Voorwoord

 

Voor U ligt het eerste jaarverslag van de Adviescommissie voor bezwaarschriften sinds het college en de gemeenteraad in het jaar 2005 de nota fundamentele herbezinning op de inrichting van het Rechtsbeschermingbedrijf heeft vastgesteld.

 

 

In het vorige jaarverslag (2004) was al aangegeven dat in dit jaar de gevolgen van de herbezinning duidelijk zouden worden. Ondanks een toename van het aantal bezwaarschriften kan in zijn algemeenheid worden gezegd dat de werkvoorraad aan het einde van het jaar (2005) is afgenomen. Dit succes is voor een deel te verklaren uit de maatregelen om de secretarissen waar mogelijk flexibeler in te zetten. Daarnaast dragen ook andere maatregelen bij aan het succes. Het gaat dan met name om een efficiëntere voorbereiding en om veranderingen in de wijze van verslaglegging zonder dat dit heeft geleid tot een strijdigheid met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

 

 

In het jaar 2005 zijn over alle kamers bezien 462 meer bezwaarschriften ingediend. De voornaamste stijging vond plaats bij Kamer 1. Het ging hierbij niet zozeer om een toenemend aantal besluiten waartegen een bezwaarschrift werd ingediend, maar meer dat tegen één besluit een groot aantal afzonderlijk bezwaarschriften werd ingediend.

 

 

Het aantal openstaande bezwaarschriften is, ondanks de toename van het aantal bezwaarschriften, ten opzichte van vorig jaar afgenomen. Aan het begin van het jaar stonden nog 514 zaken open tegen 390 aan het einde van het jaar.

De doorlooptijd van een bezwaarschrift is in Kamer 1 het afgelopen jaar gedaald van gemiddeld 17,48 weken naar 11,4 weken. De wettelijke termijn voor het afhandelen van een bezwaarschrift bedraagt 14 weken, zodat kan worden vastgesteld dat het werken met een commissiemodel geen beletsel is om binnen de wettelijke termijn een bezwaarschrift te behandelen. Binnen de totale commissie zal er verder het komende jaar naar gestreefd worden, om voor de gehele commissie binnen de wettelijke termijnen te adviseren.

Het spreekt voor zich dat dit alleen kan, als de totale keten conform de voorstellen, als opgenomen in eerdergenoemde nota, werkt.

 

 

Anders dan in voorgaande jaarverslagen wordt in dit jaarverslag geen aandacht meer besteed aan individuele aanbevelingen. Om de bruikbaarheid van die aanbevelingen te vergroten is er conform de wens van de raadscommissie besloten om deze per halfjaarrapportage toe te zenden. Dit naast het gegeven dat per individueel advies in voorkomende gevallen de adviescommissie een aanbeveling uitbrengt.

 

 

 

De Voorzitter van de Adviescommissie voor bezwaarschriften

mr. J.H. Potter 


Adviescommissie voor bezwaarschriften

 

 

            Jaarverslag 2005

 

     _________________________________________________________________

 

 

            inhoudsopgave

 

 

       1          Algemeen

                   1.1  Inleiding                                                                                                        4

                   1.2  Samenstelling Commissie                                                                              4

                   1.3  Algemene conclusies en tendensen                                                                6

                   1.4  Voorzittersoverleg en secretariaat                                                                   8

                   1.5  Toekomstige ontwikkelingen                                                               8

 

       2          Kamer I                                                                                                              9

 

       3          Kamer II                                                                                                           11

 

       4          Kamer III                                                                                                          13

 

       5          Kamer IV                                                                                                         15

 

       6          Commissie in cijfers

                   6.1  Algemeen                                                                                                   17

                   6.2  Kamer I                                                                                                      18

                   6.3  Kamer II                                                                                                      20

                   6.4  Kamer III                                                                                                     22

                   6.5  Kamer IV                                                                                                    24

 

 

            Bijlagen

            1. Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften                                                    27

       2. Tekst Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften                                            29


 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                        Teksten:

                                                                                                                        Ger Clemens

                                                                                                                        Sandhya Gena

                                                                                                                        Sharmila Ramsoekh

                                                                                                                        Lida Wilson-Verboom


1          Algemeen

 

 

1.1 Inleiding

 

Sinds de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in 1994 kent Nederland een verplichte procedure voor bezwaarschriften tegen besluiten van de overheid. Deze regeling bepaalt dat iemand die het niet eens is met een besluit van een bestuursorgaan in de meeste gevallen eerst bij dat bestuursorgaan bezwaar moet maken voordat hij naar de rechter kan gaan. De bezwaarschriftprocedure biedt de mogelijkheid om het besluit in al zijn aspecten opnieuw te bezien en te heroverwegen. Het horen van de indiener van een bezwaarschrift en eventuele andere betrokkenen is daarbij een belangrijk element.

De bezwaarschriftprocedure kan op verschillende manieren worden ingericht. In de gemeente Delft worden bezwaarschriften sinds 1 januari 1993 ter beoordeling voorgelegd aan de Adviescommissie voor  bezwaarschriften (verder aangeduid met ‘Commissie’). De Commissie is onafhankelijk. Zij hoort partijen en brengt advies uit aan het bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester). Het bestuursorgaan neemt vervolgens aan de hand van het advies een heroverwegings­besluit op het bezwaarschrift.

 

Samenstelling en werkwijze van de Commissie zijn geregeld in de Verordening Adviescommissie voor  bezwaarschriften (verder te noemen ‘verordening’). Deze verordening bevat ook een regeling van de competentie van de Commissie. Enkele categorieën bezwaarschriften zijn uitgezonderd van behandeling door de Commissie, waaronder bezwaarschriften op het gebied van de gemeentelijke belastingen en de milieuwetgeving.

 

De Commissie is onderverdeeld in vier Kamers, te weten:

v      Kamer I voor zaken op het terrein van bouwen, wonen en verkeer

v      Kamer II voor zaken op het terrein van werk, inkomen en zorg

v      Kamer III voor zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV

v      Kamer IV voor rechtspositiezaken van gemeentelijk personeel.

 

Op grond van artikel 24 van de verordening zendt de Commissie jaarlijks een verslag van haar werk­zaam­heden aan de gemeenteraad. Met dit verslag wordt aan deze verplichting voldaan.

 

De indeling van het jaarverslag is als volgt.

In dit hoofdstuk worden de samenstelling van de Commissie en enige algemene conclusies en bevindingen weergegeven. De hoofdstukken 2 tot en met 5 bevatten de jaarverslagen per Kamer. In hoofdstuk 6 is een overzicht van de Commissie in cijfers opgenomen. Ten slotte zijn als bijlagen opgenomen een beschrijving van de bezwaarschriftprocedure bij de Commissie, de actuele tekst van de verordening en de tekst van het statuut voor de ambtelijk secretarissen.

 

 

1.2 Samenstelling Commissie

 

De Kamers I, II en III van de Commissie zijn samengesteld uit drie leden: twee externe le­den, met deskundig­heid en ervaring op juridisch gebied, en één afgevaardigde door de gemeenteraad.

De twee externe leden fungeren als voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, waarmee de onafhankelijkheid van het zogenaamde 'gemengde model' (raadsleden en niet-raadsleden) is benadrukt. Kamer IV heeft in verband met de aard van de zaken een afwijkende samenstelling en bestaat uit drie leden van buiten de gemeentelijke organisatie.

De voorzitter van Kamer I is tevens voorzitter van de Commissie als geheel.

Elke Kamer wordt bijgestaan door één (of meer) ambtelijk secretaris(sen), die met betrekking tot de werkzaam­heden voor de Commissie uitsluitend verantwoording verschuldigd is (zijn) aan de Commissie. Eén ambtenaar heeft een coördinerende taak ten aanzien van de secretariaten van de verschillende Kamers. De secretarissen zijn niet per Kamer benoemd, maar voor de Commissie als geheel, met het oog op onderlinge uitwisselbaarheid en vervanging.

 


 

De samenstelling van de Commissie was in 2005 als volgt.

 

Algemeen

 

Voorzitter                                                                                  mr. J.H. Potter

Coördinator rechtsbeschermingsbedrijf                                         mw. mr. L.Y. Wilson-Verboom

Secretariële ondersteuning                                                          mw. C.A.G. Poot-Rietdijk

                                                                                                mw. P. Poeran-Narain

                                                                                                mw. B. van Vliet-Haas

 

Kamer I (bouwen, wonen, verkeer)

 

externe leden:                                                                           

mr. J.H. Potter (voorzitter), mr. J. van den Bergh (plv. voorzitter), mw. mr. B.M. van Dun (plv.), mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (plv.)

 
namens de raad:

mw. W.C. Steffen-Hoogendoorn

 

secretarissen:

mw. B.C. Ritzen, mw. mr. S. Ramsoekh, mw. mr. S. M. Gena

 

Kamer II (werk, inkomen en zorg)

 

externe leden:

mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (voorzitter), mw. mr. J.W. Ahlers (plv. voorzitter), mr. M. Breeman (plv. voorzitter), mw. mr. I.M. Fliers (plv. Voorzitter), mr. P. Oudkerk (plv. voorzitter), mr. H.A. den Besten (plv.), mw. mr. A.L. Frenkel (plv.), drs. P. de Graaf (plv.), mw. mr. E.C.H. Kouwenhoven (plv.), mr. J.C. Punt (plv.), J.J.F. Wagemans, mw. mr. B. Fijnheer (plv.)

 
namens de raad

E.H. Otto, A.J. Stoop, A. van Leeuwen

 

secretarissen:

mr. G.H. Clemens, mw. mr. J. Dekkers, mw. B.C. Ritzen, mw. M.L. Rebel, mw. A.T. Tran , M. Huisman (tijdelijk),  mr. J. de Feijter (tijdelijk), mw. Y.S. Man (tijdelijk), mr. M. de Lange (tijdelijk)

 

Kamer III (overige zaken)

 

externe leden:

mr. A.K. Visser (voorzitter), mr. drs. A. Driesprong (plv. voorzitter), mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (plv.), mw. mr. E.C.H. Kouwenhoven (plv.)

 

uit/namens de raad:

E.H. Otto, mw. L.J.F. de Jongh Swemer (plv.)

 

secretaris:

mr. J.R. Frederici, mw. Mr. S. Ramsoekh, mr. J. de Feijter (tijdelijk), mr. M. de Lange (tijdelijk)

 

Kamer IV (rechtspositie ambtelijk personeel; indicaties Wsw)

 

externe leden :

mr. F. Ester (voorzitter), mr. P.J.M. van Iersel, mr. H.A. den Besten (plv.)

mw. mr. R.G.M. Sijm

 

secretaris:

drs. H. Milikan, mw. mr. S. M. Gena, mw. B. C. Ritzen

 

 

 


 

 1.3 Algemene conclusies en tendensen

 

In het verslagjaar 2005 zijn in totaal 1362 nieuwe bezwaarschriften ingediend. Dit is een aanzienlijk hoger aantal dan in 2004 toen 900 bezwaarschriften werden ingediend.

Kamer I van de Commissie laat een extreme stijging van de instroom zien. In 2005 is het binnen deze Kamer een paar keer voorgekomen dat tegen 1 besluit een groot aantal bezwaarschriften werden ingediend die (vrijwel) gelijkluidend waren. Hierover meer in het hoofdstuk betreffende Kamer I.

Ook Kamers II en III laten een verhoging van de instroom zien, zij het niet zo extreem als bij Kamer I.

 

In 2005 heeft de Commissie 1255 adviezen uitgebracht (tegen 563 in 2004). 494 bezwaarschriften werden geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard, 560 ongegrond en 201 niet-ontvankelijk.

Aan het eind van het verslagjaar kan geconstateerd worden dat het aantal openstaande bezwaarschriften in dit verslagjaar afgenomen is ten opzichte van vorig jaar, namelijk van 514 aan het begin van het jaar tot 390 aan het eind van het jaar.

Ondanks de extreme stijging van de instroom is het gelukt om de hoeveelheid openstaande bezwaarschriften te doen afnemen. Dit is te verklaren doordat de stijging in de instroom van bezwaarschriften bij Kamer I veelal gelijkluidende bezwaren betrof tegen enkele besluiten, die door geclusterde behandeling zo efficiënt mogelijk konden worden behandeld. Tevens is het door externe inhuur en het verhogen van de vergaderfrequentie mogelijk geweest meerdere zaken te behandelen binnen Kamer II. Ten slotte heeft het gemeentebestuur het mogelijk gemaakt dat er vanaf het laatste kwartaal 2005 formatieve uitbreiding met bijna 1 volledige fte kon plaatsvinden waardoor de Kamers II en III een kwantitatieve impuls ondergingen.

 

 

oorzaken gegrondverklaringen

 

In totaal heeft de Commissie in 494 zaken (39% van de adviezen) geadviseerd tot gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring. Het percentage (gedeeltelijk) gegrond verklaarde bezwaarschriften is flink gestegen ten opzichte van 2004. Toen bedroeg dat 27%.

Het percentage (deels) gegronde bezwaarschriften geeft inzicht in de mate waarin primaire besluiten van de bestuursorganen geen stand houden. Dit kan iets zeggen over de kwaliteit van het beleid en de besluitvorming. Echter, voor een globale toets van de kwaliteit van de primaire besluitvorming moet meegenomen worden het percentage bezwaarschriften dat herzien wordt zonder dat een advies van de commissie daaraan ten grondslag ligt. Daarenboven geeft de stijging van het percentage gegrondverklaring over dit verslagjaar een vertekend beeld doordat in een aantal gevallen een bulk aan bezwaren tegen bijvoorbeeld een kapvergunning werd ingediend die alle gegrond werden verklaard. In feite wordt de verschuiving grotendeels veroorzaakt doordat enkele besluiten niet stand hebben gehouden. Niet gelijk een reden om de kwaliteit van de primaire besluitvorming in zijn algemeenheid in twijfel te trekken.

 

Het blijft een lastige zaak om een volledig overzicht te geven van de oorzaken van de gegrondverklaringen. In de meeste gevallen gaat het om een combinatie van factoren. De onderstaande cijfers zijn dan ook indicatief. Globaal kunnen de volgende geregistreerde oorzaken worden onderscheiden:

 

1. Onjuiste primaire besluitvorming (244 zaken, 49% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

Dit percentage is ten opzichte van het vorige verslag jaar gestegen: van 42% naar 49%.

Hieronder de cijfers van de categorieën die hierbij worden onderscheiden:

 

 

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

3

39

2

-

44

Onzorgvuldige voorbereiding

161

30

1

3

195

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

-

-

1

-

1

Strijd met zorgvuldigheidsbeginsel

-

4

-

-

4

Totaal

 

 

 

 

244

 

 

2. Een andere afweging van feiten en omstandigheden, een andere afweging van belangen en een andere interpretatie van de regelgeving en beleid (83 zaken, 17% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

In dit verslagjaar is een aanzienlijk kleiner deel van de gegrondverklaringen veroorzaakt door het feit dat de Commissie na afweging van alle feiten, omstandigheden en belangen of een andere interpretatie van de regelgeving of het beleid tot een andere conclusie kwam dan het bestuursorgaan (dit jaar 17% tegen vorig jaar 39%). Dit doet zich met name voor als een wettelijke regeling ‘open normen’ bevat.

Hieronder de cijfers van de categorieën:

 

 

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Andere afweging van feiten en omstandigheden

2

65

1

-

68

Andere afweging van belangen

2

-

-

-

2

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

3

10

-

-

13

Totaal

 

 

 

 

83

 

 

3. Motiveringsgebreken (152 zaken, 31% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

Het percentage is aanzienlijk hoger dan in 2004, toen was dat namelijk 10%. Kamer II kent motiveringsgebreken overigens niet als aparte categorie. De cijfers geven dan ook een enigszins vertekend beeld. De extreme stijging wordt met name veroorzaakt door Kamer I welke in 148 gevallen een motiveringsgebrek constateerde. Ook hier weer is sprake van het vertekenende effect van een bulk aan bezwaarschriften tegen één-en-hetzelfde besluit.

 

4. Nieuwe feiten en omstandigheden tijdens de bezwaarschriftprocedure  (15 zaken, 3%)

 

Dit deed zich dit verslagjaar 14 keer voor bij Kamer II.

 

 

dissenting opinions

 

Het kan voorkomen dat binnen een Kamer geen overeenstemming wordt bereikt over het uit te brengen advies. In dat geval wordt in het advies melding gemaakt van een afwijkend standpunt van een of meer van de commissieleden ('dissenting opinion'). In 2005 is dit 1 maal voorgekomen.

 

 

behandelingsduur bezwaarschriften

 

Artikel 7:10 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslist. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Dit zijn overigens geen fatale termijnen. Toch is er een groeiende aandacht, vanuit zowel de burger als het gemeentebestuur zelf, voor het afhandelen van bezwaarschriften binnen deze wettelijke termijn van 14 weken.

 

Voor een deel is de Commissie al in staat om ruim binnen de 14 weken te adviseren. Het komende jaar zal de Commissie er naar streven om dit aandeel binnen haar eigen mogelijkheden te vergroten. De behandeling van een bezwaarschrift vergt echter een ketenbenadering zodat ook blijvende aandacht moet worden besteed aan de termijn waarbinnen een verweerschrift moet zijn ingediend en aan de periode van besluitvorming van het college op de uitgebrachte adviezen.

 

 

 


1.4 Voorzittersoverleg en secretariaat

 

De verordening schrijft voor dat de voorzitters van de Kamers ten minste tweemaal per jaar bijeen komen voor overleg, hetgeen inderdaad gebeurt in het voorjaar en in het najaar. Met dit voorzittersoverleg wordt beoogd eenheid in de behandeling van de bezwaarschriften door de verschillende Kamers te bevorderen. Ook komen tijdens het voorzittersoverleg algemene ontwikkelingen en tendensen in de bezwaarschriftafhandeling aan de orde.

De secretarissen van de Kamers overleggen maandelijks. In het secretarissenoverleg worden ervaringen uitgewisseld, knelpunten behandeld, procedures en werkwijzen afgestemd. Voorts wordt aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering.

De secretarissen zijn ondergebracht bij het Vakteam Juridische Zaken van de gemeente.

 

 

bezetting secretariaat

 

In 2005 heeft op basis van de nota FHIRBB een langverwachte uitbreiding van het secretariaat plaatsgevonden. De afhandelingscapaciteit van zowel Kamer II als Kamer III zijn hierdoor vergroot.

Kamer II had extra mankracht nodig wegens de autonome stijging van de instroom van bezwaarschriften die zich sinds begin 2004 al voordoet. Kamer III bleek al enige jaren onderbemand en ziet zich nu meer dan verdubbeld in mankracht.

Het verheugt de Commissie dat het gemeentebestuur voor een dergelijke uitbreiding heeft zorggedragen en daarmee uitdraagt dat tijdige en kwalitatief goede afhandeling van bezwaarschriften van de Delftse burgers haar prioriteit heeft.

 

 

 

1.5 Toekomstige ontwikkelingen

 

Per kamer is aangegeven welke specifieke aandachtspunten er zijn. In zijn algemeenheid spelen de navolgende twee onderwerpen

 

 

uniforme openbare voorbereidingsprocedure

 

Per juli 2005 is het mogelijk geworden de bezwaarschriftenfase over te slaan als de uniforme voorbereidingsprocedure gevolgd is bij de voorbereiding van een besluit. Betrokkenen kunnen dan rechtstreeks beroep instellen bij de bestuursrechter.

Gemeentelijk beleid naar aanleiding van deze wet kan leiden tot een vermindering van het aantal door de Commissie te behandelen bezwaarschriften. Met name kan zich dit voordoen bij besluiten die tot veel reacties uit de lokale samenleving aanleiding geven. De Commissie is benieuwd naar de inhoud van dit beleid en de effecten daarvan op de instroom aan bezwaarschriften.

 

 

nota fhirbb (fundamentele herbezinning op de inrichting van het rechtsbeschermingsbedrijf)

 

In de tweede helft van dit verslagjaar is de nota FHIRBB door het gemeentebestuur vastgesteld. Dit omdat de afgelopen jaren de hoeveelheid openstaande bezwaarschriften geregeld met inhaalslagen door externe inhuur aangepakt moest worden. Daarenboven is er een stijging van de instroom te zien en is gebleken dat de inrichting en werkwijze niet toegesneden zijn op fluctuaties in de instroom van bezwaarschriften. De Commissie constateert dat in dit verslagjaar de eerste positieve effecten van deze nota en de veranderde werkwijze en samenwerking op het gebied van de afhandeling van bezwaarschriften reeds merkbaar zijn. De verwachting en de hoop van de Commissie is dat in het komende verslagjaar de gevolgen van deze herbezinning nog duidelijker zullen worden.

 

 

boete voor te laat beslissen op bezwaarschrift

 

Met interesse volgt de Commissie de ontwikkelingen op Rijksniveau met betrekking tot een wetsvoorstel waarbij een boete wordt gesteld voor het onder andere te laat beslissen op een bezwaarschrift.
2          Jaarverslag Kamer I

 

 

2.1 Competentie

 

Kamer I is belast met de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad die betrekking hebben op het gebied van bouwen, wonen en verkeer. De meest voorkomende wetten en regelingen waarover Kamer I adviseert zijn:

 

v      Algemene wet bestuursrecht (Awb)

v      Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)

v      Huisvestingsverordening Stadsgewest Haaglanden

v      Bomenverordening Delft 1998

v      Monumentenwet en Monumentenverordening

v      Parkeerverordening gemeente Delft 2001

v      Wegenverkeerswetgeving

 

 

2.2 Conclusies en bevindingen 2005

 

In 2005 heeft Kamer I 36 keer vergaderd, steeds in vaste bezetting. Een enkele keer was een vast lid niet aanwezig; in die gevallen is gehoord door twee leden en heeft het derde (vaste) lid achteraf meeberaadslaagd.

Kamer I maakt gebruik van secretariële en administratieve ondersteuning. In de periode van medio juni tot 1 november was er wegens vertrek van de administratieve kracht geen administratieve ondersteuning.

 

In 2005 zijn er 606 adviezen uitgebracht; 25 bezwaarschriften zijn op andere wijze afgehandeld.

 

 

Instroom

 

In 2005 heeft Kamer I 664 nieuwe bezwaarschriften ontvangen. Ten opzichte van 2004 (243 bezwaarschriften) is dat een stijging; echter in 2005 is het - ten opzichte van 2004 - vaker voorgekomen dat verschillende personen bezwaarschriften hebben ingediend tegen één besluit.

Een paar voorbeelden van de ‘uitschieters naar boven’ zijn: 

-          138 bezwaarschriften ingediend tegen de verleende kapvergunning op de Maria Duystlaan

-          27 bezwaarschriften ingediend tegen de verleende bouwvergunning Kruithuisweg

-          174 bezwaarschriften ingediend tegen de verleende kapvergunning Wallertuin

-          64 bezwaarschriften ingediend tegen een ingestelde omleidingsroute

-          105 bezwaarschriften ingediend tegen de verleende bouwvergunning voor het Koepoortproject

 

Het aantal bezwaarschriften tegen (veelal weigering van) sociaal/ sociaal-medische urgenties is wederom gedaald; 34 in 2005 tegen 44 in 2004 (en 51 in 2003).

Ten opzichte van 2004 is ongeveer in een gelijk aantal zaken geadviseerd bezwaarschriften gegrond te verklaren. Net als in 2004 was de Commissie in de meeste van die zaken, in tegenstelling tot de Delftse Toetsingscommissie Voorrangsbepaling dan wel Burgemeester en Wethouders, van oordeel dat er sprake was van een noodsituatie.

 

De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen het bouwen (verleende dan wel geweigerde bouwvergunningen, sloopvergunningen, monumentenvergunningen) is gestegen: 194 in 2005 tegen 129 in 2004 (en 50 in 2003). Zoals hierboven reeds is vermeld, heeft van het aantal van 194 een groot deel (105 bezwaarschriften) betrekking op de verleende bouwvergunning voor het Koepoortproject en (27 bezwaarschriften) op de verleende bouwvergunning Kruithuisweg.

Met inachtneming hiervan is de instroom ongeveer gelijk aan de instroom in 2004.

 

De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen verleende dan wel geweigerde kapvergunningen is gestegen: 320 in 2005 tegen 18 in 2004 (en 16 in 2003). Zoals hierboven reeds vermeld, heeft van het aantal van 320 een groot deel (174 bezwaarschriften) betrekking op de verleende kapvergunning Wallertuin en (138 bezwaarschriften) op de verleende kapvergunning Maria Duystlaan.

 


Werkvoorraad/doorlooptijden

 

De werkvoorraad op 1 januari 2006 bedraagt 139. In vergelijking met de werkvoorraad op 1 januari 2005 - 103 - is dit een geringe toename. Echter, van het aantal van 139 hebben er 105 betrekking op de verleende bouwvergunning voor het Koepoortproject. Hiermee zit de Commissie ruim onder de ijzeren werkvoorraad van 50.

 

Over alle adviezen die in 2005 zijn uitgebracht, bedraagt de tijd tussen ontvangst van het bezwaarschrift en het uitbrengen van advies (de doorlooptijd) 11,4 weken. Ten opzichte van 2004 is de gemiddelde doorlooptijd gedaald; toen bedroeg de gemiddelde doorlooptijd namelijk 17,48 weken (13,67 weken indien alleen gerekend werd met bezwaarschriften die in 2004 waren ingediend).

 

Ondanks de gestage toename van het aantal zaken wijst (ook) de verkorting van de behandelingstermijn alsmede de afname van de ijzeren voorraad erop dat de succesvolle inhaalslag ingezet in het kader van WAKI en gecontinueerd binnen het bestek van de nota FHIRBB (herbezinning op het rechtsbeschermingsbedrijf ) ook op langere termijn in Kamer I ruimschoots zijn vruchten afwerpt ! 

Gesteld kan worden dat Kamer I de instroom goed het hoofd kan bieden en erin zal kunnen slagen bezwaarschrif­ten binnen de Awb-termijnen van een advies te voorzien en vrij te geven voor een heroverwegings­besluit van het College.

 

 

2.3 Prognose 2006

 

Gebleken is dat het steeds vaker voorkomt dat tegen 1 besluit een groot aantal bezwaarschriften wordt ingediend.

In dat kader is ook een groot aantal bezwaarschriften te verwachten tegen besluiten die betrekking hebben op de verplaatsing van de dagopvang voor verslaafden en dak- en thuislozen naar de Surinamestraat 1.

Verder is wellicht een (groot) aantal bezwaarschriften te verwachten tegen de laatste fase van het autoluw maken van de binnenstad; momenteel ligt er slechts het raadsbesluit waarmee wordt ingestemd met het verder autoluw maken van de binnenstad.

 

 

 

           

 


3          Jaarverslag Kamer II

 

 

3.1 Competentie

 

In Kamer II worden de bezwaarschriften behandeld waarvan de primaire beschikking namens burgemeester en wethouders door de Sector Werk, Inkomen en Zorg (hierna te noemen: WIZ) is afgege­ven.

 

Voor een specificatie van het aantal ingekomen bezwaarschriften per wet/regeling, zie hoofdstuk 6.3, tabel 3.

 

 

3.2 Conclusies en bevindingen 2005

 

Op 1 januari 2005 waren 380 bezwaarschriften nog niet (geheel) afgehandeld.

In 2005 zijn 604 nieuwe bezwaarschriften ingekomen. Dit is een stijging, te weten met 34 stuks (6%), ten opzichte van de 570 in 2004 ingekomen bezwaarschriften.

 

Er zijn in het afgelopen jaar 779 bezwaar­schriften afgehandeld; 595 door middel van een advies van de Commissie en 184 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken, veelal nadat WIZ het bestreden besluit had herzien.

 

Vanaf augustus 2004 heeft Kamer II de beschikking gekregen over extra budget voor tijdelijke uitbreiding van het secretariaat met het doel om – gevolggevend aan een door de gemeenteraad aanvaarde motie die strekt tot afhandeling van bezwaarschriften binnen de termijn van de Awb - de achterstanden weg te werken, zodanig dat een normale werkvoorraad van ongeveer 150 bezwaar­schriften overblijft.

Dit is nog niet volledig gelukt, want op 31 december 2005 waren 217 bezwaarschriften nog niet afgehandeld. Bij 36 daarvan moe(s)t nog worden gewacht op een aanvullend bezwaarschrift van reclamant of op een medisch advies. Van 61 zaken moe(s)t WIZ nog een verweerschrift indienen. Van de overige 120 zaken verkeerden er ongeveer 20 in het stadium van voorbereiding door het secretariaat ten behoeve van behandeling op een zitting van de Commissie, waren ongeveer 50 zaken gereed voor behandeling op zitting en 50 al op zitting geweest, maar nog geen advies vastgesteld.

 

Het feit dat de werkvoorraad op 31 december 2005 nog 67 lag boven de normale voorraad van 150, is toe te schrijven aan de omstandigheid dat de instroom (van 604) 121 bezwaarschriften hoger lag dan waarop de structurele formatie van het secretariaat was gebaseerd (te weten op 483 per jaar). Dankzij tijdelijke hulpkrachten en het houden van extra commissiezittingen konden er 779 bezwaarschriften worden afgehandeld, dus 296 meer dan normaal. Daardoor is het gelukt om de werkvoorraad terug te brengen van 380 op 1 januari 2005 tot 217 op 31 december 2005.

 

Ook al is als gevolg van de nota FHIRBB de productienorm en de formatie van het secretariaat per 1 oktober 2005 zodanig verhoogd dat de productiecapaciteit is gestegen van 462 p/j naar 545 p/j, blijft de Commissie aandacht vragen voor de formatie van het secretariaat. Omdat een werkvoorraad van 150 bezwaarschriften voor Kamer II een goed uitgangspunt is voor het halen van de Awb-afhandelingstermijn, moet nog een achterstand van 67 zaken worden weggewerkt. Bovendien lijkt het geen incident te zijn dat het aantal inkomende bezwaarschriften voor Kamer II ongeveer 600 is. In 2004 respectievelijk 2005 zijn immers 570 respectievelijk 604 bezwaarschrift ingekomen. Ook landelijk is een stijgende trend waarneembaar.

 

Door het gedeeltelijk inlopen van de achterstand konden de bezwaarschriften veel vaker dan in voorgaande jaren worden afgehandeld binnen de termijn (van uiterlijk 14 weken) die de Algemene wet bestuursrecht stelt. De gemiddelde doorlooptijd van de in 2005 ingekomen en afgehandelde bezwaarschriften bedroeg circa 15 weken.

 

Ook dit jaar vergaderde Kamer II enige malen ten behoeve van evaluatie en onderlinge afstemming. Voorts is door de coördinator van het rechtsbeschermingsbedrijf regelmatig met de vakteams van WIZ die verantwoordelijk zijn voor de verweervoering, overleg gevoerd, met als doel om stagnatie in de afhandeling van bezwaarschriften te voorkomen.

 

 

Inhoud adviezen

 

Van de 595 adviezen die Kamer II in 2005 heeft uitgebracht (overigens deels over in voorgaande jaren ingediende bezwaarschriften), was er bij 368 bezwaarschriften (62%) sprake van ongegrond­verkla­ring, bij 163 (27%) van gegrond- of gedeeltelijk gegrondverklaring en bij 64 (11%) van niet-ontvankelijk­verklaring. In vergelijking met 2004 is het percentage (gedeeltelijk) gegrondverklaringen gelijk gebleven.

In 2005 zijn, naast bovenvermelde aantallen, 184 bezwaarschriften ingetrokken. In 145 gevallen vond de intrekking plaats nadat WIZ het bestreden besluit had herzien, soms op voorstel van het secretariaat van Kamer II, maar veelal doordat WIZ zélf tot het inzicht kwam dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven.

 

Indien laatstbedoelde 145 bezwaarschriften worden opgeteld bij de geheel of gedeeltelijk gegrond ver­klaar­­de bezwaarschriften (rekening houdend met de 14 ‘contraire’ besluiten van het college van Delft), komt het percentage van de gevallen waarin de indiener van een bezwaar­schrift geheel of gedeeltelijk succes heeft gehad op 38%.

Alhoewel dit percentage een fractie lager is dan in 2004, is het nog wel dermate hoog dat met verbetering van de kwaliteit van de primaire besluitvorming veel ‘winst’ behaald kan worden, met name tevredenheid bij de cliënten en minder bezwaarschriften.

 

Voor inzicht in de verschillende redenen voor de 163 (gedeeltelijk) gegrondverklaringen wordt verwezen naar tabel 5 van hoofdstuk 6.3.

 

Opgemerkt moet nog worden dat Kamer II bezwaarschriften tegen besluiten waarin een onjuiste motivering en/of wettelijke grondslag was vermeld, maar welke besluiten op andere gronden wel in stand konden blijven, als ongegrond heeft gekwalificeerd.

 

Op de 595 adviezen die Kamer II in 2005 heeft uitgebracht, hebben burgemeester en wethouders
14 keer (waarvan 4 over hetzelfde principe) een besluit genomen dat afweek van het advies, ook wel ‘contrair gaan’ genoemd.  Dit is een duidelijke toename ten opzichte van de 3 keer in 2004.  Een belangrijke verklaring voor de toename is, naar het inzicht van de Commissie, gelegen in het feit dat binnen WIZ de procedure om een contrair voorstel aan het college van burgemeester en wethouders voor te leggen sinds kort beter is georganiseerd dan daarvoor. Voorts is de stijging gedeeltelijk te verklaren door het feit dat het absolute aantal adviezen tot gegrondverklaring is gestegen van 91 in 2004 naar 163 in 2005.

 

In 1 zaak heeft Kamer II een ’verdeeld’ advies uitgebracht.

 

 

3.3 Prognose voor 2006

 

Zoals in 3.2 al is aangegeven, verwacht de Commissie dat het aantal bezwaarschriften dat in 2006 zal binnenkomen wederom ongeveer 600 zal bedragen.

 

 

 3.4  aandachtspunten

 

Regelmatig heeft Kamer II in het verslag van de vergadering en/of in haar advies bij een bezwaar­schrift een signalering of aanbeveling opgenomen. De Commissieverslagen worden, zodra deze zijn vastgesteld, verspreid onder alle vakteamhoofden van WIZ. Voorts worden na afloop van ieder kwartaal de signaleringen gebundeld ter kennis gebracht van het adjunct-sectorhoofd van WIZ, alsmede van de medewerker ‘Interne Controle’ van WIZ. Het adjunct-sectorhoofd van WIZ geeft vervolgens een schriftelijke reactie op de signaleringen.

 

De belangrijkste punten waarvoor Kamer II aandacht vraagt, zijn:

v      Een algemene aanbeveling van de Commissie is om, vooral uit een oogpunt van ‘transparantie’ voor de burger, het beleid dat in de ‘handboeken’ WWB en WVG wordt opgenomen, eerst door een besluit van of namens het college van burgemeester en wethouders  te laten vaststellen en vervolgens algemeen bekend te maken (als bedoeld in artikel 3:42 Awb), zodat dit de status krijgt van ‘beleidsregels’ als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

v      Ondanks de verbeteringen op basis van de nota FHIRBB blijvende aandacht voor de verbetering van de kwaliteit van de besluiten van WIZ.

 

4. Jaarverslag Kamer III

 

 

4.1 Competentie

 

Kamer III is ‘restkamer’ en behandelt bezwaarschriften die op grond van de verordening ter advisering aan de Commissie moeten worden voorgelegd en die niet behoren tot de competentie van de Kamers I,II en IV. De onderwerpen van de bezwaarschriften zijn zeer gevarieerd. Het gaat bijvoorbeeld om bezwaarschriften op grond van de volgende regelingen:

 

v      Verordening Openbaar Gemeentewater Delft 1996

v      Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten

v      Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

v      Exploitatieverordening Horeca

v      Wet openbaarheid van bestuur

v      Verordening leerlingenvervoer

v      Wet voorkeursrecht gemeenten

v      Afvalstoffenverordening

v      Algemene plaatselijke verordening

v      Reclameverordening

 

 

4.2 Conclusies en bevindingen 2005

 

In 2005 zijn 63 nieuwe bezwaarschriften ontvangen, en 31 adviezen uitgebracht.

 

In 18 gevallen zijn de betrokken partijen alsnog onderling tot een oplossing gekomen en zijn de bezwaarschriften ingetrokken. In 7 gevallen waren er redenen om de ‘bezwaarschriften’ niet in behandeling te nemen, bijvoorbeeld omdat het ging om ingediende zienswijzen (in plaats van bezwaren), dan wel omdat kamer III niet bevoegd was.

 

Het aantal nog af te behandelen bezwaarschriften per 31 december 2005 bedroeg 29. Ten opzichte van eind 2004 is dit aantal iets opgelopen. Dit heeft te maken met de instroom in 2005. Dit aantal is weer gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren.

Deze eindvoorraad van Kamer III in relatie tot de normatieve jaarinstroom is relatief hoger dan bij de andere kamers.

Het aantal uitgebrachte adviezen verschilt in absolute zin van het aantal in 2004, omdat toen een inhaalslag heeft plaatsgevonden.

 

In het vorige jaarverslag is door Kamer III aandacht gevraagd voor de substantieel hogere instroom van de laatste jaren en de complexiteit van de zaken afgezet tegen de te krappe formatieve bemensing van het secretariaat. Het is dan ook verheugend te constateren dat binnen de organisatie gehoor is gegeven aan deze roep van Kamer III. Vanaf november 2005 heeft kamer III extra capaciteit in de vorm van extra uren voor ondersteuning (secretariaat ) van de Commissie, waardoor de capaciteit beter is afgestemd op de hoeveelheid bezwaarschriften die jaarlijks instroomt.

 

De gemiddelde afhandelingsduur van bezwaarschriften in 2005 bedroeg 33,64 weken. Hierbij moet wel vermeld worden dat een vijftal bezwaarschriften in deze berekening meegenomen dateren van 2002 (2 stuks) en 2003 (3 stuks). Over die jaren is de eventuele termijn van aanhouden van de zaken niet (goed)  bijgehouden.

Van de op 1 januari 2006 voorraad openstaande bezwaarschriften verkeert een groot aantal in de eindfase (fase “advies uitbrengen door de Commissie”). De verwachting is dan ook dat de gemiddelde afhandelingsduur in de loop van 2006 zal afnemen.

 


Inhoud adviezen

 

Kamer III heeft van de 31 uitgebrachte adviezen in 5 gevallen geadviseerd tot gegrondverklaring. In deze zaken is slechts in twee van de gevallen het heroverwegingsbesluit aan Kamer III toegezonden. Uit deze besluiten blijkt dat de adviezen niet zijn opgevolgd door verweerder. In drie gevallen is geen besluit ontvangen.

 

 

4.3 Prognose 2006

 

In 2005 zijn er 63 bezwaarschriften ontvangen tegen 56 in 2004 en 47 in 2003. In de eerste twee maanden van 2006 is weer een hoeveelheid bezwaarschriften ingediend (10) die de stijgende lijn van inkomende bezwaarschriften van de afgelopen jaren bevestigt.

 

 

4.4 Aandachtspunten

 

Ook in 2005 moet geconstateerd worden dat de motivering van de bestreden besluiten in een aantal gevallen te wensen over laat. In een aantal gevallen heeft Kamer III geadviseerd het besluit in stand te laten onder aanvulling van de motivering. Met name op het gebied van handhaving van de APV (elfde uitvoeringsbesluit) zijn aanbevelingen gedaan omtrent de procedure. De Commissie heeft begrepen dat de procedure inmiddels is bijgesteld.

 

Kamer III stelt vast dat de terugkoppeling door verweerder verder is verbeterd. Van de adviezen die in het vierde kwartaal 2005 zijn uitgebracht zijn in (op één na) alle gevallen van verweerder kopieën van het heroverwegingsbesluit ontvangen.

 

 

 


5.         Jaarverslag Kamer IV

 

 

5.1 Competentie

 

Kamer IV behandelt bezwaar­schriften van werknemers van de gemeente voor zover zij ambtenaar zijn in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet.

 

Als gevolg van het bepaalde in art. 8:1, 2e lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt met een besluit gelijkgesteld (citaat) "een andere handeling van een bestuursorgaan ten aanzien van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de ambtenarenwet als zodanig (..), hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgen­den”. Dit betekent dat een bezwaar dat door een ambtenaar is ingediend niet noodzakelijkerwijs gericht hoeft te zijn tegen een schriftelijk besluit zoals dat in de Awb in artikel 1:3 wordt gedefinieerd. Ook een bezwaar tegen een mondeling medegedeelde beslissing kan worden behandeld, mits met de beslissing een rechtsgevolg voor betrokkene wordt beoogd. Uiteraard is ook in dergelijke gevallen de door de Awb in artikel 6:3 gestelde beperking van kracht dat besluiten die zijn genomen in het kader van de voorbereiding van een besluit uitgesloten zijn van beroep –  en dus ook van bezwaar.

 

Daarnaast heeft Kamer IV tot 1 januari 2006 geadviseerd over bezwaren tegen besluiten aangaande het al dan niet behoren tot de doelgroep van de nieuwe Wsw (Wet sociale werkvoorziening). Het kon hier zowel gaan om aanvragen voor de verplichte herindicatie van personen die reeds op grond van de Wsw in dienst zijn van de gemeente (i.c. CombiWerk), als om personen die nog niet in dienst zijn, maar wel op de wachtlijst staan en voorts om nieuwe indicaties van personen die niet op de wachtlijst staan. Het ging hier om een restverschijnsel uit het verleden, toen Wsw-medewerkers nog onder de Ambtenarenwet vielen en op grond van de Awb het recht van bezwaar en beroep bezaten. Sinds 1 januari 1998 hebben Wsw-medewerkers van CombiWerk een rechtspositie volgens burgerlijk recht en kunnen conflicten alleen aan de civiele rechter worden voorgelegd.

 

 

5.2 Conclusies en bevindingen 2005

 

Aard van de bezwaren en wijze van afhandeling

 

In 2005 heeft Kamer IV 9 keer vergaderd, steeds in vaste bezetting. Van april 2005 tot en met augustus 2005 is het plaatsvervangend lid ingezet vanwege het niet beschikbaar zijn van een zittend lid. Kamer IV maakt gebruik van secretariële en administratieve ondersteuning.

 

In 2005 zijn er 23 adviezen uitgebracht, een afname van ongeveer 25 % ten opzichte van vorig verslagjaar. 9 bezwaarschriften zijn op andere wijze afgehandeld.

 

In 6 gevallen werd geadviseerd het bezwaar geheel gegrond  te verklaren, 13 keer werd een bezwaar geheel ongegrond bevonden, 3 keer werd geadviseerd het bezwaar deels niet-ontvankelijk /deels ongegrond te verklaren en in 1 geval was het bezwaar niet ontvankelijk.

 

In totaal zijn er in het verslagjaar 6 bezwaarschriften ingetrokken, een aantal dat iets kleiner is dan in voorgaande jaren. Verder zijn er 2 bezwaarschriften doorgestuurd naar het UWV en 1 bezwaarschrift was in feite geen bezwaarschrift maar een zienswijze en is derhalve doorgestuurd naar de betreffende afdeling.

De gemiddelde doorlooptijd van alle afgehandelde zaken in 2005 bedroeg 20 weken.

 

Gelet op voorgaande jaren kan wederom geconstateerd worden dat het overgrote deel van de uitgebrachte adviezen betrekking had op bezwaren tegen functiebeschrijvingen en –waarderingen. Het

betrof in het bijzonder de functies van ‘consulent zelfstandigen’, ‘medewerker archief’, ‘integraal manager

1’ en ‘projectleider’.

Daarnaast heeft Kamer IV in 5 gevallen advies uitgebracht met betrekking tot diverse vergoedingen (reiskostenvergoeding, EHBO-vergoeding en IZA-premievergoeding).

Andere onderwerpen kwamen slechts incidenteel voor, eervol ontslag – waarover 3 bezwaarschriften - nog het meest. 

 


redenen van gegrondverklaring

 

In de adviezen die kamer IV in 2005 heeft uitgebracht, is 3 keer tot gegrondverklaring geadviseerd op grond van een onzorgvuldige voorbereiding van het bestreden besluit en 3 keer op grond van een motiveringsgebrek.

 

 

de beslissingen naar aanleiding van de adviezen

 

Op grond van artikel 22 van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften behoort de Commissie een afschrift te ontvangen van de beslissing op een bezwaar. Kamer IV heeft in 2005 in 11 zaken een heroverwegingsbesluit ontvangen.

In 6 zaken adviseerde de Commissie tot gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring. In 2 van deze zaken heeft het college van burgemeester en wethouders het advies gevolgd.

In 4 zaken, waarvan in 2 zaken reeds begin 2005 een advies door Kamer IV is uitgebracht, is nog geen heroverwegingsbesluit ontvangen.

 

 

Beroep

 

Tegen 2 zaken waarover in 2005 is geadviseerd, is nog in 2005 beroep ingesteld. Het betreft twee zaken waarin de Commissie had geadviseerd de bezwaren ongegrond te verklaren. Het college van burgemeester en wethouders hebben conform het advies van de Commissie een heroverwegingsbesluit genomen.

Verder is in 2005 beroep ingesteld in 2 zaken waarover de Commissie in 2004 had geadviseerd, één daarvan is inmiddels weer ingetrokken. De uitspraak in voornoemde zaken wordt ofwel pas in 2006 verwacht dan wel is de Commissie in strijd met art. 23 van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften nog niet op de hoogte gesteld van de uitspraak.

 

 

5.3 Prognose 2006

 

In het vorig jaar werd de verwachting uitgesproken dat er in 2005 weinig kwantitatief zou veranderen ten opzichte van 2004. De prognose voor 2005 luidde dat er 25-35 nieuwe bezwaarschriften zouden binnenkomen, dat het aantal uitgebrachte adviezen daarmee ongeveer gelijke tred zou houden, dat er circa 10 ingediende bezwaren zouden worden ingetrokken en dat er 5-10 zaken niet in 2005 zouden kunnen worden afgehandeld. Gesteld kan worden dat deze verwachting, op het aantal ingetrokken bezwaarschriften na, redelijk is uitgekomen.

 

Hoewel zich in 2005 verder geen ontwikkelingen hebben aangekondigd op grond waarvan zou kunnen worden verwacht dat in 2006 aanzienlijk meer dan wel minder bezwaarschriften zullen worden ingediend, kan geconstateerd worden dat de instroom, wat de eerste twee maanden van 2006 betreft, met 12 bezwaarschriften vrij hoog is. In 2005 waren er rond die tijd 3 bezwaarschriften ontvangen.

 

De verwachting is dat het algemene beeld bij kamer IV naar alle waarschijnlijkheid zal gaan afwijken ten opzichte van 2005, in ieder geval wat het aantal nieuwe bezwaarschriften betreft en daarmee samenhangend het aantal uitgebrachte adviezen.

 

 

5.4  Aandachtspunten

 

v     Kamer IV heeft het afgelopen jaar enkele malen geconstateerd dat aan genomen primaire besluiten een bevoegdheidsgebrek/mandateringsgebrek kleefde. Daar is inmiddels bij het verwerend vakteam aandacht voor gevraagd.

v     Daarnaast is een aantal malen geconstateerd, dat m.b.t. de functiewaarderingsprocedures het besluitvormingsproces niet helder wordt gemarkeerd met de formeel voorgeschreven voor bezwaar vatbare besluiten, te weten een besluit inzake vaststelling functieprofiel en een besluit inzake vaststelling functiewaardering cq. inschaling; met name het eerstgenoemde besluit ontbrak stelselmatig.


6.         Commissie in cijfers

 

 

6.1        Algemeen

 

In 2005 zijn bij de Commissie in totaal 1362 nieuwe bezwaarschriften ingediend.

De ontwikkeling van het aantal nieuw ingediende bezwaarschriften per jaar vanaf 1995 en de verdeling over de verschillende Kamers is als volgt:

 

verslagjaar

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

Kamer I

149

200

128

100

106

124

195

312

167

243

667

Kamer II

439

351

649

530

788

404

414

501

430

570

604

Kamer III

  25

  35

  25

  39

  31

  43

  53

  33

  43

56

63

Kamer IV

    5

  13

  22

  21

  19

  18

  49

  38

  28

31

28

Totaal

618

599

824

690

944

589

711

884

668

900

1362

 

 

Niet alle ingediende bezwaarschriften leiden tot een advies van de Commissie. Veel bezwaarschriften worden ingetrokken vóórdat een hoorzitting over de zaak plaatsvindt, hetzij omdat het bestuursorgaan in de bezwaren al meteen aanleiding ziet het besluit te herzien, hetzij omdat de reclamant ervan af ziet om de zaak door te zetten. Ook leidt de hoorzitting over een zaak er nogal eens toe dat partijen alsnog overeenstemming bereiken en de Commissie geen advies meer hoeft uit te brengen. 

 

 

 

Een overzicht van de inhoud van de adviezen van de Commissie over de laatste vijf jaar, geeft het volgende beeld:

 

inhoud adviezen

2001

2002

2003

2004

2005

(deels) gegrond

94 (31%)

83 (16%)

145 (24%)

152 (27%)

494 (39%)

ongegrond

168 (56%)

324 (63%)

359 (58%)

326 (58%)

560 (45%)

niet-ontvankelijk

38 (13%)

105 (21%)

112 (18%)

85 (15%)

201 (16%)

Totaal

300

512

616

563

1255

 

 

 

Tussen 1 januari en 31 december 2005 zijn in totaal 1486 bezwaarschriften afgehandeld: 1243 door middel van een advies en 243 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken of het primaire besluit is herzien.

 

in- en uitstroom bezwaarschriften 2005

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Werkvoorraad per 1 januari 2005

103

380

22

9

514

Bij: nieuw ingekomen in 2005

667

604

63

28

1362

Af: uitgebrachte adviezen in 2005

606

595*

31

23

1255

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

25

184

25

9

243

Werkvoorraad per 31 december 2005

139

217

29

5

390

2 bij 12 cliënten zijn over 1 bezwaarschrift 2 aparte adviezen uitgebracht.


6.2        Kamer I

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

 

Verslagjaar

 2005

2004

2003

2002

2001

Aantal vergaderingen

36

31

41

22

22

Gemiddelde vergaderduur

3,5 u

3,5 uur

  3,5 uur

3,5 uur

3,5 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

15,25[1]

5

5

4

3

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

 

Status

2005

2004

2003

2002

2001

Werkvoorraad op 1 januari

103

53

199

132

84

Bij: nieuw ingekomen

667

243

167

312

195

Af: advies uitgebracht

606

154

231

201

102

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

25

39

82

44

45

Nog in behandeling op 31 december

139

103

53

199

132

 

 

Tabel 3: Onderwerpen van de bezwaarschriften

 

Onderwerp

Aantal

Soc/soc.med. urgentie

35

Bouw-, sloop-, monumentenvergunning

195

Handhaving

10

Kapvergunning

320

Verkeersbesluit

83

Gehandicaptenparkeerkaart

6

Vangnetregeling

6

Overig

12

Totaal

667

 


 

Tabel 4: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Onderwerp

Gegrond

Ongegrond

Gegrond/ ongegrond

Niet-

ontvankelijk

Totaal

Soc/soc.med.urgentie

7

19

-

4

30

Bouw-, sloop-, mon-vergunning

5

50

5

22

82

Handhaving

2

7

-

1

10

Kapvergunning

288

3

-

89

380

Verkeersbesluit (incl. GPP)

1

73

7

4

85

Gehandicaptenparkeerkaart

1

3

-

-

4

Vangnetregeling

1

3

-

-

4

Overig

-

5

3

3

11

Totaal

305

163

15

123

606

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

 

Omschrijving

Aantal

Nieuwe feiten en omstandigheden

1

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

2

Andere afweging van belangen

2

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

3

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

3

Onzorgvuldige voorbereiding

161

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

-

Motiveringsgebrek

148

Totaal

320

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

Inhoud advies                                  

2005

2004

2003

2002

2001

Gegrond                                               

305

34

37

4

16

Gedeeltelijk gegrond                              

15

5

18

9

8

Ongegrond

163

91

125

107

58

Niet-ontvankelijk

123

24

51

81

20

totaal

606

154

231

201

102

 


6.3                    Kamer II

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

 

Verslagjaar

2005

2004

2003

2002

2001

Aantal vergaderingen

74

61

45

55

36

Gemiddelde vergaderduur

4,5 uur

5 uur

5 uur

5 uur

4,5 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

8

6

7

5

5

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

 

Status

2005

2004

2003

2002

2001

Werkvoorraad op 1 januari

380

297

383

374

290

Bij: nieuw ingekomen

604

570

430

501

414

Af: advies uitgebracht

595ı*

337ı*

327

253

168

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

184²**

154²

195

239

162

Nog in behandeling op 31 december

217

380

297

383

374

* bij 12 cliënten zijn over 1 bezwaarschrift 2 aparte adviezen uitgebracht

** 3 bezwaarschriften zin doorgezonden naar Vakteam Belastingen

ı   Betreft 1 advies over bezwaarschrift dat in 2001 is ingekomen, 8 in 2002,  21 in 2003 en 279 in 2004 ingekomen bewaarschriften).

²   Van de in 2005 ingediende bezwaarschriften zijn er 29 ingetrokken (incl. voorgaande jaren: 39) 92 zijn door de Sector WIZ herzien en vervolgens door reclamant ingetrokken. Voorts zijn in 2005 nog 55 van de in 2002, 2003 en 2004 ingediende bezwaarschriften op deze wijze afgedaan.

 

 

 Tabel 3: Onderwerpen bezwaarschriften

 

Onderwerp

Aantal

Algemene bijstandswet (Abw)

517

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz, annex Abw/WWB)

8

Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte

Werkloze Werknemers (IOAW)

-

Indicatie voor verkrijgen aanleunwoning

11

Regeling Opvang Asielzoekers (ROA) en Zorgwet VVTV

2

Wet Voorzieningen Gehandicapten

54

Kortingsregeling (Sportfonds)

9

Wet Inburgering Nieuwkomers

-

Tegemoetkoming huurlasten onzelfstandige wooneenheden (Thowe)

3

Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw)

-

Totaal

604

 


 

Tabel 4 : Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Onderwerp

Gegrond

Gedeeltelijk gegrondı

Ongegrond

Niet-ontvankelijk

Totaal

Abw

67

68

274

57

466

WVG

16

5

82

5

108

Overig

7

-

12

2

21

Totaal

90

73

368

64

595

ı In tegenstelling tot bijvoorbeeld bij Kamer I gaat het hier niet om een gedeeltelijke gegrondverklaring  wegens bijvoorbeeld een motiveringsgebrek, maar om de situatie dat de indiener bijvoorbeeld een financiële tegemoetkoming krijgt die lager is dan waar deze meende recht op te hebben, maar hoger dan hem in het primaire besluit door WIZ was toegekend.

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

 

Omschrijving

Abw

Abw/

Terugvordering

WVG

Overig

Totaal

Nieuwe feiten en omstandigheden

10

3

1

-

14

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

38

17

9

1

65

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

33

3

2

1

39

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

3

1

6

-

10

Onzorgvuldige voorbereiding

7

23*

-

-

30

Strijd met beginsel van de rechtszekerheid

1

-

2

1

4

Motiveringsgebrek **

1

-

-

-

1

Totaal

93

47

20

3

163

*  Indien is gebleken dat in het bestreden besluit het bedrag van de terugvordering te hoog is vastgesteld, is dit aangemerkt als ‘onzorgvuldige voorbereiding’

** Kamer II merkt besluiten waarin een onjuiste wettelijke grondslag was vermeld, maar die op andere gronden wel in stand konden blijven, als ongegrond aan. Die – veel voorkomende – gevallen ontbreken dan ook in deze specificatie van de (gedeeltelijk) gegrond­verklaringen.

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Inhoud advies

2005

2004

2003

2002

2001

Gegrond

90

56

28

27

39

Gedeeltelijk gegrond

73

35

39

32

22

Ongegrond

368

203

212

173

93

Niet-ontvankelijk

64

43

38

21

14

Totaal

595

337

327

253

168

 

 


6.4                    Kamer III

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

 

Verslagjaar

2005

2004

2003

2002

2001

Aantal vergaderingen

10

11

-

12

9

Gemiddelde vergaderduur

3 uur

2,5 uur

-

3 uur

3 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

3

2

-

2

4

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

 

Status

2005

2004

2003

2002

2001

Werkvoorraad op 1 januari

22

43

51

62

25

Bij: nieuw ingekomen

63

56

43

33

53

Af: advies uitgebracht

31

40

37

37

10

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

25

37

14

7

6

Nog in behandeling op 31 december

29

22

43

51

62

 

 

Tabel 3: Onderwerpen bezwaarschriften

 

Onderwerp

Aantal

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

16

Drank en Horecawet

-

Wet openbaarheid van bestuur

2

Zalmsnip

-

Bestuurlijke maatregel

5

Exploitatieverordening (horeca)

4

GBA

7

Gemeentelijke wate­ren

2

Reclameverordening

-

Subsidie

8

Wet voorkeursrecht gemeenten

7

Overig

12

Totaal

63

 


Tabel 4: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Onderwerp

Ge­grond

Onge­grond

     Niet-ontvankelijk

  To­taal

APV

-

6

2

8

Bestuurlijke maatregel

-

2

-

2

Wet openbaarheid van bestuur

-

1

-

1

Wet voorkeursrecht gemeenten

-

1

2

3

GBA

-

1

-

1

Gemeentelijke wate­ren

2

1

1

4

Subsidie

1

1

-

2

Reclameverordening

1

-

-

1

Zalmsnip

-

2

-

2

Marktverordening

1

-

1

2

Overig

-

1

4

5

Totaal

5

16

10

31

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

 

Omschrijving

Aantal

 Nieuwe feiten en omstandigheden

-

 Andere afweging van feiten en omstandighe­den

1

 Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

2

 Andere interpretatie van regelgeving en beleid

-

 Onzorgvuldige voorbereiding

1

 Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

1

 Motiveringsgebrek

-

 Totaal

5

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Inhoud advies

2005

2004

2003

2002

2001

 Gegrond

5

11

9

5

4

 Ongegrond

16

14

9

29

3

 Niet-ontvankelijk

10

15

20

3

3

 Totaal

31

40

38

37

10

 

 


6.5        Kamer IV

 

 

Tabel  1:  Vergaderingen

Verslagjaar

2005

2004

2003

2002

2001

Aantal vergaderingen

9

10

8

12

5

Gemiddelde vergaderduur

2.30 uur

2.35 uur

2.50 uur

1.50 uur

2.55 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

2,6

2,7

3,4

2,25

3,8

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

Status

2005

2004

2003

2002

2001

Werkvoorraad op 1 januari

9

19

23

26

8

Bij: nieuw ingekomen

28

31

28

38

49

Af: advies uitgebracht

23

32

21

21

20

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies[2]

9

9

11

20

11

Nog in behandeling op 31 december

5

9

19

23

26

 

 

Tabel 3: Onderwerpen bezwaarschriften

 

 Onderwerp

Aantal

Aanstelling, bezoldiging, vergoeding e.d.

7

Bevordering

-

Disciplinaire maatregelen (waaronder ontzegging toegang, schorsing, ontslag)

1

(Eervol) ontslag

2

Functiebeschrijving en –waardering

7

Herplaatsing/tijdelijke werkzaamheden

3

Nevenwerkzaamheden

-

Reïntegratietraject

2

Verlof

2

Overige bezwaren

4

Totaal

28

 


Tabel 4: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Onderwerp

Ge­grond

Ongegrond

  Ongegrond/

niet ontvankelijk

     Niet-ontvankelijk

Totaal

  Aanstelling

-

-

-

-

-

Bezoldiging

-

1

-

-

1

(Eervol) ontslag

1

2

-

-

3

Functiebeschrijving en -waardering

-

7

2

1

10

Gratificaties/toeslagen

-

-

-

-

-

Indicatie/herindicatie Wsw

2

-

-

-

2

Nevenwerkzaamheden

-

-

-

-

-

Plaatsing/herplaatsing

-

-

1

-

1

Vergoedingen

2

3

-

-

5

Verlof

1

-

-

-

1

Totaal

6

13

3

1

23

 

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

 

Omschrijving

Aantal

Nieuwe feiten en omstandigheden

-

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

-

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

-

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

-

Onzorgvuldige voorbereiding

3

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

-

Motiveringsgebrek

3

Totaal

6

 

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

 

Inhoud advies

2005

2004

2003

2002

2001

Gegrond (geheel dan wel gedeeltelijk)

6

11

4

7

5

Ongegrond (geheel dan wel gedeeltelijk)

13

18

14

14

14

Niet-ontvankelijk/ongegrond

Niet-ontvankelijk

3

1

-

3

-

3

-

-

-

              1

Totaal

23

32

21

21

20

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                    BIJLAGEN

 

 

 

 


Bijlage 1

 

 

Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften bij de Commissie

 

 

De procedure voor de behandeling van bezwaarschriften door de Commissie is in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de verordening vastgelegd. De verschillende Kamers volgen in de praktijk over het algemeen dezelfde werkwijze.

 

Voorprocedure, ontvangstbevestiging

Een bezwaarschrift wordt door de postafdeling van de gemeente gestuurd aan de secretaris van de bevoegde Kamer van de Commissie. Dit betekent dat deze afdeling de inkomende brief moet herkennen als een bezwaar­schrift. In de praktijk levert dit weinig problemen op. Op de envelop of in de aanhef van de brief vermelden de meeste indieners van bezwaarschriften (verder aangeduid met 'reclamanten') het woord ‘bezwaar­schrift’. In twijfelge­vallen wordt de brief in het algemeen voor de zekerheid aan een van de secretarissen voorgelegd. De postafdeling verstuurt een eerste korte ontvangstbevestiging.

De secretaris beoordeelt of het bezwaar­schrift volledig is en tijdig is ingediend. Is dat het geval, dan stuurt de secretaris een ontvangstbevestiging met daarbij informatie over het verdere verloop van de procedure.

Als wel een gebrek geconsta­teerd wordt, dan verzoekt de secretaris schriftelijk aan de reclamant om het gebrek binnen een bepaalde termijn te herstellen. In veel gevallen gaat het om het ontbreken van een onderbouwing van de bezwaren (dit worden ‘pro forma’-bezwaarschriften genoemd, alvast ingediend om de termijn veilig te stellen), maar het kan ook het ontbreken van een (bevoegde) ondertekening betreffen.

De termijn waarbinnen bezwaar moet worden gemaakt bedraagt zes weken, te rekenen vanaf de datum van bekendma­king van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. Wanneer de termijn is overschreden, dan wordt de reclamant verzocht de redenen voor de termijnover­schrijding aan te geven. Als blijkt dat er gegronde redenen zijn, dan kan toch een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift plaatsvinden.

 

Als het bezwaarschrift compleet is, dan stuurt de secretaris aan de reclamant een op de situatie aangepaste ontvangstbe­vestiging met daarbij informatie over het verdere verloop van de procedure.

 

Verzoek om verweer

Het bestuursorgaan, door tussenkomst van het vakteam dat het bestreden besluit heeft voorbereid, ontvangt van de secretaris een schriftelijk verzoek om binnen een bepaalde termijn een verweerschrift in te dienen en de rele­vante informa­tie uit het dossier mee te zenden. Zodra de secretaris het verweerschrift heeft ontvan­gen, kan de zaak geagendeerd worden voor de eerstvolgende hoorzitting.

 

Juridisch kader / notitie

In het algemeen maakt de secretaris ten behoeve van de Commissie een notitie / juridisch kader waarin opgenomen zijn de relevante feiten, de juridische bepalingen, de eventuele onduidelijkheden in het primaire besluit en het verweer, en de aan de reclamant en verweerder tijdens de hoorzitting te stellen vragen.

 

Hoorzitting

De wet schrijft dwingend voor dat de reclamant in de gelegenheid wordt gesteld om te worden gehoord. Slechts in enkele gevallen kan een hoorzitting achterwege blijven. Dit is het geval bij kennelijke niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, bijvoorbeeld wanneer een bezwaarschrift duidelijk te laat is ingediend en daarvoor geen goede redenen zijn. Kennelijke ongegrondheid kan ook een reden zijn om de hoorzitting achterwege te laten. Uit de jurispru­dentie blijkt overigens dat men voorzichtig moet zijn met het kwalificeren van bezwaren als kennelijk ongegrond. In de praktijk komt het dan ook nagenoeg nooit voor dat een hoorzitting om deze reden achterwege blijft.

Reclamanten zijn niet verplicht om op de hoorzitting te verschijnen; zij kunnen zelfs afzien van het recht om te worden gehoord. Wanneer zowel de reclamant als het bestuursorgaan afzien van de hoorzitting, dan beoordeelt de Commissie de zaak op basis van de stukken.

 


Ten minste twee weken voor de hoorzitting ontvangen de betrokken partijen een uitnodiging.

In de verordening is geregeld dat de hoorzittin­gen bij Kamer I en Kamer III in beginsel openbaar zijn. De commissie kan onder omstandighe­den bepalen dat de zitting met gesloten deuren plaats­vindt. De zittingen van de Kamers II en IV zijn op grond van de verordening altijd besloten.

De hoorzittingen van de Kamers I en III worden, met vermelding van de onderwerpen, aangekondigd in de Stadskrant, om geïnteresseerden in de gelegenheid te stellen de hoorzittingen bij te wonen; de stukken voor de hoorzitting liggen ter inzage bij de Publieksbalie van de gemeente.

 

De gang van zaken tijdens de hoorzitting is als volgt.

De recla­mant wordt uitgenodigd het bezwaarschrift mondeling toe te lichten en te reageren op het verweer­schrift. Daarna is het woord aan de vertegenwoordiger(s) van het bestuursorgaan. Na de toelichting van beide partijen op hun standpunten kunnen de commis­sieleden vragen stellen aan partijen. Ten slotte vraagt de voorzitter of de aanwezi­gen nog een afron­dende opmerking willen maken.

 

Beraadslaging en advies

Na de hoorzitting beraadslaagt de com­missie in beslotenheid over het uit te brengen advies.

De secretaris stelt vervolgens een concept-advies op en stuurt dit naar de voorzitter (en eventueel aan de leden). Als de voorzitter met het advies akkoord is, wordt het ondertekend en verzonden aan de reclamant en aan het bestuursorgaan. De secretaris verzoekt aan het bestuursorgaan de desbetreffende kamer een kopie toe te sturen van het uiteindelijke be­sluit dat het bestuursorgaan, aan de hand van het advies, heeft genomen.

Alleen de besluiten, waarin contrair aan het advies van de desbetreffende kamer wordt besloten, zendt de secretaris in kopie aan de commissieleden toe.

 

Nieuw besluit tijdens bezwaarschriftprocedure

Het komt voor dat het bestuursorgaan in het ingediende bezwaarschrift al direct aanleiding ziet om het bestreden besluit aan te passen, nog voordat een behandeling bij de commissie heeft plaatsge­von­den. Het staat het bestuursorgaan in beginsel vrij om in dat geval een nieuw besluit te nemen.

Wanneer een nieuw besluit is genomen, wordt het bezwaarschrift op grond van de wet geacht mede gericht te zijn tegen dat nieuwe besluit, tenzij laatstbedoeld besluit aan het bezwaar of beroep geheel tegemoet komt.

 

Pas nadat reclamant schriftelijk of mondeling heeft laten weten dat het nieuwe besluit aanleiding geeft om het bezwaarschrift in te trekken, is de zaak formeel afgerond en hoeft geen verdere behandeling plaats te vinden. Wanneer een reclamant een nieuw besluit heeft ontvangen, dan wordt echter vaak geen reactie van reclamant meer vernomen. De secretaris van de Commissie verzoekt de reclamant in dergelijke gevallen schriftelijk aan te geven of deze de bezwaarschrift­procedure wil voortzet­ten. Vaak is daarna nog een herinneringsbrief nodig, waarin dan vermeld staat dat als binnen een bepaalde termijn niets vernomen is, de Commissie ervan uitgaat dat reclamant het bezwaarschrift heeft ingetrokken.


Bijlage 2

 

 

Tekst van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften

 

 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Delft;

 

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van 9 maart 2004;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

 

b e s l u i t e n:

 

I

in te trekken de Verordening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften

 

II

vast te stellen de volgende

 

Verordening Adviescommissie voor bezwaarschrif­ten.

 

                                                                      

Hoofdstuk 1. Algemeen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

.          commissie: de Adviescommissie voor bezwaarschriften als genoemd in artikel 2;

.          verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

.          commissielid/niet raadslid: een lid als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Verordening op de raadscommissies 2002.

.          extern lid: een lid van de commissie, geen deel uitmakend van en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, niet zijnde commissielid/niet raadslid.

.          het college: het college van burgemeester en wethouders

 

 

Hoofdstuk 2 .Taak en samenstelling van de commissie

 

Artikel 2. Taak commissie

1.  Er is een commissie die het bestuursorgaan ad­viseert over de beslissing die genomen zal worden op bezwaarschriften die ingediend zijn bij het bestuursorgaan op grond van de Algemene wet be­stuursrecht of enige andere wettelijke regeling.

2.  Van het bepaalde in lid 1 zijn uitgesloten bezwaar­schriften betreffende:

.             de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

.             de Milieuwetgeving, met uitzondering van de Lozingsverordening en de Afvalstoffenverordening

.             de Onteigeningswet;

.             de heffing en invordering van gemeen­telijke belastin­gen als genoemd in artikel 219 van de Ge­meentewet;

.             de waardering van onroerende zaken als bedoeld in de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ);

.             de regeling Functioneel Leeftijdsontslag (FLO), de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU), de Suppletieregeling, de bovenwettelijke WW-regeling en de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders gemeente Delft 1992.

3.  De uitzondering genoemd in artikel 2 sub a geldt niet ten aanzien van bezwaar­schriften ingediend tegen een beslissing op een verzoek om vrijstelling op basis van de artikelen 17 t/m 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en tegen voorbereidingsbesluiten op grond van artikel 21 van de WRO.

4.  De commissie adviseert niet over een gevraagde vergoeding op grond van de Wet kosten bestuurlijke voorprocedures.

 


Artikel 3. De kamers

1.       De commissie bestaat uit vier kamers:

       I.      een kamer belast met zaken op het gebied van bouwen, wonen en verkeer;

       II.     een kamer belast met zaken op het gebied van werk, inkomen en zorg;

       III.    een kamer belast met zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV.

IV.   een kamer belast met zaken betreffende de rechtspositie van gemeentelijk personeel en betreffende de indicatie in het kader van de Wet sociale werkvoorziening.

2.       Bepalingen in deze verordening betreffende de werkwijze van de commissie zijn van overeenkomstige toepassing op de kamers.

 

Artikel 4. Samenstelling en benoeming leden

1.       De commissie heeft in totaal zestien leden:

-        de kamers I en III bestaan elk uit twee externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en een raadslid dan wel een commissielid/niet-raadslid;

-        kamer II bestaat uit vijf externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en twee raadsleden dan wel commissieleden/niet-raadsleden;

-        kamer IV bestaat uit drie externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer.

2.       De externe leden van de commissie, waaronder de voorzitters, worden door de burgemeester, het college en de raad per kamer benoemd.

3.       De burgemeester, het college en de raad benoemen tevens per kamer een genoegzaam aantal plaatsvervangende externe leden. Plaatsvervangende leden kunnen in meerdere, doch ten hoogste twee kamers benoemd worden. Een extern lid als bedoeld in het tweede lid van dit artikel kan tevens benoemd worden als plaatsvervangend extern lid in één andere kamer.

4.       De burgemeester, het college en de raad benoemen uit het midden van de raad of uit de commissieleden/niet-raadsleden het aantal desbetreffende leden zoals in lid 1 van dit artikel per kamer is bepaald en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

5.   Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met de betrekking van:

a.           lid van het college;

b.           ambtenaar of werknemer in dienst van de gemeente Delft;

c.      adviseur dan wel lid van een adviesorgaan dat de gemeente adviseert over zaken die ingevolge artikel 2 tot de competentie van de commissie behoren.

 

Artikel 5. (Plaatsvervangend) voorzitterschap

.           Als voorzitter van de commissie treedt op de voorzitter van kamer I. De voorzitters van de kamers II, III en IV zijn tevens plaatsvervangend voorzitter van de commissie, in volgorde van hun benoeming.

.           Als plaatsvervangend voorzitter van de kamers I, II, III en IV treden op de externe leden, respectievelijk de plaatsvervangende externe leden, die in de betreffende kamer zijn benoemd.

 

Artikel 6. Benoemingstermijnen

1.       De externe leden als bedoeld in artikel 4 lid 2, worden in een kamer benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen twee keer in dezelfde of een andere kamer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Van deze twee herbenoemingen kan er slechts één een herbenoeming zijn als zittend lid. Plaatsvervangend leden als bedoeld in artikel 4 lid 3 worden in een kamer benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen twee keer herbenoemd worden in dezelfde of een andere kamer als plaatsvervangend lid of als zittend lid.

2.       De zittingsduur van de leden van de commissie als be­doeld in artikel 4, vierde lid, is gelijk aan die van de raad. Zij zijn terstond herbenoembaar.

 

Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap

1.       Het lidmaatschap van de commissie eindigt, zonder dat hiertoe een besluit van de burgemeester, het college of de raad is vereist, in geval van

-        het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in artikel 6

-        opzegging

-        overlijden.

2.       De burgemeester, het college en de raad gezamenlijk kunnen besluiten een lid van de commissie vóór het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in artikel 6 ontslag te verlenen als het betreffende lid niet naar behoren functioneert. Voordat het besluit genomen wordt, wordt het betreffende lid in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op het voornemen tot het verlenen van ontslag.

 


Artikel 8. Vergoedingen (plaatsvervangende) externe leden en voorzitters

1.       De (plaatsvervangende) externe leden en de commissieleden/niet-raadsleden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de com­missie en andere noodzakelijke bijeenkomsten, krachtens de regeling die in artikel 96 van de Gemeen­te­wet is vastgesteld.

2.       Voor het optreden als voorzitter van de vergaderingen van de commissie of een kamer ontvangt het betreffende (plaatsvervangende) externe lid een dubbele vergoeding als bedoeld in het eerste lid.

3.       Overige kosten terzake van andere werkzaam­heden of bemoeiingen ten behoeve van de commissie worden vergoed op basis van de werkelijk gemaakte en aantoonbare kosten.

 

Artikel 9. Het voorzittersoverleg

De voorzitters van de kamers komen ten minste tweemaal per jaar bijeen voor overleg.

 

Artikel 10. Het secretariaat

.          Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een of meer ambtenaren die door het college zijn aangewezen.

.          Elke kamer wordt bijgestaan door een secretaris. Het college stelt terzake nadere regels vast.

.          De secretaris is in de uitoefening van zijn functie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie. Het college stelt terzake nadere regels vast.

.          De secretarissen van de kamers komen ten minste twee maal per jaar bijeen voor overleg.

 

 

Hoofdstuk 3. Werkwijze van de commissie

 

Artikel 11. Ontvangst bezwaarschrift

.          Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

.          Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.

.          Als in het bezwaarschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke of rechts)persoon kan de voorzitter de indiener verzoeken een schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke of rechts)persoon over te leggen.

 

Artikel 12. Verplichting verwerend orgaan

Het verwerend orgaan is verplicht tijdig aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

 

Artikel 13. Inlichtingen en adviezen inwinnen

.          De voorzitter van de commissie is in verband met de voorberei­ding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste in­lichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

.          De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen op de hoorzitting te ver­schijnen.

.          Als er voor het bestuursorgaan een wettelijke ver­plichting bestaat of indien er een wens bestaat, alvo­rens op een bezwaarschrift te beslissen, tevens advies in te winnen van een andere commissie dan de adviescommissie voor bezwaarschriften, dan wacht laatstgenoemde commissie, al­vorens tot be­handeling van een bezwaarschrift in het kader van deze verordening over te gaan, dit advies af en betrekt het bij de behandeling en het uit te brengen advies.

 

Artikel 14. Bevoegdheden voorzitter

1.       De voorzitter stelt de indiener in de gelegenheid het verzuim als bedoeld in de artikelen 6:5 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen een bepaalde termijn te herstellen.

2.       Tevens oefent de voorzitter de bevoegdheden uit als bedoeld in de volgende artikelen van de Awb:
-    6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;
-    7:4, lid 2 en lid 6
-    7:6, lid 2 en lid 4.

3.       De voorzitter kan de bevoegdheden genoemd in dit artikel en in artikel 11 lid 3, artikel 13 lid 1 en lid 2, artikel 15 lid 1 en artikel 16 mandateren aan de secretaris van de commissie.

 


Artikel 15. Hoorzitting

.          De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijd­stip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld in persoon of bij ge­machtigde door de commissie gehoord te worden.

.          De voorzitter kan een gemachtigde die ter zitting verschijnt verzoeken een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging te overleg­gen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschre­ven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

.          De voorzitter kan bepalen dat, gelet op artikel 7:3 Awb, afgezien wordt van het horen van belanghebbenden; daarvan wordt mededeling gedaan aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

.          Het horen geschiedt in beginsel door drie leden van de commissie, waarvan in beginsel twee externe leden en een lid als bedoeld in artikel 4 lid 4. De voorzitter kan besluiten dat het horen geschiedt door een of twee leden van de commissie.

 

Artikel 16. Aankondiging hoorzitting; verzoek om uitstel

1.       De voorzitter deelt belanghebbenden en het verwe­rend orgaan tijdig voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld door de commissie gehoord te worden.

2.       Een belanghebbende of het verwerend orgaan die wijzi­ging wenst van het tijdstip van de zitting, kan daartoe, onder opgaaf van redenen, een verzoek indienen bij de voorzitter.

3.       De beslissing van de voorzitter op een verzoek genoemd in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk aan de betrokkene meegedeeld.

4.       De voorzitter ziet erop toe dat tijdig al hetgeen op basis van het bepaalde in artikel 7:4 Awb aan de commissie is kenbaar gemaakt, be­kend is bij alle betrokken partijen.

 

Artikel 17. Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

 

Artikel 18. Openbaarheid hoorzitting

.          De hoorzitting is openbaar.

.          De deuren worden gesloten als de voorzitter van de commis­sie of één van de aanwezige leden het nodig oor­deelt, of de in­diener van het bezwaarschrift daarom verzoekt.

.          Als de meerderheid van de aanwezige commissieleden vervolgens beslist dat zwaarwegende be­langen zich tegen openbaarheid van de zitting verzet­ten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

.          In afwijking van het hiervoor in de leden 1, 2 en 3 bepaalde zijn de zittingen van de kamers II en IV niet openbaar.

 

Artikel 19 Nader onderzoek

.          Als na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

.          De informatie die uit het nader onderzoek is verkregen wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

.          De voorzitter beslist of het noodzakelijk is een nieuwe hoorzitting te beleggen.

.          Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 20. Beraadslaging en advisering

.          De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies dat aan het bestuursorgaan wordt uitgebracht.

.          De beslissing over het advies wordt genomen door drie leden.

.          De commissie beslist over het uit te brengen advies met meer­derheid van stemmen.

.          Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies mel­ding gemaakt als die minderheid dit verlangt.

.          Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

.          Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie onderte­kend.

 


Artikel 21. Uitbrengen advies

Het advies wordt samen met het verslag van de hoorzitting tijdig aan het bestuursorgaan uitgebracht.

De indiener van het bezwaarschrift en overige belanghebbenden ontvangen hiervan te zelfder tijd een afschrift.

 

Artikel 22. Toezending beslissing op bezwaarschrift

.          De commissie ontvangt een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.

.          Van het bepaalde in lid 1 kan op verzoek van de commis­sie worden afgewe­ken.

.          Voor zover sprake is van overige belanghebbenden, anders dan bedoeld in de artikelen 7:12 en 7:26 van de Algemene wet bestuursrecht, ontvangen ook zij een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.

 

Artikel 23. Vervolgprocedures

De commissie ontvangt een afschrift van rechterlijke uitspraken in vervolgprocedures.

 

Artikel 24. Jaarverslag

De commissie zendt jaarlijks een verslag van haar werk­zaamheden aan de burgemeester, het college en de raad.

 

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

 

Artikel 25

De Verordening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften wordt ingetrokken.

 

Artikel 26

Op de (plaatsvervangende) externe leden die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening reeds zitting hebben in de commissie is lid 1 van artikel 6 van toepassing.

 

Artikel 27

Deze verordening treedt zes weken na bekendmaking in werking.

 

Artikel 28

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Adviescom­missie voor bezwaarschriften.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2004.

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot                                      ,burgemeester

 

 

 

R. de Groot                                                       ,griffier.

 

Bekendgemaakt 28 maart 2004. Inwerkingtreding 10 mei 2004.

 

 



[1] Tegen sommige besluiten zijn veel bezwaarschriften ontvangen; deze aantallen geven een vertekend beeld voor het gemiddeld aantal behandelde bezwaarschriften ter zitting.

[2] Waarvan 6 ingetrokken, 2 doorgezonden en 1 anders afgehandeld