Stuk 109 I                                                                                           Delft, 15 mei 2006.

20058831

 

Onderwerp:       Wijzigingen in verordeningen en reglementen van

                        commissies in verband met de dualisering van de

                        gemeente.

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Inleiding

In de raadsvergadering van 23 februari 2006 heeft uw raad besloten ons college op te dragen de volgende verordeningen aan te passen aan duale verhoudingen tussen raad en college:

1.       De verordening op de bestuurscommissie voor de scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs het ‘Grotius College’;

2.       Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling;

3.       Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst;

4.       Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen;

5.       Reglement voor het stedelijk museum Het Prinsenhof te Delft.

 

Hiertoe werden door uw Presidium de volgende overwegingen aangedragen.

 

Ad 1.Verordening op de bestuurscommissie voor de scholengemeenschap voor voortgezet openbaar onderwijs het ‘Grotius College’.

Deze verordening regelt de instelling, taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de bestuurscommissie voor de scholengemeenschap voor voortgezet openbaar onderwijs het Grotius College. Ook de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders wordt in deze verordening geregeld. Niet alleen de wet dualisering medebewindzaken, maar ook de ontwikkelingen met betrekking tot het ‘op afstand zetten’ van het openbaar onderwijs vormen de noodzaak tot het wijzigen van deze verordening. Zaken die opnieuw overwogen moeten worden zijn:

-          de benoeming van de beheercommissie door de raad;

-          benoeming van een raadslid in de beheercommissie;

-          benoeming en ontslag van de rector door de raad.

Omdat de commissie voor de periode van 4 jaar wordt benoemd, en die termijn voor wat betreft het raadslid samenvalt met de raadsperiode, verdient wijziging van deze verordening prioriteit.

 

Ad 2. Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling

De 3 leden en de 3 plaatsvervangende leden worden door de raad benoemd. Een lid en diens plaatsvervanger moeten lid zijn van de gemeenteraad.

Op dit moment is herziening van de verordening (laatste wijziging 1996) in voorbereiding. Aspecten van dualisering worden hierbij uitdrukkelijk meegenomen. Een wijziging van de verordening wordt in het eerste kwartaal 2006 aan de raad voorgelegd.


Stuk 108 I                                                                               pag. 2.

 

 

Ad 3. Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst

De verordening bepaalt dat de Adviescommissie als taak heeft de gemeenteraad te adviseren inzake de uitvoering van de gemeentelijke percentageregeling en het beheer van de reserve beeldende kunst. Beide taken zijn echter collegebevoegdheid. De andere taak van de Adviescommissie is het signaleren van wensen en ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst. Berichten hierover kunnen goed aan het college gericht zijn, eventueel ter kennisname aan de raad. Daarom wordt geadviseerd deze verordening te wijzigen in de zin van benoeming van leden door het college.

 

Ad 4. Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen

De adviescommissie Stedelijke Evenementen adviseert het college op het gebied van culturele stedelijke evenementen. De leden worden door het college benoemd, maar de voorzitter door de raad, op voordracht van het college. De verstrekking van de subsidies is – binnen het door de gemeenteraad gestelde kader en binnen de door de raad vastgestelde begroting – volledig een bevoegdheid van het college. De benoeming van de voorzitter door de raad kan dan ook zonder bezwaar worden afgeschaft. Overwogen kan worden om ook artikel 3.2.3 te wijzigen. Hierin wordt bepaald dat niet alleen de adviescommissie zelf op de hoogte moet worden gebracht van een van het advies afwijkend besluit van het college,  maar ook de raad. Waar het gaat om het overlaten van de bestuurstaken aan het college, kan wellicht worden volstaan met een jaarlijks rapportage aan de raad in het kader van de actieve informatieplicht. Geadviseerd wordt, de verordening te wijzigen.

 

Ad 5. Reglement voor het stedelijk museum Het Prinsenhof te Delft

De commissie voor toezicht en advies heeft de taak ‘het college bij te staan in het beheer van het museum’.  Het beheer van het museum is een bestuurstaak van het college. In de verordening wordt geen taak van de commissie genoemd die wijst op het adviseren van de gemeenteraad m.b.t. museaal of kunstbeleid. Het ligt dan ook in de rede, de raadsbenoeming te wijzigen in een benoeming door het college. De laatste wijziging van deze verordening was in 1973. Gezien deze lange geldigheidsduur kan overwogen worden om de verordening in zijn geheel opnieuw tegen het licht van recentere ontwikkelingen te houden. Geadviseerd wordt, de verordening te wijzigen.

 

Uitvoering opdracht

Uw opdracht hebben wij ter hand genomen. Dit heeft geleid tot de hierna volgende aanpassingen van voornoemde verordeningen en reglementen.

 

Ad 1. De verordening op de bestuurscommissie voor de scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs het ‘Grotius College’

 

Deze verordening behoeft meer wijzigingen dan die welke in dit kader van dualisering aan de orde zijn. De betreffende wijzigingen verkeren nog in een stadium van voor bereiding. Daarom leggen wij u separaat een actualisering van deze verordening voor.

 

Ad 2. Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling

 

Ook dit reglement behoeft meer wijzigingen dan die welke in dit kader van dualisering rechtstreeks aan de orde zijn. Daarom leggen wij u separaat een actualisering van dit reglement voor.


Stuk 108 I                                                              pag. 3.

 

 

Ad 3. Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst;

 

Van deze verordening moet artikel 2 worden gewijzigd en wel zodanig, dat het college in de plaats komt van de raad. De leidt tot het volgende:

 

De taak van de commissie naar burgemeester en wethouders bestaat uit:

-          het signaleren van wensen en ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst,

-          het adviseren inzake de uitvoering van de gemeentelijke percentageregeling en het beheer van de reserve beeldende kunst.

 

Artikel 3 wordt gewijzigd, waardoor in plaats van de raad:het college van burgemeester en wethouders de commissieleden benoemt. Dit leidt tot de volgende bepaling.

 

De commissie is als volgt samengesteld:

  1. Drie beeldende kunstenaars en/of deskundigen, waaronder de voorzitter, worden benoemd door burgemeester en wethouders.
  2. De voorzitter wordt in functie benoemd.
  3. Aan de commissie wordt een medewerker van het gemeentelijk vakteam CKE als ambtelijk secretaris toegevoegd.
  4. De zittingsduur van de commissieleden is twee jaar, met de mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming voor twee jaar.

 

Artikel 18 wordt vanwege de oriëntatie van de commissie op het college gewijzigd  Dit biedt de volgende bepaling.

 

De commissie evalueert hetgeen binnen het kader van de reserve beeldende kunst tot stand is gebracht middels een jaarlijks verslag aan het college.

 

Ad 4.  Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen;

 

Met de wijziging van artikel 1.4, lid 2, wordt voorzien in benoeming van commissieleden door het college in plaats van door de  raad: Dit levert de volgende bepaling op:

 

De adviescommissie bestaat uit drie tot vijf onafhankelijke deskundigen op het gebied van culturele, stedelijke evenementen. De voorzitter en de overige leden worden benoemd door burgemeester en wethouders. De zittingsduur van een lid is maximaal drie jaar. De leden kunnen maximaal 3 maal worden herbenoemd.

 

Met de wijziging van artikel 3.2, lid 3, wordt voorzien in advisering aan het college in plaats van aan de raad. Dit levert de volgende bepaling op:

 

Burgemeester en wethouders beslissen met inachtneming van het advies van de adviescommissie. Afwijking van het advies is mogelijk indien burgemeester en wethouders hiervoor gegronde redenen hebben. De adviescommissie wordt op de hoogte gebracht van een van het advies afwijkend besluit.

 

Ad 5. Reglement voor het stedelijk museum Het Prinsenhof te Delft.

 

Met de wijziging van artikel 3, lid 2, wordt voorzien in de advisering aan het college in plaats van aan de raad en benoeming van de commissieleden door het college in plaats van door de raad. Dit levert de volgende bepaling op:


Stuk 109 I                                                                               pag. 4.

 

 

Burgemeester en Wethouders worden in het beheer van het museum bijgestaan door een commissie van toezicht en advies, genaamd Commissie voor het stedelijk museum "Het Prinsenhof" en bestaande uit tenminste vijf en ten hoogste elf leden, die door burgemeester en wethouders voor de duur van vier jaar worden benoemd.

 

Voorstel

Wij stellen uw raad voor om, onder voorbehoud van een positief advies van de algemene commissie, bijgaand, in concept opgemaakt, besluit vast te stellen.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.

 

 


Stuk 109 II

20058831

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gezien zijn besluit d.d. 23 februari 2006, waarbij het college wordt opgedragen de volgende verordeningen aan te passen aan duale verhoudingen tussen raad en college:

-          Verordening op de bestuurscommissie voor de scholengemeenscap voor voortgezet openbaar onderwijs het ‘Grotius College’

-          Regelement Klachtencommissie Woonruimteverdelin

-          Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst

-          Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen

-          Reglement voor het stedelijk museum ’Het Prinsenhof’ te Delft

 

gelezen het voorstel van het college van 9 mei 2006,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

b e s l u i t :

 

A.

de volgende verordening en regelingen op de aangegeven wijze te wijzigen.

 

I.

Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst

 

Artikel 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

De taak van de commissie naar burgemeester en wethouders bestaat uit:

-          het signaleren van wensen en ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst,

-          het adviseren inzake de uitvoering van de gemeentelijke percentageregeling en het beheer van de reserve beeldende kunst.

 

Artikel 3 wordt gewijzigd en komen te luiden:

 

De commissie is aks volgt samengesteld:

  1. Drie beeldende kunstenaars en/of deskundigen, waaronder de voorzitter, worden benoemd door burgemeester en wethouders.
  2. De voorzitter wordt in functie benoemd.
  3. Aan de commissie wordt een medewerker van het gemeentelijk vakteam CKE als ambtelijk secretaris toegevoegd.
  4. De zittingsduur van de commissieleden is twee jaar, met de mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming voor twee jaar.

 

Artikel 18 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

De commissie evalueert hetgeen binnen het kader van de reserve beeldende kunst tot stand is gebracht middels een jaarlijks verslag aan het college.


Stuk 109 II                                                                   pag. 2.

 

 

II.

Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen

 

Artikel 1.4, lid 2, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

De adviescommissie bestaat uit drie tot vijf onafhankelijke deskundigen op het gebied van culturele, stedelijke evenementen. De voorzitter en de overige leden worden benoemd door burgemeester en wethouders. De zittingsduur van een lid is maximaal drie jaar.  De leden kunnen maximaal 3 maal worden herbenoemd.

 

Artikel 3.2, lid 3, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Burgemeester en wethouders beslissen met inachtneming van het advies van de adviescommissie. Afwijking van het advies is mogelijk indien burgemeester en wethouders hiervoor gegronde redenen hebben. De adviescommissie wordt op de hoogte gebracht van een van het advies afwijkend besluit.

 

III.

Reglement voor het stedelijk museum ’Het Prinsenhof’ te Delft

 

Artikel 3, lid 2, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Burgemeester en Wethouders worden in het beheer van het museum bijgestaan door een commissie van toezicht en advies, genaamd Commissie voor het stedelijk museum "Het Prinsenhof" en bestaande uit tenminste vijf en ten hoogste elf leden, die door burgemeester en wethouders voor de duur van vier jaar worden benoemd.

 

B.

dat vorenstaande wijzigingen per 1 juni 2006 in werking treden.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juni 2006

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,griffier.