CONCEPT VERSIE 02. 25-04-2006.

 

 

 

 

 

 

 

 

Plan van aanpak verandertraject W.I.Z.

 

 

 

 

Inhoud

 

 

 

 

Inleiding

 

Management samenvatting.

 

Hoofdstuk 1.     De aanleiding voor de organisatiewijziging.                      Pag. 5.

 

Hoofdstuk 2.     De doelstellingen van de organisatiewijziging       Pag. 8.

 

Hoofdstuk 3.     Het dienstverleningsconcept.                                         Pag. 10.

 

Hoofdstuk 4.     De organisatie van het veranderingstraject                      Pag. 12.

 

Hoofdstuk 5.     Kosten en planning                                                       Pag. 15.

 

 

Tenslotte.                    

 

 

Management samenvatting.

Deze notitie betreft het plan van aanpak dat is voorgeschreven in artikel 15a:1:2:2 van de gemeentelijke richtlijnen bij organisatiewijzigingen. Het betreft een kaderdocument. Het beschrijft de hoofdlijnen de achtergronden van de organisatiewijzingen die binnen de sector W.I.Z  noodzakelijk zijn.

 

Ambities.

Van de sector en de medewerkers van W.I.Z. wordt op talrijke sociaal-maatschappelijke terreinen een actieve rol en inbreng verwacht: het doorbreken van maatschappelijke afhankelijkheid, isolement en – uitsluiting door bijstandsgerechtigden te activeren en aan (betaald) werk te helpen.. voorkómen van armoede, inburgering, dak- en thuislozen, voorkomen en oplossen van schulden, het voorkomen en bestrijden van uitkeringsfraude, c.q. een rechtmatige verstrekking van bijstand en de laatste jaren in het bijzonder de reintegratie van haar clienten, Zonder uitzondering complexe thema’s en bovenal alle onderwerp van aanhoudende politiek maatschappelijke discussie.

 

Ook de sector W.I.Z. staat voor de uitdaging haar dienstverlening en dienstverleningsorganisatie op verschillende dienstverleningsketens (jeugd en jongeren, wonen en zorg, inburgeren, werk en inkomen, thuis en daklozen) af te stemmen en in te richten naar de eisen die de lokale samenleving en de veranderingen in wet- en regelgeving stellen. Hierin ligt primair de uitdaging en maakt een organisatieverandering en – wijziging onontkoombaar.

 

Tegen deze achtergrond is het noodzakelijk de strategische doelen van beleid en bedrijfsvoering voor de sector  dieper te formuleren. . De kerndoelen zijn:

-                      werk boven inkomen

-                      de klant staat centraal

 

Analyse van de huidige organisatie-inrichting.

Het huidige dienstverleningsmodel van de sector W.I.Z zit aan de grenzen van haar mogelijkheden.

De individuele dienstverlening is voor veel producten weliswaar goed, maar nog niet zodanig ingericht, dat alle dienstverlening van W.I.Z. naar de klant op elkaar wordt afgestemd/ geregisseerd. De klant heeft niet het beeld van één contactpersoon, die het gehele overzicht heeft. Er is daardoor maar beperkt sprake van integrale en afgestemde dienstverlening, zowel binnen onze eigen organisatie als in de keten. Integrale dienstverlening zorgt ervoor dat een klant de juiste producten op het juiste moment krijgt.

 

De verhuizing naar een bedrijfsverzamelgebouw biedt uitstekende kansen om samen met de ketenpartners CWI en UWV de dienstverlening meer integraal richting de klant vorm te geven. Dat is vanuit het huidige organisatiemodel niet goed te organiseren.

 

De evaluatie van het huidige model klantmanagement maakt ook zichtbaar dat producten en diensten beter, sneller en goedkoper kunnen.

 

Ook andere Delftse organisaties helpen onze klant op meerdere terreinen. Hierbij valt te denken aan het ISR, de Voedselbank, vakbonden etc.. In onze organisatie willen wij hen duidelijke aanspreekpunten bieden, opdat de samenwerkingsrelaties worden verbeterd.

 

 

Nieuw perspectief.

1. De realisatie van een integrale en op uitstroom gerichte dienstverlening van W.I.Z. vergt de introductie van een nieuwe functie, die van een klantmanager of, zoals W.I.Z. de functie noemt, die van de regisseur-coach.

Dit is één centraal verantwoordelijke contactpersoon voor de klant, die de gehele WIZ-keten bestrijkt. Zijn kerntaak is het (doen) realiseren van ‘de (kortste) weg naar werk voor de klant’. Ook is hij regisseur van de besluitvorming over het gehele traject van dienstverlening van WIZ, Achter deze functionaris staan specialisten (zo nodig met klantcontact), die specifieke producten leveren op het terrein van inkomen, integratie en handhaving. De regisseur- coach vormt ook het toekomstige contactpunt met de nieuwe ketenpartners CWI en UWV.

 

2. Wij denken dat de dienstverlening kan worden verbeterd door de inrichting van een snelbalie, waarin ook interfacefuncties worden georganiseerd, die het accountpunt zijn voor externe organisaties in Delft, die willen samenwerken met W.I.Z. Ook de ontwikkeling van een callcenter voor de telefonische afhandeling van diensten past in het verbetertraject. Gemeentebreed zal op termijn ook het concept van het klantcontactcentrum(KCC) een rol spelen bij de toekomstige invulling van de dienstverlening naar de ‘’W.I.Z-klant’’.

 

De introductie van de functie van regisseur-coach heeft  verstrekkende gevolgen voor de bestaande functie en de vakteams, echter van de huidige zeven m.n. voor de vakteams SDV, T&M, Activering en Inburgering . Het overgrote deel van de functies in die teams   meer of minder van  inhoud wijzigen dan wel verdwijnenDaarom zijn ook geen garanties te geven dat iedereen een nieuwe functie zal kunnen krijgen, maar hebben we als organisatie uiteraard een maximale inspanningsverplichting. Op voorhand is uitgesproken dat  het huidige salarisperspectief van het personeel in tact blijft.

 

Formatie en kosten.

Dit voorstel brengt een dubbele boodschap. Aan de ene kant denken we efficiënter te kunnen werken. Daarnaast hebben wij in dit stuk extra ambities aangegeven, die we willen realiseren.

Dit stuk is niet vanuit bezuinigingsoverwegingen opgesteld. Het gaat ons erom onze ambities te realiseren, dankzij een effectievere organisatie. De verwachte (tijd)winst willen we gebruiken om de dienstverlening naar onze klanten nog verder te verbeteren. Daarom verwachten we dat het nieuwe concept met de huidige formatie (WIZ-breed) kan worden gerealiseerd.

 

Wel zijn aan dit verandertraject incidentele kosten verbonden. Deze worden vooralsnog geraamd op € 275.000. Dekking hiervoor heeft de sector gevonden in het traject ”herorientatie reserves en voorzieningen binnen WIZ”.

 

Voor de sturing van de organisatieverandering wordt een stuurgroep ingericht.

·         De stuurgroep besluit over werving- en aanstellingsprocedures voor de medewerkers, het management van de proeftuinen, de functieprofielen van de regisseur-coach en inkomensspecialisten, alle aspecten m.b.t. de organisatie, inrichting  en randvoorwaarden van het verandertraject en geeft opdracht voor de oplevering van voor het proces noodzakelijke beslisdocumenten. In de praktijk beslist de  sectorleiding.

·         De stuurgroep bepaalt de kritieke waarden voor go/no go t.a.v. de proeftuin(en) en de start en implementatie  van deze experimenten in het kader van de BVG-vorming in 2007. De stuurgroep besluit over go/no go.

·         De stuurgroep stuurt op de afgesproken besluitvormingsprocedures, projectplanning en –kosten.

·         De stuurgroep is verantwoordelijk en aanspreekbaar op de communicatie en indien aan de orde – de besluitvorming over de proeftuinen en BVG-vorming.

 

T.b.v. een zorgvuldige uitvoering van de organisatieverandering zijn aanvullende randvoorwaardelijke beslisdocumenten nodig. Dit zijn.

Ø       Beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin klantmanagement; begin mei 2006

Ø       Beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin snelbalie zomer 2006

Ø       Beslisdocument visie op samenwerking CWI – UWV en gemeente in het BVG; begin mei 2006

Ø       Beslisdocument bemensing  nieuwe organisatie en formatie- en opleidingsplan; najaar 2006

Ø       Beslisdocument personele paragraaf; najaar 2006

Ø       Beslisdocument communicatieplan; mei 2006.

 

De geplande datum van oplevering staat achter elk document vermeld.

 

De planning en de kosten van de organisatieverandering sluiten deze kadernotitie af.


Inleiding.

Dit verandertraject is gestart met de opstelling van een interne notitie “visie op dienstverlening van WIZ in  het perspectief van ketensamenwerking” d.d. 12-01-2006. De voorstellen hieruit zijn gepresenteerd aan de medewerkers, waarna een twaalftal lunchbijeenkomsten zijn georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten is uitgebreid ingegaan op de achtergronden van dit  verandertraject en zijn suggesties gedaan voor de toekomstige aanpak. De reacties ( en antwoorden) zijn op intranet in te zien. Volgende stap in het traject, is de opstelling van deze notitie , opdat zowel het bestuur als de OR zich kan uitspreken over de koers, die wordt ingezet.

Deze notitie betreft het plan van aanpak dat is voorgeschreven in artikel 15a:1:2:2 van de gemeentelijke richtlijnen bij organisatiewijzigingen. Het betreft een start-, c.q. kaderdocument. Het beschrijft de hoofdlijnen de achtergronden van de organisatiewijzingen die binnen de sector W.I.Z  noodzakelijk zijn. Daarvoor zullen de komende maanden aanvullende beslisdocumenten uitgewerkt worden.

 

Hoofdstuk één van deze kadernota beschrijft de aanleiding voor de organisatiewijziging. Betoogd wordt dat de sector W.I.Z. onontkoombaar voor de uitdaging staat haar dienstverlening af te stemmen op de eisen die de lokale samenleving en de veranderingen in wet- en regelgeving stellen. Het huidige dienstverleningsmodel van de sector W.I.Z – het zgn. tandemmodel - zit aan de grenzen van haar mogelijkheden en functioneert op onderdelen niet  optimaal.

 

Hoofdstuk twee beschrijft de doelstellingen van de organisatiewijziging. Deze zijn werk boven inkomen en de klant centraal. De beide doelstellingen worden in hoofdstuk twee uitgewerkt en toegelicht.

 

Hoofdstuk drie heeft het dienstverleningsconcept als onderwerp. De in hoofdstuk twee beschreven hoofddoelstellingen vergen wijziging van het huidige dienstverleningsconcept en organisatiemodel. De uitdagingen waar W.I.Z. voor staat vereisen de introductie van een nieuwe functie, die van regisseur-coach. In afzonderlijke paragrafen van hoofdstuk drie wordt deze functie toegelicht en beschreven wat de te verwachten effecten zijn op de bestaande functies binnen W.I.Z. en de vakteams.

 

Hoofdstuk vier heeft de organisatie van het veranderingstraject als onderwerp. Hoe worden besluiten voorbereid en genomen. Hoe worden de medewerkers bij de voorbereidingen betrokken?

 

Hoofdstuk vijf gaat in op de randvoorwaarden voor een succesvolle organisatieverandering. In het bijzonder dit hoofdstuk beschrijft de beslisdocumenten die als uitwerking en in vervolg op deze kadernota de komende maanden worden opgeleverd.

 

De notitie besluit met paragrafen over de kosten van de organisatieverandering en de planning van het proces op hoofdlijnen

 

Theo den Hertog.

Frank van Meggelen.

 

April 2006.


1.         De aanleiding voor de organisatiewijziging.

 

Inleiding.

De samenleving verandert snel, mede als gevolg van ingrijpende wijzigingen die gaande zijn in de sociale zekerheid. Deze – veelal externe ontwikkelingen - stelt W.I.Z voor nieuwe uitdagingen.

 

In dit hoofdstuk wordt betoogd dat maatschappelijke veranderingen en de veranderingen in de sociale verzekeringswetten een organisatiewijziging onontkoombaar maken.

 

De sector W.I.Z. in sociaal-, maatschappelijk en wettelijk perspectief.

Van de sector en de medewerkers van W.I.Z. wordt op talrijke sociaal-maatschappelijke terreinen een actieve rol en inbreng verwacht: voorkómen van armoede, inburgering, dak- en thuislozen, voorkomen en oplossen van schulden, het voorkomen en bestrijden van uitkeringsfraude, c.q. een rechtmatige verstrekking van bijstand en de laatste jaren in het bijzonder de reintegratie van haar clienten. De centrale thema’s zijn: het voeren van een sociaal en rechtvaardig inkomensbeleid, het doorbreken van maatschappelijke afhankelijkheid, isolement en – uitsluiting door bijstandsgerechtigden te activeren en aan (betaald) werk te helpen. Zonder uitzondering complexe thema’s en bovenal alle onderwerp van aanhoudende politiek maatschappelijke discussie.

 

De ontwikkeling is al vele jaren gaande.

 

De Wet Werk en Bijstand.

In 1996 werd de Nieuwe Algemene Bijstandswet Wet  ((N)Abw) van kracht, waarmee de reïntegratie van cliënten in de bijstand een bij wet voorgeschreven taak werd. 

 

De invoering van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen, kortweg SUWI, per 1 januari 2002, betekende een volgende stap in dit proces. De traditionele arbeidsvoorzieningsorganisatie verdween en er voor in de plaats kwamen de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) die ook – en dat was nieuw - de  intake voor de WW en WWB als taak kregen, nadat éérst was bekeken of geen passend werk beschikbaar was of kon worden gevonden voor de aanvrager (poortwachter functie).

 

Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2004 werd de gemeente na eerst alleen verantwoordelijk te zijn geweest voor de uitvoering en organisatie van de bijstand, ook 100% financieel risico dragend voor de uitvoering. Zij draagt sindsdien de financiële consequenties van een beter of slechter presterende dienst m.b.t. controle en handhaving van de rechtmatig, de terugvordering van de teveel of onrechtmatig verstrekte bijstand (fraude) én ‘last but not least’ de activering van haar cliënten.

 

Daarmee ontstond voor de gemeente een volgende dringende noodzaak – en voor W.I.Z de uitdaging – de uitvoering van de WWB efficiënt (kosten gestuurd) en effectief (voorkómen van instroom en het bevorderen van uitstroom naar werk) te organiseren.

 

Maar het is niet het financiële motief alleen. Het gaat ook om de andere politieke maatschappelijke thema`s, die W.I.Z. bewegen en in beweging houden: activering en armoede-aanpak

 

De Wet Inburgering van kracht.

Naar verwachting wordt per 1 januari 2007 De Wet Inburgering van kracht. Na invoering van de wet is de inburgeraar zélf – i.p.v. de gemeente onder de huidige Wet Inburgering Nieuwkomers – verantwoordelijk voor het halen van een inburgeringexamen. De Wet Inburgering beschrijft een aantal zgn. prioritaire groepen die de gemeente een aanbod kán doen (faciliteren) om het inburgeringexamen te halen.

 

Eén van de groepen zijn uitkeringsgerechtigden met arbeidsplicht. Voor deze groep is het de bedoeling dat het leren van het Nederlands wordt gecombineerd met het vinden van werk, de zgn. duale trajecten, en waarbij het vinden van werk vóór gaat op het inburgeren. De dienstverlening en werkorganisatie van W.I.Z dienen hierop de worden afgestemd.

 

Vermoedelijk tegelijk met de invoering van De Wet Inburgering wordt ook de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (de WMO) van Kracht. W.I.Z. vervult weliswaar geen sleutelrol in de uitvoering van de wet, maar de cliënten van W.I.Z. – en daarmee voor W.I.Z. als organisatie – hebben wel een groot belang bij een goede invoering. De WMO beoogt evenals de WWB mensen te laten meedoen, nu vanuit een zorgkader. Klantgroepen als, hulpbehoevenden , ouderen boven de 65 jaar, alleenstaande moeders, dag en thuislozen, verslaafden hebben belangen bij de WMO. Van W.I.Z. wordt verwacht dat zij haar interne bedrijfsvoering en – processen op deze ontwikkelingen   afstemt  en bijdraagt aan een effectieve en doeltreffendedienstverlening in die ketens.

 

De invoering van , de WWB, de Wet Inburgering en de WMO zijn alle ontwikkelingen met tenminste twee gezamenlijke noemers: de verantwoordelijkheid voor de uitvoering (deels zelf), de resultaten én de kosten komen voor rekening van de gemeente en de burger dient de eigen verantwoordelijkheid (en kosten van een voorziening) te nemen en vaker voor elkaar te zorgen in plaats van een beroep te doen op een (zorg)voorziening, zoals de WMO beoogt.

 

Dit proces bracht en brengt een brede heroriëntatie op gang op de effectiviteit en efficiency van de dienstverlening van gemeente en maatschappelijke organisaties. Het centrale thema is: ICT ondersteund, klantvriendelijker, sneller, integraal en afgestemd, vraag- i.p.v. aanbod gestuurd, met heldere producten en informatie, te verkrijgen langs meerdere kanalen en interactief (multi-channeling) waarbij de dienstverlening steeds vaker wordt beoordeeld door de gebruikers op wat het doet i.p.v wat het is.

 

Ook de sector W.I.Z. staat voor de uitdaging haar dienstverlening en dienstverleningsorganisatie op verschillende dienstverleningsketens (jeugd en jongeren, wonen en zorg, inburgeren, werk en inkomen, thuis en daklozen) af te stemmen en in te richten naar de eisen die de lokale samenleving en de veranderingen in wet- en regelgeving stellen. Hierin ligt primair de uitdaging en maakt een organisatieverandering en – wijziging onontkoombaar. Het huidige dienstverleningsmodel van de sector W.I.Z zit aan de grenzen van haar mogelijkheden.

 

In het vervolg wordt eerst nader ingegaan op de strategische uitgangspunten van beleid en het nieuwe dienstverleningsconcept.


2.         Strategische beleidsdoelstellingen.

 

Inleiding.

Tegen de achtergrond van de in het eerste hoofdstuk beschreven ontwikkelingen is het noodzakelijk de strategische doelen van beleid en bedrijfsvoering voor de sector opnieuw te formuleren. Dat is het onderwerp van dit hoofdstuk.

 

Strategisch beleidsdoelen.

De navolgende strategische beleidsdoelstellingen zijn leidraad en richtinggevend voor de organisatieverandering en inrichting van de bedrijfsvoering en het handelen van medewerkers en directie.

 

-                      werk boven inkomen

-                      de klant staat centraal

 

Het huidige concept “klantmanagement”van de sector W.I.Z.

Belangrijk vraagstuk voor WIZ-organisaties is de wijze waarop de inkomens- en activeringstaken zijn georganiseerd. In dit verband gaat het erom hoe het zgn. klantmanagement in organisaties wordt vormgegeven, waarin de taken rond inkomen en werk op een bepaalde wijze worden onderscheiden.

 

Medio 2003 is W.I.Z gestart met het concept klantmanagement en is met gegronde redenen gekozen voor een zgn. ‘tandemconstructie tussen de contactpersoon inkomen en de consulent Toeleiding en Monitoring (vervolg T&M). Net als voor andere gemeenten, was dit voor W.I.Z het begin van een zoektocht naar de optimale uitvoeringsvariant van klantmanagement.

 

Medio 2005 is een evaluatie van het tandemmodel opgesteld. Samenvattend komt het volgende beeld naar voren:

-          Het huidige werkproces klantmanagement kent veel lussen en kan effectiever worden ingericht.

-          Voor uitstroomresultaten zijn feitelijk 2 vakteams verantwoordelijk.

-          Werk boven inkomen / uitstroomgedachte bij SDV krijgt te weinig gestalte of te weinig kans voor ontplooiing.

-          Ook vanuit ervaringen van andere W.I.Z.-organisaties met “klantmanagement”, wordt benadrukt dat de “activeringstaak” minder tot zijn recht komt, wanneer daarnaast een te grote belasting aan de orde is met inkomensvragen, dan wel te veel administratief-technisch werk.

-          Voorts praten we over verschillende benodigde competenties daar waar het gaat om de dienstverlening rond werk of inkomen.

-          De intermediaire rol van T&M is kwalitatief goed, maar heeft wel een lang afhandelingproces en informatieasymmetrie (ruis op de lijn) tot gevolg.

-          Cultuuraspecten als het niet erkennen en herkennen van elkaars expertise krijgen kans zich te ontwikkelen.

 

De individuele dienstverlening is voor veel producten weliswaar goed, maar nog niet zodanig ingericht, dat alle dienstverlening van W.I.Z. naar de klant op elkaar wordt afgestemd/ geregisseerd. De klant heeft niet het beeld van één contactpersoon, die het gehele overzicht heeft. Er is daardoor maar beperkt sprake van integrale en afgestemde dienstverlening, zowel binnen onze eigen organisatie als in de keten. Integrale dienstverlening zorgt ervoor dat een klant de juiste producten op het juiste moment krijgt.

 

De evaluatie van het huidige model klantmanagement maakt ook zichtbaar dat producten en diensten beter, sneller en goedkoper kunnen. Niet dat het nu slecht gaat, maar er zitten nog diverse lussen en dubbelingen in het werkproces, met name in de huidige tandemconstructie. Voor meer van de producten en diensten kan het beter, sneller en goedkoper. Het kan naar dus zeker bedrijfsmatiger, met oog voor rechtmatigheid en zonder verlies van kwaliteit.

 

De verhuizing naar een bedrijfsverzamelgebouw biedt uitstekende kansen om samen met de ketenpartners CWI en UWV, de dienstverlening meer integraal richting de klant vorm te geven. Dat is vanuit het huidige klantmanagement- model niet goed te organiseren.

 

Ook andere Delftse organisaties helpen onze klant op meerdere terreinen. Hierbij valt o.a. te denken aan het ISR, de Voedselbank, belangenorganisaties als vakbonden etc. In onze organisatie willen wij hen duidelijke aanspreekpunten bieden, opdat de samenwerkingsrelaties worden verbeterd. Hierin is een verbetering aan te brengen. 

 

Samenvattend is in dit hoofdstuk betoogd dat het huidige dienstverleningsconcept niet voldoende functioneert gelet op de hoofddoelstellingen van beleid van de sector W.I.Z. De dienstverlening is niet voldoende klant- en resultaatgericht en genereert te weinig focus op de activeringstaakstelling.

 

Het uitgangspunt van “werk boven inkomen” moet derhalve anders in de organisatie worden verankerd. Werk moet centraal staan, de andere producten zijn dienstverlenend hieraan. W.I.Z. heeft stevige ambities als het om dit punt gaat: geen groei van het cliëntenbestand.

 

W.I.Z. kiest voor een nieuw concept van dienstverlening, waarmee de centrale beleidsdoelstellingen kunnen worden gerealiseerd.

 

In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het dienstverleningsconcept zelf.

 

3.         De hoofdlijnen van het dienstverleningsconcept.

 

Inleiding.

In hoofdstuk twee is toegelicht dat het tandemmodel op diverse punten niet (voldoende) is toegesneden op het realiseren van de hoofddoelen van beleid: werk boven inkomen en de klant centraal.  De realisatie van een integrale en op uitstroom gerichte dienstverlening van W.I.Z. vergt de introductie van een nieuwe functie, die van een klantmanager of, zoals W.I.Z. de functie noemt, die van de regisseur-coach (vervolg: RC).

 

Dit hoofdstuk beschrijft deze nieuwe functie op hoofdlijnen. Nader wordt ingegaan op de gevolgen – eveneens op hoofdlijnen – voor de verschillende vakteams van W.I.Z en de bestaande functies.

 

De regisseur-coach.

De realisatie van een integrale en op uitstroom gerichte dienstverlening van W.I.Z. vergt de introductie van een nieuwe functie, die van een klantmanager of,  zoals W.I.Z. de functie noemt, die van de regisseur-coach.

 

Dit is één centraal verantwoordelijke contactpersoon voor de klant, die de gehele WIZ-keten bestrijkt. Zijn kerntaak is het (doen) realiseren van ‘de (kortste) weg naar werk voor de klant’. Ook is hij regisseur van de besluitvorming over het gehele traject van dienstverlening van WIZ, Achter deze functionaris staan specialisten (zo nodig met klantcontact), die specifieke producten leveren op het terrein van inkomen, integratie en handhaving. De regisseur- coach vormt ook het toekomstige contactpunt met de nieuwe ketenpartners CWI en UWV.

In de rol van RC is er – waar nodig – intensief contact met de klant gericht op motivatie, hulp en/ of interventie (de coach zit dicht op de klant). De RC is nadrukkelijk zelf betrokken bij de diagnosestelling van de hulpvraag. Van de drie huidige diagnose momenten gaan we naar één integrale diagnose bij nieuwe aanvragen.

 

De RC heeft naast zijn regie-, diagnose-, coach-, en beslisrol geen andere uitvoerende taken.  De RC betreft een allround functie, die in de uitvoering optimaal wordt ondersteund door specialisten en ondersteunende functies. Deze specialisten zijn vanuit hun vakkennis uiteraard ook van groot belang om specifieke deelproducten te leveren op het gebied van werk, inkomen, integratie en handhaving, alsmede administratieve taken te vervullen.

 

Snelbalie, en interfaces.

Wij denken dat de dienstverlening kan worden verbeterd door de inrichting van een snelbalie, waarin ook interfacefuncties worden georganiseerd, die het accountpunt zijn voor externe organisaties in Delft, die willen samenwerken met WIZ. Ook de ontwikkeling van een callcenter voor de telefonische afhandeling van diensten past in het verbetertraject. Gemeentebreed zal op termijn ook het concept van het klantcontactcentrum(KCC) een rol spelen bij de toekomstige invulling van de dienstverlening naar de ‘’WIZ-klant’’.

 

Gevolgen voor de bestaande vakteams.

De introductie van de functie van regisseur-coach heeft gevolgen voor alle vakteams, echter van de huidige zeven,  m.n. voor de vakteams SDV, T&M, Activering en Inburgering

 

De gevolgen voor T&M zijn het meest verstrekkend. Het vakteam zal naar verwachting ophouden te bestaan en opgaan in nieuwe eenheden, aangezien de toeleidingsfunctie onderdeel zal gaan uitmaken van de functie van RC. De organisatorische plaats van de “monitoringsfunctie” op de reïntegratiecontracten wordt nader vastgesteld. Ook voor A&I zijn de gevolgen verstrekkend. Behalve als gevolg van de invoering van De Wet Inburgering vervallen voor A&I diagnose en toeleidingstaken.  Ook voor het vakteam SDV zijn er gevolgen. Er komt een onderscheid tussen de functies regisseur- coach en de inkomensspecialist, waarin vooral taken op het terrein van het inkomen zijn geconcentreerd.

 

Daarnaast zijn er effecten te verwachten in de samenwerking tussen vakteams. De RC regisseert de dienstverlening van de individuele klant binnen de gehele keten van W.I.Z. Dat betekent bemoeienis – in coördinerende en faciliterende zin – met de vakteam van IBO (op het gebied van handhaving) en met UA&A. Wat de introductie van de RC voor de laatste twee vakteams gaat betekenen valt nu nog niet te overzien.

 

Ook voor de vakteams budgetwinkel en WVG zijn er ook wijzigingen te verwachten.Voor de Budgetwinkel, gezien de nieuwe relatie met de regisseur­-coach, Voor het vakteam WVG ,als  gevolg van de invoering van de WMO en de ontwikkeling van het gemeenteloket. Ook deze effecten kunnen in deze fase van de  organisatie wijziging niet in hun volle omgang beschreven worden.

 

Gevolgen voor de bestaande functies van de sector W.I.Z.

De gevolgen van de invoering van het nieuwe dienstverleningsconcept zijn ingrijpend. Functies wijzigingen, meer of minder ingrijpend, sommige verdwijnen geheel, voor andere valt dat nu niet te overzien.

Daarom zijn ook geen garanties te geven dat iedereen binnen WIZ een nieuwe functie zal kunnen krijgen, maar hebben we als organisatie uiteraard een maximale inspanningsverplichting. Op voorhand is wel uitgesproken dat  het huidige salarisperspectief van het personeel in tact blijft. 

 

Dit vergt om nadere uitwerking van de randvoorwaarden en beslisdocumenten van het organisatie wijzigingstraject.

In het vervolg komen de navolgende onderwerpen aan de orde.

Ø                   De organisatie en randvoorwaarden  van het veranderingstraject

Ø                   De aanpak van de uitwerking van randvoorwaardelijke aspecten, in het bijzonder

·         Formatieplanning.

·         Het communicatieplan

·         Opleidingsplan.

Ø                   De te verwachten kosten.

Ø                   De planning en doorlooptijd van het proces.

 

In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de organisatie van het veranderingstraject en hoe intern de voorbereidingen wordt opgepakt en de besluitvorming plaats vindt.


4.                  De organisatie en randvoorwaarden van het veranderingstraject.

 

Inleiding.

Dit hoofdstuk heeft als onderwerp de beschrijving van de manier waarop de komende maanden de voorbereidingen voor, de advisering en besluitvorming over en de inhoudelijk voorbereiding van de  invoering van het nieuwe dienstverleningsconcept wordt georganiseerd.

 

In vervolg van dit hoofdstuk komen de navolgende onderwerpen aan de orde.

De inrichting van de projectorganisatie voor de aansturing van het veranderingsproces, waaronder de samenstelling en de rol van een stuurgroep, het besluitvormingsproces, de manier waarop medewerkers worden betrokken bij de voorbereidingen en de rol van een externe procesmanager.

 

Zoals in de inleiding gesteld is dit een kadernotitie. T.b.v. een zorgvuldige uitvoering van de organisatieverandering zijn aanvullende randvoorwaardelijke beslisdocumenten nodig. Deze documenten zijn onderwerp van de slotparagraaf van dit hoofdstuk.

 

De stuurgroep.

De algehele sturing op het gehele veranderingsproces binnen de sector W.I.Z. vindt plaats in een stuurgroep.

 

De Stuurgroep bestaat uit de  sectorleiding van W.I.Z., de communicatie adviseur en een extern procesmanager (zie verderop). De communicatie adviseur adviseert de stuurgroep gevraagd en ongevraagd over de communicatie en verzorgt in opdracht van de stuurgroep alle communicatieve activiteiten, zoals nieuwsbrieven, intranet, enz. De stuurgroep wordt uiteraard secretarieel ondersteund.

 

Rol en taak stuurgroep.

·         De stuurgroep besluit over werving- en aanstellingsprocedures voor de medewerkers, het management van de proeftuinen, de functieprofielen van de regisseur-coach en inkomensspecialisten, alle aspecten m.b.t. de organisatie, inrichting  en randvoorwaarden van het verandertraject en geeft opdracht voor de oplevering van voor het proces noodzakelijke beslisdocumenten. In de praktijk beslist de directie.

·         De stuurgroep bepaalt de kritieke waarden voor go/no go t.a.v. de proeftuin(en) en de uitrol van deze experimenten in het kader van de BVG-vorming in 2007. De stuurgroep besluit over go/no go.

·         De stuurgroep stuurt op de afgesproken besluitvormingsprocedures, projectplanning en –kosten.

·         De stuurgroep is verantwoordelijk en aanspreekbaar op de communicatie en indien aan de orde – de besluitvorming over de proeftuinen en BVG-vorming.

 

De stuurgroep vergadert 2 wekelijks of zo vaak als nodig is.

 

 

Besluitvorming.

Besluiten worden genomen langs de volgende stappen.

  1. Voor de uitwerking van het inhoudelijke en organisatorische aspecten van het veranderingsproces worden tijdelijke taakgroepen ingericht. Deze taakgroepen leveren een product af (notitie, planning o.i.d.)
  2. Het product wordt tegelijkertijd voor commentaar en advies aangeboden aan het MTB, vakteams
  3. De adviezen en commentaren worden verwerkt door de betreffende taakgroep, of niet…
  4. Het resultaat wordt aangeboden aan de stuurgroep.
  5. De notitie wordt voor advies voorgelegd aan het MT-W.I.Z.
  6. De stuurgroep besluit of verzoekt om aanvullende uitwerking van onderdelen.
  7. De notitie wordt voor advies aangeboden aan (een vertegenwoordiging) van de OR. (afhankelijk van impact, via het formele traject.)
  8. De stuurgroep stelt het product definitief vast.
  9. Uitvoering.

 

Deze werkwijze en de verschillende stappen dienen met het oog op voldoende tempo te worden voorzien van een maximale doorlooptijd. Dat geldt in ieder geval voor de stappen 2 en 3. De procesmanager bewaakt dit proces door deadlines af te spreken met de taakgroepvoorzitters (detaillering procesinrichting en doorlooptijd).

 

Procesmanager.

T.b.v. de begeleiding van het proces is een procesmanager aangesteld. Zijn opdracht is:

 

Ø       Aansturing/coördinatie taakgroepen/opdrachtnemers;algehele coördinatie op het proces.

Ø       Opleveren van een projectplanning en proeftuinproducten.

Ø       Inbreng van eigen kennis en ervaring.

Ø       Bewaking van projectplanning en de tijdige oplevering van de noodzakelijke projectproducten.

Ø       Het rapporteren daarover aan de stuurgroep.

Ø       Adviseren t.a.v. de implementatie; indien noodzakelijk de oplevering van (deel)-producten i.v.m. de voorbereiding of uitvoering van de proeftuin.

Ø       Zorgdragen dát besluiten worden genomen én geïmplementeerd.

 

Deze opdracht laat onverlet het principiële uitgangspunt dat W.I.Z. haar verandering zélf vorm geeft een stuurt.

 

Mijlpalen en beslisdocumenten.

In het veranderingstraject zijn drie mijlpalen onderscheiden: de voorbereiding en uitvoering van twee proeftuinen:

 

1.

Een proeftuin klantmanagement waarin het gaat over de introductie van de regisseur-coach in de dienstverlening

2.

Een proeftuin (na de zomer) over de snelbalie waarin het de bedoeling is uit te proberen welke producten van W.I.Z. versneld kunnen worden aangeboden en op welke manier dat kan.

3.

De derde mijlpaal is de BVG-vorming volgend jaar. De in de proeftuin opgedane ervaringen worden dan breed binnen W.I.Z. ingevoerd. . Dit is het moment waarop de organisatiewijziging in de volle omvang wordt geïmplementeerd.

 

De stuurgroep neemt als eerste stap op weg naar de W.I.Z brede invoering  van het dienstverleningsconcept de organisatie en inhoudelijke uitwerking van de eerste proeftuin klantmanagement ter hand waarin de functie van RC en de samenwerking met de inkomensspecialisten zal worden verkend. Daartoe zijn vier inmiddels vier interne taakgroepen actief.

 

Dit zijn:

1.       Taakgroep functieprofielen.

2.       Taakgroep proeftuinorganisatie en processen.

3.       Taakgroep P&O aspecten.

4.       Taakgroep zorgcliënten.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin klantmanagement.

De taakgroepen staan onder leiding van vakteamhoofden. De betrokkenheid van medewerkers bij de uitvoeringsvragen  wordt in de werkwijze van de taakgroepen geborgd. De taakgroepen rapporteren aan de stuurgroep.

 

De uitkomsten van de taakgroepen tezamen resulteren in het inhoudelijke plan van aanpak voor de proeftuin klantmanagement. Dit document is naar verwachting begin mei beschikbaar voor verdere bespreking.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin snelbalie.

 

De tweede stap op weg naar de W.I.Z brede uitrol van het dienstverleningsconcept is organisatie en inhoudelijke uitwerking van de proeftuin snelbalie  waarin geëxperimenteerd wordt met de levering van W.I.Z. producten en diensten in het gemeente brede frontoffice loket en het BVG.

 

De eerste verkennende besprekingen over deze proeftuin zijn gestart. Een plan van aanpak voor deze proeftuin is naar verwachting rond de zomer beschikbaar.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument visie op samenwerking CWI – UWV en gemeente in het BVG.

 

De laatste stap is de implementatie van de ervaringen uit de proeftuinen in de hele sector W.I.Z. Dat zal in de eerste helft van 2007 gebeuren in het kader van de inrichting van een Bedrijfsverzamelgebouw – kortweg BVG – waarin de SUWI kernpartners – CWI, UWV en gemeente – samenwerking t.b.v. een effectieve en doeltreffende dienstverlening op het terrein van werk en inkomen.

 

Aan deze samenwerking ligt een visiedocument ten grond slag dat binnenkort beschikbaar komt. Ook t.a.v. de vorming en inrichting van het BVG zijn nog veel aspecten, waaronder de ICT-omgeving, de klantstromen, de werkgever- en klantbenadering (dienstverleningsconcept en instrumenten), management en uitvoeringsfuncties, nader uit te werken in afzonderlijke documenten.

 

De sturing op dat proces valt echter buiten het bestek van de hiervoor beschreven stuurgroep die binnen de W.I.Z. organisatie het veranderproces stuurt en faciliteert.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument bemensing proeftuinen en formatie- en opleidingsplan.

 

Zoals in de voorgaande paragrafen en hoofdstukken uiteengezet zal de impact van de veranderingen naar verwachting aanzienlijk zijn. Functies veranderen, verdwijnen, nieuwe functies ontstaan. De sturing van dit proces vereist een formatie- en opleidingsplan dat de toekomstige functies beschrijft naar omvang en inhoud en hoe deze functies zich verhouden tot de bestaande functies, in het bijzonder de mate waarin functies wijzigen. Tevens beschrijft het formatieplan het migratiepad. Hoe wordt geworven en geselecteerd voor de functies die ontstaan na de invoering van het nieuwe dienstverleningsconcept? Wordt geplaatst? Wat is dan de volgorde?

 

Ten slotte wordt er een afzonderlijk opleidingsplan opgesteld, die nodig  is tijdens en na invoering van het dienstverleningsconcept.

 

De bemensing van de proeftuinen geschiedt binnen de bestaande rechtspositionele kaders. Hierover volgt eind april een apart beslisdocument. Het formatie- en opleidingsplan volgt in het najaar.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument personele paragraaf.

 

De migratie van oude naar nieuwe functies en organisatie-eenheden leidt tot fricties. Hoewel het uitgangspunt is dat  iedereen een nieuwe plek moet krijgen (geen gedwongen vertrek of ontslagen) in het BVG, is anderzijds niet te verwachten dat dit voor 100% zal gaan lukken.  Niet iedereen zal mee kunnen of willen.

 

Artikel 15 a  van de CAR/UR/NUR worden bij dit verandertrjaject van toepassing verklaard. In dat verband zal een afzonderlijke personele paragraaf worden opgesteld, waarin de besluitvormingsroute wordt vastgesteld, waarin de personele gevolgen, de te volgen procedures, faciliteiten, enz  van de organisatiewijziging staan beschreven. Deze paragraaf maakt uiteraard deel uit van de besluitvorming, tesamen met de OR.

 

Ø       Mijlpaal: beslisdocument communicatieplan.

 

Communicatie is een belangrijk managementinstrument en een cruciale randvoorwaarde voor succes. Tijdige informatie, betrokkenheid van medewerkers creëren enthousiasme en draagvlak voor de veranderingen. Niet iedereen zal zich betrokken voelen of mogelijk zelf betrokken willen zijn bij alle veranderingen. Het omgaan met veranderingen in organisatie is persoonsgebonden. Waar de één zich bedreigd voelt ziet de ander juist kansen.

 

Communicatie – groepsgewijs én persoonlijk – is een belangrijk instrument om medewerkers optimaal over de veranderingen te informeren,  hen bij de veranderingen te betrekken (interactief) waardoor een zo groot mogelijk draagvlak ontstaat voor de doelen van de organisatieverandering. Dit in het besef dat niet iedereen tevreden kan worden gesteld. De noodzaak van de veranderingen zullen niet door iedereen gezien of geaccepteerd worden . De aanpak van de communicatie (doelgroepen, media, enz) wordt beschreven in een communicatieplan. Dit beslisdocument is binnenkort beschikbaar.

 

Samenvattend komen de komende weken en maanden zeven beslisdocumenten tot stand als nadere uitwerking van deze kadernotitie over de organisatieveranderingen die binnen W.I.Z. in gang zullen worden gezet. Dit zijn:

Ø       Beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin klantmanagement; begin mei 2006

Ø       Beslisdocument inrichting en organisatie proeftuin snelbalie; zomer 2006

Ø       Beslisdocument visie op samenwerking CWI – UWV en gemeente in het BVG; begin mei 2006

Ø       Beslisdocument en formatieplan; najaar/ eind 2006

Ø       Beslisdocument opleidingsplan, najaar 2006.

Ø       Beslisdocument  personele paragraaf;  eind 2006

Ø       Beslisdocument communicatieplan; mei 2006.

 

In het volgende en laatste hoofdstuk van deze kadernotitie wordt ingegaan op de kosten en de planning op hoofdlijnen van de organisatieverandering.
5.         Kosten en Planning.

 

 

Dit verandertraject brengt een dubbele boodschap. Aan de ene kant denken we efficiënter te kunnen werken. Daarnaast hebben wij in dit stuk extra ambities aangegeven, die we willen realiseren.

Dit stuk is niet vanuit bezuinigingsoverwegingen opgesteld. Het gaat ons erom onze ambities te realiseren, dankzij een effectievere organisatie. De verwachte (tijd)winst willen we gebruiken om de dienstverlening naar onze klanten nog verder te verbeteren. Daarom verwachten we dat het nieuwe concept met de huidige formatie (WIZ-breed) kan worden gerealiseerd.

 

Aan dit verandertraject zijn uiteraard aanvullende incidentele kosten verbonden. Voorlopig worden de volgende kosten begroot:

Kosten inhuur procesadvisering:                                 € 100.000.

Kosten opleiding en training:                                         50.000.

Kosten capaciteit tbv de  pilots                                   € 100.000.

Kosten inrichting proeftuinen:                                        25.000.

Totaal:                                                                      € 275.000.          

 

 Voor de dekking van deze uitgaven willen wij een beroep doen op een deel van de niet bestemde middelen van oude voorzieningen binnen WIZ. Eind 2005 / begin 2006 heeft een gemeentebrede inventarisatie van reserves en voorzieningen plaatsgevonden; dit met het oog op het versterken van het weerstandsvermogen van de gemeente, aanvullende dekking van grote projecten die na 2006 uitgevoerd gaan worden alsmede ter dekking van mogelijke actuele knelpunten. In haar aandeel binnen deze inventarisatie heeft de sector WIZ aangegeven  een deel van de niet bestemde reserves/voorzieningen te willen bestemmen voor ontwikkelingen rondom klantmanagement.

Hoewel de gehele “nota van Investeringen, reserves en voorzieningen” pas in een later stadium aan het bestuur zal worden voorgelegd wordt gezien de actualiteit van het knelpunt binnen WIZ gevraagd om eerdere besluitvorming voor dit specifieke onderdeel.

 

Planning.

De planning van de organisatieverandering ziet er op hoofdlijnen als volgt uit.

 

Mei 2006                                  oplevering plan van aanpak proeftuin klantmanagement: bemensing,

processen,’randvoorwaarden.

Mei 2006                                  oplevering communicatieplan en visiedocument BVG.

Juni-augustus 2006                   start uitvoering proeftuin klantmanagement.

Zomer 2006                              Oplevering plan van aanpak proeftuin snelbalie: bemensing, processen,

randvoorwaarden.

September- oktober 2006                      start uitvoering proeftuin snelbalie.

September-december 2006        oplevering beslisdocumenten formatie-& opleidingsplan, .personele paragraaf.

Januari en februari  2007                        evaluatie proeftuinen.

Maart-april 2007                                    verhuizing BVG.

April-juni           2007                           implementatie organisatieverandering; dienstverleningsconcept. BVG.

September 2007                                   evaluatie.


6.         Ten slotte

Wij zijn er van overtuigd dat dit hernieuwde klantmanagement concept positieve effecten heeft op de tevredenheid van onze klant en vooral ook uitdagender is voor de medewerkers van de sector. Binnen W.I.Z.  is er naar onze overtuiging volop deskundigheid en potentie aanwezig om deze koers met vertrouwen te volgen en onze doelen te realiseren.

 

April 2006

 

Theo den Hertog.

Frank van Meggelen.