Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-30
Geacht college,
Op 4 april 2008 is door loco burgemeester de heer Rensen besloten om café
het Bliekie voor de duur van een jaar te sluiten. De redenen en de daaraan
verbonden argumentatie zijn bij u bekend.
Op vrijdag 16 mei is door de rechter een uitspraak gedaan welke er op neer
kwam dat het Bliekie per onmiddellijke ingang haar deuren weer mocht openen.
De reden was de volgende zoals te lezen in de uitspraak.
Naast het voorlopige oordeel van de voorzieningsrechter heeft verweerder derhalve vooralsnog niet in redelijkheid kunnen vaststellen dat er een directe relatie bestond tussen de ( de exploitatiewijze van) het café en de (gewelds) incidenten. Verweerder was derhalve niet bevoegd tot een tijdelijke sluiting van het café over te gaan teneinde de openbare orde ter plaatse te herstellen. Het bestreden besluit derhalve geen stand kan houden.
Naar aanleiding van dit alles heb ik de volgende vragen.
- Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst weer een incident als dit voordoet, wat is nu de volgorde van handelen vanuit het college na een uitspraak van de rechter als deze?
- Is er inmiddels vanuit het college contact geweest met de uitbater om de gevolgen van deze uitspraak te bespreken.
- Wordt er vanuit het college net als RTV west vandaag heeft gedaan, een correctie de deur uitgedaan waarin vermeld staat dat de uitbater niets met voorgaande incidenten van doen heeft gehad en dat de gemeente zoals in de uitspraak te lezen is niet bevoegd was om deze maatregel op te leggen ? zo nee waarom niet?
Bram Stoop
Onafhankelijk Delft
