Stuk I
Onderwerp: voorbereidingsbesluit TU-Noord.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Het voorbereidingsbesluit heeft betrekking op het noordelijk TU-gebied. Dit gebied is gelegen tussen de binnenstad en de aula van de TUD. De TUD heeft gekozen voor een intensivering van de functie “onderwijs” op het TU-middengebied (tussen begraafplaats Jaffa en de Kruithuisweg). De karakteristieke voormalige onderwijsbebouwing in TU-Noord komt daarmee voor herontwikkeling vrij.
De TUD is inmiddels van start gegaan met de planvorming voor bepaalde gebouwen in het noordelijk TU-gebied. Enkele ontwikkelaars zijn gevraagd hiertoe (ver)bouwplannen op te stellen. Om de verschillende ontwikkelingen in het gebied op elkaar af te stemmen en te laten passen in de ruimtelijke context van het gebied, is het ontwikkelingsplan Noordelijk TU-gebied opgesteld, dat in hoofdlijnen het ruimtelijke en functionele kader schetst waarbinnen de herontwikkeling van het plangebied zal gaan plaatsvinden.
Voornoemd ontwikkelingsplan is op 27 januari 2005 door de gemeenteraad vastgesteld. Thans wordt voor de gehele zuidoostelijke schil van de Delftste binnenstad een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Dit plangebied omvat: de Scheepmakerij, het Koningsveld, het gebied van de Rotterdamse weg noord, het noordelijke TU-gebied en de Wippolder. De voor dit gebied vastgestelde ontwikkelingsplannen Scheepmakerij, Noordelijk TU-gebied en Mijnbouwstraat/Maerten Trompstraat zijn opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Het voorontwerpbestemmingsplan TU Noord heeft van 18 oktober tot en met 28 november 2005 ter inzage gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan TU Noord wordt naar verwachting in mei 2006 ter inzage gelegd.
Het nu geldende voorbereidingsbesluit voor het plangebied loopt af op 3 april 2006. Voor een deel van het gebied geldt geen bestemmingsplan. Voor de andere delen geldt een zwaar verouderde regeling. Door het ontbreken van een geldend bestemmingsplan en het vigeren van sterk verouderde bestemmingsplannen kunnen eventuele ongewenste ontwikkelingen niet worden tegengegaan. Om deze reden is het noodzakelijk om opnieuw een voorbereidingsbesluit te nemen.
Artikel 7 lid 3 van het
Besluit Luchtkwaliteit bepaalt dat bestuursorganen hun bevoegdheden kunnen
uitoefenen, mits de luchtkwaliteit ten gevolge van het uitoefenen van een
bevoegdheid per saldo gelijk blijft of verbetert. Het nemen van het
voorbereidingsbesluit TU-Noord heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. Met
het nemen van dit voorbereidingsbesluit wordt slechts beoogd kenbaar te maken
dat voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid. Op grond
van het voorbereidingsbesluit kunnen, zoals hierboven al is aangegeven,
ongewenste bouwplannen (die niet passen in het in voorbereiding zijnde
bestemmingsplan) worden voorkomen.
Aan bouwplannen die wel
gewenst zijn, kan medewerking worden verleend middels een ontheffing op basis
van de Bouwverordening indien er geen bestemmingsplan geldt, of een
vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening. De
bouwplannen in het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit TU-Noord geldt,
vallen namelijk onder de situaties waarvoor op voorhand gedeputeerde staten een
verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven, zoals is bedoeld in artikel 19
lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Voor het verlenen van vrijstelling op
grond van artikel 19 lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening of ontheffing op
basis van de Bouwverordening is het al dan niet gelden van het
voorbereidingsbesluit geen voorwaarde.
Dit alles zou slechts
anders zijn indien vrijstellingen zijn voorzien op grond van artikel 19 lid 1
Wet op de Ruimtelijke Ordening. Alleen voor die vrijstellingen is het gelden
van een voorbereidingsbesluit wel van belang, omdat in artikel 19 lid 4 Wet op
de Ruimtelijke Ordening is voorgeschreven dat voor een vrijstelling op basis
van artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening in bepaalde gevallen een
voorbereidingsbesluit nodig is om vrijstelling te kunnen verlenen. Voor de
bouwplannen waarvoor het voorbereidingsbesluit TU-Noord geldt is echter geen
vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening
vereist.
Ten overvloede merken
wij op dat ten behoeve van alle ruimtelijke plannen, zoals het bestemmingsplan
TU Noord en de ontwikkelingsplannen, uitvoerig onderzoek wordt gedaan naar de
luchtkwaliteit. De uitkomsten van de onderzoeken maken onderdeel uit van de
ruimtelijke plannen.
Dit betekent dat de
concentratie in de buitenlucht van de stoffen als bedoeld in artikel 7 lid 1
van het Besluit Luchtkwaliteit 2005 ten gevolge van de bevoegdheid tot het
nemen van het voorbereidingsbesluit TU-Noord niet zal wijzigen
Gelet op het voorgaande stellen wij u voor te bepalen dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het binnen met een zwarte bolletjeslijn op de voor u ter inzage gelegde tekening RO 28-22-04 aangegeven gebied, waartoe wij u een in ontwerp opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
,burgemeester.
,secretaris.
Stuk II
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 4 april 2006;
gelet op artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
b e s l u i t :
I. te bepalen dat de vaststelling van een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het binnen de met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening RO 28-22-04 aangegeven gebied;
II. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 mei 2006.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van .. april 2006.
,burgemeester.
,griffier.
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft.