Stuk 49 I                                                                                               Delft, 9 april 2002.

02/005984

 

Onderwerp:     voorstel principebesluit vervreemding (verkoop of fusie)

BV Transportnet Zuid-Holland (TZH).

 

 

Aan de gemeenteraad.                                                  

 

Geachte dames en heren,

 

1. Inleiding

 

Als gevolg van de in 1998 aangenomen Elektriciteitswet en de hieruit voortvloeiende liberalisering hebben de toenmalige eigenaren (de gemeenten Delft, Den Haag, Dordrecht, Leiden, Rotterdam en de provincie Zuid-Holland) alle aandelen van het voormalige elektriciteitsproductiebedrijf EZH verkocht aan E.ON. Alvorens de aandelen EZH te vervreemden, hebben de aandeelhouders EZH besloten om de fysieke netten af te scheiden van de overige activiteiten van de onderneming en onder te brengen in een separate vennootschap (TZH). De aandeelhouders van TZH zijn derhalve dezelfde als die van het voormalige EZH. De reden voor de aandeelhouders om de fysieke netten af te splitsen was dat op dat moment nog geen adequaat toezicht voor elektriciteitstransport en –distributie was ontwikkeld. TZH bezit circa 80% van het hoogspanningsnet in Zuid-Holland.

 

De netten van TZH zijn ten dele te karakteriseren als ‘regionaal hoogspanningsnet’ (150 kV) en ten dele als ‘landelijke hoogspannings-koppelnet’ (380 kV)[1]. Naast TZH zijn het met name de distributiebedrijven die de regionale hoogspanningsnetten bezitten (voornamelijk Essent  en NUON, in beperkte mate ENECO, REMU en DELTA). Het merendeel van het landelijke hoogspannings-koppelnet (TenneT) is eind-2000 gekocht door de Staat. Andere delen van het landelijk hoogspannings-koppelnet zijn in handen van TZH en een aantal distributiebedrijven maar worden, in overeenstemming met de Elektriciteitswet, beheerd door TenneT.

Reeds bij de oprichting van TZH werd verwacht dat het bedrijf op enig moment een te geringe omvang zou hebben om de door de toezichthouder (DTe) vereiste efficiëntieverbeteringen te realiseren. De directie en de RvC van het bedrijf hebben een aantal keren aangegeven dat zij op korte termijn schaalvergroting wensen. Deze schaalvergroting kan gerealiseerd worden door middel van een vervreemding van TZH aan een grotere partner.

Een meerderheid van de aandeelhouders van TZH heeft in juli 2001 aangegeven een studie te wensen waarbij (door een aantal zakenbanken) zou worden onderzocht in hoeverre schaalvergroting voor het bedrijf en de aandeelhouders noodzakelijk is. Inmiddels is deze studie uitgevoerd.


 

 

De zakenbanken zijn in dit kader gevraagd in te gaan op het volgende:

I.               Welke strategie adviseert u TZH?

      Uit te werken aspecten zijn:

·         Is schaalvergroting noodzakelijk, rekening houdend met de opgelegde korting door de DTe

·         Strategie ook vanuit aandeelhoudersperspectief

·         Waarborging publieke belangen (zoals leveringszekerheid)

II.       Wat is de optimale schaalgrootte voor een zuiver hoogspanningstransportbedrijf (110 kV en hogere spanningen), respectievelijk voor een bedrijf waarin hoogspanning tot en met laagspanning zijn ondergebracht

III.      Wat mag er precies gekocht worden gezien de nieuwe beleidsregels van de Minister van Economische Zaken

IV.     Wat is het optimale tijdstip van schaalvergroting?

V.      Welk stappenplan adviseert u om tot deze schaalvergroting te komen?

VI.     Welke partijen zijn volgens u in potentie geïnteresseerd en welke partijen beveelt u aan?

De conclusies uit deze studies duiden erop dat TZH dient samen te gaan met een grotere partner; de overwegingen hiervoor zijn verwerkt in deze notitie. Met betrekking tot vraag (VI). verwachten de zakenbanken serieuze interesse van de grote Nederlandse energiebedrijven en mogelijke interesse van een beperkt aantal buitenlandse partijen.

 

Gezien de bevindingen en conclusies van de zakenbanken en het inmiddels verkregen inzicht in de (voorgestelde) aanvullende waarborgen in het kader van de Elektriciteitswet, heeft het college van burgemeester en wethouders geconcludeerd een vervreemding te overwegen en vragen wij om in te stemmen met een principebesluit tot vervreemding van de aandelen BV Transportnet Zuid-Holland.

 

2. De noodzaak van schaalvergroting

 

Door de directie en de RvC wordt gesteld dat TZH een te geringe omvang heeft om op langere termijn concurrerende transportdiensten aan te kunnen blijven bieden. Dit houdt verband met de kapitaalsintensiteit van TZH en het als gevolg daarvan relatief hoge aandeel van de vaste kosten waarop beperkt bespaard kan worden en waarvan de kosten per eenheid alleen kunnen dalen door kosten te verdelen over meer klanten, dus door op te schalen.   

 

De Dienst Uitvoering en Toezicht Energie (DTe) heeft tot doel toe te zien op de uitvoering en naleving van de Elektriciteitswet. Een onderdeel daarvan is het vaststellen van efficiëntiekortingen om netwerkbedrijven te dwingen goedkoper te opereren. Bij het vaststellen van de efficiëntiekorting wordt uitgegaan van “benchmarking”. TZH houdt er rekening mee dat in de benchmarking bedrijven vooralsnog op nationale schaal vergeleken zullen worden maar dat de DTe in de toekomst naar internationale vergelijking van bedrijven zal streven. In ons omringende landen is veelal sprake van veel grote netwerken. Ook dit noodzaakt tot opschaling.

 


 

TZH heeft sinds zijn oprichting de operationele kosten al flink kunnen verlagen. Verdere kostenreductie zonder de kwaliteit van de energievoorziening aan te tasten is nog maar beperkt mogelijk. Dat betekent, uitgaande van een door TZH verwachte hogere DTe korting voor de volgende reguleringsperiode (2004-2005), dat binnen enkele jaren het nu nog gezonde bedrijf TZH voor de keuze staat om of de kwaliteit te beperken (binnen de grenzen van de Elektriciteitswet) of een negatief financieel resultaat te accepteren. Beide zijn niet in het belang van de consument in Zuid-Holland, en ook niet in het belang van de aandeelhouders.

 

Verdergaande kostenreductie is voor TZH wél mogelijk door schaalvergroting. Echter alleen als die schaalvergroting er toe leidt dat TZH samengaat met een hoogspanningsnetwerk van voldoende omvang. Hierbinnen kan door redundantie en synergie-effecten te gebruiken een hogere efficiëntie bereikt worden.

 

Voor de huidige aandeelhouders zal het onderbrengen van TZH in een grotere onderneming dus gunstig zijn. Doordat als gevolg van een uit een fusie voortvloeiende schaalvergroting de bedrijfskosten verder kunnen worden verlaagd bij een gelijkblijvende transportcapaciteit (gegeven de in rekening te brengen tarieven), wordt de winstpotentie van het bedrijf en daarmee de waarde van het bedrijf voor de aandeelhouders verhoogd. Deze waardevermeerdering zal in de verkoopprijs van TZH tot uitdrukking komen.

Tegelijkertijd worden hiermee lagere tarieven voor de eindgebruiker mogelijk terwijl de continuïteit van het netwerkbedrijf en de leveringszekerheid worden gewaarborgd.

 

3. Het beste tijdstip voor schaalvergroting

 

Op dit moment vertoont TZH nog een goed, jaarlijks toenemend, rendement. Dit rendement wordt gerealiseerd door een combinatie van geslaagde interne kostenbeheersing en een gematigde door de DTe opgelegde efficiëntiekorting voor de jaren 2001 tot en met 2003. Het is niet duidelijk hoe deze korting in een tweede reguleringsperiode (2004-2005) zal uitpakken. TZH verwacht dat, na de gematigde korting in de eerste periode, de korting in de volgende periode substantieel hoger zal zijn.

 

Zoals hierboven aangegeven, zal TZH deze verdere korting na 2003 niet meer zelfstandig kunnen opvangen, maar zal een rechtsopvolger die TZH in een groter hoogspannings-netwerk heeft ondergebracht dit wel kunnen. Vervreemding van een nu nog winstgevend TZH is daarom zowel voor de aandeelhouders (behoud van waarde) als voor het bedrijf en zijn werknemers (duidelijkheid over de toekomst) als voor de consument (ook in de toekomst betaalbare leveringszekerheid) aantrekkelijk en wordt daarom nu voorgesteld.

 

Ook de zakenbanken achten nu het juiste tijdstip om tot schaalvergroting over te gaan. Het bedrijf heeft op dit moment door de positieve financiële resulaten en een hoger efficiëntie-niveau dan de meeste netbeheerders een sterke positie in de onderhandelingen met potentiële kopers. Daarnaast kan door uitstel het aantal potentiële kopers verminderen als gevolg van de concentratietendensen in de sector.

 


 

4. Mogelijkheden op termijn voor een landelijk transportnet

 

Landelijk hoogspannings-koppelnet (220 en 380 kV)

Zoals hierboven aangegeven, wordt het gehele Nederlandse hoogspannings-koppelnet (waarvan het 380 kV net van TZH deel uitmaakt) beheerd door TenneT. Er is in die zin dus reeds sprake van een landelijk net.

 

Regionale hoogspanningsnettten (110 kV en 150 kV)

De eigendom van de diverse regionale hoogspanningsnetten in Nederland ligt bij Essent, NUON, ENECO, REMU, DELTA en TZH. In de markt gaan stemmen op om op termijn de regionale hoogspanningsnetten (110 kV en 150 kV) en het hoogspannings-koppelnet (220 kV en 380 kV) te combineren tot één landelijk hoogspanningsnet (110 kV – 380 kV). Om die reden zou TZH kunnen overwegen direct aansluiting te zoeken bij TenneT.

Het lijkt echter vooralsnog onverstandig om andere mogelijke bieders uit te sluiten bij de vervreemding van TZH:

 

·         Het beperken van het aantal bieders in het vervreemdingsproces zal vrijwel zeker nadelige gevolgen hebben voor de door de huidige aandeelhouders te realiseren verkoopprijs;

·         Andere beheerders van 150 kV netten zullen, meer dan TenneT, op korte termijn synergieën kunnen realiseren door de hoge mate van vergelijkbaarheid van hun net met dat van TZH. Deze waardevermeerdering kan een positief effect hebben op de uiteindelijke verkoopprijs;

·         Aansluiting bij een ander Nederlands 150 kV net sluit de vorming van een toekomstig landelijk hoogspanningsnet niet uit. Een dergelijk gecombineerd netwerk is alleen succesvol als een significant aantal partijen bereid is om zich hierbij aan te sluiten.

 

5. De afnemende rol voor de bestaande aandeelhouders in een zelfstandig TZH

 

De invloed van de huidige aandeelhouders op het beleid van TZH is beperkt en neemt af door het streven van de centrale overheid om het netwerkbedrijf onafhankelijker te maken.

 

Wettelijk kader, huidige Elektriciteitswet

Met betrekking tot het regionale hoogspanningsnet van TZH (150 kV) is TZH netbeheerder in de zin van de Elektriciteitswet (E-wet). Dit laatste brengt een aantal in de E-wet omschreven taken met zich mee[2]. Daarnaast worden tariefstructuren en voorwaarden krachtens de E-wet door de DTe gereguleerd. De E-wet bepaalt verder dat toezicht plaats heeft door de Minister van Economische Zaken voor wat betreft de aanwijzing en eventuele vervanging van netbeheerders. De DTe controleert als onafhankelijke toezichthouder het functioneren van de netbeheerder in het kader van de E-wet en heeft daartoe noodzakelijke bevoegdheden. 

 


 

De E-wet vereist dat in de statuten van een netbeheerder een aantal bepalingen wordt opgenomen die beogen de onafhankelijkheid te waarborgen. De statuten van TZH bevatten daarom een aantal regels die de zeggenschap van aandeelhouders beperken:

 

·         Aandeelhouders onthouden zich van iedere bemoeiing met de uitvoering van de werkzaamheden die op grond van artikel 16 1e of 2e lid van de E-wet aan TZH zijn opgedragen.

·         Tot lid van de directie kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met een (…) aandeelhouder van TZH, zoals bedoeld in de E-wet.

·         Er is een raad van commissarissen (“RvC”).

·         De meerderheid van de leden van de RvC mag direct noch indirect een binding hebben met (…) een aandeelhouder van TZH.

·         Een aantal belangrijke besluiten van de directie is onderworpen aan de goedkeuring van de RvC (dit zijn onder meer de besluiten die ook bij een zogenoemde “structuurvennootschap” aan de goedkeuring van de RvC zijn onderworpen).

 

Door deze verplichte statutaire bepalingen wordt de aandeelhouder verder op afstand geplaatst dan in een vennootschap die niet de wettelijke taak van netbeheerder vervult.

 

Voorgestelde aanscherping van de Elektriciteitswet

De voorgestelde aanpassing van de Elektriciteitswet leidt tot een verdere aanscherping van de regulering van de netbeheerder, ook in situaties waar geen sprake is van “privatisering”. Deze houden, onder andere, in dat:

 

·         De netbeheerder een vergaand gebruiksrecht (“economische eigendom”) krijgt met betrekking tot het net, en het eigendomsrecht (“juridische eigendom”) direct of indirect bij een publiekrechtelijk lichaam dient te berusten.

·         Geen enkele bestuurder en niet meer dan één commissaris een functie vervult bij een (…) aandeelhouder.

·         Het bestuur de bevoegdheid heeft om voor de bepaling van de jaarlijkse winst voorzieningen te treffen voor de uitvoering van de wettelijke taken en dat deze besluiten onderworpen zijn aan de goedkeuring van de RvC.

·         Bestuurders en commissarissen niet kunnen worden benoemd dan met instemming van de Minister van Economische Zaken.

·         Een “nalevingsfunctionaris/ compliance officer” dient te worden aangesteld die jaarlijks aan de DTe rapporteert.

·         De compliance officer een reglement voorstelt dat door de netbeheerder wordt vastgesteld en waaraan alle werknemers zich dienen te binden.

·         De netbeheerder over een adequaat kwaliteitssysteem met betrekking tot het netbeheer dient te beschikken. 

 

Tevens worden aan de Minister van Economische Zaken verdergaande bevoegdheden toegekend om in te grijpen indien de netbeheerder de wettelijke taken niet adequaat zou uitvoeren en wordt een verdergaande jaarlijkse rapportageplicht aan de netbeheerder opgelegd.

 

Het is hierbij duidelijk dat de aandeelhouder nog verder op afstand wordt geplaatst en dat de toezichtstaken van de Minister en de DTe worden uitgebreid. Tevens wordt in de vorm van de compliance officer een nieuwe, interne, controle functie in het leven geroepen. TZH zal hiertoe zijn statuten moeten aanpassen.


 

6. Publiek belang eigendom elektriciteitsnetten

 

De vraag is of de regionale hoogspanningsnetten in handen dienen te blijven van de overheid[3]. Hier kan een relatie worden gelegd naar de discussie tussen de Minister van Economische Zaken en de Tweede Kamer rondom de privatisering van de energie-distributiebedrijven. De belangrijkste uitkomsten van deze discussie, die heeft geleid tot een wetvoorstel tot aanpassing van de Elektriciteitswet, zijn de volgende.

 

6.1 Vervreemding aan een niet-private (Nederlandse) partij

 

Indien de vervreemding ‘binnen de kring van bestaande aandeelhouders’ plaatsvindt, zullen er voor de huidige publieke aandeelhouders geen verplichtingen als juridische eigenaar na afronding van de vervreemding zijn aangezien de juridische eigendom van het net (mee)vervreemd kan worden. Wel zouden de huidige aandeelhouders van TZH kunnen overwegen slechts de economische eigendom te vervreemden opdat de juridische eigendom te allen tijde, ook bij toekomstige privatisering van de koper, in handen blijft van de huidige aandeelhouders.

 

6.2 Vervreemding aan een private (buitenlandse) partij

 

Juridisch eigendom net

De juridische eigendom van het net zal in het geval van vervreemding ‘buiten de kring van bestaande aandeelhouders’ in handen moeten zijn (blijven) van de publieke aandeelhouders. Na de vervreemding blijven de huidige aandeelhouders derhalve juridisch eigenaar van het net.

 

Economisch eigendom net

De economische eigendom van het net dient bij de netbeheerder te berusten. Maximaal 49%  mag aan een private partij (die niet tot de huidige kring behoort) vervreemd worden. Dit heeft als consequentie dat de publieke aandeelhouders in ieder geval de resterende 51% in de netbeheerder zal moeten houden. Wellicht is het mogelijk om de rechten op dividend en de waarde van het bedrijf behorende bij het 51% belang door middel van preferente aandelen of certificaten te laten toekomen aan de houder van het belang van 49%.

 

Terugklap-scenario

In het uitzonderlijke geval dat de aanwijzing van voornoemde vennootschap als netbeheerder door de Minister vervangen wordt en de Minister een andere vennootschap als netbeheerder aanwijst, dient het recht van gebruik terug te komen bij de juridisch eigenaar van het net (“terugklap-scenario”). Deze teruglevering dient plaats te vinden tegen vooraf vastgestelde voorwaarden, waarbij de waardebepaling en de prijsbepaling zodanige waarborgen bevatten dat de (terug)levering van de “economische eigendom” niet onmogelijk wordt gemaakt door de te betalen vergoeding.

 

 

 

De publieke aandeelhouders (de juridische eigenaren) dienen in dat geval aan de koper de overeengekomen prijs voor de teruglevering van het net te betalen. Het financiële risico voor de juridische eigenaren kan in een dergelijke situatie beperkt worden door vooraf met de koper af te spreken dat de hoogte van deze terugleveringsvergoeding wordt gekoppeld aan de opbrengsten van een eventuele ‘door-verkoop’ van de economische eigendom aan een nieuwe netbeheerder. Een veiling is wellicht de meest geëigende methode om de ‘door-verkoop’ prijs zo hoog mogelijk te laten zijn.

 

Aandeelhoudersovereenkomst

In het geval van vervreemding aan een private partij is het noodzakelijk dat er tussen de houder(s) van 51% van de aandelen in de netbeheerder (de verkopers) en de houder van 49% van de aandelen een aandeelhoudersovereenkomst gesloten zal worden. Deze overeenkomst zal (mogelijk) ook verplichtingen voor de verkopers met zich mee kunnen brengen.

 

2004

In het Wetsvoorstel zijn de eisen opgenomen die moeten gaan gelden indien te zijner tijd een privatisering van de overige 51% van de aandelen in het kapitaal van de netbeheerder wordt toegestaan. Deze regels treden voorlopig niet in werking. In 2004 zal geëvalueerd worden of er kan worden overgegaan tot het toestaan van verdere privatisering voor voornoemde 51%.

7. Samenvatting/Conclusie

 

Als gevolg van de in 1998 aangenomen Elektriciteitswet en de hieruit voortvloeiende liberalisering hebben de aandeelhouders (de gemeenten Delft, Den Haag, Dordrecht, Leiden, Rotterdam en de provincie Zuid-Holland) het aandelenpakket van het voormalige elektriciteitsproductiebedrijf EZH  verkocht. Alvorens de aandelen EZH te vervreemden hebben de aandeelhouders EZH besloten om de fysieke netten af te scheiden van de overige activiteiten van de onderneming en onder te brengen in een separate vennootschap (TZH).

 

Tijdens de oprichting van TZH was bekend dat het bedrijf op enig moment te gering qua omvang zou kunnen zijn. De directie en de RvC van het bedrijf hebben een aantal keren aangegeven dat zij op korte termijn schaalvergroting wensen. De schaalvergroting zou gerealiseerd moeten worden door middel van een vervreemding van TZH aan een grotere partner met een hoogspanningsnet van voldoende omvang om synergieën mogelijk te maken.

 

Door een meerderheid van de aandeelhouders van TZH is aangegeven een studie te wensen, waarbij (door een aantal zakenbanken) wordt onderzocht in hoeverre schaalvergroting voor het bedrijf en de aandeelhouders noodzakelijk is. Inmiddels is deze studie uitgevoerd en is er verder meer duidelijkheid verschaft over de waarborgen die worden voorgesteld in de herziene Elektriciteitswet:

 

1.       TZH dient door de normeringssystematiek van toezichthouder DTe tot voortgaande kostenverlagingen te komen. TZH heeft al veel aan kostenbeheersing gedaan. Verdere verlaging van de kosten kan alleen nog bereikt worden door schaalvergroting waarbij door samenvoeging van hoogspanningsnetten substantiële kostenverlaging wordt behaald. Dit leidt tot lagere tarieven, wat in het belang van de consument is. Vervreemding van een nu nog winstgevend TZH is daarom zowel voor de aandeelhouders (behoud van waarde) als voor het bedrijf en zijn werknemers (duidelijkheid over de toekomst) als voor de consument (ook in de toekomst betaalbare leveringszekerheid) aantrekkelijk en wordt daarom nu voorgesteld.


 

 

 

2.       De invloed van de huidige aandeelhouders op het beleid van TZH is beperkt en neemt af door het duidelijk streven van de landelijke overheid om het netwerkbedrijf onafhankelijker te maken van de aandeelhouders in combinatie met een sterke toezichthouder (DTe).

 

3.       De voorgestelde herziening van de Elektriciteitswet heeft tot doel het publieke belang van een onafhankelijke netbeheerder zowel bij vervreemding aan een partij ‘binnen de huidige kring’ (een niet-private, Nederlandse partij) als bij vervreemding aan een partij ‘buiten de huidige kring’ (een private, buitenlandse partij) te waarborgen. Hiertoe dient de juridische eigendom van het net in het geval van vervreemding buiten de kring van bestaande aandeelhouders in handen te blijven van publieke aandeelhouders.

 

Gezien deze bevindingen en conclusies vragen wij u, onder voorbehoud van gunstig advies van de algemene commissie, in te stemmen met een principebesluit tot vervreemding van de aandelen BV Transportnet Zuid-Holland. Uiteraard wordt u omtrent de voortgang van het vervreemdingstraject periodiek geïnformeerd. Voorts wordt de feitelijke vervreemding van de aandelen (met de daarbij behorende vervreemdingsovereenkomst) ter accordering aan uw raad voorgelegd. Het gehele proces zal, na uw instemming, worden begeleid door een zakenbank. Gegeven de gehouden presentaties aan vertegenwoordigers van de aandeelhouders is de keuze voor de zakenbank gevallen op Dexia Securities, het voormalige Kempen & Co.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot  ,burgemeester.


N. Roos                                    ,secretaris.


 

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 april 2002;

 

b e s l u i t :

 

In te stemmen met een principe-besluit tot vervreemding van de aandelen BV Transportnet

Zuid-Holland.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 april 2002.

 

 

 

,burgemeester.

 

 

 

,secretaris.

 



[1] In Nederland bestaan de - meest bovengrondse - hoogspanningsnetten uit 110 kV en 150 kV ‘regionale hoogspanningsnetten’ en 220 kV en 380 kV ‘hoogspannings-koppelnetten’. KV betekent 1000 Volt. Dus de netwaarden zijn 110.000 Volt, 150.000 Volt, 220.000 Volt en 380.000 Volt. Netten met lagere spanning zijn geheel in ondergrondse kabels uitgevoerd of zullen dat op termijn worden.

[2] Deze taken bestaan uit het in werking hebben en onderhouden van het net, het doelmatig waarborgen van veiligheid en betrouwbaarheid, zorg dragen voor de aanleg, het herstel, de vernieuwing en uitbreiding van het net, het aanhouden van reservecapaciteit voor transport, het voorzien in aansluitingen en meters, het verzorgen van transport, het meten van en rapporteren aan de producenten over elektriciteit die is opgewekt door specifieke (voornamelijk kleinschalige) installaties, het bevorderen van de veiligheid van toestellen en installaties die elektriciteit verbruiken. (Art.16-1)

[3] Met betrekking tot de overdracht van het 380 kV net het volgende. De Elektriciteitswet bepaalt dat voor overdracht van delen van het landelijk hoogspannings-koppelnet toestemming van de Minister van Economische Zaken vereist is. De criteria die hiervoor zullen gelden zijn onduidelijk. Het is derhalve noodzakelijk in een zo vroeg mogelijk stadium overleg te voeren met de Minister met betrekking tot de criteria voor het verkrijgen van toestemming voor de overdracht van het 380 kV net.