17 april 2008

Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-15

 


overzicht schriftelijke vragen


antwoord college

 

Schriftelijke vragen lokaal diversiteitbeleid

Diversiteit

Diversiteit is sinds enige tijd een hot item. De krapte op de arbeidsmarkt en de veranderende samenstelling van de bevolking stimuleren organisaties om de mouwen op te stropen en onbenut talent op de arbeidsmarkt te vinden én te behouden.

Diversiteitbeleid richt zich niet op een doelgroep of een specifiek kenmerk van een bepaalde doelgroep, maar op de totale organisatie en het palet aan mensen en hun capaciteiten. De gedachte daarachter is dat mensen in organisaties naast gemeenschappelijke kenmerken als opleiding en professionaliteit van elkaar verschillen in leeftijd, geslacht, etniciteit, seksuele geaardheid, kennis en ervaring, referentiekader, motivatie, behoefte, etc. Deze verschillen nemen ze mee in hun werksituatie. Diversiteitbeleid erkent en benut deze verschillen en ziet ze als een kans om de organisatie sterker en wendbaarder te maken.

Kabinetsbeleid

Diversiteit is een speerpunt van het kabinet. In het beleidsprogramma "Samen werken samen leven" van het Kabinet Balkende IV zijn zelfs streefcijfers opgenomen met als doel de diversiteit binnen de organisaties te vergroten.

  • In 2011 moet 30% van de nieuwe instroom in topfuncties en 50% van de overige functielagen binnen de publieke sector uit vrouwen bestaan.
  • In 2011 is het uitstroompercentage van 50-plussers naar inactiviteit met 2%-punt afgenomen ten opzichte van 2006.
  • Het aandeel van de allochtonen in het personeelsbestand van de publieke sector is in 2011 met 50% toegenomen ten opzichte van 2007. Individuele werkgevers krijgen een diversiteitindex beschikbaar gesteld.

Lokaal beleid en Delftse situatie

In een toespraak op het VNG-congres van 2007 heeft de minister van BZK ten aanzien van diversiteit opgemerkt: "Diversiteit: Niet alleen meer vrouwelijke burgemeesters. Maar in 2011 hebben rijk, provincies en gemeenten een diverser personeelsbestand. Geen vrijblijvende doelstelling".

Delft heeft al in een eerder stadium dan het kabinet het belang van diversiteit onderkend, zoals blijkt uit het collegeprogramma "Ruimte zien en ruimte maken Coalitieakkoord 2006-2010". Daarin staat onder Bestuur en organisatie: "De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Dit geldt op allerlei gebieden, van diversiteitbeleid en het bieden van stageplaatsen tot een duurzaam inkoopbeleid".

Als we naar de Delftse situatie kijken dan valt op dat het diversiteitbeleid deel uitmaakt van verschillende portefeuilles en onderwerpen (Integratiebeleid, emancipatiebeleid etc. Inburgering etc.) en daardoor een versnipperde en toevallige indruk maakt.

In 2000 heeft het toenmalige college een poging ondernomen om Delfts diversiteitbeleid te formuleren

(NOTA DIVERSITEITSBELEID VOOR ALLOCHTONEN, GEHANDICAPTEN EN VROUWEN BIJ DE GEMEENTE DELFT).

Sindsdien is het stil gebleven rond het thema diversiteitbeleid. De bovengeschreven ontwikkelingen geven aanleiding het diversiteitbeleid opnieuw te overdenken en te formuleren.

Vragen

  1. Bent u bereid te komen met diversiteitbeleid waarbij groepen die structureel ondervertegenwoordigd zijn in het gemeentelijke apparaat gelijke kansen krijgen;
  2. Bent u bereid om op basis van een nulmeting streefcijfers voor meer diversiteit binnen de gemeente te formuleren en de stand van zaken jaarlijks aan de raad te rapporteren.
  3. Op welke termijn denkt u het kader voor diversiteitbeleid en een nulmeting te hebben gerealiseerd?

Met vriendelijke groet,

Roy Blinker
PvdA-fractie