Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-15 |
||
Schriftelijke vragen lokaal
diversiteitbeleid Diversiteit is sinds enige tijd een hot item. De krapte op de arbeidsmarkt en de veranderende samenstelling van de bevolking stimuleren organisaties om de mouwen op te stropen en onbenut talent op de arbeidsmarkt te vinden én te behouden. Diversiteitbeleid richt zich
niet op een doelgroep of een specifiek kenmerk van een bepaalde doelgroep,
maar op de totale organisatie en het palet aan mensen en hun capaciteiten.
De gedachte daarachter is dat mensen in organisaties naast
gemeenschappelijke kenmerken als opleiding en professionaliteit van elkaar
verschillen in leeftijd, geslacht, etniciteit, seksuele geaardheid, kennis
en ervaring, referentiekader, motivatie, behoefte, etc. Deze verschillen
nemen ze mee in hun werksituatie. Diversiteitbeleid erkent en benut deze
verschillen en ziet ze als een kans om de organisatie sterker en wendbaarder
te maken. Diversiteit is een speerpunt van het kabinet. In het beleidsprogramma "Samen werken samen leven" van het Kabinet Balkende IV zijn zelfs streefcijfers opgenomen met als doel de diversiteit binnen de organisaties te vergroten.
Lokaal beleid en Delftse situatie In een toespraak op het VNG-congres van 2007 heeft de minister van BZK ten aanzien van diversiteit opgemerkt: "Diversiteit: Niet alleen meer vrouwelijke burgemeesters. Maar in 2011 hebben rijk, provincies en gemeenten een diverser personeelsbestand. Geen vrijblijvende doelstelling". Delft heeft al in een eerder stadium dan het kabinet het belang van diversiteit onderkend, zoals blijkt uit het collegeprogramma "Ruimte zien en ruimte maken Coalitieakkoord 2006-2010". Daarin staat onder Bestuur en organisatie: "De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Dit geldt op allerlei gebieden, van diversiteitbeleid en het bieden van stageplaatsen tot een duurzaam inkoopbeleid". Als we naar de Delftse situatie kijken dan valt op dat het diversiteitbeleid deel uitmaakt van verschillende portefeuilles en onderwerpen (Integratiebeleid, emancipatiebeleid etc. Inburgering etc.) en daardoor een versnipperde en toevallige indruk maakt. In 2000 heeft het toenmalige college een poging ondernomen om Delfts diversiteitbeleid te formuleren (NOTA DIVERSITEITSBELEID VOOR ALLOCHTONEN, GEHANDICAPTEN EN VROUWEN BIJ DE GEMEENTE DELFT). Sindsdien is het stil gebleven rond het thema diversiteitbeleid. De bovengeschreven ontwikkelingen geven aanleiding het diversiteitbeleid opnieuw te overdenken en te formuleren. Vragen
Met vriendelijke groet, Roy Blinker
|
||