Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV- 74 |
|||||||||||||||||||||
Aan : het college van Burgemeester en
Wethouders Betreft : aanvullende vragen naar aanleiding
van uw beantwoording, dd. 06.11.2006, Geacht college, Met enige verbazing hebben wij kennis genomen van uw beantwoording naar aanleiding van onze schriftelijke vragen van 24 oktober 2006. Wij twijfelen zeer aan de juistheid van uw beantwoording op onze vragen en voelen ons hierdoor niet serieus genomen. Op onze vraag hoeveel bomen er zijn gekapt,
antwoordde u: "1 berk". Uit bovenstaand fotomateriaal kunnen wij
nauwelijks de conclusie trekken dat hier maar 1 boom heeft gestaan. Op onze vraag over een mogelijke structuurwijziging van deze begraafplaats, antwoordde u bij vraag 5 dat dit niet het geval zou zijn. Onder uw beantwoording bij vraag 4, blz. 2 geeft u naar onze mening wel degelijk aan dat u het beeld van deze begraafplaats wilt veranderen. Naar onze mening kan het niet zo zijn dat iemand binnen de ambtelijke organisatie zomaar even beslist, dat een historisch zeer gewaardeerd beeld van deze begraafplaats wordt gewijzigd zonder daarover de raad en onze inwoners vooraf te informeren. Nogmaals vragen wij u waarom u dit heeft nagelaten? Wij begrijpen overigens wel dat als er sprake is van zieke bomen, dat hiervoor maatregelen moeten worden genomen. Het is dan wenselijk dat u hierover communiceert met de raad en onze inwoners en bezoekers niet plotseling confronteert met een verwaarloosde aanblik van deze begraafplaats op dit moment. (zie fotomateriaal) Naast onze eigen waarneming, ondergetekende bezoekt Jaffa wekelijks, hebben wij diverse verontrustende signalen ontvangen. (zie bijvoorbeeld onderstaand emailbericht dat wij op 15 november jl. ontvingen, naam bij ons bekend) Stadsbelangen Betreft: Bomenkap Jaffa Geachte mevrouw/mijnheer, Sinds 2005 verzorg ik het graf van mijn
moeder op de begraafplaats Jaffa. Met vriendelijke groet, Wij verzoeken u dringend onze vragen serieus en juist te beantwoorden en gaan ervan uit dat u daardoor vervelende confrontaties in de raad met uw college over dit onderwerp, zoals een aantal jaren geleden het geval was, voorkomt. Met vriendelijke groeten, Aad Meuleman
|
|||||||||||||||||||||