De raad van de gemeente
Delft
gelezen het voorstel van het College van burgemeester
en wethouders van 3 oktober 2006;
gelet op artikel 229, eerste
lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
gezien het advies van de commissie Bestuur en Werk;
b e s l u i t
vast te stellen de volgende
Verordening
op de heffing en de invordering van reinigingsheffingen 2007
(Verordening reinigingsheffingen
Delft 2007).
Hoofdstuk 1 Algemene
bepalingen
Artikel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Krachtens deze verordening
worden geheven:
a.
een
afvalstoffenheffing;
b.
reinigingsrechten.
In deze verordening wordt
verstaan onder:
a.
Invorderingswet:
de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
b.
Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
c.
Wet
milieubeheer: de Wet milieubeheer ( Stb. 1994, 80);
d.
éénpersoonshuishouden:
een huishouden, gevoerd door een belastingplichtige die in de gemeentelijke
basisadministratie staat geregistreerd als enige woonachtige persoon op dat
adres;
e.
meerpersoonshuishouden:
alle andere gevallen waarin artikel 2 onderdeel d niet van toepassing is;
f.
gewone
ophaaldienst: het op de, krachtens artikel 21 en 24 van de
Afvalstoffenverordening, door het college van burgemeester en wethouders
vastgestelde dagen en tijden inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en/of
daarmee qua aard en samenstelling gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen;
g.
bedrijfsafvalstoffen:
afvalstoffen, qua aard en samenstelling gelijk aan huishoudelijke afvalstoffen,
niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke
stoffen.
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing
Artikel 3 AARD VAN DE HEFFING EN
BELASTBAAR FEIT
1.
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe
belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening
en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen
geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan
krachtens artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 BELASTINGPLICHT
1.
De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in
de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan
ingevolge artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als
gebruiker aangemerkt: degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk
gebruik maakt van het perceel.
Artikel 5 GRONDSLAG EN MAATSTAF
VAN HEFFING
De afvalstoffenheffing wordt per jaar geheven naar de
maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1.
De afvalstoffenheffing wordt bij wege van aanslag
geheven.
2.
Belastingaanslagen van minder dan € 9,-- worden niet
opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één
aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
1.
De afvalstoffenheffing
is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht
in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.
Indien de
belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de
afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien
verstande, dat indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van de maand
deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt.
3.
Indien
de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf
verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze
teruggave minder bedraagt dan € 9,--.
4.
Indien
blijkt dat belastingplichtige bij de aanvang van het belastingjaar of indien de
belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de
belastingplicht een eenpersoonshuishouden voert, wordt op aanvraag van de
belastingplichtige het tarief van een éénpersoonshuishouden gehanteerd en
teruggave verleend van het te veel betaalde bedrag, tenzij blijkt dat het te
veel betaalde bedrag minder bedraagt dan € 9,--.
5.
Het
tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige
binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik
neemt.
1.
De
afvalstoffenheffing moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening
van het aanslagbiljet.
2.
In
afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag
bevat het bedrag daarvan, meer is dan €
100,--, doch minder is dan € 2.500,-- en
zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen
worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 (nagenoeg)
gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van
het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten
Onder de naam
"reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van
door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de
openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de
gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De reinigingsrechten worden
geheven van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt
verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik
maakt.
De reinigingsrechten worden per
jaar geheven naar de maatstaven, opgenomen bij deze verordening behorende
tarieventabel.
1. De
reinigingsrechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening
behorende tarieventabel.
2. Voor de
berekening van de reinigingsrechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
3. De tarieven
worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking
heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt
als een belaste prestatie.
Met betrekking tot de rechten
die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 16 WIJZE VAN HEFFING
1.
De
reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven
bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een
afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
2.
De reinigingsrechten bedoeld in
hoofdstuk 3, 4 en 5 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een
stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.
1. De reinigingsrechten
als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de
aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het
belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de
belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten
verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat
indien de belastingplicht op de eerste dag van de maand aanvangt deze maand als
volle kalendermaand wordt aangemerkt.
3. Indien de
belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf
verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze
teruggave minder bedraagt dan € 9,--.
1.
De
reinigingsrechten moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening
van het aanslagbiljet.
2.
De
reinigingsrechten moeten worden betaald, ingeval de schriftelijke kennisgeving
in persoon wordt uitgereikt, op het moment van het uitreiken van de
gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
3.
In
afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag
bevat het bedrag daarvan, meer is dan €
100,--, doch minder is dan € 2.500,-- en
zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen
worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 (nagenoeg)
gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van
het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk 4 Aanvullende
bepalingen
Artikel
19 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering
van de reinigingsheffingen.
Artikel 20 CITEERTITEL
Deze verordening kan worden
aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Delft 2007".
1.
De
verordening reinigingsheffingen Delft 2006 wordt ingetrokken met ingang van de
in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande
dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum
hebben voorgedaan.
2.
Deze
verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
bekendmaking.
3.
De
datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.
5. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande
leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking
treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de
in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende
periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing
van de reinigingsheffingen in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 7 november 2006.
De voorzitter,
De griffier,
TARIEVENTABEL REINIGINGSHEFFINGEN DELFT 2007
AFVALSTOFFENHEFFING
Hoofdstuk 1 |
|
|
|
1.1 |
Het
tarief bedraagt ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten
aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21. van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, |
|
|
1.1.1 |
door
een éénpersoonshuishouden, ter zake van de inzameling van maximaal 1
hectoliter afval per week |
€ |
190,25; |
1.1.2 |
door
een meerpersoonshuishouden, ter zake van de inzameling van maximaal 2
hectoliter afval per week |
€ |
297,80. |
1.2 |
Het
tarief als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien meer dan 1 hectoliter afval per
week wordt ingezameld, vermeerderd met |
€ |
109,15. |
REINIGINGSRECHTEN
Hoofdstuk 2 |
Inzamelen
per gewone ophaaldienst |
|
|
2.1 |
Het
tarief bedraagt ter zake van het inzamelen door de gewone ophaaldienst van
bedrijfsafvalstoffen tot maximaal 2 hectoliter per week, per bedrijf /
niet-woning |
€ |
324,38. |
2.2 |
Het
tarief als bedoeld in 2.1 wordt, indien meer dan 2 hectoliter afval per week
wordt ingezameld, per hectoliter vermeerderd met |
€ |
162,07. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 |
Incidentele
inzameling buiten gewone route |
|
|
3.1 |
Het
tarief bedraagt ter zake van de incidentele inzameling van afvalstoffen, per
inzameling |
€ |
16,22. |
3.1.1 |
Het
tarief van 3.1 wordt, indien het afval betreft dat per hectoliter minder
weegt dan 25 kilogram, voor elke hectoliter ingezameld afval verhoogd met |
€ |
10,95. |
3.1.2 |
Het
tarief van 3.1 wordt, indien het afval betreft dat per hectoliter meer weegt
dan 25 kilogram, voor elke 25 kilogram ingezameld afval verhoogd met |
€ |
10,95. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 |
Verhoging
van het tarief |
|
|
4.1 |
Het
tarief van hoofdstuk 3 wordt vermeerderd met 50%, indien de diensten buiten
kantooruren (maandag tot en met vrijdag tussen 7.30 uur en 16.00 uur) worden
bewezen met dien verstande, dat indien de diensten worden bewezen |
|
|
4.1.1 |
op
zaterdag de verhoging 75% bedraagt; |
|
|
4.1.2 |
op
zondag of een algemeen erkende feest- of gedenkdag de verhoging 100%
bedraagt. |
|
|
Behoort bij en maakt deel uit
van het raadsbesluit van 7 november 2006 tot vaststelling van de Verordening
reinigingsheffingen Delft 2007.
op de verordening reinigingsheffingen Delft 2007
Het tarief van de afvalstoffenheffing
voor één- en meerpersoonshuishoudens wordt verlaagd met 0,2%, zoals aangegeven
in de paragraaf lokale heffingen van de programmabegroting 2007.
De overige tarieven zijn
verhoogd met het prijsstijgingspercentage van 1,2%.