In antwoord op uw vragen delen wij u het
volgende mede:
De gemeente Delft heeft geen kapvergunning afgegeven voor het kappen van
de bomen in de Joristuinen. In Delft heeft men een kapvergunning nodig indien
een boom een stamdiameter heeft van meer dan 25 centimeter op 130 centimeter
vanaf het maaiveld, of wanneer de boom valt onder een bijzondere categorie. Na
onderzoek ter plaatse is gebleken dat geen van de gekapte bomen aan dit
criterium voldeed.
Wij nemen aan dat u bedoelt richting de eigenaar van de tuinen. Gezien het feit dat wij geen eigenaar zijn van de grond en de gekapte bomen niet kapvergunningplichtig waren, ontbreekt daar de juridische grondslag voor.
Voor het plangebied Noordoost, waar de fruittuinen onderdeel van uit
maken, is een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan is behandeld
door de commissie Duurzaamheid op 30 augustus 2005. Voor de locatie Fruittuinen
is de bestemming Groen opgenomen. Binnen die bestemming is bebouwing niet
mogelijk. Na behandeling in de commissie is er een passage aan het
bestemmingsplan toegevoegd om de fruittuinen extra bescherming te bieden in het
vervolg.
4. Is
aanpassing van de bomenverordening nodig om dit in de toekomst te voorkomen?
Ja.
Zie de bijlage met de tekst van de bomenverordening, vastgesteld in juni
2004.
De Delftse bomenverordening beschermt alleen bomen die onder leden 2 en 3 van art 10 worden genoemd; bomen met bijzondere waarde. Indien een boom zeldzaamheidswaarde heeft wordt in principe altijd de kapvergunning geweigerd. Alleen met zwaarwegende argumenten kan er een kapvergunning verleend worden. Er wordt echter dan wel altijd een herplantplicht opgelegd. Dit kan, indien er niet herplant kan worden, ook een financiële zijn.
Indien in het geval van een boom met zeldzaamheidswaarde een vergunning wordt verleend zal er volgens de regel “is de boom geplant als gevolg van een eerdere herplantplicht” bij latere aanvragen altijd weer een herplantplicht worden opgelegd.
Tijdens de commissie duurzaamheid van 30 augustus 2005 heeft u tijdens de rondvraag aan wethouder Grashoff twee vragen gesteld in relatie tot de Joristuinen. De wethouder heeft u toen toegezegd deze beantwoording mee te nemen bij de beantwoording van deze schriftelijke vragen.
1. Klopt het dat Dhr. Nijns de gemeente in 2001 heeft benaderd over de
slechte staat van de bomen ? En zo ja heeft de gemeente gereageerd en hoe?
Ja, de heer Nijns heeft inderdaad in februari 2001 contact gezocht met
de gemeente. De heer Nijns klaagde toen over het ontregelde waterpeil en als
gevolg verrotte bomen in de Joristuinen en vochtigheid in huis.
Op 24 april 2001 heeft de gemeente meneer bericht dat de wateroverlast
nader onderzocht is. De duiker (=afvoerbuis) bleek verstopt. De
duikerverbinding is hersteld en een zogenaamde overstort constructie in de
watergang is gemaakt. Ook zijn de drainagebuizen doorgespoten. Meneer Nijns
heeft vervolgens een schademelding gedaan, die in behandeling is genomen door
de afdeling Treasury Management[1].
In die procedure wordt een expert (CED Nomax) ingeschakeld om de tuinen
en het woonhuis te inspecteren en een schaderapport op te maken. In september
verzoekt Nijns ook aan het hoogheemraadschap om het slootwaterpeil te verlagen
(een grote factor in het probleem). In december 2001 wordt het rapport van de
inspectie opgeleverd. Ten aanzien van de schade aan de woning oordeelt de
expert dat deze niets te maken heeft met de wateroverlast. Er wordt wel geconstateerd
dat de fruittuinen in erbarmelijke staat zijn.
Het advies van het expertbureau is, dat het feit dat er schade is (aan
bomen en wegdek), onomstotelijk vaststaat. In hoeverre het waterbeheer hieraan
ten grondslag ligt, is niet geheel duidelijk. Het is wel aannemelijk dat de
situatie versneld is door de hoge waterstand. De aansprakelijkheid van de
gemeente wordt in principe afgewezen (geen hard bewijs), maar het zou raadzaam
zijn maatregelen te nemen om overlast weg te nemen.
De afvoerbuis was niet goed aangelegd en had daardoor onvoldoende
afvoer. Dit kon de gemeente aangerekend worden als onrechtmatige daad. Tevens
meldt CED Nomax in een aanvullend expertrapport (6-11-2002) dat de
wateroverlast structureel is. Het perceel is immers het laagst gelegen perceel
in de omgeving. De grond is ingeboet, de bomen zullen steeds meer gaan
overhangen en zullen uiteindelijk omvallen. De schadevaststelling is ruim €
30.000.
2. Heeft de verzekering van de gemeente schade moeten herstellen die was
ontstaan bij de fruittuinen zoals in het artikel wordt gesuggereerd en zo ja
waarom?
Op 2-12-03 is overeenstemming bereikt over
een te betalen schadevergoeding van € 28.500,00. De wederpartij is hiermee
akkoord gegaan en heeft finale kwijting verleend (hij mag hier niet op
terugkomen als er nog verdere schade ontstaat aan de bomen). Het bedrag is door
de verzekeringsmaatschappij van de gemeente betaald (met een eigen risico van
de gemeente van € 2268,90).
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
, burgemeester
, secretaris
Bijlage
Artikel 8 van de Bomenverordening
bepaalt dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of te doen vellen binnen de bebouwde kom. Het tweede lid bepaalt echter dat dit verbod niet geldt voor bomen die een stamdiameter hebben van minder dan 25 cm of een omtrek kleiner dan 78 cm op 130 cm boven maaiveld gemeten. Ook voor diverse andere bomen geldt het kapverbod niet, deze zijn opgesomd in lid 3. Bovenstaande uitzonderingen gelden niet voor bomen die zijn geplaatst op de door burgemeester en wethouders vastgestelde monumentale bomenlijst. Voor de monumentale bomen op deze lijst moet altijd een kapvergunning worden aangevraagd.
Artikel 10 van de Bomenverordening
bevat de criteria op grond waarvan burgemeester en wethouders de
kapvergunning kunnen weigeren dan wel onder voorschriften kunnen verlenen. Te
weten in het belang van onder meer:
- natuur- en milieuwaarden;
-
landschappelijke waarden;
-
cultuurhistorische waarden;
-
waarden van stadsschoon;
- waarden voor recreatie en leefbaarheid.
De gemeente maakt het volgende onderscheid:
1. de aanvraag betreft een ‘noodzakelijke kap’: kapvergunning wordt altijd verleend;
2. de aanvraag betreft bomen met een bijzondere waarde (zie onder): kapvergunning wordt alleen verleend bij zwaarwegende argumenten, met herplantplicht;
3. de aanvraag betreft stadsbomen: kapvergunning wordt verleend bij reële argumenten.
Indien een boom aan de volgende 2 criteria voldoet, wordt de boom beschouwd als een boom met een bijzondere waarde:
o de boom is monumentaal* en/of is structuurbepalend** en/of maakt onderdeel uit van de ecologische boomstructuur en/of heeft een historische waarde en/of heeft een beeldbepalende functie voor de omgeving en/of heeft een bepaalde zeldzaamheidswaarde en/of is geplant als gevolg van een herplantplicht;
o de boom verkeert niet in een onomkeerbaar slechte conditie en volledig verval van de boom is niet binnen 10 jaar te verwachten.
[1] meneer Nijns is geen eigenaar, maar is huurder en is gemachtigd door de eigenaar om dit af te handelen