12 januari 2001

Raadsvoorstel stuk 48  (00/005515)
 


naar agenda


bijlage

 

Stuk 48 I

00/005515                                                                             

Delft, 21 maart 2000

 

Onderwerp:            

Bestemming gelden uit de EZH-reserve, toekenning aan projecten. 

 

Aan de gemeenteraad, 

 

Geachte dames en heren, 

Het is ons een genoegen aan u thans het definitieve voorstel voor bestemming van de EZH-gelden te doen toekomen. Op 16 maart jl. heeft u al kennis kunnen nemen van de uitslag van de meningspeiling onder de Delftse burgerij. De burgerparticipatie is indrukwekkend geweest, via ruim 240 ingediende projecten, druk bezochte stadsbijeenkomsten, eigen acties die men gevoerd heeft, tot uiteindelijk de meningspeiling met een respons van 43% en een totaal aantal antwoordkaarten van 35.889. De mede op uw aandrang gegeven extra aandacht voor de communicatie, teneinde ook geen verkeerde verwachtingen te scheppen, alsook de belangstelling, die in de afgelopen maanden voor de Delftse campagne ging ontstaan bij lokale en landelijke media, hebben hieraan een grote bijdrage geleverd. Ook voor de stadspromotie is dat een goede zaak. Het is ons voornemen om voor het zomerreces de gevoerde campagne te evalueren en het resultaat hiervan voor te leggen aan de commissie Middelen en Bestuur.

In het voor u bijgevoegde uitslagenboekje van de meningspeiling “Wat zou u doen met 115 miljoen?” treft u de statistieken aan van de meningspeiling in de Delftse samenleving. 

 

Bestemming EZH-gelden/ toekenning van bedragen aan de projecten 

Overeenkomstig de besluitvorming in de gemeenteraad van 30 september 1999 is vanuit de EZH-gelden ƒ 115 mln beschikbaar om - binnen de daarvoor vastgestelde bestuurlijke uitgangspunten - te bestemmen aan projecten. U hebt op 27 Januari 2000 de projecten, waarover de meningspeiling in de Delftse bevolking moest plaatsvinden, vastgesteld.

De projecten zijn als gevolg daarvan een mengvorm geworden van voorstellen die zowel door college en raad als door burgers en organisaties ingediend kunnen zijn. Het totaal voor de volledige uitvoering van deze clusters benodigde bedrag is minimaal ƒ 220 mln en maximaal ƒ 290 mln. Gelet op het totaal beschikbare bedrag van ƒ 115 mln moet er dus gekozen worden, projecten moeten daardoor deels of geheel vervallen.

De meningspeiling onder de Delftse bevolking (vanaf 12 jaar en ouder) geeft een helder beeld van de steun in de Delftse samenleving voor de verschillende projecten. Het draagvlak voor de afzonderlijke projecten kent een ruime spreiding (van 3.7% tot 47.9%). Het verschil in draagvlak voor de projecten zal naar onze mening ook in definitief toe te kennen bedragen tot uitdrukking moeten komen.

In ons verdeelvoorstel - dat op projectniveau wordt aangegeven in bijlage I - kiezen we voor een groepsgewijze benadering van telkens een tiental projecten, waarvoor verschillende toekenningspercentages kunnen gelden. De hoogst scorende projecten krijgen het volledig benodigde bedrag, de projecten die het laagst scoren vallen af, de twee tussenliggende groepen van projecten worden deels  (25% en 50%) gehonoreerd. In aanvulling hierop zouden we voor een aantal projecten een specifiek percentage/bedrag willen voorstellen: 

*     het als eerste geëindigde project (project 15 “Investeren in de wijken”) steekt in de meningspeiling met kop en schouders boven de andere projecten uit. Voor de uitvoering van dit project is aangegeven dat het totaal benodigde budget minimaal ƒ 7 mln en maximaal ƒ 14 mln zou moeten bedragen.

We stellen nu, gelet op de uitslag, voor om voor dit project uit te gaan van het maximaal benodigde bedrag (200% van het minimumbedrag). 

*     voor het in de tweede groep vallende project versnelde aanleg spoortunnel (nr. 11 op de ranglijst) stellen we voor om niet uit te gaan van 50% van het aangegeven minimumbedrag (dat zou ƒ 12,5 mln opleveren). Wij zijn van mening, dat het grote belang van dit project een bijzonder signaal rechtvaardigt. Dit grote belang spreekt uit de raadsbrede steun, die het project steeds heeft ondervonden en de prominente steun, die ook in het huidige collegeprogramma is neergelegd.

Ook onze voortdurende lobby-inspanningen, de zwaar bevochten plaats van het project in het MIT en het feit, dat de komende maanden op rijksniveau nieuwe belangrijke financiële beslissingen ten aanzien van infrastructuur te verwachten zijn, rechtvaardigen een extra inspanning. Om deze redenen stellen wij voor op 75% van ƒ 25 mln te gaan zitten, dat betekent ƒ 19 mln. Wij gaan ervan uit, dat wij met dit bedrag en met een aantal nadere inspanningen in staat zullen zijn een dusdanige gemeentelijke bijdrage aan het project te realiseren, dat daarmee het rijk zijn verantwoordelijkheid óók zal moeten kunnen nemen.

In dit kader merken wij tenslotte op, dat de steun voor dit project onder de Delftse bevolking opmerkelijk groot is. Dit is met name het geval als we de grootte van het bedrag, de primaire rijksverantwoordelijkheid en het relatief lange termijnkarakter van het project in ogenschouw nemen.


Het project “Voor iedereen een gratis internetaansluiting” (nr. 15 op de ranglijst) stellen wij voor te schrappen vanuit de volgende overwegingen:

a.   in dit project wordt elk huishouden met PC maar zonder internet gratis van een extern modem met abonnement (bijv. 1 jaar) voorzien. Met toekenning van 50% van het gevraagde bedrag wordt het project slechts deels uitvoerbaar. Dit kan leiden tot ongelijke behandeling van deze huishoudens of het project wordt hiermee wel van heel korte duur;

b.   bovendien is te constateren dat de betrokken marktpartijen zelf (in onderlinge concurrentie) hun strategie er nu volledig op gericht hebben, om in de komende jaren een - verdere - forse toename van het internetgebruik te bewerkstelligen o.a. door

gratis internetabonnementen ter beschikking te stellen. Deze investering heeft daarom maar een betrekkelijke waarde;

c.   het project heeft een onzeker effect. Als stimulans voor degenen, die om inhoudelijke redenen nog twijfelen over een dergelijke aansluiting, is hetgeen onder b. wordt opgemerkt een tegenargument. Bij degenen, die financiële twijfels hebben, heeft het project zelfs een onplezierige keerzijde, omdat na afloop van de (geheel of gedeeltelijk) gratis periode, de gebruiker ofwel min of meer “gedwongen wordt” de uitgave over te nemen ofwel het project beëindigt en het rendement ervan dan zeer twijfelachtig is. Degenen, die aangemerkt worden als “digibeten”, zullen met het project überhaupt niet worden bereikt;

d.   het project is een eenmalige actie en geeft geen structurele/ duurzame bijdrage aan het internet-/computergebruik in de Delftse samenleving;

e.   het project is onrechtvaardig tegenover diegenen, die de afgelopen periode zelf een internetaansluiting hebben gerealiseerd;

f.     ook in andere projecten wordt gedacht aan ICT-inspanningen (we wijzen hierbij op nr. 2 “stimuleren van gebruik computer en internet”, nr. 15 “Investeren in de wijken”, nr. 11 “Ouderen: informatie en zorg”, nr. 4 “Scholen voor de toekomst”, nr. 34 “Investeren in de openbare bibliotheek”) Het is zeer denkbaar, dat in dat kader voor bepaalde doelgroepen de internetfaciliteit, zij het veelal niet aan huis, beschikbaar komt.  

Het totale verdeelvoorstel ziet er dan als volgt uit:

bedragen x ƒ 1 mln

 

 

 

 

 

Ranglijst meningspeiling

Min. Bedrag

Max. bedrag

Algemene toekenning in %

Toekenning

 

 

 

 

 

1 t/m 10

53

62

100%, nr.1 200%

60

11 t/m 20

73,5

108

50%, nr.11 - 75%; nr.16 - 0%

39,25

21 t/m 30

63

88,5

25%

15,75

31 t/m 39

31,2

31,2

0%

-

Totaal

220,7

289,7

 

115

 

 

Voorstel 

Met inachtneming van het advies van de Algemene Commissie van 28 maart 2000 inzake de bestemming van de EZH-gelden (totaalbedrag ƒ 115 mln) stellen wij u voor te besluiten de aan de respectievelijke projecten toe te kennen bedragen vast te stellen. 

 

Hoogachtend, 

Burgemeester en Wethouders van Delft  

H.M.C.M. van Oorschot            , burgemeester. 

 

N.  Roos                        , secretaris.


Stuk 48 II

00/005515    

De raad van de gemeente Delft, 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 maart 2000 in het kader van de bestemming van gelden uit de EZH-reserve (totaalbedrag ƒ 115 mln); 

met inachtneming van het advies van de Algemene Commissie van 28 maart 2000;

 

b e s l u i t :

 

de aan de respectievelijke projecten toe te kennen bedragen vanuit de EZH-reserve vast te stellen. 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 30 maart 2000.

 ,burgemeester.

 

 ,secretaris 

 

bijlage

 

terug naar boven