dat verband dringen wij aan op het treffen van tenminste de onderstaande maatregelen:

-          het toepassen van natuurvriendelijke (zachte) oevers, eventueel met toepassing van een onderwaterbeschoeiing.

-          Toepassing van oevervegetatie, zoals Acorus, Sagittaria en Iris.

-          het voeren van een ecologisch maaibeheer op (delen van) de gazons, afhankelijk van de omstandigheden 1 à 2 maal per jaar maaien.  

-          het sparen van de aanwezige beschermde stinseplanten en het op de vindplaatsen zo veel als mogelijk realiseren van een optimaal biotoop voor deze soorten,

 

Graag treden wij nader met u in overleg omtrent bovenstaande ecologische maatregelen. Daarbij merken wij op dat, in het kader van ons ecologiebeleid, wellicht voor sommige van deze maatregelen, onder nader te bespreken voorwaarden, een gemeentelijke bijdrage mogelijk is.

 

Wij wijzen u er op, dat mogelijk in dit kader ontheffing van de Flora- en Faunawet is vereist. Die ontheffing wordt verleend door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Een aanvraagformulier kunt u downloaden via www.natuurloket.nl.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

namens dezen,

de directeur van het cluster Wijk- /Stadszaken,

 

 

 

F.A. de Graaf.
Kapvergunning 05120402

Besluit van burgemeester en wethouders

 

Aanvraag

Op 11 november 2004 hebben wij de aanvraag ontvangen van de heer C. Oomen, Klein Vrijenban 3, 2611 XP te Delft voor het kappen van 89 bomen (op tekening 040318, 23 februari 2005 gedetailleerd) aangegeven zoals esdoorns, populieren, wilgen, berken, elzen en essen) op de locatie Klein Vrijenban 3, algemeen bekend als  “De Wallertuin” te Delft.

 

Zienswijze belanghebbenden

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Bomenverordening Delft 1998 (hierna: de Bomenverordening) is de aanvraag gedurende twee weken ter inzage gelegd voor belanghebbenden. Op de ter visie gelegde aanvraag is gereageerd door 282 belanghebbenden. Daarnaast hebben  139 buurt- en schoolkinderen een petitie tot behoud van de tuin ingediend.

 

De zorgen en bezwaren komen zakelijk weergegeven neer op de volgende kernpunten:

1) Door de herinrichting van de tuin gaan gezonde bomen alsmede de

    natuurwaarde van de tuin verloren.  Een kaalkap is niet nodig.

2) Er dient per boom een afweging voor de kap te worden gemaakt.

3) De aanvraag klopt niet met het schetsontwerp.

4) Er dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van

    monumentale bomen.

 

ad 1.

In het Ecologieplan Delft 2004-2015 is de Wallertuin aangemerkt als stepping stone / kerngebied. Het streven van de gemeente is voor dit soort gebieden gericht op het behouden en zo mogelijk versterken van deze  natuurwaarden. De Wallertuin is een particuliere tuin en de gemeente heeft geen rechtstreekse invloed op het beheer van deze tuin. De eigenaar van de tuin geeft als motivatie voor zijn kapaanvraag aan, dat hij de oorspronkelijke esthetische waarde van de tuin (een ontwerp van de befaamde tuinarchitect Springer) weer zoveel mogelijk in ere wil herstellen en heeft bij de kapaanvraag ook een renovatieplan voor de tuin ingediend. De tuin is de afgelopen decennia niet onderhouden en maakt een verwaarloosde indruk. 

De gemeente is in overleg getreden met de eigenaar en zijn architect om helder te krijgen welke soorten bomen en struiken/boomvormers er terug geplant gaan worden, waarmee zowel de natuurwaarde als de esthetische waarde gewaarborgd kunnen worden. Het staat vast, dat gezien de kwaliteit van de aanwezige beplanting binnen afzienbare tijd ook de natuurwaarde achteruit gaat. Diverse bomen liggen om of staan op omvallen. Het terrein is drassig en tijdens wind is betreden niet aan te raden.

Naast de oorspronkelijke aanplant is de tuin overwoekerd door natuurlijke opslag van met name esdoorns, populieren en essen als gevolg van zwaar achterstallig onderhoud vanuit het verleden. Deze opslag is voor een gedeelte kapvergunningvrij, doordat de diameter van de stam te dun is. De aanvraag heeft echter voor een gedeelte ook betrekking op deze opslag, die door de dikte van de stam wel kapvergunningplichtig is. Daardoor komt de aanvraag uit op 89 bomen en boomvormers, waarvan slechts een gedeelte ook daadwerkelijk is aangeplant. De (nieuwe) eigenaar van de tuin streeft ernaar de tuin op de gebruikelijke wijze te kunnen gebruiken, beheren en onderhouden.

 

Overigens is van een volledige kaalslag geen sprake. Naast het verdwijnen van dit grote aantal bomen en boomvormers ten behoeve van de herinrichting wordt ook bestaande beplanting gehandhaafd.

Daarnaast heeft de eigenaar aangegeven, dat hij een fors aantal bomen en boomvormers terugplant. Dit plan is ter beoordeling aan de gemeente voorgelegd.

 

ad 2.

De aanvraag is per boom getoetst op kwaliteit en gezondheid. De algemene gezondheid van de bomen laat door achterstallig onderhoud te wensen over. Er is gevaar voor omvallen, mede gezien de drassige groeiomstandigheden. Alleen de van nature ontstane jonge opslag van esdoorns en populieren, essen hebben een levensverwachting van meer dan 10 jaar, maar er is geen argument het verwijderen van deze opslag tegen te gaan gezien het voorliggende beplantingsplan.

 

ad 3.

Bij binnenkomst van een kapaanvraag is niet meer bekend dan wat de aanvrager heeft ingevuld. In de tijd dat een aanvraag ter inzage ligt voor belanghebbende gaat een teamleider van het vakteam Groen ter plekke kijken en controleert de aantallen, de soorten en of de reden van aanvraag kapvergunningplichtige bomen betreft. De teamleider van het vakteam Groen, die ter plaatse is geweest, heeft daar waar dit nodig was op de tekening aanvullingen gemaakt ten aanzien van soort en diameter en aantal. Dit is overigens een gebruikelijke werkwijze binnen de gemeente. De vergunning wordt vervolgens verleend voor die bomen, die zijn aangegeven op de bovenstaand bedoelde tekening en die volgens de Delftse Bomenverordening 1998 kapvergunningplichtig zijn.  

 

ad 4.

In het bestemmingsplan Binnenstad wordt aangegeven, dat zich in de Wallertuin monumentale bomen bevinden. Deze bomen zijn niet terug te vinden in de huidige situatie. De nog aanwezige bomen hebben geen monumentale waarde in het kader van de Bomenverordening Delft 1998, noch van de lijst bij het bestemmingsplan Binnenstad.

 

Beoordeling van de aanvraag

De aanvraag is getoetst aan het bepaalde in artikel 8, 9 en 10 van de Bomenverordening.

 

De bomen staan niet op de monumentale bomenlijst van de bomenverordening. Het geheel van de Wallertuin maakt deel uit van de hoofdstructuur zoals die is aangegeven op de bomenkaart uit het Ecologieplan Delft. De tuin en de individuele bomen staan niet aangegeven als een bijzondere openbare ruimte in de Delftse binnenstad. De bomen hebben als geheel van de Wallertuin een beeldbepalende functie voor de omgeving. De bomen zijn niet geplant als gevolg van een eerdere herplantplicht. Als onderdeel van de “Springertuin” hebben sommige bomen historische waarde. De bomen hebben geen zeldzaamheidswaarde gelet op de soorten, waarvoor de kapvergunning is aangevraagd.

De oorspronkelijk aangeplante bomen hebben een levensduur die lager ligt dan tien jaar.

 

Wij hebben vastgesteld dat u gerechtigd bent om over de houtopstand waarop uw aanvraag betrekking heeft te beschikken.

 

U hebt aangegeven de tuin in zijn oorspronkelijke waarde te herstellen. In uw aanvraag geeft u aan “80 bomen en struikbomen” te planten naast 80 leibomen. Op 25 februari hebben wij mogelijke plantsuggesties van u ontvangen. Het is u nog niet mogelijk geweest gezien de status van het ontwerp de exacte soortkeuze en locatie aan te geven. In het kader van de herplantplicht ter compensatie van de natuurwaarde van de tuin leggen wij een herplantplicht op van minimaal 10 bomen van de eerste grootte (bijvoorbeeld: Fraxinus, Quercus en Fagus met een minimale plantgrootte 14-16), 30 bomen van de tweede grootte (bijvoorbeeld: Acer, Alnus, Carpinus en Acer en met een minimale plantgrootte 12-14) en 40 bomen van de derde grootte (bijvoorbeeld Amelanchier, Catalpa, Cornus en Crataegus met een minimale plantgrootte 12-14) terug te planten voor de te kappen 89 bomen. Uw voorstel om eveneens 80 leibeuken te planten heeft onze instemming. Deze maken echter geen deel uit van de hierboven opgelegde herplantplicht.

Uw definitieve beplantingsplan inclusief de maat van de te planten bomen dient u ter goedkeuring aan ons voor te leggen.

 

Gezien bovenstaande afweging zijn wij van mening dat er volgens de Bomenverordening 1998 geen beletselen zijn om de vergunning te verlenen.

 

Besluit

Gelet op het bovenstaande besluiten wij op grond van artikel 4, 8, 9, 10 en 14 van de Bomenverordening Delft 1998 aan de heer C. Oomen een kapvergunning met de daaraan verbonden bovengenoemde herplantplicht voor 80 bomen te verlenen overeenkomstig de in de aanvraag en de op de daarbij overgelegde situatieschets vermelde gegevens, onder de in de bijlage vermelde voorschriften.

 

Op grond van artikel 4 van de Bomenverordening 1998 verbinden wij hieraan het voorschrift dat niet eerder tot kap mag worden overgegaan dan dat:

a)             de bezwaartermijn voor belanghebbenden is verstreken zonder dat er bezwaar is ingediend;

b)             beslist is op het bezwaar en zes weken na datum van de beslissing zijn verstreken en geen verzoek tot voorlopige voorziening is ingediend;

c)             beslist is op een verzoek om een voorlopige voorziening.

 

 

Delft, 3 maart 2005

Burgemeester en wethouders van Delft,

namens dezen,

 

 

F. A. de Graaf

Directeur Cluster Wijk- en Stadszaken

 

 

 

 

 

 

Belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na verzending van deze brief tegen het erin vervatte besluit een gemotiveerd bezwaarschrift in dienen bij:

            Burgemeester en wethouders van Delft

            Postbus 78, 2600 ME Delft.