b e s l u i t:
vast te stellen de volgende Verordening
Gemeentegaranties Geldleningen 2004
In deze verordening wordt verstaan
onder:
garantie: een financieringsinstrument, waarbij
de gemeente zich tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de
betalingsverplichtingen van een derde, waardoor deze geldverstrekker bereid is
een lening te verstrekken of om een lening tegen gunstiger condities te
verstrekken;
geldnemer: een
rechtspersoon naar burgerlijk recht ten behoeve waarvan de gemeente een
borgstelling heeft verstrekt ten aanzien van de betaling van rente en aflossing
indien deze in gebreke is;
geldverstrekker: een
bancaire instelling die aan een geldnemer een lening heeft verstrekt waarvan de
gemeente de betaling van rente en aflossing waarborgt;
aanvrager(s): een
geldnemer die de gemeente verzoekt om borg te staan voor de betaling van rente
en aflossing die de geldnemer aan geldverstrekker verschuldigd is;
de wet: de
Algemene wet bestuursrecht;
Om in aanmerking te komen voor garantieverstrekking moet aan
de volgende hoofdvoorwaarden worden voldaan:
1.
de activiteiten waarvoor garantie gevraagd dienen een
gemeentelijk publiek belang;
2.
er kan
geen financiering op de markt kan worden verkregen en gemeentegarantie is
strikt noodzakelijk
3.
de geldnemer is structureel in staat de verschuldigde rente
en aflossing te dragen
4.
voor
garantie komen alleen onroerende zaken in aanmerking. Overige bestedingsdoelen
zijn uitgesloten.
5.
de betrokken maatschappelijke instelling wordt goed
bestuurd;
6.
specifieke categorie garantie verlening betreft die voor
monumentenzorg.
7.
specifieke categorie garantie verlening betreft die voor de
VOM
8.
specifieke categorie garantie verlening betreft die voor
Parking Delft B.V.
9.
het risico, in verhouding tot de draagkracht van het voor
het beleidsproduct beschikbare budget is aanvaardbaar.
1.
Indien
de gemeente Delft een garantie verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling
aan de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een
geldnemer in gebreke is gebleven;
2.
In een
garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een
borg toekomen;
3.
In een
garantie worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van
de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de betaling van rente en
aflossing;
4.
Indien
de gemeente krachtens een garantie een betaling heeft verricht in de plaats van
een in gebreke gebleven geldnemer, is de regresvordering in een eventueel
faillissement van de geldnemer bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die
een geldverstrekker op de geldnemer
heeft.
1.
Het college is bevoegd te besluiten omtrent het verlenen,
weigeren, vaststellen van garantie
2.
Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijze van
aanvragen van de garantie, de aanvraagtermijn, de gegevens die bij de aanvraag
moeten worden overgelegd en de beslistermijnen, voor zover deze niet zijn
geregeld.
1.
Het
college beslist op een aanvraag voor een gemeentegarantie binnen acht weken na
de ontvangst van de aanvraag;
2.
Het college kan een beslissing op een aanvraag voor een
gemeentegarantie voor de duur van maximaal vier weken verdagen;
3.
Het college deelt een besluit tot verdaging schriftelijk mee
aan de begunstigde, onder vermelding van de reden, en geeft daarbij aan de
termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.
Het college kan de
garantieverlening onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Awb garantie
weigeren, indien:
Een verleende garantie kan onverminderd het bepaalde in art. 4:48 Awb, eerste lid, onderdelen b t/m d worden ingetrokken:
1.
indien
de overeenkomst van geldlening, waarop de garantie betrekking heeft, niet
binnen drie maanden na verzending van het betreffende besluit tot stand komt en
de hoofdsom volgens het overeengekomen stortings- en aflossingsschema aan de
geldnemer ter beschikking wordt gesteld;
2.
indien
door toedoen of nalaten van de geldnemer het risico dat voor de gemeente uit de
verstrekte garantie voortvloeit significant wordt gewijzigd.
Indiening aanvragen tot verlening
van garanties
Artikel 8. Tijdstip van aanvragen
Een aanvraag om gemeentegarantie als bedoeld in artikel 1.
dient tenminste drie maanden voor het tijdstip waarop een geldlening wordt
opgenomen, te worden ingediend. Het college kan in bijzondere gevallen een
kortere termijn toestaan
Artikel 9. Verplichting tot gegevensverstrekking
1.
Bij
een aanvraag tot het verlenen van een gemeentegarantie worden overgelegd:
a. alle bescheiden en gegevens “zoals aangeven en verlangd
op de “aanvraagformulier”;
b. een onderbouwing van de financieringsbehoefte;
c. een drietal offertes van geldverstrekkers indien de
hoofdsom van de af te sluiten lening
meer zal bedragen dan € 50.000 of een offerte van één geldverstrekker
indien de
hoofdsom van de af te sluiten lening niet meer dan € 50.000 zal bedragen.
Indien de aanvrager er niet in slaagt voldoende offertes van geldverstrekkers
te overleggen kan in plaats van een offerte ook de schriftelijke verklaring van
een of meer
geldverstrekkers worden overgelegd waaruit blijkt dat deze(n) niet bereid is
c.q. zijn een
lening aan de aanvrager te verstrekken.
2.
Indien
de aanvraag betrekking heeft op het beleidsveld sport dient deze vergezeld te
gaan van een verklaring van de
Stichting Waarborgfonds Sport dat deze instelling bereid is de helft van het
risico dat aan de lening is verbonden, te dragen.
Verplichtingen garantieontvanger
1.
De garantieontvanger doet tijdig opgave van een wezenlijke
wijziging van de gegevens die bij de aanvraag om garantie zijn overgelegd.
2.
De garantieontvanger is verplicht alle informatie te
verschaffen en medewerking te verlenen aan
onderzoeken die door het college nodig worden geacht en die relevant zijn voor
de garantieverstrekking.
Overgangs- en slotbepalingen
Van de in artikelen 3 en 4
bepaalde criteria voor garantieverlening en daaraan gestelde eisen kan bij
uitzondering door het college worden afgeweken. Afwijkingen worden schriftelijk
gemotiveerd en ter kennis gebracht van de raad.
Op garanties
die reeds zijn verleend of vastgesteld voordat deze verordening in werking
treedt is deze verordening niet van toepassing.
1.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2005.
2.
Deze verordening wordt aangehaald als: verordening
Gemeentegaranties Geldleningen.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 28 september 2006.
,burgemeester.
,griffier.
Toelichting
Deze
garantieverordening is een uitvloeisel van de herijking van het gemeentelijk
garantiebeleid zoals beschreven in de nota “Gemeentegaranties:
alleen als het noodzakelijk is”.
Garanties
vallen onder het subsidiebegrip ex art. 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht
derde tranche, in werking getreden op 1 januari 1998. Deze definitie vereist
niet dat er sprake moet zijn van een geldstroom. Dit artikel definieert
subsidie als "een aanspraak op financiële middelen". Het is dus
voldoende dat er een geldstroom kan ontstaan ook al is dit afhankelijk van een voorwaarde
(i.c. het niet, niet geheel of niet tijdig betalen door de debiteur). Bij de
herziening van het gemeentelijk garantiebeleid moet dus ook rekening worden
gehouden met titel 4.2 van de Awb.
Ingevolge art. 4:23 Awb moet aan het verstrekken van
een gemeentegarantie een verordening ten grondslag liggen. Maar daarnaast geldt
ook dat de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2002 van toepassing is.
In art. 3 van die verordening wordt bepaald dat op grond van deze verordening
subsidies kunnen worden verstrekt voor activiteiten op een aantal genoemde
beleidsterreinen en, zo luidt de laatste zinsnede, voor activiteiten op andere
beleidsterreinen waarmee een gemeentelijk belang gediend is. Gemeentegarantie
voor geldleningen wordt niet expliciet genoemd maar kan gebracht worden onder
‘activiteiten op andere beleidsterreinen’.
In de garantieverordening is bepaald onder welke condities
de gemeente gemeentegarantie kan verstrekken. Daarmee wordt bereikt dat
garantieverstrekkingen op de verschillende beleidsterreinen een wettelijke
grondslag hebben en daarmee voldaan is aan de bepaling hierover in de Awb. Deze
verordening geldt alleen voor instellingen en niet voor individuen.
Deze verordening is opgezet overeenkomstig de algemene
gemeentelijke subsidieverordening. Er is voor gekozen de artikelen van de Awb
niet integraal in deze verordening op te nemen. Dat betekent wel dat degenen
die zich bezighouden met garantieverstrekking naast deze verordening ook de
(ingewikkelde) regels uit de Awb moeten kennen en toepassen.
In
aanvulling op de vereisten van de Awb dient gemeentelijke garantieverlening te
voldoen aan de wet FiDO. Het verstrekken van leningen moet passen in de
publieke taak van de gemeente. Ook voor gemeentegaranties geldt het criterium
"publiek belang". De wetgever laat het in eerste aanleg aan het
gemeentebestuur over om het begrip "publiek belang" in te vullen. Ook
zal er bij garantieverlening voor gewaakt moeten worden, dat er sprake is van
de naar Europese regelgeving verboden staatssteun i.v.m. concurrentievervalsing
De gemeentegaranties volgens deze verordening zijn een financieringsinstrument, waarbij
de gemeente zich tegenover een geldverstrekker (meestal een bank) verplicht in
te staan voor de betalingsverplichtingen van een derde, waardoor deze
geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken of om een lening tegen
gunstiger condities te verstrekken.
Gemeentegaranties
hebben betrekking op door derden (maatschappelijke instellingen) aangetrokken
gelden, die zij zonder gemeentegarantie niet zouden kunnen verkrijgen.
Gemeentegaranties zijn een vorm van financiële steunverlening. Andere
vormen zijn bijv. subsidieverlening, deelnemingen e.d. Ook zijn gemeentelijke
garanties denkbaar in de vorm van projectgaranties of exploitatiegaranties.
Deze vormen van garanties zijn evenwel geen onderdeel van de gemeentelijke
bancaire functie.
Een garantie wordt slechts verstrekt voor zover is
gebleken dat het verstrekken van de garantie een noodzakelijke interventie van
de gemeente is ten behoeve van het realiseren van de financiering van een
activiteit of een object die c.q. dat (mede) dienstbaar is aan het realiseren
van een actuele gemeentelijke beleidsdoelstelling.
Geen garantie wordt verstrekt ten
behoeve van een aanvrager die volgens de statutaire doelstellingen werkzaam is
op een beleidsterrein dat niet overwegend tot de bestuurszorg van de gemeente
wordt gerekend. De aanvrager of een aan de aanvrager gelieerde rechtspersoon
ontplooit geen commerciële activiteiten en heeft geen winstoogmerk.
Uitgangspunt is ook, dat er geen instelling of andere overheidsorganisatie is,
die tot taak heeft ten behoeve van de aanvrager of ten behoeve van de
financiering van de activiteit c.q. het object zekerheden te verschaffen;
Geen garantie wordt verstrekt op een reeds verstrekte lening
of ingeval de aanvrager reeds een overeenkomst heeft gesloten met een
geldverstrekker tot het verkrijgen van een geldlening. Uit verklaringen van
tenminste twee van elkaar onafhankelijke bancaire instellingen moet blijken dat
zij niet bereid zijn zonder gemeentelijke garantie een geldlening te
verstrekken, ook niet op basis van een onderpand dat de geldnemer als zekerheid
zou kunnen verstrekken.
De financieringsattitude van de gemeente Delft is risicomijdend. Gegeven de wettelijke kaders is de gemeente slechts in uitzonderlijke gevallen bereid een garantie voor de betalingsverplichtingen van een lening jegens een geldgever af te geven.
Om in
aanmerking te komen voor garantieverstrekking moet aan de volgende specifieke
voorwaarden worden voldaan:
1.
De
aanvraag moet passen binnen het kader van Publiek Gemeentelijk Belang:
·
Publiek
belang valt specifiek onder de bestuurszorg van de gemeente Delft
·
De
bestuurszorg komt duidelijk tot uiting in de gemeentebegroting van de gemeente
·
Bekostiging
en financiering van de entiteit die garantie aanvraagt valt niet onder de zorg
of plicht van een andere (overheids)instelling of entiteit, en maakt hiervan
geen deel uit
·
Daarnaast
opereert de aanvrager alleen in Delft, en wordt de garantie alleen ingezet als
het past binnen de gemeentelijke grenzen. De entiteit maakt dan geen deel uit
van een holding, of groepsstructuur, of andere entiteit c.q. instelling,
waardoor vervaging van “grenzen”, “taak”, “opdracht”en “vermogen” plaatsvindt.
·
De
aanvrager vormt geen (bestuurlijke) alliantie of partnership met een andere
publieke of privaatrechtelijke onderneming en staat niet garant, in welke vorm
dan ook, voor natuurlijke personen en of privaat / publiekrechtelijke
ondernemingen
·
Door
de aanwezigheid van de sectorale waarborgfondsen voor woningbouw en
gezondheidszorg, hoeven geen aanvullende garanties te worden verleend voor deze
sectoren
·
Voor
andere sectoren waar een waarborgfonds actief is (zoals kinderopvang en sport),
dienen deze fondsen eerst te worden aangesproken
·
Privaatrechtelijke
ondernemingen en particulieren komen niet in aanmerking voor
garantieverstrekking, tenzij de aandelen van de privaatrechtelijke onderneming
voor het merendeel in handen zijn van de gemeente Delft en/of anderszins sprake
is van Publiek Gemeentelijk Belang (wat moet blijken uit de gemeentebegroting)
dit komt tot uiting in de productbegroting van de gemeente.
·
Particulieren
komen niet in aanmerking voor garantieverstrekking,
2.
De
aanvrager moet aantonen dat geen financiering op de markt kan worden verkregen
en dat gemeentegarantie strikt noodzakelijk is;
3.
De geldnemer is structureel in staat de verschuldigde rente
en aflossing te dragen
De terugbetalingscapaciteit van de aanvraag worden bepaald op basis van
objectieve criteria:
·
De
(integrale) terugbetalingcapaciteit voor de lening, alsmede de reeds vergeven
zekerheden door de instelling, juridische structuur en het management, moet
eerst via een gestandaardiseerde aanvraag worden beoordeeld
·
De
terugbetalingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de contante waarde van de
toekomstige kasstromen
·
Uit de
berekeningen moet per saldo een positieve positie blijken
·
De
toekomstige kasstromen worden bepaald door de parameterset van de gemeente.
Deze set kan periodiek worden aangepast
·
De
parametrisering en normering zijn door de aanvrager niet aanvechtbaar. De
gemeente kan evenwel rekening houden met de specifieke parameters en normen van
de aanvrager, mits dit door de aanvrager aannemelijk gemaakt kan worden.
4.
Voor
garantie komen alleen onroerende zaken voor eigen gebruik, ter ondersteuning
van de exploitatie van de instelling en bedrijfsproces hiervoor in aanmerking,
zoals kantoorgebouw, bedrijfshal, werkplaats en dergelijk.. Andere
bestedingsdoelen zijn uitgesloten
·
Ten
behoeve van de gemeente zal altijd 1e recht van hypotheek worden
gevestigd.
·
De
hypothecaire inschrijving en de achterliggende lening dienen te worden
afgebouwd.
·
De
looptijd is gekoppeld aan de bedrijfswaarde / indirecte opbrengstwaarde van het
onroerend goed (discounted cash flow) tot een maximum van 20 jaar
·
De
feitelijke financiering mag nooit meer dan 0,05% meer bedragen dan een
vergelijkbare lening voor decentrale overheden op basis van koers 100
·
Eenmaal
gegeven garanties zullen jaarlijks moeten worden beoordeeld
·
Voor
de toekenning van de gemeentegarantie is de aanvrager “upfront” een vergoeding
(leges) verschuldigd.
·
Alle
overige kosten die al of niet verband houden met de garantie komen nooit voor
rekening van de gemeente.
5.
de betrokken maatschappelijke instelling wordt goed
bestuurd; In de aanvraag zal tot uiting moeten komen in hoeverre de instelling
gericht is continuïteit van de bedrijfsvoering, waarbij risico’s worden
beheerst en bewaak.
6. Restauratie en instandhouding van monumenten
is Delfts beleid en dient een publiek belang. Dit wordt in toenemende mate
gestimuleerd door financieringsconstructies en laagrentende leningen leningen.
Sinds 1995 verstrekt het Nationaal Restauratiefonds (NRF) hypothecaire leningen
voor de restauratie van Delftse monumenten. In veel gevallen wordt de rente en
aflossing gegarandeerd door de gemeente Delft. Sinds oktober 2005 is het
mogelijk restauraties te financieren met laagrentende leningen van het Prins
Bernardfonds indien de gemeente garant staat voor de rente en aflossing. De
leningen worden verstrekt via het NRF.
Deze gemeente garanties wijken af
van de volgende punten uit de verordening gemeentegaranties geldleningen 2004
Artikel 2.1 de toelichting. De te
garanderen lening wordt ook aan particulieren verstrekt.
Artikel 2.2 en 2.9: zijn niet van
toepassing
Op de volgende punten wordt
afgeweken van de gangbare garantie- en leningvoorwaarden:
● gemeentegarantie ook op basis van tweede en
derde hypotheek;
● looptijd maximaal 30 jaar;
de kredietwaardigheid van de aanvrager wordt getoets aan de voorwaarden
van “ de nationale hypotheekgarantie” door het bemiddelend orgaan Restauratie
Het maximale leenbedrag bedraagt €
150.000,-
7. Het college van B&W en de Vestiagroep hebben besloten
over te gaan tot concrete oprichting van een Vastgoed Ontwikkelings
Maatschappij Delft.
Doel is meer grip te krijgen op
het vastgoed, primair in het historisch deel van de binnenstad van Delft, en op
het gebruik van het betreffende vastgoed te optimalieren onder meer volgens het
gewenste brancheringspatroon dat door de gemeente is vastgesteld.
Deze gemeente garanties wijken af
van de volgende punten uit de verordening gemeentegaranties geldleningen 2004:
·
Artikel 2.1 de toelichting. De te garanderen lening wordt
aan een privaatrechtelijke onderneming verstrekt.
·
Artikel 2.2 is niet van toepassing.
Op de volgende punten wordt
afgeweken van de gangbare garantie- en leningvoorwaarden:
·
gemeentegarantie ook op basis van een aflossingsvrije lening
·
kosten koper zullen ook in het te garanderen bedrag zitten
·
renovatie kosten zullen ook worden gegarandeerd.
8. Het college van B&W heeft besloten
over te gaan tot concrete oprichting van Parking Delft B.V.
Doel is het onderbrengen van alle
bestaande publieke garages in één bedrijfsvorm. Dit heeft belangrijke voordelen
op het gebied van financiële transparantie, efficiënte bedrijfsvoering en
onderlinge vereniging van opbrengsten en kosten.
Deze gemeente garanties wijken af van
de volgende punten uit de verordening gemeentegaranties geldleningen 2004:
·
Artikel 2.1 de toelichting. De te garanderen lening wordt
aan een privaatrechtelijke onderneming verstrekt.
·
Artikel 2.2 is niet van toepassing
·
Artikel 2.4 is niet van toepassing
Op de volgende punten wordt
afgeweken van de gangbare garantie- en leningvoorwaarden:
9. het risico, in verhouding tot de draagkracht van het voor
het beleidsproduct beschikbare budget is aanvaardbaar.
Indien de
gemeente Delft een garantie verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan
de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer
in gebreke is gebleven. Indien de gemeentegarantie aangesproken wordt is de
regresvordering in een eventueel faillissement van de geldnemer bevoorrecht op
eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de geldnemer heeft.
In dit artikel is de bevoegdheidsverdeling geregeld, die
aansluit bij de Wet dualisering gemeentebestuur. De bevoegdheidsverdeling komt neer op kaderstelling
voor de garantieverstrekking door de raad, waarbinnen het college besluit over
de garantieverstrekking.
Spreekt voor zich.
In artikel
4:48 van de wet is bepaald onder welke omstandigheden een verleende subsidie
kan worden ingetrokken. Deze regeling wordt hier waar mogelijk van toepassing
verklaard op verleende garanties. Daarnaast zijn enkele intrekkinggronden
toegevoegd die specifiek zijn toegesneden op garanties. Het betreft het niet
binnen drie maanden tot stand komen van de onderliggende overeenkomst of het
niet storten en opnemen van de hoofdsom conform het stortings- en
aflossingsschema.
Een
intrekkinggrond die – noodzakelijk – een ruimere formulering heeft betreft de
mogelijkheid een verleende garantie in te trekken indien door toedoen of
nalaten van de geldnemer het risico dat de gemeente loopt significant wordt
gewijzigd. Hierbij kan worden gedacht aan het gaan uitvoeren van activiteiten
die grote financiële risico’s met zich meebrengen, het niet treffen van
maatregelen om vermogensverlies te voorkomen zoals het afsluiten van
verzekeringen en wanbeheer.
De
artikelen 4:48 en 4:49 van de Awb regelen de intrekking of wijziging met
terugwerkende kracht. Voor gemeentegaranties is dit als volgt te
interpreteren:
Spreekt
voor zich.
Artikel 9.
Verplichting tot gegevensverstrekking
Bij een aanvraag tot het verstrekken van een
gemeentegarantie zijn in wezen dezelfde gegevens relevant als bij de
beoordeling van een subsidieaanvraag. Bij een garantie dienen echter ook de
financieringsbehoefte van de geldnemer en de offerte(s) van de geldverstrekkers
te worden beoordeeld.
Een geldnemer en een geldverstrekker zijn te allen tijde verplicht om aan het
gemeentelijke bestuursorgaan dat de garantie heeft verstrekt, desverlangd alle
gevraagde informatie te verstrekken die het bestuursorgaan noodzakelijk acht
voor het houden van toezicht op de naleving van de aan de garantie verbonden
voorschriften en voor de beoordeling van het actuele risico dat voor de gemeente
uit de verstrekte garantie voortvloeit.
Voor een goed toezicht op de naleving van de aan een
garantie verbonden voorschriften is het noodzakelijk om te kunnen beschikken
over de nodige gegevens. Evenzeer is het nodig dat de gemeente kan beschikken
over de nodige andere gegevens (te denken valt aan gegevens over de
bedrijfsvoering en activiteiten van de debiteur) om te kunnen beoordelen hoe
het risico dat de gemeente op zich neemt zich ontwikkelt. Deze informatie is
nodig voor de beantwoording van de vraag of de beleidsproducten en de eventuele
voorzieningen die de gemeente aanhoudt, zich op het juiste peil bevinden.
Artikel 4:37 van de Awb noemt zeven standaardverplichtingen die altijd opgelegd
kunnen worden. Het zijn verplichtingen die betrekking hebben op:
a.
de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie
(voor deze verordening: lees garantie) wordt verleend;
b.
de administratie;
c.
het verstrekken van gegevens die nodig zijn voor een
beslissing over de garantie;
d.
de risico's die verzekerd moeten zijn;
e.
het stellen van zekerheid voor voorschotten die verleend
zijn;
f.
het verantwoorden van de verrichte activiteiten en de
uitgaven en inkomsten;
g.
het beperken of wegnemen van nadelige gevolgen voor derden.
De verlangde gegevens en
bescheiden worden gestructureerd door middel van een standaard
aanvraagformulier. Dit formulier dient volledig, juist en naar waarheid te
worden ingevuld en ingediend.
Dit artikel spreekt voor zich.
Zal slechts bij uitzondering van toepassing zijn. Het
college brengt dit gemotiveerd ter kennis van de gemeenteraad.
Deze verordening geldt voor nieuwe garanties die na 1 maart
2005 aangevraagd worden.