REGLEMENT VAN ORDE voor de Vergaderingen van het College van
Burgemeester en Wethouders der gemeente Delft.
HOOFDSTUK I
Van den voorzitter.
Artikel 1.
De Voorzitter is belast:
met de leiding der werkzaameden;
met het handhaven der orde bij de beraadslagingen;
met het in acht nemen en doen naleven van de gemeentewet en
van het reglement van orde;
met het praeadviseren op de voorkomende onderwerpen;
te zorgen, dat aan de leden behoorlijk gelegenheid wordt
gegeven hunne bedenkingen voor te dragen;
met het stellen der door de vergadering te beslissen
vraagpunten.
Artikel 2.
Hij brengt de aan de Burgemeester en Wethouders gerichte
stukken, in de eerste vergadering na de ontvangst daarvan, ter tafel.
Artikel 3.
Hij benoemt alle commissiën uit het college.
HOOFDSTUK II.
Van het houden der vergaderingen.
Artikel 4.
Burgemeester en Wethouders vergaderen in den regel tweemaal
's weeks, namelijk maandags en vrijdags, 's voormiddags ten half elf ure en
voorts zoo dikwijls als de Burgemeester of de Wethouders dit noodig oordelen.
Artikel 5.
De leden komen op de vastgestelde dagen na oproeping bijeen
en teekenen elk hun naam op eene lijst ten blijke hunner tegen- woordigheid.
Volgens die lijst worden de presentiegelden om de drie maanden onder de
Wethouders verdeeld.
Artikel 6.
De vergadering wordt door den voorzitter geopend.
Artikel 7.
Door den Secretaris wordt daarna voorlezing gedaan der
notulen van de vorige vergadering, die door den voorzitter aan de goedkeuring
der leden worden onderworpen.
Artikel 8.
De notulen behelzen de namen der leden, die afwezig waren;
eene beknopte opgave van den inhoud der ingekomen stukken; de mededeelingen en
voorstellen; de ingekomen rapporten en besluiten op een en ander gevallen.
Artikel 9.
De notulen worden, na overgeschreven en door den voorzitter
en den Secretaris geteekend te zijn, met haare bijlagen in het gemeente-archief
bewaard.
Artikel 10.
In de notulen worden geen protesten opgenomen, doch kan elk
lid verlangen, dat daarin wordt vermeld, dat hij tot het nemen van eenig
besluit niet heeft meegewerkt.
Artikel 11.
Aan de genomen besluiten wordt zonder resumtie gevolg
gegeven, tenzij de vergadering het tegendeel besluit.
Artikel 12.
Wanneer de voorzitter oordeelt dat de beraadslagingen over
eenig onderwerp zijn uitgeput sluit hij die, tenzij een der Wet- houders de
voortzetting ervan mocht verlangen.
Artikel 13.
Na het sluiten der beraadslagingen brengt eerst de oudste
Wethouder, vervolgens de tweede Wethouder enz. en ten slotte de Voorzitter zijn
stem uit.
Artikel 14.
De leden stemmen met de woorden voor of tegen,
zonder eenige bijvoeging. Indien zij zich, ingevolge art. 91, laatste alinea,
in verband met art. 46 der gemeentewet of om andere redenen van medestemmen
onthouden, worden zij geacht niet tegenwoordig te zijn.
HOOFDSTUK III.
Van het doen van keuzen en voordrachten.
Artikel 15.
Wanneer eene keuze of voordracht van personen te doen is,
worden de namen der sollicitanten met de door hen overlegde stukken door der
voorzitter medegedeeld, of door de leden de personen opgegeven, die hun
geschikt voorkomen, met bijvoeging der gronden; waarna tot stemming bij
besloten en ongeteekende briefjes wordt overgegaan. De inhoud der briefjes
wordt voorgelezen door den Voorzitter, door den oudste Wethouder nagezien en door
den Secretaris op- getekend.
Artikel 16.
De stembriefjes worden staande de vergadering door den
Voorzitter vernietigd.
HOOFDSTUK IV.
Van het onderzoek der stukken.
Artikel 17.
De voorzitter geeft omtrent de stukken de noodige
inlichtingen en kennis van de ingewonnen berichten aangaande de daarin
voorkomende onderwerpen of feiten, indien hij met die stukken gehandeld heeft
overeenkomstig art. 68 der gemeentewet. Hij stelt voor terstond aangaande de
stukken te beslissen of ze aan de wethouders ten fine van onderzoek ter hand te
stellen en de beslissing daarover tot eene volgende vergadering te verdagen.
De vergadering beslist op dit punt vóór zij een besluit
neemt op het stuk in behandeling.
Indien de ingekomen stukken van zoodanige aard zijn, dat de
Voorzitter eene beantwoording zonder beraadslaging oordeelt mogelijk te zijn,
zorgt hij, dat het antwoord in de vergadering aanwezig is. Nadat de Secretaris
dit heeft voorgelezen en de vergadering er zich mede vereenigd heeft, wordt
voor de spoedige verzending zorg gedragen.
Artikel 18.
Voorstellen omtrent reglementen, verordeningen en verslagen
namens Burgemeester en Wethouders in den gemeenteraad te brengen, hetzij die
door den Voorzitter, een der leden van het dagelijksch bestuur of den
Secretaris ontworpen zijn, worden bij elk der leden ten minste 24 uren ter
inzage rondgezonden.
De leden stellen hunne aanmerkingen op den kant der stukken,
die aan den Secretaris worden teruggezonden, welke ze terstond aan de
Voorzitter ter hand stelt, ten einde in de eerstvolgende vergadering daarover
worde beraadslaagd en beslist.
Artikel 19.
Dit reglement treedt in werking nadat het door den
gemeenteraad zal zijn goedgekeurd.
Tegelijkertijd is het reglement van orde voor de
vergaderingen
van Burgemeester en Wethouders der stad Delft, vastgesteld
den 11 november 1851 - goedgekeurd door den gemeenteraad den 5 december 1851 -
vervallen.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Delft,
in hunne vergadering van den 19 december 1887.
F. M. de Vries van Heyst ,burgemeester.
dhr. Soutendam ,secretaris.
Goedgekeurd door den gemeenteraad van Delft, in zijne
openbare vergadering van 11 januari 1888.
F. M. de Vries van Heyst ,burgemeester.
dhr. Soutendam ,secretaris.