21 maart 2006
Kenmerk: 20055729
1. Inleiding.
De kwartaalrapportages zoals u dat in 2005 vanuit het Rbb
gewend bent, kennen vanaf 2006 een vernieuwde structuur.
Na overleg met de portefeuillehouder is besloten
halfjaarlijks te rapporteren over 3 onderwerpen, te weten:
Het eerste deel bevat de cijfermatige rapportage zoals u die
gewend was. Het tweede deel geeft de stand van zaken van het project FHIRBB
waarbij de verbetervoorstellen en hun implementatie nader worden belicht.
Diverse achterliggende onderzoeksrapporten over de verbetervoorstellen zijn op
te vragen. In het derde deel wordt teruggekoppeld over de leereffecten voor de
organisatie aan de hand van de aanbevelingen van de ACB. Dit laatste deel is
reeds aan het GMT aangeboden begin dit jaar en heeft naar aanleiding daarvan
enige aanvullingen ondergaan.
Het is niet mogelijk gebleken om per 1-1-2006 het
DIS-systeem volledig en als zelfstandig systeem in gebruik te nemen en daaruit
de cijfermatige rapportages te verzorgen.
Gevolg hiervan is dat nog niet gerapporteerd kan worden over
de doorlooptijden van afzonderlijke fasen binnen de keten van bezwaarafhandeling.
Naar verwachting zal dit in de volgende rapportage wel mogelijk zijn.
De cijfers waarmee in deze rapportage wordt gewerkt, zijn
afkomstig uit het oude registratiesysteem van het Rbb. Het secretariaat van het
Rbb houdt dit systeem sinds september 2005 parallel aan het DIS systeem bij.
Dit vraagt een grote tijdsinvestering. Het streven is het DIS-systeem zo snel
mogelijk operationeel en betrouwbaar te maken.
2. Externe Inhuur
In augustus 2005 is gestart met een project om de
werkvoorraad vanwege de extra instroom in het eerste halfjaar van 2005 aan te
pakken. Deze extra instroom was reeds voorspeld in 2004 en heeft zich volgens
verwachting gemanifesteerd. Voor dit project is incidenteel
€ 120.000,- door het college beschikbaar gesteld. In dit
project wordt reeds zoveel mogelijk volgens de nieuwe werkwijze uit de nota
FHIRBB gewerkt.
Gedurende de laatste 5 maanden van 2005 is met externe
inhuur de hoeveelheid openstaande bezwaarschriften verder teruggebracht ondanks
de wederom verhoogde instroom in het laatste kwartaal.
De niet benutte gelden zijn overgeheveld naar 2006 opdat de
externe bijstand in ieder geval gedurende het eerste halfjaar 2006 kan blijven
plaatsvinden.
3. Samenvatting bevindingen
Instroom van bezwaarschriften blijft vrij gelijkmatig,
waarbij als uitzondering nog steeds Kamer II geldt. De instroom blijft
onveranderd hoog. Afgewacht wordt of in 2006 een teruggang zichtbaar wordt nu
het 2 jaar is na invoering van de Wet Werk en Bijstand.
De werkvoorraadverdeling laat zien dat in bijna alle kamers
de meeste voorraad ligt bij de ACB. Dit betreft zowel zaken die nog op zitting
moeten komen als zaken die reeds op zitting zijn geweest. De frequentie van
vergaderen zou binnen sommige kamers omhoog moeten om binnen de gestelde
termijn van afhandeling te blijven. De beperkte capaciteit van menskracht vormt
een knelpunt hierbij. Zowel commissieleden, secretarissen en verweervoerders
hebben een limiet aan het aantal hoorzittingen in een week dat ze kunnen
bijwonen zonder het schriftelijke deel van hun werkzaamheden te ondermijnen.
Met name binnen Kamer II van de ACB waar reeds wekelijks wordt vergaderd,
speelt dit een rol. Om dit te ondervangen wordt ondermeer een wervingstraject
voor commissieleden opgestart en wordt gekeken naar de mogelijkheden binnen de
verordening voor de ACB om tot uitbreiding van het aantal leden over te gaan.
Verdere ruimte bij de actoren in de keten moet gevonden worden met behulp van
de nieuwe werkwijze.
De cijfermatige rapportage laat zien dat ondanks een
gelijkmatige en hoogblijvende instroom van bezwaarschriften de hoeveelheid
openstaande bezwaarschriften, met name de laatste twee kwartalen van 2005,
aanzienlijk is verlaagd. De effecten totnogtoe van het project FHIRBB zijn
hiermee goed zichtbaar gemaakt. Een lagere werkvoorraad betekent dat nieuwe
zaken eerder opgepakt kunnen worden en daarmee wordt de doorlooptijd positief
beïnvloed.
Sinds de invoering van de nieuwe werkwijze zien we een
gemiddelde doorlooptijd bij de Kamers I en II van de ACB van 11 weken. Hierbij
moet wel opgemerkt worden dat deze termijn gerekend is tot het uitbrengen van
het advies door de ACB. De laatste stap in de keten is hierbij nog niet
betrokken omdat de informatieverstrekking hierover nog niet optimaal is binnen
de keten.
4. Noties voor het management
a.
Met de verbetervoorstellen uit de nota FHIRBB wordt in de
keten van bezwaarschriftafhandeling waar mogelijk reeds gewerkt. In het tweede
deel van deze rapportage is per verbeterpunt aangegeven waar aanpassing nodig
is. Basis hiervoor zijn de onderzoeksresultaten en adviezen van de diverse
trekkers van de verbetervoorstellen. De beslispunten voor het GMT zijn
gedestilleerd vanuit deze onderzoeksresultaten en adviezen.
Voorgesteld wordt aan het management :
-
op alle beslispunten een (richtinggevend) besluit te
nemen al dan niet conform het voorstel;
-
met name te bespreken of:
b.
Bij deze rapportage zijn de aanbevelingen van ACB uit haar
jaarverslag 2004 gevoegd met daarop de reacties van de betrokken
organisatieonderdelen. De gemeenteraad heeft bij haar behandeling van het
jaarverslag 2004 van de ACB expliciet verzocht om een terugkoppeling van de
reacties op de aanbevelingen. De reacties op de aanbevelingen uit het
verslagjaar 2005 worden bij de volgende halfjaarsrapportage Rbb aangeboden. De
aanbevelingen over het eerste deel van 2006 worden daar naar alle verwachting
tegelijkertijd bij betrokken.
Voorgesteld wordt aan het management deze rapportage in
zijn geheel ter kennisname door te geleiden aan college en gemeenteraad.
c.
Het toezenden door de
Lijn aan het Rbb van heroverwegingsbesluiten, met de datum waarop het besluit
genomen is, laat nog te wensen over. Gevolg hiervan is dat onduidelijk is
hoeveel bezwaarschriften volledig zijn afgehandeld en of dit binnen de
wettelijke termijn is gebeurd. Dit zorgpunt is reeds aan de orde geweest tussen
de Lijn en het Rbb. Een inhaalslag en verstevigde aandacht op dit gebied is
noodzakelijk.
Lida Wilson-Verboom
Coördinator RBB
Kwartaalrapportage Rechtsbeschermingsbedrijf
4e kwartaal 2005
1.
In- en uitstroom bezwaarschriften 4e kwartaal 2005 |
K I |
K II |
K III |
K IV |
Totaal |
Werkvoorraad per 1 oktober 2005 |
53 |
262 |
41 |
10*** |
366 |
Bij: nieuw ingekomen 4e kwartaal 2005 |
196* |
156 |
15 |
10 |
377 |
Af: uitgebrachte adviezen 4e kwartaal 2005 |
106 |
158** |
19 |
11 |
294 |
Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
7 |
44 |
8 |
4 |
63 |
Werkvoorraad per 31 december 2005 |
136 |
217 |
29 |
5 |
387 |
*
waaronder 105 bezwaarschriften tegen bouwvergunning Koepoortproject + 64 tegen
ingestelde omleidingsroute i.v.m. afsluiting Maria Duystlaan.
** 1
bezwaarschrift – 2 adviezen.
*** na de
vorige kwartaalrapportage is 1 bezwaarschrift opgesplitst.
2.
|
FTE |
Norm |
Totaal |
Per kwartaal |
4e kwartaal |
Kamer I |
2,46 |
77 |
189 |
47 |
113 |
Kamer II* |
3,9 |
138 |
545 |
136 |
202** |
Kamer III* |
0,55 |
77 |
42 |
10/11 |
27*** |
Kamer IV |
0,44 |
77 |
33 |
8 |
15 |
Totaal |
7,35 |
- |
809 |
201/202 |
357 |
* vanaf 1-10-2005
formatie uitbreiding als gevolg van de nota FHIRBB
** begeleiding externe inhuur + formatie
uitbreiding – langdurig ziekteverzuim
*** naijleffect van externe inhuur gedurende
3e kwartaal 2005 + formatie uitbreiding
3a.
Werk(voorraad)verdeling
4e kwartaal 2005
Peildatum 31 december 2005 |
K I |
K II |
K III |
K IV |
Bij de ACB |
112 |
120 |
15 |
1 |
Bij de Lijn |
12 |
61 |
7 |
2 |
Overig |
12 |
36 |
7 |
2 |
Totaal werkvoorraad |
136 |
217 |
29 |
5 |
IJzeren werkvoorraad |
45 |
150 |
10 |
8 |
3b.
|
04-1e |
04-2e |
04-3e |
04-4e |
05-1e |
05-2e |
05-3e |
05-4e |
Bij de ACB |
233 |
266 |
295 |
263 |
431 |
400 |
227 |
248 |
Bij de Lijn |
237 |
245 |
196 |
130 |
120 |
91 |
94 |
82 |
Overig |
63 |
55 |
59 |
121 |
71 |
52 |
42 |
57 |
Totaal werkvoorraad |
533 |
566 |
550 |
514 |
622 |
543 |
363 |
377 |
Bevindingen:
Over de hele keten
heen is te zien dat de totale werkvoorraad ongeveer gelijk is gebleven. De Lijn
laat al een aantal kwartalen een gestage daling zien van de eigen werkvoorraad.
De ACB daarentegen laat dit kwartaal een kleine toename zien. Afgewacht wordt
of deze trends zich voortzetten.
Kamer I heeft een aanzienlijk hogere werkvoorraad
dan haar ijzeren, waarbij met name de ACB aan zet is. Dit vanwege een groot
aantal bezwaren tegen één-en-hetzelfde besluit die zich in de afrondende fase
bevinden.
Kamer II laat nog
steeds een gestaag dalende werkvoorraad zien voor alle actoren uit de keten.
Kamer III heeft als
gevolg van één van de voorstellen uit de nota FHIRBB structurele formatie
uitbreiding gekregen per einde van het 3e kwartaal. Een verdere
daling van de werkvoorraad wordt verwacht na het eerste kwartaal 2006.
4.
Totaal
nieuw ingekomen bezwaarschriften kwartaalsgewijs
|
4e kw 2004 |
1e kw 2005 |
2e kw 2005 |
3e kw 2005 |
4e kw 2005 |
Kamer I |
107 |
214 |
215 |
39 |
196 |
Kamer II |
140 |
164 |
139 |
145 |
156 |
Kamer III |
15 |
23 |
14 |
11 |
15 |
Kamer IV |
2 |
9 |
2 |
6 |
10 |
Totaal |
264 |
410 |
370 |
201 |
377 |
Bevindingen:
In Kamer I laat weer een piek zien in de
instroom. Het betreft een grote hoeveelheid gelijkluidende bezwaarschriften
tegen één besluit .
In Kamer
II blijft de maandelijkse instroom onveranderd hoog sinds begin 2004. Zelfs
weer een lichte stijging ten opzichte van vorig kwartaal. Binnen de Lijn tekent
zich het vermoeden af dat de hoge instroom een vast gegeven zal blijken te
zijn, o.a. vanwege decentralisatie van uitvoering waardoor meer werk bij de
gemeente komt de liggen qua verordeningen en beleid etc. Met de
verbetervoorstellen uit de nota FHIRBB is de capaciteit en de af te handelen
norm van deze kamer verhoogd, maar nog niet zodanig dat de volledige instroom
van bijvoorbeeld vorig jaar (570 stuks) het hoofd geboden kan worden. 2005 is
zelfs geëindigd met een nog hogere instroom van 604 stuks.
5.
|
4e kw 2004 |
1e kw 2005 |
2e kw 2005 |
3e kw 2005 |
4e kw 2005 |
Gegrond (Deels) |
67 (31%) |
43 (18%) |
205 (52%) |
186 (57,5%) |
61 (21%) |
Ongegrond |
111 (52%) |
112 (46,5%) |
167 (42%) |
91 (28%) |
192 (65%) |
Niet Ontvankelijk |
37 (17%) |
86 (35,5%) |
24 (6%) |
46 (14,5%) |
41 (14%) |
Totaal |
215 (100%) |
241 (100%) |
396 (100%) |
323 (100%) |
294 (100%) |
Bevindingen:
Het 4e kwartaal 2005 laat weer een terugkeer zien naar de
normale verhoudingen tussen gegrond (rond de 20%) en ongegrond verklaringen.
[Het percentage (Deels) Gegronde bezwaarschriften
geeft inzicht in de mate waarin primaire besluiten van de bestuursorganen geen
stand houden. Dit kan iets zeggen over de kwaliteit van het beleid en de
besluitvorming. Voor een globale toets van de kwaliteit van de primaire
besluitvorming moet meegenomen worden het percentage bezwaarschriften dat
herzien wordt zonder dat een advies van de commissie daaraan ten grondslag
ligt. De ACB beschikt over de aantallen ingetrokken bezwaarschriften per kamer.
Hieronder worden zowel de intrekkingen als de herzieningen verstaan. Vooral in
Kamer II is er sprake van een groot aandeel herzieningen. De overige kamers
hebben hier vrijwel niet mee te maken.]
*-*
Voortgang Verbetervoorstellen:
Verbeterpunt: 1 - Kwaliteit
van beleid en regelgeving
Trekker: Frank
van Meggelen
Status: Onderzoek
afgerond.
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 2 -
Drempelbedragen
Trekker: Frank
van Meggelen
Status: Onderzoek
afgerond.
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 3 -
Bezwaarschriftafhandeling onderdeel projectkosten
Trekker: Lida
Wilson
Status: afgerond
Conclusies:
Tarief
voor externe inhuur bedraagt gemiddeld € 50,- per uur.
Kosten voor afhandeling van één
bezwaarschrift volgens maatwerkplus bedragen dan ook € 700,-. Indien een
bepaald project leidt tot meerdere/vele bezwaarschriften, zullen deze zoveel
mogelijk ‘gezamenlijk’ worden behandeld, in feite gaat het om één zaak. Dat
impliceert dat het dan gaat om een lager bedrag dan 700 euro per
bezwaarschrift.
NB: in genoemd bedrag is niet
meegenomen de (extra) benodigde capaciteit voor de lijn.
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 4 -
Overslaan bezwaarschriftfase
Trekker: Jaap
van der Hoest
Status: Advies
afgerond.
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 5 -
Uniforme openbare voorbereidingsprocedure
Trekker: Jaap
van der Hoest
Status: Advies
afgerond
Conclusies: zie
verbeterpunt 1
Beslispunt GMT: zie verbeterpunt 1
Verbeterpunt: 6 -
Focus op ambtelijk herzien
Trekker: Ton
Wiegman
Status: Onderzoek
afgerond.
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 7 -
Mondelinge toelichting bestreden besluit
Trekker: Ton
Wiegman
Status: Onderzoek
afgerond
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 8 -
Verweervoering binnen 2 weken
Trekker: Lida
Wilson
Status: Ingevoerd
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 9 -
Heroverwegingsbesluit binnen 2 weken
Trekker: Ton
Wiegman
Status: Onderzoek
afgerond
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 10 -
Pre-advies
Trekker: Brigitte
Ritzen
Status: Werkwijze/model
ingevoerd
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Verbeterpunt: 11 -
Verslaglegging hoorzitting
Trekker: Brigitte
Ritzen
Status: Werkwijze
ingevoerd
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Verbeterpunt: 12 -
Mededeling ontbreken verschijningsplicht
Trekker: Brigitte
Ritzen
Status: Pilot
afgerond en werkwijze ingevoerd
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 13 -
Maatwerkplus formule
Status: zie
punt 3
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Vebeterpunt: 14
- Ontvankelijkheidbepaling binnen 1 week
Trekker: Brigitte
Ritzen
Status: Communicatietraject
omtrent prioriteit opstarten
Conclusies: Ontvankelijkheid kan bepaald worden
binnen 1 week. Beperkende factor is echter de directe beschikbaarheid van het
bestreden besluit welke via de lijn verkregen moet worden.
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 15 -
Hoorzitting binnen 3 weken
Trekker: Corry Poot-Rietdijk
Status: Ingevoerd
Conclusies:
Beslispunt
GMT:
Verbeterpunt: 16 -
Opstellen advies binnen 2 weken
Trekker: Ger
Clemens
Status: Werkwijze
ingevoerd
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Verbeterpunt: 17 -
Beperken tot kern van het geschil
Trekker: Hans
Potter
Status: Per
direct ingevoerd
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Verbeterpunt: 18 -
Horen door voorzitter alleen
Trekker: Hans
Potter
Status: Standpunt
bepaald
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 19 -
Frequenter vergaderen
Trekker: Corine
Buter
Status: Nog
in onderzoek
Conclusies:
Beslispunt GMT:
Verbeterpunt: 20 -
Reactie op conceptadvies binnen 1 week
Trekker: Hans
Potter
Status: Gedragslijn
ingevoerd
Conclusies: -
Beslispunt GMT: -
Aanbevelingen bij jaarverslag 2004 van
de Adviescommissie voor bezwaarschriften
In het jaarverslag worden per kamer van
de commissie aandachtspunten genoemd. In onderstaande matrix worden deze punten
weergegeven en voorzien van te bieden acties en voorstellen voor de
organisatieonderdelen die gevolg zouden moeten geven aan deze acties
Aandachtspunten Kamer I
|
Stand van Zaken
|
1. Uit de tekst van de publicaties in de
Stadskrant kan niet worden opgemaakt of het een aanvraag om bouwvergunning is
die met of zonder toepassing van een vrijstellingsprocedure ( ex art. 19 WRO)
wordt afgehandeld. M.a.w.: of er wel of niet zienswijzen bij de
besluitvorming worden betrokken. |
Bij inkomst van de aanvraag is niet bekend of
het een gebonden of discretionaire bevoegdheid betreft, dat is pas na
toetsing duidelijk. De verzoeken om vrijstelling worden in de
Stadskrant gepubliceerd met vermelding van de inzage- en zienswijzen-termijn.
(Onlangs aangepast vanwege UOV-Awb.) |
2. Bij de Publieksbalie is niet steeds
duidelijk of de daar verstrekte informatie bindend is. Aanbevolen wordt om
bij de verstrekking van informatie over bouwen aan te geven dat daaraan geen
rechten kunnen worden ontleend en dat voor de verkrijging van zekerheid in
vooroverleg met een bevoegd ambtenaar moet worden getreden. |
In 2005 is regulier overleg ingesteld tussen
Publieksbalie en BWT, waarin ook nadere afspraken worden gemaakt bijv. over
informatieverstrekking, de status daarvan, doorverwijzing enz. |
3. Als in het verweerschrift wordt aangegeven
dat het bezwaarschrift gegrond verklaard kan worden, kan beter het bestreden
besluit ambtshalve worden herzien. De bezwaarmaker is dan in de gelegenheid
om zijn bezwaarschrift in te trekken. |
Wordt conform uitgevoerd in die gevallen
waarbij er geen sprake is van een derde-belanghebbende. In dat geval kan er
immers een procesbelang zijn. Ook in gevallen waarbij gegrondheid wel wordt
geadviseerd maar niet evident is wordt prijs gesteld op een advies. |
4. Wederom (na 2003) vraagt de commissie
aandacht voor het aanschrijvings- en handhavingsbeleid. Onzorgvuldigheid doet
zich met name voor bij zaken waarin is geweigerd handhavend op te treden en
bestaat uit het onzorgvuldig bezien of de situatie legaliseerbaar is, dan wel
uit de gebrekkige motivering waarom van handhaving is afgezien. |
Eind 2004 is de nota Nalevingsstrategie
vastgesteld en wordt er conform (werkproces) gewerkt |
5. Ter voorkoming van discrepanties tussen advisering
door de welstandscommissie en door de gemeenteraad voorgestaan beleid moeten
de noodzakelijke adviezen van de welstandscommissie op voorgenomen beleid
reeds in een vroegtijdig stadium worden ingewonnen en mee kunnen wegen bij de
uiteindelijke vaststelling van het beleid. |
De BWT-procedures zijn geactualiseerd en
geoptimaliseerd |
6. Een gehandicaptenparkeerplaats wordt
automatisch toegewezen als de aanvrager over een gehandicaptenparkeerkaart
beschikt. Verder beleid hierbij is nog niet vastgesteld. In de regel ligt de
toegewezen locatie zo dicht mogelijk bij de woning. De commissie pleit voor beleid. Voordat
toewijzing plaats vindt moet onderzoek naar de verkeerssituatie ter plekke
verricht worden. Voorts kan bij de bepaling van de locatie van de parkeerplaats
rekening worden gehouden met de loopafstand van de aanvrager. |
In de werkplanning 2006 is opgenomen dat in april/mei aan de raad een voorstel
‘gehandicapten-parkeren’ zal worden gepresenteerd. Voorafgaand aan de
besluitvorming is overleg met gehandicaptenorganisaties gepland. In de nota zal ook worden ingegaan op
procedure en bevoegdheden. |
7. Bij een gehandicaptenparkeerplaats vindt
afweging van de belangen (van omwonenden) pas plaats, nadat de toewijzing
heeft plaatsgevonden. Het zou beter zijn dit voorafgaand aan het
besluitvormingsproces te doen. |
Gezien het geringe aantal bezwaren tegen
verkeersbesluiten waarmee een GPP wordt aangewezen is de huidige manier –
waarin bij toekenning géén maar bij aanleg op straat wél rekening wordt
gehouden met de specifieke eisen van de gebruiker en de omgeving– wél
zorgvuldig is en efficiënt en effectief werkt. |
8. Het tijdig aanleveren van een
verweerschrift en stukken blijft een punt van zorg. De nodige logistiek zou
hiertoe verbeterd moeten worden. |
Uitgevoerd. De verzending van stukken richting
Barbarasteeg vindt nu op hetzelfde moment plaats als de verzending van de
besluiten richting aanvragers. Ook over de interne verwerking op de
Barbarasteeg zijn nieuwe afspraken gemaakt. |
9. Er is het probleem dat pas laat
inzichtelijk wordt in welke situatie de bezwaarmaker zich bevindt, namelijk
op het moment van opstelling van het verweerschrift. Dit levert dan op dat
bezwaarmaker al is verhuisd. De zaak gaat dan niet door, terwijl deze al was
ingepland op de agenda van de commissie. |
Procedure is nooit waterdicht te krijgen,
immers lang niet alle inwoners geven verhuismutaties tijdig door aan de
gemeente. We zijn afhankelijk van verwerking van verhuisbewegingen in het GBA
en dat kan vaak weken duren. Foutmarge wordt verkleind door bij ontvangst
van het verzoek om verweer het GBA te checken. Dit wordt meegenomen in de
actualisering van de Wonen werkprocedures voor 2006 |
10. De commissie plaatst vraagtekens bij de
mandaatverlening aan de DTV voor het nemen van besluiten op een verzoek om
voorrangsverlening. Volgens de Awb dient door het bestuursorgaan getoetst te
worden of het advies voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid. Niet duidelijk
is of deze toetsing plaatsvindt. Advisering hierover heeft nog niet plaatsgevonden,
omdat er op dit punt geen nog een bezwaar is aangevoerd. |
Vakteam Wonen: In de evaluatie van het DTV reglement, eerste
kwartaal 2006, zullen de rollen van DTV en gemeente in de procedure voor alle
duidelijkheid nog eens uitdrukkelijk worden vastgelegd. |
11. De commissie ziet niet in waarom het niet
mogelijk is om 1 vergunning voor het parkeren van een auto (waarbij op de
vergunning verschillende kentekens worden vermeld) te verlenen, nu is
gebleken dat het college de regelgeving
ook soepel hanteert bij gehandicapten die over vervangende auto’s
beschikken (een andere auto dan waarvoor de vergunning is verleend). |
In juni 2005 heeft de raad besloten het
mogelijk te maken een parkeervergunning te verlenen aan mensen die regelmatig
een auto huren en in die zin nimmer in aanmerking kwamen voor een
parkeervergunning. |
12. De commissie vindt het niet gepast dat
vanuit het college haar gevraagd wordt haar advies te herzien. |
Dit wordt nagegaan |
13.De commissie beveelt aan ingeval van een
bijdrage in de huurlasten ingevolge de vangnetregeling reeds bij de
intakegesprekken een voorbehoud te maken t.a.v. het recht erop. Meegegeven
moet worden dat het definitieve recht
op de bijdrage pas wordt vastgesteld nadat een aanvraagformulier met
bijbehorende door de gemeente is ontvangen en beoordeeld. |
Bij het eerste baliebezoek, waar in de meeste
gevallen, aan de hand van dan overlegde stukken, de mogelijkheid van een
bijdrage wordt onderzocht, wordt er op gewezen dat pas wanneer de aanvraag en
gegevens ontvangen zijn, definitief bepaald wordt of een bijdrage toegekend
wordt en zo ja hoeveel. |
14. Omdat het ingeval van drukte (met name in
juli) moeilijk is om een afspraak te maken voor een intakegesprek pleit de
commissie ervoor de ingangsdatum van een bijdrage in de huurlasten te bepalen
op de datum van het eerste baliebezoek (i.p.v. op de datum van het
intakegesprek). |
Dit is sinds de start van de uitvoering van de
vangnetregeling door de gemeente de gehanteerde werkwijze |
15. De commissie constateert dat na het
uitbrengen van haar adviezen het nog geruime tijd duurt voordat een besluit
op het advies wordt genomen. Dit staat haaks op de wens van de gemeenteraad
terzake. De commissie betreurt de lange duur, omdat zij probeert zo snel
mogelijk advies uit te brengen. |
Reactietermijnen worden daar waar mogelijk als
servicenorm opgenomen. |
16. Het is de commissie opgevallen dat
woonproblemen veelal ontstaan door overbewoning. De commissie pleit voor het
voeren van beleid op dit punt. |
- |
17. De commissie vraagt aandacht voor de toezending
van nieuwe beleidsnota’s. Bij vaststelling van nieuw beleid zou de commissie
daarvan op de hoogte gesteld moeten worden. Slechts zelden ontvangt de
commissie een nieuwe nota zonder dat daarom is verzocht. |
Wanneer een bezwaarschrift wordt ingediend tegen
een besluit waarop een bepaalde nieuwe beleidsnota van toepassing is, wordt
deze nota als bijlage bij het verweerschrift gevoegd. |
Aandachtspunten
Kamer II
|
Stand van Zaken
|
1. Er is –in ieder geval tijdelijk- extra
formatie voor het secretariaat nodig voor het aanpakken van de extra instroom
die –ook na beëindiging van het project WAKATWEE- haar sporen op het werk zal
hebben nagelaten. |
1. Per augustus 2005 is het project IBI2
gestart, hiervoor is door het college incidenteel € 120.000,- beschikbaar
gesteld. 2. Op basis van de nota FHIRBB is structurele
uitbreiding van het gehele secretariaat met 0,95 fte geaccordeerd. |
2. Openbaarmaking van het handboek over de WWB
en het verstrekkingenboek van de WVG. |
M.b.t. de WWB zijn er (openbare) beleidsregels
vastgesteld door het college. Deze beleidsregels treden 1-1-2006 in werking. |
3. Binnen WIZ zal beter moeten worden omgegaan
met met de gevolgen voor de WWB-uitkering van
(voorlopige) belastingteruggaven.i.v.m. de heffingskortingen. |
In een WIZ- memo d.d. 12-4-05 is een reactie gegeven op de
vragen over de verwerking van belastingteruggaven en de inhouding van
voorlopige teruggaven heffingskortingen. Een en ander is uitgezocht en is
intern opnieuw geïnstrueerd. |
4. Het geven van een goede schriftelijke en
mondelinge uitleg bij een beschikking over het opleggen van de
arbeids-verplichtingen, vooral bij gedeeltelijk arbeidsongeschikte cliënten. |
De nieuwe werkwijze
per 1-1-2006 zal zijn dat consulenten met de cliënt in een persoonlijk
gesprek de uitslag van het medisch advies gaan bespreken indien er sprake is
van het (ver)nieuw(d) opleggen van arbeidsverplichtingen. In deze gevallen
gaat een voortgangsgesprek
plaatsvinden met de cliënt. In voorkomende gevallen kan dit ook per telefoon
gebeuren. Daarna wordt de beschikking aan cliënt verzonden met de conclusie
van het medisch advies. Deze werkwijze zal
gecommuniceerd worden in de cursus voor de consulenten en middels de
Nieuwsbrief SDV. |
Aandachtspunten
Kamer III
|
Stand van Zaken
|
1a. De motivering van de bestreden besluiten
laat (ook in 2004) veel te wensen over. 1b. De communicatie tussen verweerder en
reclamant is vaak onvoldoende, met name aan de zijde van verweerder. 1c. Een zorgvuldiger voorbereiding van
besluiten zou een aantal besluiten hebben kunnen voorkomen. |
Belang wordt gehecht aan een zorgvuldige motivering van
besluiten en hieraan wordt ruimschoots aandacht besteed. Communicatie met
aanvrager vindt geregeld plaats, o.a. om informatie te verschaffen over
regelgeving. In sommige gevallen leidt dit tot het afzien van een formele
aanvraag (en daarmee een weigeringsbesluit), in andere gevallen leidt dit tot
het afzien van het indienen van een bezwaarschrift. I.h.a.
Subsidieverordeningen worden in 2006 geactualiseerd. |
2. De terugkoppeling van verweerder is nog
niet voldoende. In een aantal gevallen heeft Kamer III geen (verplicht) kopie
van het heroverwegingsbesluit gekregen, hoewel er op dit punt verbetering is opgetreden. |
Heroverwegingsbesluiten worden z.s.m. in kopie
aan RBB toegestuurd. |
3. Er wordt doorgaans geen terugkoppeling
gegeven bij gedane aanbevelingen. Kamer III vraagt (nogmaals) om separate
terugkoppeling. |
- |
4.In een deel van de gevallen overlegt
verweerder de op de zaak betrekking hebbende stukken onvolledig. Hierdoor kan
vertraging ontstaan. |
In principe worden altijd alle van belang zijnde stukken
als bijlage bij het verweerschrift toegevoegd, tenzij het gaat om
verordeningen, nota’s of beleidsregels die zeer geregeld van toepassing zijn
en al eerder naar het secretariaat werden verzonden. Opmerking: taak voor secretaris om te zorgen
dat slechts van belang zijnde stukken worden verspreid onder leden Commissie
en reclamant. Voorgekomen dat interne, informele, e-mails uitgeprint aan de
stukken werden toegevoegd en verspreid. |
5. De behandeltijd van de bezwaarschriften is
nog steeds te lang. Ter verbetering van de doorlooptijd is uitbreiding van
het secretariaat van belang. |
Op basis van de nota FHIRBB is structurele
uitbreiding van het gehele secretariaat met 0,95 fte geaccordeerd. |
Aandachtspunten
Kamer IV
|
Stand van Zaken
|
1. Hoewel er administratieve ondersteuning is
voor Kamer IV, die met andere kamers wordt gedeeld, is duidelijk dat aan veel
maar niet aan alle wensen van de secretariaten kan worden voldaan. |
Nadere vragen zullen gesteld worden om te
bezien aan welke wensen niet wordt voldaan. Hierop zal waar mogelijk actie
worden ondernomen. |
2. Er moet een tweede plaatsvervangend lid van
Kamer IV worden benoemd (om een ‘noodgreep’ in de vorm van het lenen van een
lid van een andere kamer te voorkomen). |
(‘Interne’) werving zal gestart worden. |
Gezien de aanbevelingen die de ombudscommissie naar voren
heeft gebracht, zou ter verbetering het volgende moeten gebeuren.
Stand van zaken per november 2005
Aanbevelingen
|
Stand van zaken
|
1. De organisatie van het vakteam Bouw- en Woningtoezicht
dusdanig inrichten, dat een betere kwaliteitscontrole kan plaatsvinden, bijv.
door één functionaris met de primaire kwaliteitsbewaking te belasten. |
Procedures zijn geactualiseerd en geoptimaliseerd (incl.
het ondersteunende automatiserings-programma BWT4All). Concepten worden
beoordeeld door juridisch adviseur BWT. |
2. De medewerkers van de Publieksbalie te instrueren
actief informatie te verstrekken aan de burgers die aan de balie verschijnen
en de daartoe eventueel ontbrekende kennis en vaardigheden op peil te
brengen. |
Het actief verstrekken van informatie aan de klant aan de
balie (ook receptie, callcenter , schriftelijk en digitaal) is inherent aan
het werken bij de Publieksbalie: hierop worden medewerkers gestuurd en
aangesproken. Hiervoor is veel aandacht binnen de Publieksbalie. Dit gebeurt individueel en groepsgewijs; o.a. door werkoverleg, kennissessies, inwerktrajecten, gerichte cursussen en
in personeelsgesprekken. Dit is een continu proces: regels veranderen en
medewerkers worden breder (voor meer producten en taken) ingewerkt. Waar
behoefte aan is wordt ook gesignaleerd tijdens volgen van de medewerkers en
in gesprekken. Er zijn diverse zaken in ontwikkeling die de medewerkers
nog meer zullen ondersteunen in hun kennis en vaardigheden bij actief
verstrekken van informatie: - Nieuw is dat voor de sturing en coaching van medewerkers
naast de teamleiders ook senior medewerkers zullen worden ingezet. - Om medewerkers te ondersteunen bij het werk worden
werkprocessen en werkinstructies
opgesteld. - Bij de receptie wordt de informatie het
klantvolgsysteem uitgebreid. - De producten-en diensten catalogus wordt verder
ontwikkeld - In het callcenter komt steeds meer informatie
beschikbaar die de medewerker kan raadplegen. |