Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-11 |
||
Aan: het College van Burgemeester en
Wethouders Geacht College, Er bereikt mij verontrustende informatie over de effecten van de eventuele aanleg van de A4 Delft - Schiedam, de A13/A16 en de verbreding van de A13, onder andere via de Delftse Post van 1 (pagina 28) en 15 maart (pagina 3) en de Delft op Zondag van 12 maart jongstleden. Het demissionaire college van Vlaardingen heeft onlangs besloten (zie bijlage) een heroverweging van het advies van de Adviescommissie IODS aan de minister noodzakelijk te vinden. Aangezien de minister mogelijk op zeer
korte termijn een besluit kan nemen over het alternatief (de alternatieven)
die in de verdere studie zal (zullen) worden uitgewerkt, de vergadering van
de Provinciale Statencommissie MKE van 26 april 2006 is gewijd aan de A4 en
een snelle besluitvorming van groot belang is voor de bereikbaarheid van en
luchtkwaliteit in Delft en de regio, verzoek ik u de volgende vragen liefst
voor 29 maart 2006 en anders zo snel mogelijk te beantwoorden. 1.1. Is het juist dat bij aanleg van de A4 Delft – Schiedam er tussen de door Rijkswaterstaat gehanteerde referentiejaren 2002 en 2020 15 procent méér verkeer komt op de A13 tussen Delft en Delft Noord? En zelfs 22 procent in geval van combinatie met de aanleg van de A13/A16 (2x2 rijstroken)? 1.2. Is het juist dat bij aanleg van de A4 Delft - Schiedam in de ochtend- en avondspits ernstige files ontstaan op de A4 Delft – Schiedam zelf, op de gehele A13, op de A15 van Beneluxster – Vaanplein tot knooppunt Ridderkerk en A20 van knooppunt Gouwe – Terbregseplein tot Kleinpolderplein en in de ochtendspits ook op de A12 van knooppunt Gouwe tot het Prins Clausplein? 1.3. Is het juist dat deze gegevens blijken uit het rapport van Rijkswaterstaat / DHV over Modelberekeningen "variant 7" van 24 januari 2005 en Modelberekeningen "A4" van 26 januari 2005 (o.a. blz. 55)? 1.4. Is het juist dat de gegevens vermeld bij 1.1. en 1.2. (behoudens het optreden van files op de A4 Delft-Schiedam bij aanleg hiervan) niet vermeld zijn in de Trajectnota A4 van april 2005, die aan de Commissie m.e.r. en aan de Adviescommissie IODS is voorgelegd voor advies? 1.5. Is het juist dat de gemeente Delft lid is van deze Adviescommissie en dat gebaseerd op deze Trajectnota de gemeenteraadsleden van Delft hadden besloten dat in de vervolgstudie de A4 Delft - Schiedam verder zou worden uitgewerkt en geen andere alternatieven? 1.6. Is het college van mening dat een procentuele toename van het verkeer van 15 resp. 22 procent zorgt voor een nog veel grotere toename van de congestie en daarmee voor onaanvaardbare verslechtering van de Delftse bereikbaarheid en luchtkwaliteit? 2. Heeft het College kennis genomen van het artikel in Delft op Zondag van 12 maart 2006 met als titel "A4"? 2.1. Is het juist dat ernstige files die ontstaan op de A4, A13, A20, A12 en A15 bij aanleg van de A4 Delft - Schiedam reeds bleken uit het door Rijkswaterstaat geheim gehouden rapport "Eindrapportage Modelberekeningen" van Rijkswaterstaat / DHV van juni 2003, dat pas in 2005 openbaar werd door Kamervragen van de Christenunie? 2.2. Is het juist dat de Commissie m.e.r. in haar Definitief Toetsingsadvies van 24 januari 2006 aangeeft de in 1.3 genoemde rapporten van Rijkswaterstaat / DHV wel te hebben gebruikt bij haar beoordeling van die Trajectnota? 2.3 Is het juist dat de Commissie m.e.r.
in haar Tussentijds Toetsingsadvies van 22 november 2005 heeft meegedeeld
dat de Trajectnota A4 van april 2005 tekortkomingen vertoonde en dat zij op
blz. 1 in de 2e alinea adviseerde "een aanvulling [....] op
te stellen, voordat de keuze tussen de alternatieven wordt gemaakt"? 3. Is het College van mening, met het Tweede Kamerlid Slob, dat het genoemde advies van de Adviescommissie geen betekenis heeft aangezien dit was gebaseerd op de onjuiste en onvolledige Trajectnota van april 2005? En dat dit daarmee ook geldt voor het genoemde advies gegeven door de gemeenteraadsleden van de Gemeente Delft? 4. Heeft het College kennis genomen van het antwoord van het demissionaire College van Vlaardingen op vragen van de heer Tsang (zie bijlage), dat tijdens de bijeenkomst van de Provinciale Statencommissie MKE van 15 maart 2006 is uitgedeeld en waarin de Gemeente Delft op meerdere plaatsen wordt genoemd? En is het College bereid de in dit schrijven gestelde vragen eveneens te beantwoorden? 5. Wat is dit alles overwegende uw inzet richting de vergadering van de Statencommissie MKE van 26 april aanstaande? 5.1. Bent u voornemens deze overwegingen op zeer korte termijn met de gemeenteraad te bediscussiëren, en zo ja wanneer? Hoogachtend, Lucas Vokurka
|
||