Combiwerk

- positionering in het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid

Opstellers:          Kees Kruijff/Bert den Uijl

I.o.v.:                     S&C, Combiwerk

T.b.v.:                   GMT en college

Datum:                 13 juni 2006.

 

 



INHOUD

 


1.     Inleiding.. 3

2.     Advies. 4

3.     Het werkterrein en ontwikkelingen daarin. 5

3.1        Organisatie Combiwerk. 5

3.2        De gemeentelijke taak. 6

3.3        Externe ontwikkelingen. 6

3.4        Het samenspel met de Delftse lijnorganisatie. 6

4.     Besturing en beheersing.. 7

4.1        Combiwerk : onderdeel van de Delftse organisatie. 7

4.2        Combiservices: extern verzelfstandigd. 7

4.3        Hoe wordt toezicht/control uitgeoefend. 8

4.4        Rol RvC Combiservices. 9

4.5        Rol aandeelhoudersvergadering Combiservices. 9

4.6        Conclusie. 9

5.     Regievoering arbeidsmarktbeleid. 10

5.1.       Rol gemeente vanuit het activerend arbeidsmarktbeleid. 10

5.2.       Regievoering.. 10

5.3.       De regie-agenda. 10

6.     Bedrijfsvoering.. 11

6.1        Combiwerk: publiek. 11

6.2        Combiservices BV: privaat. 11

6.3        Het MMV-besluit. 11

6.4        De uitwerkingsrichting voor de bevoegdheidsverdeling.. 12

6.5        Spelregels financiën. 14

6.6        Spelregels Inkoop en aanbesteding.. 14

6.7        Overige spelregels?. 15

7.     Combiwerk als leverancier van producten en diensten. 16

Bijlage. Het Delftse organisatiemodel. 17

 


 

1.       Inleiding                                    

 

In “Het Delftse Organisatiemodel” (maart 2005, samengevat in de bijlage) wordt Combiwerk getypeerd als één van de zelfstandige (uitvoerende) organisatorische eenheden in de organisatie en verder als volgt beschreven:

“Combiwerk is een maatschappelijke bedrijvengroep die werkgelegenheid biedt aan gehandicapten en niet gehandicapten. Combiwerk is een zelfbeherende gemeentelijke organisatie-eenheid (dienst). De directeur Combiwerk is belast met de algehele leiding en het dagelijks beheer van de dienst. De directeur werkt onder de bestuurlijke leiding en verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en de algemeen directeur/gemeentesecretaris is zijn hiërarchisch leidinggevende “.

 

In de gemeentelijke NEON-reorganisatie die in maart 2000 geëffectueerd werd, is aanvankelijk gekoerst op externe verzelfstandiging van Combiwerk als overheids-BV. De gemeenteraad besloot daartoe in juni 2000. Het voorstel is niet geëffectueerd, omdat het extern verzelfstandigen, -en daarmee op afstand zetten- van het bedrijf niet strookte met de bestuurlijke wens om zo’n belangrijke speler in het arbeidsmarktbeleid van de gemeente van nabij te kunnen aansturen. De Combiwerk-groep[1] kent echter wel een extern verzelfstandigd onderdeel, Combiservices BV, dat overigens volledig geïntegreerd is in de structuur en de werkprocessen van Combiwerk. Daarmee is Combiwerk een hybride organisatie, met alle vraagstukken van publieke en private aansturing en verantwoordelijkheden die daarmee samenhangen.

 

Combiservices BV heeft één aandeelhouder (de gemeente Delft, die een ambtenaar als aandeelhouder heeft aangewezen) en een Raad van Commissarissen (RvC) die uit drie onafhankelijke personen bestaat. De RvC fungeert, vanuit de periode dat Combiwerk zich voorbereidde op externe verzelfstandiging, als een soort schaduw-RvC voor het gehele bedrijf. Die adviesrol in de aansturing van het publieke deel van het bedrijf is bijzonder, doch waardevol gebleken en door het college van B&W in 2002 geformaliseerd.

 

Merkwaardigerwijze geldt formeel voor Combiwerk nog de “Beheersverordening Bedrijven Sociale Werkvoorziening Delft” (laatstelijk gewijzigd in 1996). Deze verordening is zwaar verouderd en kan ingetrokken worden, aangezien de Delftse organisatie geen “diensten” meer kent en een geheel ander beheersinstrumentarium kent (MMV, Financiële verordening, beleidscyclus). Bezien wordt of dit beheersinstrumentarium voldoende toegesneden is op de specifieke situatie van de Combiwerk-organisatie. Een nieuwe aanwijzing van Combiwerk als uitvoerder van de Wet Sociale Werkvoorziening is wel nodig.

 

Tenslotte opereert Combiwerk in een beleidsveld waarin de laatste jaren voortdurend ingrijpende veranderingen plaatsvinden. De recente plannen van het kabinet vereisen forse accentverschuivingen in de bedrijfsvoering van Combiwerk en een zwaardere regisserende rol van de gemeente. Dit maakt een herbezinning op de regievoering vanuit het arbeidsmarktbeleid noodzakelijk.

 

Deze notitie heeft ten doel bovengenoemde organisatorische kwesties op te helderen en “af te hechten” alsmede de regisserende rol van de gemeente te versterken, zodat de gemeente daarmee nog beter de uitdagingen aankan die de nieuwe verhoudingen in de arbeidsmarkt vereisen.

 

De drive tot externe verzelfstandiging is daarmee omgezet in een versterking van de samenwerking met partners in de Delftse organisatie. Combiwerk is een belangrijk onderdeel van de Delftse organisatie om het arbeidsmarktbeleid mede te kunnen uitvoeren..


2.         Advies

 

Deze notitie leidt tot de volgende conclusies/aanbevelingen:

 

Conclusies

a.       De recente plannen van het kabinet vereisen forse accentverschuivingen in de bedrijfsvoering[2] van Combiwerk en een zwaardere regisserende rol van de gemeente. Dit maakt een herbezinning op de regievoering vanuit het arbeidsmarktbeleid noodzakelijk.

b.       De gestructureerde informatievoorziening voor zowel het publieke als het private deel is geborgd. Gelet op het feit dat de Combiwerk en Combiservices één organisch geheel vormen kan de gemeentelijke informatievoorziening over Combiwerk via de gemeentelijke beleidscyclus meer integraal vorm gegeven worden.

c.       Combiservices BV voldoet in grote lijnen aan de zogenoemde Code Tabaksblat (ook al is deze primair bedoeld voor beursgenoteerde vennootschappen).

 

Aanbevelingen

a.       Voor de besturing en beheersing van Combiwerk spelen de verschillende actoren (bestuur, portefeuillehouder, GMT, gemeentesecretaris, S&C, RVC, directeur) hun rol. Gelet ook op de grote veranderingen, die in de Sw aanstaande zijn, de problematiek van de industriële activiteiten, en de te versterken Combiwerktaak in het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid verdient het aanbeveling, dat het GMT periodiek meer systematisch aandacht besteedt aan  hoe het bedrijf er voor staat en welke koers uitgezet moet worden.

b.       Formeer een regiegroep, waaraan naast de verantwoordelijk wethouder zowel het hoofd WIZ als de directeur Combiwerk deelnemen, alsmede de gemeentecontroller. Maak WIZ “penvoerder”.

c.       Stel een regie-agenda op tussen het college/het GMT enerzijds en Combiwerk/WIZ anderzijds, waarin de wederzijdes inspanningsverplichtingen opgenomen zijn. Deze regie-agenda van activiteiten/speerpunten dient ter versterking van het samenwerkingsmodel in het arbeidsmarktbeleid. De regiegroep bewaakt de uitvoering/realisatie van de regie-agenda (en stelt deze zonodig bij).

d.       Laat de directeur Combiwerk zijn inkoopbeleid (doen) toetsen cq bijstellen op het Europees aanbestedingsbeleid in overleg met het hoofd Inkoop- en Aanbesteding.

e.       Stel de reikwijdte –met daarbijbehorende voorwaarden- voor een eventueel leadsuppliership van Combiwerk vast (waar wel/niet?, welke targets?). Laat een kleine werkgroep een voorstel uitwerken hoe dit concreet gestalte kan krijgen en laat dit voorstel via de regiegroep aan het GMT/B&W voorleggen.

f.         Voor Combiwerk een aparte set beheer-spelregels doen opstellen door de gemeentecontroller in overleg met de directeur Combiwerk en aan het college ter vaststelling doen voorleggen. Hierbij zullen dan ook nadere afspraken gemaakt worden over de afstemming van de beleidscyclus van Combiwerk op de gemeentelijke beleidscyclus.

g.       In aanvulling op Het Delftse Organisatiemodel (maart 2005) expliciet te besluiten dat Combiwerk binnen de gemeentelijke organisatie is aanwezen ten behoeve van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.

h.       Aan de raad voorstellen de “Beheersverordening Bedrijven Sociale Werkvoorziening Delft” in te trekken (de aanwijzing van Combiwerk als uitvoerder van de Wsw blijft geregeld binnen het Delftse Organisatiemodel).


 

3. Het werkterrein en ontwikkelingen daarin

 

Combiwerk geeft zelf in de diverse meerjarenplannen en jaaroverzichten steeds diepgaand inzicht in de opbouw van de organisatie en ontwikkelingen op het werkterrein. Hier wordt voor de volledigheid een beknopte samenvatting gegeven.

 

3.1       Organisatie Combiwerk

Combiwerk bestaat zoals opgemerkt uit een tweetal rechtspersonen:

o                    De gemeentelijke dienst Combiwerk (CW)

o                    Combiservices BV[3] (CS)

 

Combiwerk omvat vier bedrijven voor Verpakken, Detachering, Groen & Omgeving, alsmede een Kwekerij. (Metaal & Montage is per 1 januari 2006 beëindigd). Combiservices BV is 100% eigendom van de gemeente Delft. Deze holding-BV omvat drie werkmaatschappijen voor Schoonmaak, Beveiliging en Reïntegratie. Daarnaast omvat Combiservices BV een vierde entiteit, Combiservices Delft BV, waarvan de werkzaamheden beperkt zijn tot het verlonen van de lijn- en stafmedewerkers van CW/CS met een privaatrechtelijke aanstelling.

 

De samenhang in de interne aansturing van de rechtspersonen wordt gewaarborgd door de personele unies op het niveau van de directie en bedrijfsmanagers. De structuur van de operationele organisatie als geheel ziet er als volgt uit (grijs gearceerd de werkmaatschappijen van CS):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


3.2       De gemeentelijke taak

De belangrijkste taak van Combiwerk is de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). De gemeente moet op grond van de Wsw aan zoveel mogelijk ingezetenen met een indicatie, afgegeven door de Centrale Organisatie werk en inkomen CWI, een dienstbetrekking aanbieden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. De gemeente heeft via de Beheersverordening Combiwerk aangewezen als de rechtspersoon “ten behoeve van de uitvoering van de wet”. Voor de uitvoering van de wet ontvangt de gemeente een rijkssubsidie (in 2004 circa € 15 mln.). De inning, besteding en verantwoording van deze bijdrage ligt geheel bij Combiwerk zelf. Bij Combiwerk zijn ruim 640 SW-ers in dienst op een totaal van ruim 850 fte.

Daarnaast biedt Combiwerk als “marktpartij” leer-werkplekken en reïntegratietrajecten aan aan de gemeente in het kader van de Wet Werk en Bijstand WBB en in zeer beperkte mate aan andere partijen.

 

Tenslotte koopt de gemeentelijke organisatie diensten van de bedrijven van CW/CS, zoals schoonmaken gebouwen en openbare ruimte, groenvoorziening of beveiliging. Als het gaat om diensten van CW gaat het om een mix van aanbesteden en “inbesteden”. Diensten van CS worden beschouwd als van elke andere willekeurige marktpartij. Met de inkoop van diensten van CW/CS steunt de gemeente echter zichzelf bij het realiseren van de uitvoering van de Wsw en mogelijk in de toekomst de WWB.

 

3.3       Externe ontwikkelingen

De Wsw is in 1997 aangepast omdat het toen nodig geacht werd de doelgroep nauwkeuriger te formuleren, de indicatiestelling (per 1 januari 2005 in handen van de CWI), voorzieningen voor begeleid werken en de rechtspositie van de werknemers en de bekostiging anders te regelen.

 

Thans is een nieuwe wetswijziging in voorbereiding. Deze beoogt ondermeer de “doelgroep” (mensen met een arbeidshandicap) in te perken en zoveel mogelijk bij het “gewone” bedrijfsleven te laten werken in plaats van in de beschutte “sociale werkplaats”. Daarnaast is het de bedoeling dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid voor de sociale werkvoorziening zwaarder invullen en die niet alleen overlaten aan de uitvoeringsorganisaties. Of, zoals Combiwerk het zelf formuleert: “Veel Wsw-uitvoerders maken de omslag van productiebedrijf naar een organisatie voor begeleiding en leerwerkmogelijkheden, wat een andere relatie vereist met de opdrachtgever.” Uiteraard speelt kostenbeheersing voor het Rijk ook een rol in de vernieuwing van de Wsw, hetgeen leidt tot een soberder financieringssystematiek en verschuiving van risico’s naar de gemeente.

 

Ook een aantal omliggende gemeenten (Pijnacker/Nootdorp, 3 B-gemeenten, Midden-Delfland) heeft Combiwerk aangewezen als rechtspersoon om de Wsw uit te voeren. Dit is weliswaar een klein volume (ca 75 Fte Wsw), maar het verschijnsel raakt aan mogelijke regionalisering van de SW-bedijven c.q. regionale concurrentie. Genoemde gemeenten betalen een vaste uitvoeringsbijdrage per fte Wsw (in 2005 € 1.240); ook de rijksbijdrage wordt door deze gemeenten verrekend met Combiwerk. Delft draagt echter het risico voor deze gemeenten.

 

Gelet op de op handen zijnde nieuwe Wsw-wetgeving en de groei (en daarmee het belang) van deze randgemeenten is een intensivering van de samenwerkingsrelaties noodzakelijk. De toekomstige samenwerking met de randgemeenten dient ook op bestuurlijk niveau geborgd te worden.

 

3.4        Het samenspel met de Delftse lijnorganisatie

In de volgende paragrafen zal nader ingegaan worden op de relatie tussen de Combiwerkgroep en de gemeentelijke lijnorganisatie, vanuit de volgende invalshoeken:

-          besturing en beheersing (§ 4)

-          regievoering (§ 5)

-          bedrijfsvoering: relatie met facilitair en gemeentebrede bedrijfsvoeringskaders (§ 6)

-          Combiwerk als leverancier van producten en diensten (§ 7)


4. Besturing en beheersing

 

Omdat de Combiwerk-groep een hybride organisatie is, met een publiek en privaat organisatieonderdeel, is de besturing –en daarmee ook de beheersing- enigszins complex. Er zijn twee sturingslijnen.

 

4.1       Combiwerk : onderdeel van de Delftse organisatie

Combiwerk (CW) is een onderdeel van de gemeentelijke organisatie. De directeur Combiwerk is volledig verantwoordelijk gesteld voor het functioneren van zijn organisatie. De directeur is integraal verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering binnen de afgesproken centrale kaders. Hij treedt op als budgetbeheerder en is voor de nodige flexibiliteit/slagkracht in de bedrijfsvoering bevoegd om binnen zijn/haar werkbegroting te schuiven in beschikbare budgetten (personeel/materieel). Hiërarchiek valt hij direct onder de gemeentesecretaris-/algemeen directeur. S&C is thans technisch budgethouder voor het “product” Combiwerk

 

De directeur Combiwerk draagt zorg voor beleidsinitiatieven en beleidsvoorstellen op zijn werkgebied, hij doet begrotingsvoorstellen, en legt verantwoording af d.m.v. periodieke rapportage(s) en de jaarverantwoording. De directeur Combiwerk bespreekt in beginsel 2 á 3 maal per jaar met het GMT de ontwikkeling(en) van het bedrijf. Deze besprekingen zijn dan bijv. gericht op het nieuwste meerjarenplan of op actuele problemen (zoals in het afgelopen jaar de afbouw van een aantal industriële activiteiten). De besprekingen zijn tot nu toe ad hoc van aard.

 

Voorstellen en verantwoording worden door de directeur rechtstreeks afgestemd met de portefeuillehouder in het college. Beleidsvoorstellen worden normaal gesproken via het driejarig Ondernemingsplan en bij uitzondering via separate beleidsvoorstellen ingebracht.

 

4.2       Combiservices: extern verzelfstandigd

Combiservices BV (CS) is een overheidsgedomineerde vennootschap. CS heeft een Raad van Commissarissen RvC , die een sturende en toezichthoudende rol heeft naar de directeur ten aanzien van de BV. De RvC verantwoordt zich naar de aandeelhouder van de BV, de gemeente Delft, in de Aandeelhoudersvergadering AvA.

 

Formeel heeft de verantwoordelijk wethouder geen directe lijn naar de BV, zoals de RvC geen formele bevoegdheid heeft naar CW. Sturing en verantwoording van CW en CS lijken daarmee helder gescheiden, ware het niet dat de bedrijfsvoering van de twee onderdelen volledig geïntegreerd is. Bovendien is de gemeentelijke invloed in de BV via het aandeelhouderschap toch groot en zorgt de rechtstreekse relatie tussen wethouder en directeur ook voor sturing op het gehele bedrijf. Daarnaast heeft de RvC een  geformaliseerde adviesrol naar de directeur ten aanzien van de bedrijfsvoering van CW. Betrokkenen geven overigens aan dat sturing èn verantwoording in deze constellatie geen problemen opleveren. De directeur verantwoordt het beheer voor CW en CS apart in zijn rapportages.

 

 

 

 



4.3       Hoe wordt toezicht/control uitgeoefend

Geen “beheersing” zonder informatie. De informatievoorziening is goed verzorgd. De directeur Combiwerk geeft maandelijks een beknopte rapportage (aan de RvC, de portefeuillehouder, gemeentesecretaris en de gemeentecontroller) hoe de onderdelen van Combiwerk als geheel ervoor staan, welke inhoudelijke ontwikkelingen (extern/intern) er zijn en hoe CW er financieel voor staat (omzetten, de NettoToegevoegde Waarde (omzet minus directe kosten voor grondstoffen en hulpmaterialen), de rijkssubsidie en het Bedrijfsresultaat.

 

Combiwerk heeft, ook al is het een onderdeel van de gemeentelijke organisatie, zijn eigen begroting, rekening en uitgebreide kwartaalrapportages, met een eigen cyclus-dynamiek. Dat maakt de afstemming met de gemeentebrede beleidscyclus-producties lastig.
Er vinden vaste periodieke overleggen plaats tussen de gemeentecontroller en S&C-controller voor Combiwerk enerzijds en de directeur resp. de financieel manager Combiwerk anderzijds.

 

Er vindt vooral financiële (bedrijfseconomische) control plaats. Control op “output” of “outcome” vindt niet of nauwelijks plaats, aangezien die nog niet gedefinieerd is. De inhoudelijke sturing komt vooral rechtstreeks van de portefeuillehouder. Combiwerk mist daarbij een partner in de organisatie om bijvoorbeeld de consequenties van bestuurlijke wensen in hun samenhang voor het voetlicht te krijgen. Dat zou in de rollen van de controller, de directeur, gemeentecontroller en de gemeentesecretaris een betere plek kunnen krijgen, maar ook in een versterkte onderlinge afstemming binnen het arbeidsmarkt beleidsterrein.

Hoe liggen onze financiële koorden:

1.       Op product 2010 (programma Werk, inkomen, zorg), worden de lasten/baten voor Combiwerk publiek deel bruto opgenomen. In de afgelopen jaren budgettair neutraal ondanks het nadelig saldo van de laatste jaren. Dit saldo wordt verrekend met de eigen Dienst Bedrijfs Reserve (die nu fors negatief staat). Vanaf begrotingsjaar 2006 wordt een gemeentelijke bijdrage opgenomen
ad € 4 ton op jaarbasis. Overigens worden soms ook specifieke financiële knelpunten uit het algemeen betaald.

2.       Combiwerk heeft eigen activa, tegenover deze activa staat een kapitaalverstrekking van de algemene dienst.

3.       Combiwerk heeft een eigen DBR, deze vormt vanaf 2005 een communicerend vat met de reserve van Combiservices BV

4.       In de Programmabegroting 2006-2009 is een investering geraamd voor de nieuwe huisvesting van Combiwerk.

5.       SW’ers van Combiwerk worden deels gedetacheerd bij de BV

6.       Combiwerk heeft ook een aantal mensen werkzaam buiten de SW en de ambtenaren in dienst, deze zijn in dienst bij de BV (Combiservices BV). Dit geldt ook voor de directeur Combiwerk die vanuit deze BV is gedetacheerd.

7.       Daarnaast zijn er contracten voor beveiliging, schoonmaak met de gemeentelijke organisatie.

8.       Er is een veranderbudget (in 2002 door de raad beschikbaar gesteld) met    2 miljoen) voor de organisatie ontwikkeling van Combiwerk.

9.      De gemeente bezit aandelenkapitaal in Combiservices BV. Via de AvA worden afspraken gemaakt over de winstneming. De positieve resultaten van de BV blijven beschikbaar voor de Sociale werkvoorziening, komen deels ten gunste van Combiwerk en deels ten behoeve van de vorming van een eigen weerstandsvermogen.

 

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Combiservices BV levert jaarlijks zijn jaarverslag dat in de AvA vastgesteld wordt. De gemeentecontroller neemt daaraan deel namens de gemeentelijke aandeelhouder. De RvC vervult naast zijn toezichtsrol voor Combiservices BV ook een formele klankbordfunctie voor de directeur Combiwerk ten aanzien van de totale bedrijfsvoering.

 

Daarnaast is er sprake van verantwoording/toetsing door het rijk, controle accountant, en de gewetensrol van de OR. De OR vervult zijn rol overigens voor Combiwerk als geheel (de drie geledingen: SW-medewerkers, ambtenaren en BV-medewerkers).

 

4.4       Rol RvC Combiservices

De Raad van Commissarissen (RvC) van Combiservices BV wordt gevormd door drie onafhankelijke personen uit de Delftse samenleving. Het benoemings- en ontslagrecht van de commissarissen berust bij het college resp. de AvA.

 

Zoals in elke vennootschap heeft de RvC tot taak toezicht te houden op het beleid van de directeur (toezichttaak) en de directeur met raad terzijde te staan (adviestaak).
Het toezicht van de RvC op de directie omvat o.a.:

-          de realisatie van de doelstellingen van de onderneming

-          de strategie en de risico’s verbonden aan de ondernomen activiteiten

-          de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen

-          het financiële verslaggevingsproces

-          de naleving van de wet- en regelgeving.

 

De toezichthoudende rol is dus niet alleen toetsend achteraf, maar strekt zich ook uit over het te voeren beleid op langere termijn. Voor belangrijke beslissingen en beleidsdocumenten van de directeur dient de RvC te worden geraadpleegd. Uiteraard speelt de invulling van de adviestaak daarbij een belangrijke rol. De RvC richt zich daarbij naar het belang van de vennootschap, dat wil zeggen de continuïteit van de onderneming en de doelmatigheid van het functioneren van de directeur daarbij.

 

Zoals eerder opgemerkt vervult de RvC de adviestaak niet alleen voor de BV, maar voor de totale bedrijfsvoering. Die rol blijkt niet overal binnen de gemeentelijke organisatie bekend en zou dus wat geprononceerder tot uitdrukking mogen komen.

 

4.5       Rol aandeelhoudersvergadering Combiservices

Volgens de wet speelt de Algemene Vergadering van Aandeelhouders AvA een rol in het systeem van “checks and balances” van de onderneming en moet daartoe invloed uit kunnen oefenen op het beleid van directie en RvC. De AvA is het forum voor overleg tussen aandeelhouder en directie (en RvC). De AvA werkt vanuit het belang van het rendement van het verschafte kapitaal en houdt daarbij het belang van de onderneming uiteraard in het oog. De aandeelhouder zal in principe geen andere beleidsdoelstellingen van de aandeelhouder/de gemeente mogen behartigen.

 

Voor de gemeente, als eigenaar, treedt de gemeentecontroller op als aandeelhouder.

 

 

4.6       Conclusie

De gestructureerde informatievoorziening voor zowel het publieke als het private deel is geborgd. Gelet op het feit dat de Combiwerk en Combiservices één organisch geheel vormen kan de gemeentelijke informatievoorziening over Combiwerk via de gemeentelijke beleidscyclus meer integraal vorm gegeven worden.

 

Voor de besturing en beheersing van Combiwerk spelen de verschillende actoren (bestuur, portefeuillehouder, GMT, gemeentesecretaris, S&C, RvC, directeur) hun rol. Gelet ook op de grote veranderingen, die in de Sw aanstaande zijn, de problematiek van de industriële activiteiten, en de te versterken Combiwerktaak in het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid verdient het aanbeveling, dat in GMT periodiek meer systematisch aandacht wordt besteed aan  hoe het bedrijf er voor staat en welke koers uitgezet moet worden. 


5.         Regievoering arbeidsmarktbeleid

 

5.1       Rol gemeente vanuit het activerend arbeidsmarktbeleid.

Bij de vernieuwing van de Wsw wordt sterke nadruk gelegd op een grotere mate van sturing van de SW-bedrijven door de gemeenten. Ofwel: gemeenten worden geacht hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wsw beter in te vullen.

 

De vraag is hoe dit in de specifieke situatie in Delft, zoals voorgaand beschreven, gestalte kan krijgen. Combiwerk ìs “gemeente” en is belast met de uitvoering van de Wsw. Uitgangspunt is, dat de gemeentelijke beleidsvorming op het gebied van de Wsw bij Combiwerk zelf plaats vindt. De directeur van Combiwerk is verantwoordelijk (lees: ook budgethouder) voor beleid en uitvoering van de WSW en levert relevante stukken aan, die passen in de gemeentelijke beleidscyclus. Daarmee vervult de directeur de budgethoudersrol. De eigen beleidscyclus van Combiwerk (meerjarenplan, managementrapportages, jaarverslag) moet uiteraard wel op die van de (rest van de) gemeente aansluiten.

 

Wsw en Wwb zijn belangrijke bronnen voor een activerend arbeidsmarktbeleid. Er is nu meer dan ooit behoefte aan strategievorming en beleidsvoering voor een samenhangend arbeidsmarktbeleid, juist in een situatie van continue wijzigingen in de regelgeving en schommelingen in de conjunctuur. Dit vergt ook een sterkere strategische beleidsvoeringscapaciteit bij de gemeente (als geheel), om de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de samenhang tussen Wwb en Wsw beter in te vullen. “Strategisch” wil zeggen dat op het niveau van GMT en college de randvoorwaarden voor de samenhang in en uitvoering van het arbeidsmarktbeleid ingevuld moeten worden. Vanuit de samenhang in het beleid zou die capaciteit het beste bij WIZ gepositioneerd kunnen worden. Aard en omvang van de beleidscapaciteit dienen overigens nader bepaald te worden.

 

5.2       Regievoering

Eigenlijk gaat het om de versterking van de gemeentelijke regie op het arbeidsmarktbeleid, met een intern bedrijf als belangrijke “uitvoerder”.  (en overigens ook met andere private partijen in de uitvoering). Beperken we ons tot het gemeentelijk “erf”, dan kan de regie langs twee wegen vorm krijgen:

-          Formeer een regiegroep, waaraan naast de verantwoordelijk wethouder zowel het hoofd WIZ als de directeur Combiwerk deelnemen, alsmede de gemeentecontroller.  Maak WIZ “penvoerder”. De regiegroep regisseert vooral onderlinge samenhang en afstemming.

-          Stel een regie-agenda op tussen het college/het GMT enerzijds en Combiwerk/WIZ anderzijds, waarin de wederzijdse inspanningsverplichtingen opgenomen zijn. Deze regie-agenda van activiteiten/speerpunten dient ter versterking van het samenwerkingsmodel in het arbeidsmarktbeleid. De regiegroep bewaakt de uitvoering/realisatie van de agenda en stelt deze zonodig bij.

 

5.3       De regie-agenda

Vorm en inhoud van de regie-agenda verdienen nog nadere uitwerking. In de regie-agenda gaat het om onderwerpen die de organisatie (WIZ, Combiwerk) en de wetgeving (Wwb, Wsw) overstijgen. Hieronder volgt een niet limitatieve opsomming van de inhoud:

1.       Aanpak, doelstellingen per doelgroep Wwb/Wsw, uitstroompercentages

2.       Paragraaf Combiwerk:

3.       Paragraaf WIZ

4.       Budgettaire kaders.

5.       Afspraken over gestructureerde informatievoorziening

 

Het meerjarenbeleidsplan van Combiwerk (recent is verschenen: Land in Zicht, meerjarenbeleidsplan 2006-2008) en het jaarlijkse beleidsplan Werk en Inkomen zijn te beschouwen als een invulling van het bovenstaande. In de regiegroep kunnen deze plannen ook voorbesproken worden ten behoeve van de onderlinge samenhang en afstemming.


6.         Bedrijfsvoering

 

Combiwerk verricht zijn taken binnen kaders van externe en interne regelgeving. Voor de discussie over “zelfstandigheid in gebondenheid” is vooral de interne regelgeving van belang.

 

6.1       Combiwerk: publiek

Combiwerk is onderdeel van de Delftse organisatie. In de bijlage wordt aangegeven, dat de Delftse organisatie één organisatie is, wat onder meer gestalte krijgt door een uniforme wijze van personeelsbeleid, bedrijfsvoering, informatievoorziening en aansturing door het GMT. Niet te ontkennen valt dat Combiwerk toch “anders” is: het heeft een eigen begroting, eigen personeelsbeleid, neemt vnl. maatwerk van Middelen af, is niet op het netwerk aangesloten, e.d. De directeur werkt onder bestuurlijke leiding en verantwoordelijkheid van het college en de gemeentesecretaris (algemeen directeur) is zijn hiërarchisch leidinggevende. Tot de verantwoordelijkheid van de directeur hoort ook het budgethouderschap, waaronder de voorbereiding van beleid, planning en realisatie van budgetten, en verantwoording afleggen over het gevoerde financieel management. Tot de interne regelingen behoren:

a.       Het MMV-besluit (zie § 5.1)

b.       De financiële verordening en de beheersverordening “Bedrijven Sociale Werkvoorziening” ((zie § 5.2)

c.       De rechtspositionele rechten zijn volgens de CAR/NUR/UR (ambtenaren), en WSW/BRASW/COSW ( WSW werknemers).

 

Belangrijke externe wet- en regelgeving betreft:

a.       De Wet op de Sociale Werkvoorziening

b.       Europees aanbesteden

 

6.2       Combiservices BV: privaat

Combiservices BV is een afzonderlijke rechtspersoon, waar de gemeente enig aandeelhouder in is. Tot de regelgeving behoort onder meer het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9, waarin de bepalingen voor de jaarrekening en het jaarverslag zijn opgenomen. In de statuten zijn de bevoegdheden van de directie, de Raad van Commissarissen (RvC) en de Aandeelhouders (AvA) beschreven. In Combiservices BV zijn naar gelang de werksoort (schoonmaak etc.) verschillende CAO’s van toepassing. De aansprakelijkheid ligt in 1e aanleg bij de BV als rechtspersoon. Bij kennelijk onbehoorlijk bestuur kunnen bijv. bij faillissement de bestuurders worden aangesproken. De BV is aansprakelijk voor geleverde goederen en diensten. Het bestuur berust bij de directie. De toezichthoudende functie is voorbehouden aan de RvC. De RvC houdt toezicht en adviseert over het strategisch beleid van Combiservices BV. De financiële huishouding, de activa en passiva (eigen en vreemd vermogen) zijn gescheiden van het overheidsdeel van de Combiwerkgroep.

 

Combiservices BV hoeft niet te voldoen aan de interne regelgeving van de gemeente.

 

 

6.3       Het MMV-besluit[4]

Het MMV-besluit voor de ambtelijke organisatie wordt gekenmerkt door een gelaagd model: bevoegdheden zijn bij algemeen mandaat toebedeeld aan de gemeentesecretaris, met mogelijke doormandatering aan clusterdirecteuren[5] resp. (via ondermandaat) aan sectorhoofden en vakteamhoofden. De bevoegdheden zijn in een viertal ‘hoofdstukken’ ondergebracht: algemeen, personeel, financieel en specifiek per organisatieonderdeel. De gemeentesecretaris c.q. het GMT als geheel is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de Delftse organisatie.

 

Enkele uitgangspunten voor het MMV-besluit zijn, dat:

a)       zaken, waarbij op grond van de “één-gemeente-gedachte” de afweging/besluitvorming op een centraal punt dient te geschieden en zaken met grote financiële consequenties en mogelijke precedentwerking niet verder doorgemandateerd worden dan de gemeentesecretaris

b)       ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting moet zijn voorzien.

c)       een zaak moet voorgelegd worden aan het bestuursorgaan (B&W) bijv. als  het onderwerp sterk in de publieke belangstelling staat en politiek gevoelig is, als er niet begrote financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten of anderszins een aanmerkelijk beslag op financiële middelen is te verwachten of als te verwachten is dat het bestuursorgaan op zijn verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken..

 

De bevoegdheden van de directeur Combiwerk zijn in het MMV-besluit gelijkgeschakeld aan de bevoegdheden van de clusterdirecteuren. De bevoegdheidsverdeling in de huidige situatie tussen gemeentesecretaris, en de directeur Combiwerk is ter aanvulling op het algemene mandaat aan de gemeentesecretaris op hoofdlijnen als volgt in schema te brengen:

 

 

Gemeente secretaris

Directeur

Combiwerk

Algemeen

 

ß

Voldoen aan wet- en regelgeving, voorbereiding besluitvorming, voeren van correspondentie, verstrekken van informatie, verweer in adm. rechtelijke procedures, voeren van aanbestedingsprocedures, aangaan van overeenkomsten (binnen de begroting)

 

 

Personeel (conform de CAR/NUR/UR)

 

 

Voorschot salarisbetaling, verlofverlening, vaststellen werktijden/roosters, tijdelijk verrichten andere werkzaamheden, dragen dienstkleding, gebruik gemeente-eigendommen,

 

ß

Aanstelling, bevordering, (regulier) ontslag, overwerk, TOD,  vakopleiding en studiefaciliteiten, orgaanbeschrijving, functiebeschrijvingen, vaststelling beoordeling, verhuiskostenvergoeding.

 

ß

Schaarstetoeslagen, opleggen disciplinaire straffen, onthouden van een periodieke verhoging, opdragen van passende of gangbare arbeid, afwijking/aanvulling op regelingen in de vorm van bijv. extra vakantieverlof, afwijking op TOD, klachtafhandeling

Beoordeling/vaststelling organieke functiebeschrijvingen.

 

ß

Aanstelling, verlof, etc. en andere personeelsaangelegenheden m.b.t. de directeur

RvC na overleg met GemSec

 

Organisatie

 

 

Onderkennen organisatorische eenheden, totstandkoming orgaanbeschrijvingen

 

ß

Financieel

 

ß

-aangaan betaalopdrachten, betalen

 

 

Specifiek

 

ß

Beslissingen omtrent indienstneming dan wel ontslag van personen als bedoeld in de Wet Sociale Werkvoorziening (art. 7).

 

 

 

Er is hier dus sprake van een verregaande mandatering. Combiwerk is in 1985 in de gemeentelijke organisatie opgenomen als een zelfstandige organisatie met gemandateerde verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Combiwerk is een gemeentelijk bedrijf met een van de rest van de organisatie afgezonderd beheer, er is sprake van een administratieve zelfstandigheid, met een eigen begroting (in totaalbedragen onderdeel van de gemeentebegroting). Daarbij blijft overigens gelden, ook als er sprake is van een afzonderlijk bedrijf, dat altijd nader bepaald kan worden waar de vrijheidsgraden voor het management liggen, en aan welke kaders van de moederorganisatie men zich moet houden (‘vrijheid in gebondenheid’).

 

 

6.4       De uitwerkingsrichting voor de bevoegdheidsverdeling

Via de invulling van het format bevoegdheidsverdeling kan nader geconcretiseerd worden of bevoegdheden bij het bestuur, bij de organisatie als geheel of bij het bedrijf liggen. Daarbij zijn ook mengvormen denkbaar om onder een bepaalde grenswaarde de bevoegdheid bij het management en daarboven bij het bestuur te leggen.

 

 

B&W/gemeente-secretaris

Directeur

Combiwerk

RvC

Combiservices BV

Algemeen/organisatie

 

 

 

Vaststellen meerjarig bedrijfsplan

Vaststelling

Voorbereiding

Vaststelling

Bepalen te leveren producten en diensten

Vaststelling afwijkingen kader jaarprogramma/

Meerj.begroting

Binnen jaarprogramma/meerjarenbegroting

Vaststelling, binnen statutair kader

Vaststellen jaarprogramma/meerjarenbegroting

Vaststelling

Voorbereiding

Vaststelling

Bepalen ingrijpende organisatiewijzigingen

 

Vaststelling

Voorbereiding

Vaststelling

Beleidsvoorstellen

Vaststelling

Voorbereiding

Vaststelling

Middelen voor het productieproces

 

 

 

Inzet bedrijfsvoeringsmiddelen wel/niet zelf te bepalen. Indien dit volledig bij de organisatie-eenheid ligt is er geen gedwongen winkelnering bij de facilitaire organisatie.

Verder te verbijzonderen naar:

·         Huisvesting/werkplekken

·         ICT

·         Financiën

·         Personeel & organisatie

·         Communicatie

·         Juridische Zaken

·         Post en archief

 

 

Zelf te bepalen waar nuttig en nodig. (Relatie opdrachtgever/

opdrachtnemer).

Volledig zelf te bepalen

Inzet materieel

 

Idem

Idem

Wel/geen bedrijfsvoeringsbureau dicht op het specifieke bedrijfsproces?

 

Wel

Wel

Investeringen evt. tot een bepaald grensbedrag te beslissen bij de organisatie-eenheid?

Budgetrecht Raad

Ja, indien passend binnen financieel kader

Ja

Beslissingsruimte voor eigen inkoop, aanbesteden, aangaan contractuele verplichtingen.

Europese aanbesteding

Ja, mits voldaan wordt aan Euro-pese aanbeste-dingsregels.

Ja, mits voldaan wordt aan Euro-pese aanbeste-dingsregels.

Binding aan gemeentelijke mantelcontracten?

 

Ja

Neen

Personeel

 

 

 

Bevoegdheden tot (o.m.):

o        Benoeming, werving en selectie

o        Tijdelijke personeelsvoorziening

o        Ontslag/beëindiging dienstverband

o        Rechtspositie

o        (Bijzondere) beloning

o        Vorming&opleiding

o        Vaststelling bedrijfstijden

 

Ja, binnen kaders MMV besluit.

Ja

Overlegstructuur (OR)

Gemeentelijke overlegstructuur

Eigen OR

Eigen OR

Financieel

 

 

 

Begroting, balans, rekening

a. als onderdeel van de Delftse financiële huishouding totaal?

b. of apart (met een post voor het nadelig saldo in gemeentebegroting)?

c. of geheel afgezonderd?

Kader: gemeentelijke bijdrage in na-delig saldo.

Ja, b.

Ja, c. Gemeente bezit 100% aandelen. Winstbestemming via AvA..

 

Aansluiting bij bedrijfsvoeringreserve voor organisatie als geheel, of ruimte voor een eigen reserve?

 

DBR

Eigen reserve

Gaan efficiencyvoordelen naar het algemeen of blijven deze in de organisatie-eenheid?

 

Binnen CW

Binnen CS BV

Wel/geen vrijheid (dan wel een opdracht) voor de organisatie-eenheid om zelf –tot een bepaalde grens- inkomsten te verwerven, en daartoe acquisitie te plegen?

 

Is opdracht voor het bedrijf

Is opdracht voor het bedrijf

Zelf op productniveau vaststellen van prijzen, tarieven

 

Ja

Ja

Zelf aangaan geldleningen

Gemeentelijke treasury

Nee

Ja

Zelf verzekeren

Gemeentelijke  verzekerings-portefeuille

Deels productie-gebonden, deels via gemeente-lijke  verzeke-ringsportefeuille

Ja

Eigen geldverkeer met eigen bankrekeningen

Gemeentelijk bankrekening-stelsel

Ja, onderdeel gemeentelijk bankrekening-stelsel.

Ja

Marketing/Public relations

 

 

 

Huisstijl, en logo: eigen identiteit  toestaan?

 

Ja

Ja

 

 

6.5.    Spelregels financiën

Combiwerk moet voldoen aan de gemeentebrede financiële verordening, aan het Besluit Begroting en Verantwoording, en aan de rijksvoorschriften. De gemeentelijke financiële verordening zal nog aangevuld worden met een apart door het college vast te stellen organisatiebesluit over de financiële organisatie, waar Combiwerk ook in opgenomen kan worden. In het collegebesluit wordt onder meer ingegaan op de aan de organisatie-onderdelen te stellen eisen van interne controle en de betrouwbaarheid van informatie, en de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de ambtelijke uitvoeringsorganisatie.

 

De beheersverordening “Bedrijven Sociale Werkvoorziening” is gedateerd. Takken van dienst bestaan niet meer. Het beheer berust bij B&W. Volgens de beheersverordening stelt het college de directeur aan; volgens NEON is dat de gemeentesecretaris. De administrateur valt onder toezicht van het college; dat gebeurt nu vanuit gemeentecontrol. De raad stelt volgens de beheersverordening instructies vast voor directeur en administrateur: ook dat is niet meer het geval. Verder staan in de verordeningen instructies voor de administrateur, en artikelen voor het indienen van de begroting, het doen van investeringsvoorstellen. Ook dat hoeft o.i. in deze vorm niet meer.

 

Kenmerk van Combiwerk blijft, dat het financieel beheer afgescheiden is van de rest van de gemeente (inclusief eigen activa en passiva). Combiwerk heeft zijn eigen bedrijfsmiddelen. Het is bij het opheffen van de Beheersverordening te adviseren om een beperkt aantal financiële spelregels vast te leggen (in het organisatiebesluit financiële verordening en/of via het MMV-besluit):

a.       vanuit de bestuurlijke opdrachtverlening om de WSW uit te voeren is sprake van een administratieve zelfstandigheid: Combiwerk is een zelfbeherende gemeentelijke organisatie-eenheid;

b.       er moet sprake zijn van interne functiescheiding met betrekking tot financieel beheer, administratie en controle; met taakomschrijvingen op hoofdlijnen voor de betrokken functionarissen, waaronder de financieel manager/administrateur.

c.       Er zal voldaan moeten worden aan een gestructureerde beleidscyclus en aan een ad hoc (bij bijzondere omstandigheden) informatieplicht aan het gemeentebestuur. Er moeten nadere afspraken gemaakt worden over de afstemming van de beleidscyclus van Combiwerk op de gemeentebrede cyclus;

d.       Er zullen enkele specifieke bepalingen gelden voor het financieel en administratief beheer:

-          beheer geldmiddelen afgescheiden van beheer overige geldmiddelen gemeente

-          bezittingen en schulden van de gemeente die verband houden met of het gevolg zijn van het door Combiwerk gevoerde beheer/exploitatie worden aangemerkt als bezittingen en schulden van Combiwerk

-          het in rekening brengen van leveringen en diensten aan andere organisatie-onderdelen geschiedt als leveringen/diensten aan derden

 

 

6.6. Spelregels Inkoop en aanbesteding

Ook hierbij dient weer onderscheid dient gemaakt te worden tussen Combiwerk (publiek), en Combiservices BV (privaat).

 

Combiwerk ( overheid)

Voor Combiwerk geldt dat als onderdeel van de Delftse organisatie:

a.       Met zijn aanbestedingen moet voldoen aan de Europese aanbestedingsregels;

b.       Dat de gemeente opdrachten onder de noemer van “inbesteden”[6] bij Combiwerk kan wegzetten

 

De Europese aanbestedingsregels gelden zoals bekend voor werken, leveringen en diensten met bijbehorende drempelbedragen. Bij bepaalde diensten, de zogenaamde 1B diensten, die niet onder het volledige regime van de EU richtlijnen vallen, mag zelf bepaald worden hoe wordt aanbesteed, mits voldaan wordt aan de eisen van objectiviteit, transparantie en non-discriminatie. Wel dient publicatie achteraf plaats te vinden. En bij het verlichte regime gelden altijd nog de drie bovengenoemde beginselen uit het EG verdrag. Voorbeelden van B-diensten zijn: reïntegratiewerkzaamheden, groenvoorziening, plaatsing van personeel, personeelsverschaffing en diensten voor recreatie, cultuur en sport. Schoonmaak is een voorbeeld van een 1A dienst, en deze moet dus, mits boven de drempel, Europees worden aanbesteed. Per dienst zal dus bekeken worden of het verlichte of zware regime van toepassing is.

 

Combiservices BV

Voor Combiservices BV ligt het verhaal ingewikkelder. Hier bestaat ook de nodige jurisprudentie over. Formeel is er duidelijk geen sprake van inbesteding, de BV is immers een afzonderlijk rechtspersoon. Directe opdrachten aan de BV –als deze boven de Europese drempelbedragen uitkomen- zijn niet op voorhand uitgesloten, maar dan moet wel aan een aantal belangrijke criteria voldaan worden en aan de belangrijkste wordt niet voldaan: namelijk dat Combiservices BV het merendeel van zijn hun werkzaamheden verricht ten behoeve van de gemeente. Op dit moment kan de gemeente (als de de Europese drempelbedragen overschreden zijn) dus niet besluiten om de opdracht direct aan Combiservices te verstrekken.

 

Hier komt echter met ingang van 1 december 2005 een belangrijke wettelijke verandering op. Artikel 19 van de nieuwe Europese richtlijn voor overheidsopdrachten wordt van toepassing verklaard voor de Wsw, waardoor wel degelijk overheidsopdrachten direct gegund kunnen worden aan de uitvoerders van de Wsw. Voorwaarde voor de toepassing van artikel 19 is, dat de meerderheid van de bij de uitvoering van de desbetreffende overheidsopdracht  betrokken werknemers personen met een handicap zijn, die wegens de aard of de ernst van hun handicaps geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen. Combiservices BV voldoet aan deze voorwaarde.

 

Indien niet gekozen wordt voor direct aanbesteden kan overigens wel gebruik gemaakt worden van de optie om bij een aanbesteding de voorwaarde te stellen dat een deel van het werk moet worden uitgevoerd door bv. Wsw'ers.

 

Een andere vraag, die zich voordoet is of Combiservices BV ook als aanbestedende dienst in kader Europese aanbestedingsrichtlijnen aangewezen kan worden. Gelet op de doelstelling van de BV (die verder gaat dan alleen het commerciële belang) en de wijze waarop o.m. het toezicht (door de gemeente namelijk) is vorm gegeven is onze interpretatie, dat Combiservices BV inderdaad volgens de Europese aanbestedingsrichtlijnen als aanbestedende dienst geldt.

 

Nader uitgewerkt moet worden voor welke leveringen/diensten dit van toepassing is. Hiertoe kan gebruikt gemaakt worden van de resultaten van een onderzoek terzake dat de branchvereniging Cedris uitvoert.

 

6.7      Overige spelregels ?

De overige spelregels zijn beperkt. Combiwerk heeft veel vrijheid in zijn bedrijfsvoering.

 

Belangrijke gemeentelijke spelregels waaraan voor een ordentelijke bedrijfsvoering voldaan moet worden zijn:

a.       Het bestuurlijke budgetrecht

b.       Het MMV kader, dat een zaak moet voorgelegd worden aan het bestuursorgaan (B&W) bijv. als  het onderwerp sterk in de publieke belangstelling staat en politiek gevoelig is, of als er niet begrote financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten of als te verwachten is dat het bestuursorgaan op zijn verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken

c.       Financieel administratieve zaken: onderdeel gemeentelijke financiële huishouding, onderdeel gemeentelijk betalingsverkeer, geldleningen/kapitaalverstrekkingen via de gemeente, onderdeel gemeentelijke verzekeringsportefeuille.

d.       Personele zaken: toepassing van de verschillende rechtspositionele regelingen.

e.       Archief: voldoen aan de archiefwet

f.         Communicatie: voldoen aan gemeentebrede afspraken in kader mediaberichtgeving

g.       ICT, huisvesting: geen bijzonderheden.

 

In deze opsomming ontbreken onderwerpen op het vlak van gemeentelijk bedrijfsvoeringsbeleid, zoals bijv. het MMC-beleid. Voor deze onderwerpen geldt ook geen verplichting om hier in te participeren, maar - gelet op het eigenstandige karakter van de bedrijfsvoering van de Combiwerkgroep -  vrijheid om hier al dan niet bij aan te sluiten.
7.         Combiwerk als leverancier van producten en diensten

 

Combiwerk levert producten en diensten aan de gemeente, die de gemeente ook elders in de markt kan verkrijgen. Volgens het “inkoop- en aanbestedingsbeleid” van de gemeente worden deze producten en diensten via aanbesteding aan een marktpartij gegund. In lang niet alle gevallen komt Combiwerk als “winnaar” uit de bus.

Combiwerk zoekt naar mogelijkheden en randvoorwaarden om voor producten en diensten die het bedrijf kan leveren een voorkeurspositie te verkrijgen bij gunning van dat soort werkzaamheden. De redenering daarachter is dat de gemeentelijke uitvoerder van arbeidsmarktbeleid Combiwerk over werk moet beschikken om zijn doelstelling te realiseren enerzijds en dat de gemeente als geheel om arbeidskracht verlegen zit, die ze via aanbesteding tracht te verwerven. Dus als Combiwerk “vaste leverancier” wordt voor bepaalde producten of diensten met een zeker omzetvolume en tegen een marktconforme kwaliteit en prijs, dan snijdt het mes aan twee kanten. Anders gezegd: alle werk wat de gemeente zelf in huis kan doen, zou met eigen mensen gedaan moeten worden.

Er zijn geen wettelijke belemmeringen om werk om die reden direct aan de Combiwerk Groep te gunnen. Een uitzondering hierop vormen reïntegratie-activiteiten die voor 70% van het totale budget overeenkomstig de Suwi-2 nota openbaar moeten worden aanbesteed.

De potentiële opdrachtenportefeuille bedraagt een omzet van ca € 2 miljoen en bestaat uit de werksoorten: detachering, reïntegratie, schoonmaak, beveiliging en bewaking, groenonderhoud, hovenierswerk, bestratingen repareren, straatmeubilair onderhouden, postbezorging.

Voorgesteld wordt een kleine werkgroep een voorstel uit te laten werken hoe dit concreet gestalte kan krijgen en dit voorstel via de regiegroep aan het GMT/B&W voor te laten leggen.

 

 

 


Bijlage. Het Delftse organisatiemodel[7]

 

1.         Grondslag voor de ambtelijke organisatie

1.1.             Aan de gemeentelijke organisatie liggen twee hoofdmotieven ten grondslag, t.w. externe oriëntatie en één organisatie. Alleen op basis van politieke besluitvorming kunnen deze hoofdmotieven worden gewijzigd.

 

2.         Visie op de Delftse organisatie

2.1       De visie op de organisatie is als volgt gedefinieerd:

“De gemeente Delft is een extern georiënteerde, flexibele organisatie die daardoor erkende kwaliteit aan burgers en bedrijven levert. Zij treedt als één organisatie de samenleving tegemoet en doet dat met medewerkers die taken uitvoeren die overeen komen met hun competenties en in samenwerking met anderen”.

 

3.         Het hoofdmodel van de ambtelijke organisatie

3.1       De gemeentelijke organisatie van Delft is één organisatie[8].

3.4       De organisatie bestaat tevens uit een aantal relatief zelfstandige (uitvoerende) organisatorische eenheden, zoals, Delfts Interim management (DIM), Vrije Academie (VAK), Brandweer, Regionaal Historisch Centrum (RHC), Gemeentemusea, Combiwerk[9].

3.4.1     Per organisatie-eenheid is één GMT-lid als verbindende schakel van en naar het GMT aangewezen. Hij is aanspreekpunt en klankbord voor de desbetreffende integrale manager (bedrijfsdirecteur). Het GMT-lid voert ook de ontwikkelings-, voortgangs- en beoordelings-gesprekken met de desbetreffende manager/directeur.

            Het GMT-lid let in het bijzonder op de afstemming gemeentebreed ten aanzien van het functioneren van ketens in de samenwerking met andere organisatie-eenheden.

3.4.2     De integrale managers van deze organisatie-eenheden hebben een eigen product- en resultaatverantwoordelijkheid. De bevoegdheden voor de bedrijfsvoering zijn grotendeels aan de manager/directeur gemandateerd (MMV-besluit). Zij zijn echter wel gehouden aan de gemeentebrede kaders. De zaken die gemeentebrede afstemming behoeven of in een breder gemeentelijk kader geplaatst moeten blijven, dienen te worden afgestemd met het desbetreffende GMT-lid en zijn derhalve niet gemandateerd.

3.4.3     Het GMT geeft sturing aan het ontwikkelingstraject van deze eenheden en houdt toezicht op het in control houden van de afzonderlijke eenheden.

Beleidsnota’s, begrotingsvoorstellen en financiële verantwoordingsrapportages worden rechtstreeks overlegd met het desbetreffende vakteam van het cluster Facilitaire dienstverlening en/of de betrokken controller. De controller toetst op de toepassing van de afgesproken kaders/spelregels.

3.5               De clusters met bijbehorende sectoren (en bij Facilitair de vakteams) en zelfstandige organisatorische eenheden vormen met elkaar de hoofdindeling van de gemeentelijke organisatie. De vaststelling van de hoofdindeling van de organisatie, i.c. de instelling of opheffing van die organisatorische eenheden, is een bevoegdheid van het college.

 

4.         De aansturing van de ambtelijke organisatie

4.1       Onder toezicht en verantwoordelijkheid van het college is de ambtelijke eind-verantwoordelijkheid voor het algemeen beheer van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, via mandaat opgedragen aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

4.9               Het GMT staat onder leiding en verantwoordelijkheid van de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

 

7.         Budgethouderschap, budgetbeheer en budgetverantwoordelijkheid

7.7               De budgethouder is verantwoordelijk voor:

a)       de vorming en coördinatie van het beleid op de (sub)functies waarvoor hij als budgethouder is aangewezen;

b)       afstemming van de beleidsvoorbereiding met verantwoordelijk sectorhoofd,  clusterdirecteur en portefeuillehouder;

c)       de planning en realisatie van de budgetten op de betreffende (sub)functie;

d)       het maken van afspraken met vakteams, die als budgetbeheerder optreden, over van hen verlangde (deel)prestaties, de planning en de daarvoor beschikbare middelen;

e)       de vastlegging van bovengenoemde afspraken in een beknopte DVA in de werkbegrotingen en/of in een uitvoeringsparagraaf bij een beleidsnota.

 

8.         Medezeggenschap en overleg in de ambtelijke organisatie

8.1       Voor het gemeentepersoneel is een Ondernemingsraad (OR) ingesteld die zijn taak en positie grotendeels ontleent aan de Wet op de Ondernemingsraden.

Tevens is op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening een Ondernemingsraad ingesteld voor Combiwerk. Deze OR is ingesteld voor al het personeel, inclusief het ambtelijke, dat werkzaam is voor Combiwerk en Combiservices en de overige bedrijven die behoren tot de bedrijvengroep Combiwerk.

 



[1] Deze informele benaming geeft aan, dat hoewel er sprake is van verschillende juridische entiteiten, Combiwerk en Combiservices BV materieel onderdeel zijn van een groter verband met onderling nauwe relaties.

[2] Het traject hiervoor is sinds 2003 ingezet en komt uitdrukking in de meerjarenplannen “De nieuwe koers” (2003), “Alle hens aan dek” (2005) en het meerjarenplan 2006-2009 “Land In Zicht”.

[3] Deze BV is in 1997 opgericht. Achterliggend doel van deze BV was de vormgeving van de zgn. “affirmative enterprise” waarbij in de werkorganisatie sprake is van zowel gehandicapte als niet gehandicapte werknemers. Voorwaarde van het ministerie van Sociale Zaken voor de oprichting van deze “affirmative enterprise” was dat hier een afzonderlijke BV voor moest worden opgericht. Dit laat onverlet, dat Combiwerk en Combiservices één organisch geheel vormen.

[4] De afkorting MMV staat voor: Mandatering, Machtiging en Volmacht.

[5]  Waartoe ook de directeur Middelen en de directeur Programma’s en Projecten.

[6] Van 'inbesteden' is sprake als een aanbestedende dienst 'binnen zijn eigen gezagsstructuur' een opdracht verstrekt. Bij het 'inbesteden' zijn de Europese aanbestedingsrichtlijnen en het primaire aanbestedingsrecht (de uitgangspunten in het EG-verdrag) niet van toepassing.

 

[7] Zoals beschreven in het document Status Quo, vastgesteld in april 2005 door B&W. In deze bijlage zijn de belangrijkste bepalingen die van toepassing zijn op Combiwerk vermeld.

[8] Eén organisatie.Bij de ‘kanteling’ van de Delftse organisatie in 2000 is een logische ordening gemaakt in sectoren en programmateams op basis van de vraagpatronen van de klanten van de gemeente en de daarbij behorende dienstenpakketten (van vergunningen tot strategische beleidsvisies). De eenheid in deze organisatie krijgt gestalte door onder meer een uniforme wijze van:

·          personeelsbeleid (o.a. werving, selectie, loopbaanontwikkeling, prestatiebeoordeling en beloning),

·          bedrijfsvoering ( toedeling van mensen naar werk, verantwoording van prestaties en bestede uren, budgettering en kostentoerekening),

·          informatievoorziening ( basisinformatiesystemen, werkplekautomatisering, intranet) en

·          aansturing via gemeentelijk managementteam, onder leiding van de gemeentesecretaris. Bovendien zal het college periodiek met de ambtelijke top het GMT-werkplan in relatie tot het collegeprogramma bespreken.

[9] Combiwerk is een maatschappelijke bedrijvengroep die werkgelegenheid biedt aan gehandicapten en niet-gehandicapten. Combiwerk is een zelfbeherende gemeentelijke organisatie-eenheid (dienst). De directeur Combiservices is gedetacheerd directeur Combiwerk. De directeur Combiwerk is belast met de algehele leiding en het dagelijks beheer van de dienst.  De directeur werkt onder bestuurlijke leiding en verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en de algemeen directeur/gemeentesecretaris is zijn hiërarchisch leidinggevende.