Samenwerking CWI - UWV - gemeente Delft

ex wet SUWI, artikel 8

 

 

 

 

VISIEDOCUMENT

 

Gemeenschappelijke dienstverlening

ten behoeve van

de klant - werkzoekende en

de klant - werkgever

 in de gemeente Delft

 

 

versie 5.1

 


VOORWOORD

 

 

CWI, UWV en de gemeente Delft hebben besloten door intensiever samen te gaan werken de effectiviteit van hun inspanningen ten behoeve van de klant-werkzoekende en de klant-werkgever te verbeteren. Dankzij deze intensieve samenwerking ontstaat in feite een nieuweorganisatievorm. (samenwerkingsverband), waarbij  de  kernkwaliteiten van de drie  organisaties samenhangend aan de klant worden aangeboden. Bij het realiseren van onze ambities bestaat uiteraard een grote afhankelijkheid van besluitvorming op rijksniveau. (denk maar aan de SUWI-evaluatie). Toch wordt in dit document reeds een gezamenlijke visie geformuleerd, waarin ten gunste van de klant, partijen zich uitspreken voor een intensieve samenwerkingsrelatie. In een op te stellen plan van aanpak zal een meerjarig groeipad worden vastgesteld, waarin de samenwerkingsambities nader worden geconcretiseerd.

 

Hierbij hanteren de ketenpartners de volgende, gezamenlijke uitgangspunten:

 

We werken in/vanuit het BVG op een klantgerichte wijze.

Dit houdt in dat elke klant die behoefte heeft aan persoonlijke ondersteuning vanuit één contactpersoon bediend wordt; liefst de persoon die hem/haar ontvangt of in ieder geval de persoon die feitelijk met de dienstverlening begint. Deze medewerker, die in dienst kan zijn bij CWI, UWV dan wel gemeente, blijft de voor de klant aanspreekbare contactpersoon ook al moeten bijvoorbeeld om redenen van specialistische taken, delen van dienstverlening worden uitgevoerd door andere collega(e). De vraag van de klant is uitgangspunt voor de dienstverlening. Dit uitgangspunt geldt voor beide klantgroepen: werkzoekenden en werkgevers.

 

              Geïntegreerde dienstverlening.

We organiseren de dienstverlening zodanig dat men contact krijgt met de dienstverlener met de juiste competenties. De samenwerkingspartners  stellen gezamenlijk hun kernkwaliteiten vast en zetten die geïntegreerd in  op basis van de (te verwachten) behoefte van de klant. De klant wordt dus niet primair bediend door CWI of UWV of gemeente (of door verschillende medewerkers van deze drie organisaties) op basis van de huidige wetgeving, maar door een medewerker vanuit de keten die met zijn/haar vraag uit de voeten kan. Deze wijze van werken geldt voor beide klantgroepen.

 

We werken met BVG professionals[1].

De professional van het BVG is in staat zelfstandig beslissingen te nemen.  Het management ondersteunt de professionals door vereenvoudigde procedures, een klantdossier en verdere hulpmiddelen ten aanzien van matching, reïntegratie, handhaving en overige dienstverlenende instrumenten. De professional is in staat een kwalitatief product te bieden aan de klant dat aansluit op de vraag van de klant. Hierbij past een opleidingsprogramma, professionalisering op basis van benodigde competenties, maar ook de inzet van instrumenten voor diagnose, administratie en registratie.

 

We werken resultaatgericht.

De vraag van de klant leidt tot een antwoord dat (zo snel mogelijk) uitmondt in een tevreden klant. Daar waar geen bevredigend antwoord gegeven kan worden, maken we dat meteen duidelijk. Met de klant wordt nagegaan welke de ‘next best’ oplossing is.

 

We zijn als BVG management richtinggevend en faciliterend.

De drie organisaties werken als management, staf en backoffices zodanig samen dat de klant en de medewerkers in het frontoffice optimaal bediend worden in het bereiken van resultaten. In het frontoffice wordt zo spoedig mogelijk vanuit een integrale aanpak en aansturing gewerkt. Andere private en publieke partners kunnen hierbij een (ondersteunende of specifieke) rol spelen. Hierbij denken we aan RIB’s, uitzendorganisaties e.d.

 

We zijn samenwerkingsgericht.

De adviseurs van het CWI, reïntegratiecoaches van het UWV en de klantmanagers van de gemeente  werken optimaal samen in het bereiken van de match. De match kan zowel meteen gemaakt worden (directe bemiddeling) als op termijn (op grond van arbeidsmarktbeleid). In beide gevallen worden de meest passende instrumenten van de partners ingezet om het doel te bereiken. De instrumenten en middelen van de drie partnerorganisaties zijn in het frontoffice beschikbaar.

We zetten handhaving in als onderdeel van onze dienstverlening. Handhaving wordt in de frontoffice op een hoogwaardige en risicogestuurde wijze ingezet. Dit leidt tot het tijdig herkennen van financiële risico’s en of sturing op het gedrag van klanten.

 

We werken vanuit gemeenschappelijke normen en waarden.

Gezamenlijk te  hanteren normen te benoemen (t.o.v. klanten alsook t.o.v. onszelf)

De medewerkers en de managers gaan gezamenlijk op zoek naar de gemeenschappelijke waarden middels een cultuurtraject. 

 

Tijdens een aantal sessies is hiertoe een visie ontwikkeld. Deze is verwoord in het voorliggende document.

 

 

Delft, april  2006

 

 

 

 

 

namens CWI,

 

 

 

namens UWV,

 

 

 

namens gemeente Delft,

 

 

 


INHOUDSOPGAVE

 

 

Samenvatting

 

1.       Inleiding

1.1   Wet SUWI

1.2   Dit visiedocument

 

2.       Verantwoordelijkheden en taken; missie en visie

2.1   Verantwoordelijkheden en taken

2.2   Missie

2.3   Visie

2.4   Randvoorwaarden

 

3.       Arbeidsmarkt en werkgelegenheid

3.1   De Delftse arbeidsmarkt

3.2   Arbeidsmarktbeleid

3.3   Werkgelegenheid

3.4   Werkgelegenheidsbeleid

3,5   Klantstromen

 

4.       Dienstverleningsaanbod klant - werkgever

4.1   Werkgeversbenadering

4.2   Acquisitie en vervulling van vacatures

4.3   Projectmatig werken

4.4   Branche-/sectorale/bedrijfs(tak-)gerichte benadering

4.5   Accountmanagement

 

5.       Dienstverleningsaanbod klant - werkzoekende

5.1   Dienstverlening

5.2   Klantarrangement

5.3   Dienstverleningsproces; klantmanagement

5.4   Randvoorwaarden

 

6.       Het Bedrijfsverzamelgebouw

6.1   Algemeen

6.2   Programma van Eisen

 

7.       Vervolg; planning

 

 

 

Bijlage: Stappenplan

 

 


                SAMENVATTING

 

 

Missie

 

CWI, UWV en gemeente Delft zien het als gezamenlijke missie dat zij, als een nieuw samenwerkingsverband, de vraag van de burger op het gebied van Werk, Inkomen, Zorg en Scholing op een samenhangende, doeltreffende en meetbare manier oppakt. Als doelstelling zal hierbij worden aangehouden:

 

Werk boven uitkering - klantgerichtheid - meetbaar resultaat

 

Visie

 

De vraag van de klant (werkgever en werkzoekende) zal worden opgepakt door middel van integrale dienstverlening, waarin de ketenpartijen hun kernkwaliteiten aanbieden vanuit een geza­menlijke huisvesting (Bedrijfsverzamelgebouw). De ketenpartners zullen in deze intensief samenwerken met andere relevante partijen op het gebied van Werk, Scholing en Zorg.

 

Het bij partijen aanwezige instrumentarium zal optimaal worden ingezet.

 

Dienstverlening klant-werkgever

 

De werkgeversbenadering zal via drie lijnen verlopen:

 

Individuele vacature acquisitie/-vervulling.

Ingezet wordt op verbetering van de effectiviteit en efficiency: hiertoe zal tenminste coördinatie van de afzonderlijke netwerken plaatsvinden. Uitvoering zal plaatsvinden door geëigende combinaties van publieke en private partijen In de huidige praktijk geschiedt de vacature-acquisitie en vervulling door de afzonderlijke partijen. Ter verbetering van de effectiviteit en efficiency alsook ter voorkoming van ergernis aan werkgeverszijde  de krachten van de ketenpartners op dit punt te bundelen, waarbij minimaal coördinatie van de afzonderlijke netwerken plaatsvindt. Binnen gezamenlijk te formuleren kaders vanuit de werkvloer op te bouwen. In dit verband wordt gestreefd zal worden naar een integrale werkwijze met betrekking tot het te voeren accountmanagement.

 

Projectmatig werken.

Hierbij zal de huidige praktijk worden voortgezet en uitgebreid. In samenwerking met enkele werkgevers zullen enkele arbeidsmarktprojecten worden vormgegeven die een belangrijke bijdrage leveren op het gebied van activering, scholing en reïntegratie. Daarnaast kunnen projecten worden ingezet t.b.v. "work-first".

 

Branche-/sectorale/bedrijfs(-tak)gerichte benadering.

Branches zullen worden uitgenodigd hier een actieve, initiërende rol in te nemen en de benodigde middelen beschikbaar te stellen.

 

Dienstverlening klant-werkzoekende.

 

Het doel is een gezamenlijk te voeren klantmanagement-concept aan te bieden, waarbij het niet uitmaakt uit welke organisatie de betreffende functionaris komt. De klantmanager zal optreden als spil in het dienstverleningsproces. De ketenpartners zullen nader overleg voeren over het vaststellen van een uniforme competentieset.

 

Werkzoekenden zullen worden ingedeeld volgens het A/B-routeringsmodel. Tot de A-route behoren de klanten die naar verwachting binnen 9 maanden naar werk kunnen worden bemiddeld. Nadere definiëring van deze routering zal nog plaatsvinden. Door WIZ zal deze routering overigens nu reeds als uitgangspunt worden genomen bij de  voorgenomen interne reorganisatie.

 

De klant-werkzoekende ontvangt een aanbod van dienstverlening dat bestaat uit het voor de klant meest effectieve activiteitenpad naar werk (klant arrangement). In het plan van aanpak  wordt aangekondigd dat daartoe gezamenlijke beleidsuitgangspunten  zullen worden vastgesteld.

 

Het bedrijfsverzamelgebouw

 

Partijen hebben overeenstemming bereikt over de keuze van loca­tie/gebouw. De wijze waarop de gezamenlijke huisvesting hierin wordt vormgegeven respectievelijk wordt gerealiseerd, zal worden vastgelegd in een gezamenlijk Plan van Aanpak.

 

 

 

 


1.            INLEIDING

 

 

1.1          Wet SUWI

 

Per 1 januari 2002 is de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) van kracht geworden. Krachtens artikel 8, lid 1 van deze wet dienen CWI, UWV en gemeenten samen te werken om de inschakeling van uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden in het arbeidsproces te bevorderen[2]. De Veranderorganisatie SUWI kreeg daarbij tot taak "te stimuleren en te faciliteren dat, uit het oogpunt van optimale dienstverlening aan de klant en een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, CWI, gemeenten en UWV hun bedrijfsvoering op elkaar afstemmen"(KST48595). In diens brief d.d. 13 oktober 2000 aan de Kamer schreef de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: "Voorzover het gaat om klantcontacten kan dit het best gerealiseerd worden door gemeenschappelijke huisvesting in een bedrijfsverzamelgebouw (BVG)".

 

Inmiddels hebben de genoemde organisaties op landelijk niveau (AKO) overeenstemming bereikt over o.m. een gemeenschappelijk dienst-verleningsconcept werkzoekenden ("De klant centraal") alsook over een gemeenschappelijke werkgeversbenadering ("Werkgeversbenadering in en vanuit de SUWI-keten"). Deze stukken worden door de lokale partijen gedragen.

 

1.2          Dit visiedocument

 

Ook in Delft wensen CWI, UWV en de sector Werk, Inkomen en Zorg hun samenwerking verder vorm te geven en  onder te brengen in een Bedrijfsverzamelgebouw. In dat kader heeft in een aantal sessies (op hoofdlijnen) tussen deze ketenpartners overleg plaatsgevonden over een gemeenschappelijke visie t.a.v. Werk, Inkomen, Scholing en Zorg. Het resultaat van dat overleg is weergegeven in het voorliggende document. Dit visiedocument vormt de basis voor nadere uitwerking tot een gemeenschappelijk dienstverleningsconcept.

 

 

 

 

 


2.            VERANTWOORDELIJKHEDEN, MISSIE, VISIE

 

 

2.1          Verantwoordelijkheden en taken

 

De verantwoordelijkheden en taken van de ketenpartners zijn in de wetgeving verankerd.

 

CWI (regionaal verzorgingsgebied) heeft hierbij ondermeer tot  taak:

-   het registreren van werkzoekenden en van vacatures werkgevers;

-   het voordragen van geschikte vacatures aan werkzoekenden en het voordragen van geschikte werkzoekenden voor vacatures;

-   het verzamelen en analyseren van informatie ten behoeve van de bevordering van de werking van en het inzicht in de arbeidsmarkt;

-   zorgdragen voor gevraagde en ongevraagde verstrekking van deugdelijke informatie en advies over de arbeidsmarkt alsmede over de uitvoering van zijn taak aan werkgevers, werknemers, uitkeringsgerechtigden, verzekerden, werkzoekenden, regionale platforms en andere belanghebbenden;

-   het adviseren van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en gemeenten met betrekking tot mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces van moeilijk plaatsbare werkzoekenden

-   het innemen van aanvragen voor uitkeringen, toeslagen, en bijstand alsmede aangiften van werkeloosheid;

-   het geven van voorlichting met betrekking tot de keuze van een beroep alsmede de voor een beroep benodigde opleiding.

 

De gemeenten en de UWV dragen - ieder voor de eigen  klantgroepen - de verantwoordelijkheid voor uitkeringsverstrekking[3] en arbeidsreïntegratie.

.

 

De instroom in de uitkering dient zo veel mogelijk te worden beperkt (beperking inkomensclaim; actieve poortwachter). Voor degenen die een beroep moeten doen op de inkomenswaarborg dient het verblijf in de uitkering zo kort mogelijk te zijn[4].

 

Gemeenten en UWV hebben - ieder voor hun eigen doelgroep - met de invoering van de wet Suwi de verantwoordelijkheid voor de reïntegratie voor alle burgers gekregen. Hierbij werken zij samen met CWI, reïntegratie bedrijven, scholingsinstituten, et cetera.

 

De gemeenten zijn bij de totstandkoming van een Bedrijfsverzamelgebouw  initiatiefnemer en verantwoordelijk voor de facilitering van het totstandkomingsproces. Samen met de publieke ketenpartners dienen zij te werken aan een gezamenlijk dienstverleningsconcept, waarbij  recht wordt gedaan aan de  eigen verantwoordelijkheid van de afzonderlijke partners. 

 

Burgers zijn zelf verantwoordelijk om al datgene te doen wat nodig en mogelijk is om in het eigen bestaan te voorzien. De overheid gaat hierbij uit van de zelfredzaamheid van de burger. Pas als zij daartoe niet in staat zijn, kan aanspraak worden gemaakt op de overheid om hen daarbij te ondersteunen.

 

De klant heeft in deze de morele en feitelijke verantwoordelijkheid om te streven naar betaald werk om zo in het eigen levensonderhoud te voorzien. Indien en waar nodig wordt de klant door de keten in dit streven optimaal ondersteund.

 

De ketenpartners stemmen hiertoe hun dienstverlening op elkaar af.

 

Hierbij gaat het v.w.b. de klant-werkzoekende specifiek om:

-   ondersteuning bij het vinden van werk en het aanvragen van een uitkering;

-   deskundig advies over de mogelijkheden en kansen op de arbeidsmarkt;

-   aanbod van actuele vacatures;

-   eenmalige verstrekking van gegevens.

 

 

2.2          Missie

 

Door de ketenpartners wordt een geïntegreerde dienstverlening voorgestaan, waarin de gezamenlijke doelstelling als volgt  is geformuleerd:

               

                werk boven uitkering  -  klantgerichtheid  -  meetbaar resultaat       

 

Deze doelstelling moet ertoe leiden dat de vraag van de burger op een samenhangende, doeltreffende en meetbare manier wordt opgepakt. Hierbij staat (het vinden van) werk voorop. Dit houdt in dat alleen een uitkering wordt verstrekt indien dit echt nodig is en nadat alle mogelijkheden om direct aan het werk te kunnen, zijn benut.

 

De gezamenlijke inspanningen zullen zich - taakstellend - richten op beperking van  het inkomensbudget door

-   instroombeperking (preventie, poortwachtersrol);

-   uitstroombevordering en reductie uitkeringsduur (hoogwaardig handhaven, activering, reïntegratie).

 

Dit beleid alsook de uitvoering ervan dient evenwichtig en transparant te zijn.

 

Het  resultaat (SMART) van de gezamenlijke dienstverlening dient te zijn (0-meting; periodieke meting)[5]:

-   toename klantgerichtheid;

-   beperking claim op het inkomensbudget (som kleine + grote geldstroom);

-   snellere toeleiding tot werk (voor de mensen die kunnen werken);

-   toename van het aantal vacatures, stage- en scholingsplaatsen;

-   toename maatschappelijke participatie.

 

2.3          Visie

 

Teneinde deze missie zo goed mogelijk te kunnen vervullen, zetten de ketenpartners gezamenlijk in op:

-   één duidelijk herkenbare, gezamenlijke huisvesting van waaruit  relevante (publieke en private) partners bereikbaar zijn;

-   een aanbod van geïntegreerde dienstverlening, vanuit een gezamenlijke frontoffice (één loket) met een gezamenlijke identiteit;

-   denken en handelen, vanuit de kernkwaliteiten van de samenwerkingspartners, met hoogwaardige, integrale dienstverlening aan de klant- werkzoekende en de klant-werkgever;

-   Er wordt een eenduidige visie afgesproken ten aanzien van het aanbod van dienstverlening voor zowel uitkeringsgerechtigden, als niet uitkeringsgerechtigden.

-   het voeren van een actief arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid teneinde de klant-werkzoekende snel en adequaat te kunnen voorzien van een passend werkaanbod (Work First, reïntegratie, duale trajecten, directe bemiddeling, afstemming gemeentelijke portefeuilles, etc.);

-   intensieve samenwerking met relevante partijen op het gebied van Werk, Scholing en Zorg[6]. Werkgevers (branches, grote bedrijven) zullen worden uitgenodigd invulling te geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid door actief deel te nemen aan het opzetten en financiering van werkgelegenheids- en scholingsprojecten;

-   ontwikkeling resp. optimale inzet van middelen/instrumenten (ICT, diagnostiek, e.d.); Gegeven de wens van  geïntegeerde dienstverlening zullen deze facilitaire diensten uiteraard voor de kernpartners ook geïntegreerd vorm moeten krijgen. 

-   innovatieve en creatieve benadering van het Werk- en Inkomens vraagstuk .

 

De ketenpartners werken in deze intensief samen, waarbij gebruik wordt gemaakt van elkanders capaciteiten (specifieke deskundigheden, instrumentarium, e.d.) ten behoeve van een gekwalificeerd en integraal aanbod van dienstverlening dat op de eerste plaats ten dienste staat van de klant.

 

Kansen en mogelijkheden worden aangegrepen en benut ter versterking van de dienstverlening, waar nodig in een groeimodel.

 

Voor de beoordeling van de resultaten van de gezamenlijke, integrale dienstverlening zullen voor de te onderscheiden resultaatgebieden prestatie-indicatoren worden overeengekomen (SNO). Ten behoeve van beleidsvorming en -sturing zal een monitorsysteem (effectmeting, trend-watching) worden ontwikkeld.

 

Uit analyse van de bestanden van de afzonderlijke partners zal (per doel-/klantgroep) de mate van behoefte aan en inzet van Scholing en Zorg te worden vastgesteld.

 

2.4          Randvoorwaarden

 

Met betrekking tot de werkwijze

-   kwaliteit aan de kop van het proces;

-   eenmalige uitvraag; één klantdossier; één klantvolgsysteem;

-   eenduidige vaststelling van beleid rond werk boven inkomen, daar waar inpassing nodig is van de andere beleidsambitie om voor specifieke doelgroepen de  de “benodigde  startkwalificaties”  Te realiseren.

-   de klant wordt steeds respectvol benaderd/behandeld;

-   een sluitende aanpak;

-   bereikbaarheid via meerdere kanalen (multi-chanelling).

 

Met betrekking tot de implementatie

-   partijen behalen op een aantal werkvelden al geruime tijd uitstekende resultaten. Verdere ontwikkeling van de samenwerking dient zodanig plaats te vinden dat deze resultaten behouden blijven;

-   inventarisatie huidig beleid, projecten, e.d.: nog te ontvangen van gemeente;

-   relatie met reïntegratiebedrijven nader te bezien (netwerken, wijziging doelgroepen).

 

Met betrekking tot de samenwerking

-   nader onderzoek te verrichten naar mogelijkheden tot efficiency vergroting, kwaliteitsverbetering en kostenbesparing (bijv. gezamenlijke inkoop reïntegratietrajecten);

-   rekening te houden met toekomstige wijzigingen in organisatie (vb fte-vermindering CWI, invoering E-intake, e.d.);

-   de  ketenpartners vormen gezamenlijk het management BVG.
3.            ARBEIDSMARKT EN WERKGELEGENHEID

 

 

3,1          De Delftse arbeidsmarkt

 

Er bestaat voor "kennisstad Delft" een grote frictie tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Dit betekent voor zowel de Delftse werkgever als werkzoekende dat zij in sterke mate afhankelijk zijn van het aanbod / de vraag buiten de eigen gemeentegrenzen.

 

Als landelijke organisatie opereert CWI Delft eveneens buiten deze delftse arbeidsmarkt. Dit betekent dat werkzoekenden door CWI Delft worden geplaatst op vacatures die buiten het eigen werkgebied liggen (bijvoorbeeld Westland, Den Haag, Rotterdam). En dat op "delftse vacatures" werk-zoekenden uit andere gemeenten worden geplaatst.

 

Zo heeft CWI Delft in 2005 circa 800 cliënten naar werk kunnen bemiddelen. Deze "opnamecapaciteit van de markt" is naar het oordeel van CWI voor de komende jaren vooralsnog tot dit aantal gelimiteerd (interne taakstelling CWI).

 

Naar verwachting van CWI zal de komende jaren (globaal) verdere afname van werkgelegenheid t.b.v. laaggeschoolde werkzoekende (nu 42% van bestand CWI) optreden.

 

CWI houdt de nodige arbeidsmarktgegevens bij (PANORAMA). De ketenpartners kunnen dit inzien.

 

3.2          Arbeidsmarktbeleid

 

Delft neemt deel aan het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden (RPA).

Dit platform  kan naar het oordeel de partijen  een nog beter zicht bieden op het arbeidsmarktbeleid van de andere regiogemeenten c.q. op de eigen (concurrentie-)positie (en sturings-mogelijkheden) binnen deze arbeidsmarkt (monitoring,  trendwatching). Vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid  zal, samen met het RPA, “samenhangend beleid” worden ontwikkeld op de terreinen van economie, aanpak bedrijven, scholing en arbeidsmarkt.

 

Binnen Delft is nog geen (op basis van gedegen marktanalyse) samenhangende visie op het werkgelegenheidsaanbod in de regio ontwikkeld (wijs  bij elkaar brengen van vraag en aanbod).

 

Wel bestaan er werkgelegenheidsprojecten ten behoeve van specifieke doel-/klantgroepen of werkgevers, voor zover nodig in combinatie met Scholing en Zorg (arbeidsmarktregelingen).

 

Ketenpartners zetten in op een gezamenlijke, effectieve werkgevers-benadering.

 

Door partijen  wordt aangedrongen op de intensivering van van work-first projecten, waarbij werkzoekenden direct met  "werkprojecten" worden geconfronteerd. De gemeente komt daartoe met concrete voorstellen.

 

3.5          Klantstromen

 

Te inventariseren bij activiteit 1 (zie  H7).

 

 


4.            DIENSTVERLENING WERKGEVER

 

 

4.1          Werkgeversbenadering

 

Partners achten het gewenst de  werkgeversbenadering via drie lijnen te laten verlopen:

-   huidige praktijk van optimale vacature acquisitie/-vervulling;

-   projectmatig werken (voortzetting / uitbreiding van de huidige praktijk);

-   branche-/sectorale/bedrijfs(-tak) gerichte benadering, waarbij ook de branche zelf een actieve rol vervult.

Vanuit het nieuwe BVG zullen afspraken worden gemaakt met het “bedrijvenloket” van de gemeente, waardoor klantvragen op het terrein van werk en activerende instrumenten op een goede wijze worden afgewikkeld. (en signalering vanuit werkgevers richting dienstverlening van de gemeente, ic het bedrijvenloket).

 

4.2          Acquisitie en vervulling van vacatures

 

De werkgeversbenadering geschiedt momenteel vanuit de verschillende partijen t.b.v. verschillende doel-/klantgroepen: CWI (vacatures), gemeente (werkstages, proefplaatsingen), opleidingsinstituten (stageplaatsen, leer-/werkplekken), uitzendbureaus (vacatures), reïntegratiebedrijven (vacatures, proefplaatsingen), sociale werkvoorziening (leer-/werkplekken, verwerven productiewerk). Iedere speler op deze markt koestert daarbij het eigen netwerk.

 

In de huidige praktijk geschiedt de vacature-acquisitie en vervulling door de afzonderlijke partijen. Ter verbetering van de effectiviteit en efficiency alsook ter voorkoming van ergernis aan werkgeverszijde  de krachten van de ketenpartners op dit punt te bundelen, waarbij minimaal coördinatie van de afzonderlijke netwerken plaatsvindt. Binnen gezamenlijk te formuleren kaders vanuit de werkvloer op te bouwen.

 

Combinaties te maken:

-   CWI[7] - uitzendbureau: directe, vraaggestuurde bemiddeling; snelle, adequate (voor-)selectie, communicatie via vaste contactpersonen.

-   Gemeente - ROC - SW-bedrijf: combinatie vraag-/aanbodgerichte bemiddeling door middel van relatiebeheer.

-   Gemeente - UWV - reïntegratiebedrijf: voorbereide, aanbodgerichte bemiddeling door middel van relatiebeheer en zorgvuldige nazorg; eventueel inzet financiële prikkels.

 

Tussen deze combinaties onderling afspraken te maken over hun werkgeversbenadering. Daarbij wordt bezien of centraal accountmanagement is te realiseren en het opzetten van een centrale kennis- en informatiebank.

 

Voor wat betreft de reïntegratiebedrijven bij de aanbestedingen verplichtingen t.a.v. coördinatie op te nemen.

 

4.3          Projectmatig werken

 

De gemeente heeft met een aantal werkgevers en/of reintegratiebedrijven arbeidsmarktprojecten. Ook het CWI voert overleg met enkele werkgevers.

 

In de toekomst zullen de ketenpartners gezamenlijk met enkele werkgevers arbeidsmarktprojecten vormgeven, die een belangrijke bijdrage leveren op het gebied van activering, scholing en reïntegratie (duale trajecten). Daarnaast kunnen projecten worden ingezet t.b.v. Work First.

 

4.4          Branche-/sectorale/bedrijfs(-tak)gerichte benadering

 

Een krachtige, branchegerichte benadering wordt wenselijk geacht. Branches zullen hierbij worden uitgenodigd invulling te geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarbij zal worden aangedrongen op het innemen door de branches van een actieve, initiërende en inhoudelijke rol c.q. op het beschikbaar stellen van de benodigde middelen.  Voor deze branchegerichte benadering zal samenwerking worden gezocht met de gemeente Den Haag.

 

 

 

Voor wat betreft de benadering van (grote, al dan niet landelijk opererende) bedrijven: deze hebben personeelswerving veelal uitbesteed aan uitzendbureaus. De directies van deze bedrijven zullen ook hier worden aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en eveneens worden verzocht stage-/ werkervaringsplaatsen te creëren alsook bij de vervulling van een bepaald percentage van de beschikbare vacatures (direct of via betrokken uitzendbureau) het CWI te betrekken.

 

De branchegerichte benadering mogelijk te vertalen in het beursvloer-concept van het nieuwe Bedrijfsverzamelgebouw.

 

4.5          Accountmanagement

 

In het plan van aanpak wordt aangegeven dat het wenselijk is nader te onderzoeken, of en hoe centraal accountmanagement vorm zou kunnen krijgen.Hierbij zouden dan de volgende uitgangspunten kunnen worden gehanteerd:

de werkgever heeft te maken met één functionaris (vaste accountmanager);

-   deze functionaris is contactpersoon voor de werkgever en voert uit dan wel coördineert de inzet die noodzakelijk is om tot resultaat te komen;

-   afspraken die de accountmanager  met de werkgever maakt, zijn uitgangspunt van handelen en vormen de leidraad voor de (interne) dienstverlening van de partners (al dan niet in het BVG). Per vorm van dienstverlening kwaliteitscriteria, zoals de reactiesnelheid, evaluatie-criteria, etc., te formuleren.

-   de accountmanagers zullen steeds de behoeften van de werkgevers in kaart brengen en bestaande diensten inzetten om deze te vervullen. Het uitvoerende werk blijft daarbij bij de leverende partner. Verantwoording en regie (naar de werkgever) behoren tot de taak van de accountmanager.

-   De accountmanager stelt pro actief een aantal vaste onderwerpen aan de orde. Hierbij valt te denken aan: personeelssamenstelling, knelpunten in bedrijfsvoering ten aanzien van arbeidsmarkt, scholing, ontslag e.d.. Hierbij worden eventuele knelpunten vertaald naar de mogelijkheden in de regio dan wel naar het creëren van nieuwe oplossingen. De accountmanager betrekken de werkgever bij het realiseren van oplossingen.

-   Het resultaat telt, de accountmanager biedt concrete resultaten die afgesproken zijn met de werkgever; andere resultaten zijn daarvan afgeleid (en mogelijk van belang voor de partners)

-   De accountmanagers gaan naar de werkgever toe, zij zijn in staat pro actief te handelen en beschikken over de kennis (en de instrumenten) die hen tot gewaardeerd (gespreks-)partner maakt.

-   De accountmanagers beschikken over een kennis- en informatiebank waarin gegevens beschikbaar zijn over de services, de wijze waarop hiervan gebruik gemaakt wordt alsook de data die zij nodig hebben voor hun functioneren. De bank is voor derden toegankelijk middels de web site.

-   Het accountmanagement evalueert periodiek zijn inzet, mede om de dienstverlening up to date te houden en de waardering van de werkgever direct te vernemen.

-   Het accountmanagement is op verschillende manieren bereikbaar: niet alleen middels de accountmanager, ook digitaal is de service inzetbaar. Telefoon, website en andere digitale middelen worden ontwikkeld en ingezet om een optimaal bereik te verkrijgen van dienstverlening.

-   Het accountmanagement ontsluit op een voor de werkgever voordelige wijze de dienstverlening van de partners; de toegevoegde waarden van deze werkwijze komt ten goede aan het functioneren van de arbeidsmarkt.

 

Het is niet nodig geheel opnieuw te beginnen; de partners kennen elk immers al een bepaalde werkgeversbenadering met passende dienstverlening. Wel is het van belang deze benaderingen bijeen te brengen om hierdoor een integrale werkwijze te kunnen vormen.

 

Een arbeidsmarkt analyse bepaalt het aantal en de competenties van de accountmanagers. De accountmanagers zullen door de verschillende ketenpartners worden geleverd; zij dienen toegang te hebben tot elkaars informatiseringssystemen. 

 

Er dient aansluiting te worden gezocht bij dienstverleners die (andersoortige) vragen van werkgevers kunnen bedienen

 

NB          Er dient uitdrukkelijk voor te worden gewaakt dat het account-management geen zelfstandige organisatie wordt.

 

 

 

 

 


5.            DIENSTVERLENING WERKZOEKENDE

 

 

5.1          Dienstverlening

 

Voor de te onderscheiden klantgroepen zullen per klantstroom de te verlenen diensten worden vastgesteld.

 

Bij de uitwerking van dit visiedocument in het  DVC zal per klantgroep de relatie met deze producten en diensten resp. met de leverancier worden aangegeven.

 

5.2          Klantarrangement

 

De klant ontvangt een aanbod van dienstverlening dat bestaat uit het voor de klant meest effectieve activiteitenpad naar werk. Daartoe is een gezamenlijke beleidsontwikkeling noodzakelijk.  Dit aanbod wordt ondersteund door specifieke instrumenten, middelen en methoden.

De klant- en risicoprofielen bepalen welk aanbod wordt ingezet. Binnen dat aanbod is vooral sprake van maatwerk. Het meest effectieve activiteitenpad vergt dat alle instrumenten en middelen van het CWI, UWV en gemeente Delft op elk gewenst moment ingezet kunnen worden (geïntegreerde dienstverlening)

 

5.3          Klantmanagement

 

De publieke partners (adviseur CWI, reïntegratiecoach UWV, klantmanager gemeente) zullen werken vanuit een gezamenlijk te voeren klantmanagement, waarbij het niet uitmaakt uit welke organisatie de betreffende functionaris komt. Deze manager treedt op als spil in het dienstverleningsproces.

 

De klantmanager heeft de beschikking over het gehele dienstverlenings -pakket opdat  zo snel  mogelijk resultaat kan worden geboekt.

 

De klantmanager

-   kent de klant persoonlijk;

-   heeft bevoegdheden terzake inkomensverstrekking, daar waar het de realisatie van het activeringstraject raakt;

-   stemt zijn/ haar inspanning af op de mogelijkheden van de klant;

-   beschikt over bevoegdheden de diensten in te zetten die hij/zij noodzakelijk acht voor het beste en snelste resultaat;

-   andere dienstverleners conformeren zich aan de door de klantmanager gemaakte afspraken;

-   beschikt over alle informatiebronnen van de partners;

-   verstrekt opdrachten aan andere dienstverleners; hij/zij draagt hierbij zorg voor een aaneengesloten keten van dienstverlening.

               

Partijen zullen nader overleg voeren over de ontwikkeling van keten-competenties en  een opleidingscurriculum

 

5.4          A/B-routering

 

Werkzoekenden die zich melden, wordt de mogelijkheid geboden te kiezen voor een persoonlijk dienstverlening. Alle klanten, waarvan de verwachting is dat zij binnen 9 maanden naar regulier werk bemiddeld kunnen worden, vallen binnen de A-route. Alle overige klanten vallen binnen de B-route. Een projectgroep van de gezamenlijke ketenpartners zal zich buigen over de nadere definiëring van de A/B-routering.

 

Gezien de ontwikkelingsfase van de ketendienstverlening in Delft, leidt een en ander ertoe dat de consulenten van het CWI in gezamenlijk overleg met de gemeentelijke klantmanagers voor de A-klanten hun dienstverlening afstemmen (duaal overleg). Teneinde dit te bevorderen, zal ook de organisatie-opbouw van de sector WIZ worden gerelateerd aan de indeling in A/B- klanten.

 

 

                               A-klanten

De klanten binnen de A-route worden door de bemiddeling op vacatures aan werk geholpen. De klantmanager spreekt hierbij met de klant de kortste weg naar werk af en (hij/zij of de klant) legt dit vast in een bemiddelingsplan. Het naleven van dit plan leidt tot behoud van de uitkering (c.q. tot uitstroom en daarmee tot een ander inkomen).

 

De klantmanager kan een beroep doen op de ketenpartners voor instrumenten/trajecten en dienstverlening indien  de klant dat behoeft.

 

De klantmanager plaatst de werkzoekende (of constateert dat werkzoekende zelf een plek verworven heeft) op de arbeidsmarkt en verricht nazorg.

 

B-klanten

De klant die tot de B-route behoort, wordt onmiddellijk overgedragen aan het team “reïntegratiediensten “ (ntb). Vanuit dit team wordt zorggedragen voor een diagnose en wordt met de klant een reïntegratieplan opgesteld. Ingeval een dergelijk plan niet haalbaar is, wordt een zorgplan opgesteld.

 

Het reïntegratieplan gaat samen met inkomensvoorziening; de rechten en plichten van de klant worden opgesteld in een overeenkomst. De klantmanager van het B-team begeleidt het reïntegratietraject

 

Uitkeringsintake

De klantmanager A/B doet een beroep op een specialist Inkomen die de klant de intake uitkering WW of WWb aanbiedt.

 

5.5          Randvoorwaarden

 

-   Beschikbaarheid analyse instrument A/B route.

-   Verkorte dan wel E-intake / uitkeringsaanvraag; (ontwikkelen van) intelligent klantherkenningssysteem.

-   Directe beschikbaarheid uitkeringsintake door gemeente/UWV.

-   Snelle toepassing handhavingsinstrumentarium.

-   Diagnose-instrument B stroom (op termijn koppelen aan arbeidsmarkt knelpunten).

-   Beschikbaarheid reïntegratiemiddelen (direct toepasbaar).

-   Afspraken met RIB’s, scholingsinstituten e.d. ten aanzien van (voor)trajecten.

-   Inzichtelijke arbeidsmarktinformatie.

-   Autorisatie, kennis / vaardigheden in gebruik van de informatisering-instrumenten van partnerorganisaties.

 

 


6.             HET BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW

 

 

6.1          Algemeen

 

Partijen hebben overeenstemming bereikt over locatie-/gebouwkeuze.

 

Voor wat betreft de ontwikkeling, de realisatie, het gebruik, het beheer en de exploitatie van het BVG zijn  de normen en kaderstellingen van de afzonderlijke partners van toepassing (ontwerp, inrichting, huisstijl, budgetten, exploitatierichtlijnen, aanbestedingsbeleid, huisleveranciers, e.d.) van toepassing.

 

De realisatie van het BVG zal plaatsvinden op basis van een gezamenlijk vast te stellen Plan van Aanpak. Hierin zal o.m. worden ingegaan op financiering van het BVG, eventueel optredende ontwikkelings- en leegstandsrisico's, et cetera.

 

6.2          Programma van eisen

 

Het programma van eisen voor het BVG dient een vertaling te zijn van de (toekomst-)visie respectievelijk van het nog te vervaardigen dienstverleningsconcept.

 

Dit visiedocument leidt vooralsnog tot de volgende eisen:

 

Gebouw

-   dynamische en neutrale uitstraling gericht op werk;

-   uitgaan van zelfredzaamheid klant- werkzoekende.

 

Te huisvesten partijen

-   publieke ketenpartners (zoals uitzendbureaus);

-   ruimte t.b.v. specifieke projecten, voorgestane werkgeversbenadering, ondersteunende organisaties;

-   reintegratiebedrijven (voor de duur van het werk).

 

Inrichting/voorzieningen en gebruik

-   uit te gaan van domeinvrij gebruik van voorzieningen (gemeenschap-pelijke werkplekken / desksharing; gemeenschappelijke ICT-voor-zieningen, e.d.);

-   alle contacten met de klant-werkzoekende vinden plaats in de frontoffice;

-   uit te gaan van flexibiliteit in inrichting en gebruik (veranderbaarheid).

 


 

Functie

 Producten en diensten

Omgeving (werkplek)

Zelfwerkzaamheid

 

 

Informatie en advies (I&A)

Klantomgeving / open (beurs­vloer)

Klantenondersteuning

Klantomgeving / open

(klantenservice)

 

-   

-  I & A

-  Registratie

-  Vacatures

 

Overdracht

-  backoffice activiteiten

Kantooromgeving (werk-/spreekruimten)

Facilitair

-  Administratie

-  Management

-  Receptie 

-  Beheer 

-  Beveiliging

-  Applicatiebeheer

-  Magazijn / opslag

-  Archief en postkamerOverig (kantine, pantry's, etc)

Kantooromgeving (werk-/ spreekruimten; overige ruimten)

 

 

 

 

 

 

 


7.            VERVOLG / PLANNING (zie ook stappenplan bijlage)

 

 

Na het vaststellen van het visiedocument wordt dit document door de DVC-groep in een aantal bijeenkomsten nader uitgewerkt in de vorm van een dienstverleningsconcept .

 

Activiteit 1: In beeld brengen van klanten en klantstromen

 

Gestart wordt met het onderbrengen van de klantgroepen (werkzoekenden, werkgevers) in verschillende categorieën, bijvoorbeeld:

-   personen die informatie (en advies) zoeken op de terreinen Werk, Inkomen, Zorg en Scholing;

-   werkgevers die een vacature (al dan niet goed vervulbaar) aanbieden.

 

Deze categorisering maakt het mogelijk de verschillende klanten te herkennen en vanuit het BVG de dienstverlening op maat in te zetten. Vervolgens wordt per klantgroep aangegeven welke dienstverlening beschikbaar wordt gesteld en op welke wijze de klantenstroom plaatsvindt. 

 

Naast de klantgroepbenadering kan er binnen het BVG behoefte bestaan aan een doelgroepbenadering: jongeren of allochtonen zijn hierbij voorbeelden.

 

Activiteit 2 : Het vormgeven van klantmanagement in het BVG

 

In de huidige situatie zijn er verschillende verschijningsvormen bij de ketenpartners over de manier waarop klant- en accountmanagement kan worden ingezet in het BVG Delft en worden er  nog verschillende werkwijzen gehanteerd. In deze visienotitie is een eindmodel geschetst, maar voor de overgangsperiode dienen nadere afspraken te worden gemaakt.

 

Onderdeel hiervan vormen de definiëring van de A-B klanten en te maken afspraken t.a.v. functie-eisen en competentieprofielen.

 

Activiteit 3: Het nader uitwerken van het proces werkgevers-benadering

 

De klantgroep werkgever wordt expliciet bediend vanuit dezelfde optiek als de klantgroep werkzoekende. De werkgeversbenadering zal moeten worden uitgewerkt. Reeds gesteld is dat de werkgeversbenadering één gezicht vanuit de partners moet opleveren; bemiddelingsteam, werkagenda en allerlei andere contacten vanuit publieke functies ten aanzien van vacatures / werkervaringsplaatsen worden gebundeld aangeboden. De vraag van de werkgever is leidend voor de invulling van vacatures. Nagegaan zal worden of de dienstverlening zodanig kan worden ingericht dat er één accounthouder is voor de werkgever. Deze accountmanager brengt vacatures en andere mogelijkheden in bij de klantmanagers (aanbodteams). Vanuit deze vraag-aanbod match komt een bemiddelingsvoorstel. Dat voorstel gaat (via de accountmanager) naar de werkgever.

Afspraken te maken omtrent functie-eisen en competentieprofielen accountmanagers

 

 

Activiteit 4: In beeld brengen welke externe partners het BVG Delft gaan versterken.

 

In de regio Delft is een keur van voorzieningen, instanties en organisaties gevestigd die werkzaam zijn op de terreinen van Werk, Inkomen en Zorg. Buiten de ketenpartners zullen mogelijke partners worden benaderd om deel te nemen in het BVG. Hierbij valt o.a. te denken aan:

-   uitzendorganisaties;reïntegratiebedrijven;detacheringsbedrijven;

-   Kamer van Koophandel.

 

Het plan in deze stap is om met name organisaties op de terreinen Werk en Inkomen uit te nodigen hun diensten onder te brengen in het BVG Delft. Hiervoor zullen door de DVC-groep criteria worden uitgewerkt.

 

Activiteit 5: Het vertalen van het DVC in vereisten aan de inrichting

 

In deze stap worden de klantstromen van het BVG Delft in beeld gebracht en de hieruit voortvloeiende eisen op de indeling en inrichting van het gebouw nader geïnventariseerd. Daarnaast worden in deze stap ook de vereisten m.b.t. ICT en infrastructuur nader in beeld gebracht. 

 

Het resultaat van de hiervoor beschreven activiteiten is een door de ketenpartners gedragen dienstverleningsconcept.

 

Stap III.: Opstellen van een “Afsprakendocument Ketenpartners”

 

In deze laatste stap worden de tijdens stap I en stap II gemaakte afspraken vastgelegd in een door de ketenpartners te accorderen afsprakendocument.

 

 



[1]    Functie-eisen en competentieprofielen te bespreken.

[2]    De Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank werken samen met elkaar en met burgemeester en wethouders van de gemeenten om de inschakeling van uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden in het arbeidsproces te bevorderen. Tevens werken zij samen met andere diensten en instellingen die werkzaamheden verrichten die verband houden met de uitoefening van hun taken. De samenwerking, bedoeld in dit lid, kan mede betrekking hebben op het uitwisselen van gegevens tussen de genoemde partijen.

[3]             Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is voor gemeenten de verantwoordelijkheid verzwaard omdat ook de volledige financiële verantwoordelijkheid is overgeheveld

[4]             Memorie van Toelichting op de Wet werk en bijstand

[5]    relatie te leggen met ketenprestatie indicatoren (KPI's)

[6]    positie Zorg nog nader in te vullen

[7]             CWI werkt  met marktbewerkingsplannen (sectorale indeling).