Stuk 82 I Delft,
10 april 2006.
Onderwerp: Besluit
op het verzoek om planschade van
de
heer A. Richter en mevrouw G.K. Richter-van Leeuwen.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Op 14 februari 2005 is door Adromi Groep
vertegenwoordigd door J. Wildschut namens de heer A. Richter en mevrouw G.K.
Richter-van Leeuwen een verzoek ingediend om planschade als bedoeld in artikel
49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Aanvragers stellen schade te
leiden als gevolg van de bouwactiviteiten in de omgeving en de vestiging van
Combiwerk op het belendende perceel Middelweg 1, opgenomen in het
bestemmingsplan Delft Oost. Belanghebbenden menen schade te leiden door onder
andere uitzichtverlies, geluidhinder, stankhinder, (vracht)verkeershinder,
lichthinder ten gevolge van naar binnen schijnende koplampen en doordat de
woonomgeving onrustiger is geworden.
Bij
de beoordeling van schadeverzoeken ex artikel 49 WRO moet een vergelijking
worden gemaakt tussen de elkaar opvolgende planologische regimes, in dit geval
uitbreidingsplan Sport- en recreatieterrein "Nootdorpse plassen"
(goedgekeurd op 7 februari 1956) en bestemmingsplan "Delft Oost"
(onherroepelijk sinds 24 februari 2000). Op basis daarvan moet eerst worden
onderzocht of sprake is van een planologische nadeel. Daartoe moeten de bouw-
en gebruiksmogelijkheden van beide bestemmingsplannen worden vergeleken waarbij
niet de feitelijke situatie van belang is, maar de situatie die het
bestemmingsplan in theorie mogelijk maakt.
Op 19 december 2002 heeft de gemeenteraad van Delft
de Planschadeverordening 2002 vastgesteld. Deze verordening bepaalt welke
procedurevoorschriften er binnen de gemeente Delft voor de behandeling van
verzoeken om planschade als bedoeld in artikel 49 WRO in acht moeten worden
genomen.
Stuk 82 I pag.
2.
3. Verloop procedure
Op 7 februari 2005 heeft de Adromi Groep namens heer
A. Richter en mevrouw G.K. Richter-van Leeuwen, een verzoek om planschade
ingediend op het daartoe door de gemeenteraad vastgestelde aanvraagformulier
(bijlage 1). De aanvraag is ingekomen op 14 februari 2005 .
Op 29 april 2005 heeft de gemeenteraad het verzoek
om planschade om advies voorgelegd aan het onafhankelijk in planschadezaken
gespecialiseerde bureau Oranjewoud (bijlage 2). Bij het verzoek om planschade zijn de onderstaande stukken als
bijlage toegevoegd:
Oranjewoud heeft op 17
juni 2005 een bezoek gebracht aan aanvragers en hun in de gelegenheid gesteld
het verzoek mondeling toe te lichten.
De gemeente heeft Oranjewoud op 13 juni 2005 een mondelinge
toelichting gegeven op het verzoek.
Oranjewoud heeft op 1 augustus 2005 een
conceptadvies uitgebracht dat is toegezonden aan aanvragers en gemeenteraad met
de mogelijkheid op dit concept te reageren.
Op 8 augustus 2005 heeft J. Wildschut van de Adromi
Groep gereageerd (bijlage 3). Op 4 augustus 2005 heeft de gemeente op het
verzoek gereageerd (bijlage 4). Op 23 september 2005 is door Oranjewoud een
definitief advies uitgebracht (bijlage 5).
4. Beoordeling verzoek om planschade.
Ontvankelijkheid
Belanghebbenden waren ten tijde van het
onherroepelijk worden van het planologische regime eigenaar van de voornoemde
onroerende zaak.
De WRO verbindt geen termijn aan de mogelijkheid
tot het indienen van planschadeverzoeken.
Gelet op artikel 49 WRO en artikel 3 van de
Planschadeverordening 2002 zijn aanvragers ontvankelijk in het verzoek om
planschade.
Adromi Groep stelt dat zijn cliënten schade leiden
als gevolg van de bouwactiviteiten in de omgeving en de vestiging van Combiwerk
op het belendende perceel Middelweg 1, opgenomen in het bestemmingsplan Delft
Oost. Hierdoor is onder andere uitzichtverlies, geluidhinder, stankhinder,
(vracht)verkeershinder, lichthinder ten gevolge van inschijnende koplampen en
een onrustigere woonomgeving ontstaan. Gesteld wordt dat de waarde van de
woning gedaald is.
Stuk 82 I pag.
3.
Samenvattend is het oordeel van Oranjewoud dat de
belanghebbenden in een planologisch nadeligere positie zijn komen te verkeren
doordat er sprake is van een gewijzigde situeringswaarde, een toename van
verkeershinder, lichthinder en stankhinder. Hier staat tegenover dat door het
beperken van de woonfunctie tot één dienstwoning en het vervangen van de
parkfunctie door een bedrijfsmatige functie, de privacy enigszins verbeterd.
Per saldo is er sprake van planologisch nadeel dat voor vergoeding in
aanmerking komt.
Door Oranjewoud wordt geadviseerd een
schadevergoeding van € 6.500,- toe te kennen.
Wij kunnen ons vinden in het advies van het bureau.
Onder verwijzing naar dit advies dat integraal
onderdeel uitmaakt van dit besluit stellen wij u voor het verzoek toe te wijzen
en de hieruit voortvloeiende financiële consequenties te regelen in de
eerstvolgende ARB 2006.
Hoogachtend,
Het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr.
drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk 82 II
810066
De
raad der gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het college van 14 maart 2006;
gelet
op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Planschadeverordening
2002
met
inachtneming van het advies van de commissie Duurzaamheid;
B
e s l u i t:
- de
door de heer A. Richter en mevrouw G.K. Richter van Leeuwen, ingediende
planschadeverzoek wegens verslechtering van de planologische situatie ter
plaatse van Middelweg 11 toe te kennen voor een bedrag van € 6.500,- ,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2005 tot de dag van
uitbetaling.
- de
financiële consequenties te regelen in de eerstvolgende ARB 2006.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 april 2006.
,burgemeester.
,griffier.
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet
bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een
gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Delft, p/a Postbus
78, 2600 ME Delft.