Sociale Recherche Delft

Jaarverslag 2005

 

 

Inhoudsopgave

 

Inleiding.. 2

1. De instroom van fraudemeldingen. 3

1.1  Instroom van fraudemeldingen, waarvoor locatieonderzoek nodig is in het jaar 2005  3

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron. 3

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen. 4

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?. 4

1.1.4  Het motief van de melder. 5

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort. 5

1.1.6  De instroom van belastingsignalen. 6

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten. 7

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen in  2005. 7

2.1.1  De resultaten. 8

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd. 8

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen. 8

2.1.1.1.3. Belastingsignalen. 15

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau. 16

3. Aangiften en processen-verbaal. 16

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005. 17

5.1 De opdracht. 17

5.1.1 De resultaten. 17

6. Vergelijkende cijfers over de periode 2001 tot en met 2005. 19

6.1 Instroom van fraudemeldingen. 19

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder. 19

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort. 20

6.1.3  Instroom van belastingsignalen. 21

6.2.1. Vastgestelde fraudes. 22

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde fraudegevallen. 22

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling.. 22

6.2.1.5  Totaalresultaten. 24

6.3  Aangiften en processen-verbaal. 24

6.4      Boeten/maatregelen. 25

6.4.1 Overzicht boete/maatregelenzaken. 25

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten. 25

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding.. 25

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten. 26

8. Bloemlezing van fraudeonderzoeken. 27

9. Tot slot. 28

9.1 Regionaal Platform Fraudebestrijding Haaglanden-Hollands Midden. 28

9.2 Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT) 29

9.3 Opmerkelijk signaal. 29

 

 

 

 

Inleiding

 

Voor u ligt het jaarverslag van de sociale recherche over 2005.

In het vorige jaarverslag kon ik melden dat door de uitbreiding van de personele capaciteit van de sociale recherche meer onderzoeken konden worden uitgevoerd en er meer resultaten konden worden geboekt.

 

In 2005 verlieten 2 sociaal rechercheurs de gemeente Delft, voor een functie bij de politie en in het bedrijfsleven. Hierdoor ging ervaring verloren. De plaatsen konden worden ingevuld door sociaal rechercheurs, die daarvoor in dienst waren bij het UWV.

 

Door de inzet van de sociale recherche lukte het, ondanks deze mutaties in het personeelsbestand, om meer fraudegevallen te beëindigen dan in 2004. Over het gehele jaar 2005 werden 107 fraudegevallen beëindigd of verlaagd. Hiermee was een bedrag gemoeid van €  78.653 netto per maand.  Bovendien werd de daarover af te dragen belasting en premies bespaard.

 

Daarnaast werd er voor een bedrag van ruim € 2 miljoen opgespoord.

 

In vergelijking met 2004 werden 33 fraudegevallen meer beëindigd of verlaagd en er werd voor een bedrag van ruim een half miljoen euro meer opgespoord.

 

Het aantal fraudemeldingen liep in 2006 op tot boven de 300, waar het in de jaren 2001 tot en met 2004 nog onder de 300 meldingen bleef. Vermoed wordt dat door de resultaten over de voorgaande jaren, meer mensen en instanties bereid zijn om een melding te doen.

 

 

Delft,  september 2006

 

Ton Wiegman

Hoofd Vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek

 

 

 

1. De instroom van fraudemeldingen

 

1.1  Instroom van fraudemeldingen, waarvoor locatieonderzoek nodig is in het jaar 2005

 

In 2005 werden 326 fraudemeldingen ontvangen, afkomstig van medewerkers uit de eigen organisatie, de burgerij en van instanties.

Meldingen uit de eigen organisatie komen voornamelijk van consulenten uitkering, juridisch medewerkers verhaal en terugvordering en van de sociale recherche. Daarnaast is van de Belastingdienst en het Inlichtingenbureau in het kader van gegevensuitwisseling informatie ontvangen, waarmee de zogenoemde witte fraude kon worden aangetoond. Deze meldingen zijn niet in onderstaand overzicht opgenomen.

Over de resultaten van de gegevensuitwisseling wordt verderop in de dit verslag melding gemaakt.

In dit verslag wordt gestart met de fraudemeldingen waarvoor locatieonderzoek nodig was door de sociaal rechercheurs. We noemen dit de reguliere (fraude)meldingen. Met name het aantal meldingen van instanties over 2005 is in vergelijking met 2004 fors toegenomen. Over 2004 werden 71 meldingen van instanties ontvangen en in 2005 125 meldingen. Dit heeft te maken met de contacten die de sociaal rechercheurs onderhouden, waardoor er een lage drempel is om meldingen af te geven.

 

 

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron.

 

Ontvangen fraudemeldingen van                                                            aantal      procentueel

 

Medewerkers van W.I.Z.                                                                       129                 40%

Burgers                                                                                                72                 22%

Instanties                                                                                            125                 38%    

Totaal aantal meldingen in het jaar 2005                                                326

 

 

Instroom fraudemeldingen naar informatiebron

 

Grafiek 1

 

 

Nadere detaillering van de fraudemeldingen

 

Medewerkers van W.I.Z.

Consulenten uitkering                                                                                               102

Vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek  sociale recherche                                    16

Vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek  terugvordering en verhaal                           5*

Overige WIZ                                                                                                                6

Totaal medewerkers van W.I.Z.                                                                                  129

 

Instanties

Belastingdienst                                                                                                           2

Politie                                                                                                                       70

Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding(RCF),Centrum voor

Werk en Inkomen (CWI)/ andere samenwerking                                                            15

Overige instanties (ook gemeenten)                                                                              38

Totaal instanties                                                                                                      125

 

Burgers

Totaal burgers                                                                                                          72                      

Totaal aantal meldingen                                                                                            326

 

*  Op grond van de Wet Werk en Bijstand, wordt de bijstand die aan 

    uitkeringsgerechtigden wordt verstrekt, indien mogelijk verhaald op de onderhouds-  

    plichtigen. Als neveneffect komt het nogal eens voor, dat onderhoudsplichtigen een

    fraudemelding afgeven over de gewezen partner. Over het jaar 2005 werden 5 meldingen

    ontvangen.

 

 

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen

 

In onderstaand overzicht is weergegeven hoe de meldingen werden ontvangen in absolute aantallen en in procenten van de totaal ontvangen fraudemeldingen.

 

Wijze van melding                                                                                      aantal      procentueel

Per e-mail                                                                                                        48             14,7%

Per fax                                                                                                              5                 1,5%

Mondeling                                                                                                        51                15,7%

Schriftelijk                                                                                                     121               37,1%

Telefonisch                                                                                                   101                31,0%

Totaal                                                                                                            326

 

 

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?

 

Burgers melden een fraude vaak anoniem. Doordat de meeste meldingen uit de eigen organisatie komen of van instanties afkomstig zijn, is het leeuwendeel van de meldingen niet anoniem.

 

 

 

 

 

De verdeling van de fraudemeldingen over het jaar 2005 was als volgt:

 

De melder                                                                                                  aantal      procentueel

 

Niet anoniem                                                                                                  257                 79%

Anoniem                                                                                                          69                 21%

Totaal                                                                                                            326

 

 

1.1.4  Het motief van de melder

 

De fraudemeldingen worden gedaan vanuit een bepaalde betrokkenheid. Een organisatie zal een fraudemelding veelal afgeven uit een professionele betrokkenheid, terwijl een onderhoudsplichtige een dergelijke melding zal afgeven uit een financiële betrokkenheid. Als de bijstandspartij immers geen recht meer heeft op een bijstandsuitkering, zal de onderhoudsplichtige door de gemeente niet op zijn onderhoudsplicht worden aangesproken.

Burgers melden een fraude veelal uit sociale overwegingen.

Onderstaand zijn de fraudemeldingen ingedeeld naar het motief van de melder.

 

Melding op grond van                                                                              aantal      procentueel

 

Sociale betrokkenheid                                                                                   74                 23%

Professionele betrokkenheid                                                                         247                 75%

Financiële betrokkenheid                                                                                5                  2%

Totaal                                                                                                         326

 

 

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort

 

Soort fraude                                                                                                aantal      procentueel

 

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten zwart                                              71                 22%

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten wit                                                  10                   3%

Verzwegen vermogen                                                                                 5                    2%

Verzwegen partnerschap                                                                         113                 34%

Verzwegen woningdeling                                                                              6                   2%

Niet in Delft woonachtig                                                                             56                 17%

Onjuiste informatie                                                                                  65                  20%

Totaal                                                                                                    326

 

Toelichting

Onder werkzaamheden/inkomsten zwart worden de inkomsten verstaan waarover geen belasting en premies zijn betaald door de werkgever en waarvan bij de officiële instanties niets bekend is.

Onder werkzaamheden/inkomsten wit, worden de inkomsten verstaan, waarover de werkgever wel belasting en premies heeft betaald en wel bekend zijn bij de officiële instanties.

 

Door de jaren heen blijkt de fraude met samenlevingsvormen, het zogenoemde verzwegen partnerschap, de meest voorkomende fraudesoort te zijn. Doorgaans gaat het dan om volledige maanduitkeringen die frauduleus worden verkregen. Bij deze vorm van fraude gaat het al snel om hoge vorderingsbedragen. De beëindiging van de fraude levert direct de besparing van een volledige uitkering op.

 

De fraude met verzwegen werkzaamheden/inkomsten staat al jaren op de tweede plaats van de meest voorkomende fraude.

 

In het fraudebeleidsplan 2001-2005, heeft de bestrijding van beide fraudesoorten een prominente plaats gekregen.  Elders in dit jaarverslag staan de resultaten vermeld.

 

Onderstaande grafiek geeft de instroom van de fraudemeldingen naar fraudesoort weer.

 

 

Grafiek 2

 

 

1.1.6  De instroom van belastingsignalen

 

De belastingdienst verstrekt jaarlijks inkomstengegevens van uitkeringsgerechtigden. In het verleden was dit de enige vorm van geautomatiseerde uitlevering van dergelijke gegevens. Sinds het Inlichtingenbureau operationeel is, wordt daar ook informatie van ontvangen. Deze informatie kan sneller aan de sector Werk, Inkomen en Zorg worden verstrekt dan de informatie van de Belastingdienst. Door de verstrekking van de informatie door het Inlichtingenbureau is de waarde van de informatie van de Belastingdienst verminderd. Desondanks worden door deze informatie nog jaarlijks tientallen witte fraudezaken opgelost. De informatie dient nu als vangnet. De informatie die het Inlichtingenbureau niet heeft kunnen leveren, komt op deze manier alsnog beschikbaar.

Voor wat onder witte fraude wordt verstaan, wordt verwezen naar de toelichting op

pagina 6. 

Eind 2004 werden er over het jaar 2003 1267 signalen ontvangen. De signalen werden voor een belangrijk deel onderzocht in 2005.

 

Aan de hand van de informatie van de belastingdienst wordt gecontroleerd of er een verrekening met de uitkering heeft plaatsgevonden. Indien dit niet het geval is, worden de netto verdiensten bij de werkgever opgevraagd en wordt het recht op uitkering opnieuw vastgesteld, wat dan resulteert in een terugvordering.

Als de informatie door de uitkeringsgerechtigde niet is verstrekt, is er sprake van fraude. Afhankelijk van de hoogte van de fraude, wordt er aangifte gedaan bij het O.M. of wordt er een maatregel opgelegd. In veel gevallen zijn de inkomsten wel aan de gemeente opgegeven en is er dus geen sprake van fraude.

De belastingsignalen worden evenals de signalen van het Inlichtingenbureau niet onderzocht door de sociaal rechercheurs maar door administratieve medewerkers van de sociale recherche. 

Fraudes waarvoor locatieonderzoek nodig is worden door de sociaal rechercheurs afgehandeld. Gedacht moet dan worden aan zwarte fraude,  partnerfraude, domicilie, woningdeling etc. Het gaat dan om onderzoeken waarvoor ter plekke moet worden gerechercheerd.

Voor wat onder zwarte fraude wordt verstaan, wordt verwezen naar de toelichting op

pagina 6. 

Naast het onderzoeken van de fraudemeldingen waarvoor locatieonderzoek nodig is, moeten de sociaal rechercheurs ook verdachten verhoren van de geconstateerde fraudes van de controle van de belastingsignalen en de signalen van het Inlichtingenbureau, als de fraude

€ 6.000,- of hoger is. Fraudes uit belastingsignalen en signalen van het Inlichtingenbureau blijven veelal onder de aangiftegrens. Als de fraude onder de aangiftegrens blijft, legt de gemeente een maatregel op.

Het maatregeltraject, waaronder het horen van de belanghebbende, wordt uitgevoerd door de medewerkers bijzonder onderzoek.

 

 

 

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten

 

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen in  2005

 

In het jaar 2005 werden afgehandeld:

                                                                                                                                          

Reguliere fraudemeldingen                                                                                           aantal

- aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                                              75

- aantal beëindigde of verlaagde fraudegevallen                                                                   105

   hierin begrepen aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                       38

                                                                                                                                     67

- aantal meldingen na onderzoek niet verder behandeld                                                       51

Totale uitstroom reguliere fraudemeldingen                                                                   193                        

Belastingsignalen

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2003 en eerder                                           103

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                        1161

- aantal waarbij de fraude al eerder is vastgesteld                                              64

- aantal waarvan de info bekend was                                                                    20

                                                                                                                                             1245

Totale uitstroom belastingsignalen                                                                                 1348

 

Inlichtingenbureau *

Afgehandelde signalen over 2005                                                                                        959

- aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                                52

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                         907

                                                                                                                              959                                                                                                                                                             

Totale uitstroom IB signalen **                                                                                            959

 

*   Het Inlichtingenbureau werkt met dossiers. Per dossier worden de inkomsten van één werkgever verstrekt. Per uitkeringsgerechtigde kunnen meerdere dossiers worden verstrekt. Gemiddeld zijn over 2005 per uitkeringsgerechtigde 2,3 dossiers uitgeleverd. In verband hiermee is het aantal dossiers door 2,3 gedeeld.

** Door technische problemen werden in de maanden augustus en oktober tot en met december 2005 geen ib-signalen ontvangen. In januari 2006 werden de signalen alsnog ontvangen.

 

 

2.1.1  De resultaten

 

Over het jaar 2005 werd aan fraude opgespoord voor een bedrag van                 2.007.927

Hiervan is nog terugvorderbaar een bedrag van                                                    1.473.484

Beëindigde of verlaagde fraudegevallen op maandbasis                                             78.653

 

Wegens beëindiging of verlaging van de uitkering werd er voor een bedrag van € 78.653 per maand bespaard. Op jaarbasis gaat het dus om een bedrag van € 943.836 aan bespaarde uitkeringen. De door de gemeente verschuldigde belasting en premies over dit bedrag zijn hierin niet meegerekend. De bruto besparing op beëindigde en verlaagde fraudegevallen is dus hoger.

 

 

 

 

De opgespoorde fraude over het jaar 2005 kan als volgt worden onderverdeeld:

Aantal  Fraudebedrag  Terugvorderbaar Netto besparing                                                                    

                                                                         per maand   

Reguliere meldingen                             105    € 1.687.360          € 1.236.682

Belastingsignalen                                 103        202.811              148.194

Signalen Inlichtingenbureau(IB)            52         117.711               88.608*

Beëindigde of verlaagde fraudegevallen

Reguliere meldingen                             105                                                                    76.962

Inlichtingenbureausignalen                        2                                                                     1.691

 

Totalen in euro’s                                            € 2.007.882           € 1.473.484                    78.653

Gemiddeld fraudebedrag                                         7.723

 

* Veelal kan hier worden volstaan met de netto vordering, omdat het gaat over in 2005 verstrekte bijstand.

  De over het bedrag van € 78.653.-  door de gemeente verschuldigde belasting en premies komen

  hier nog bovenop.                                                                                                                         

 

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd

 

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen

 

Geconstateerde fraudes vanuit de reguliere fraudemeldingen

-exclusief belasting- en inlichtingenbureausignalen-

 

Soort fraude                            beëindigde   of ver-      fraudevorderingen                               succes-

laagde fraudege-                                                                  volle on-

   vallen                                                                                   derzoeken

              

   aantal   bedrag         aantal      aantal      aantal      bedrag     aantal

                                 met          zonder     vorde-       vorde-       (kolom

                                 einde           einde           ringen      ringen       1+ 4)

                                 uitkering       uitkering

                                                     1             2             3             4             5             6             7

                                                                                                                                          

Verzwegen werk/ink. zwart          7       4.822          4             4             8         207.548      11

Verzwegen werk/ink wit               1            853          1             9            10           33.915      10

Verzwegen vermogen                  4        3.241          4             1             5       222.607        5

Verzwegen partnerschap            24      € 18.427        10             2            12         568.255      26

Verzwegen woningdeling             2            230          2             4             6             3.181        6

Niet in Delft woonachtig             45      € 32.088          6             6            12         146.629      51

Onjuiste informatie                    22      € 17.304        11            11            22         505.225      33

 

Totalen                                   105      € 76.962        38            37            75      € 1.687.360  142

 

Aantal afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                           

Uitkering was al beëindigd                                                                                                      28 *

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                             21

Preventief                                                                                                                               1

Geen fraude                                                                                                                           1

Tussentelling                                                                                                                            51

                                                                                                                                  

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2005                                                   193

 

 

*   Bij het in behandeling nemen van de melding, bleek de uitkering reeds te zijn beëindigd. De fraude bleek in 

    deze gevallen niet meer te kunnen worden aangetoond.

 

   

Toelichting

In de overzichten zijn uitsluitend de resultaten vermeld van de verrichte reguliere fraudeonderzoeken. In dit overzicht zijn dus niet de onderzoeken naar de belastingsignalen en het Inlichtingenbureau begrepen.

Ten gevolge van afgeronde fraudeonderzoeken worden veelal vorderingen ingesteld en uitkeringen verlaagd of beëindigd. Niet in alle gevallen ontstaat er echter een vordering. Soms wordt alleen de uitkering verlaagd of beëindigd.

In de eerste kolom staan alle ten gevolge van het voltooide fraudeonderzoek, verlaagde en beëindigde fraudegevallen vermeld.

De tweede kolom vermeldt de nettobedragen van de beëindigde  of verlaagde fraudegevallen.

De derde kolom vermeldt het aantal fraudevorderingen, waarbij ook de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

De vierde kolom vermeldt het aantal fraudevorderingen, waarbij de uitkering al was beëindigd of niet werd beëindigd.

De vijfde kolom vermeldt het totaal aantal ingestelde fraudevorderingen.

De zesde kolom vermeldt alle ingestelde fraudevorderingen, exclusief Inlichtingenbureau en Belastingdienst.

Kolom 7 vermeldt het aantal onderzoeken, dat succesvol werd afgesloten.

 

 

 

 

                                                                                                                      

Grafiek 3

 

Grafiek 4

 

 

2.1.1.1.2.Aandeel anonieme/niet anonieme meldingen in aangetoonde fraude, anders dan

               op grond van een melding van de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau.

 

In 142 gevallen werd er fraude aangetoond, anders dan op grond van een melding van de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau.

                                                                                                         absolute       in procenten

                                                                                                         getallen

Het aandeel anonieme meldingen bedroeg                                             18               13%

Het aandeel niet anonieme meldingen bedroeg                                 124               87%

       

In de hiervoor weergegeven cijfers zijn de cijfers van de gemeente Pijnacker-Nootdorp begrepen.

 

 

2.1.1.1.3.De resultaten voor de gemeenten Midden Delfland en Pijnacker-Nootdorp.

 

Gemeente Midden Delfland

In 2005 heeft de gemeente Midden Delfland geen opdrachten gegeven voor onderzoek naar fraude.

 

Gemeente Pijnacker-Nootdorp

De gemeente Pijnacker-Nootdorp verstrekte 14 onderzoeksopdrachten in het jaar 2005. Er werden 12 onderzoeken afgerond.

De resultaten waren als volgt:

 

Soort fraude                            beëindigde   of ver-      fraudevorderingen                               succes-

laagde fraudege-                                                              volle on-

   vallen                                                                              derzoeken

              

   aantal   bedrag         aantal      aantal      aantal      bedrag     aantal

                                 met          zonder     vorde-       vorde-       (kolom

                                 einde           einde           ringen      ringen       1+ 4)

                                 uitkering       uitkering

                                                     1             2             3             4             5             6             7

                                                                                                                                          

Verzwegen werk/ink. zwart          1          769          1             0             1         105.964        1

Verzwegen werk/ink wit               1            853          1             0              1           16.770        1

Verzwegen vermogen                 

Verzwegen partnerschap              4         3.620          4             1             5           18.170        5

Verzwegen woningdeling            

Niet in Delft woonachtig               1         1.438          1             1              1             2.441        2

Onjuiste informatie                      1            807          0             0             0                    0       1

 

Totalen                                       8         7.487          8             2             8          143.345    10

 

Aantal afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                           

 

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                                2

                                                                                                                                  

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2005                                                      12

       

 

 

 

Procentuele verdeling van het uitkeringenbestand en geconstateerde fraude

 

                                                                                                                 uitkering            fraude

 

Onder 21 jaar                                                                                                 1,5%               3,4%  

21 tot  30 jaar                                                                                               14,3%         20,9%

30 tot  40 jaar                                                                                               22,8%            32,2%

40 tot  50 jaar                                                                                               26,5%            29,5%

50 tot  65 jaar                                                                                               28,1%            13,0%

65 jaar en ouder                                                                                         6,8%               1,0%

 

Totaal                                                                                                        100%             100%

Grafiek 5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Per leeftijdscategorie is de fraude afgezet tegen hun aandeel in het uitkeringenbestand.

In de leeftijdscategorie 30-40 jaar wordt relatief en absoluut het meest gefraudeerd, direct gevolgd door de categorieën 21-30 jaar, waar relatief vaak fraude wordt geconstateerd en in iets mindere mate in de categorie 40-50 jaar. In absolute zin wordt er ook vaak in de leeftijdscategorie 40-50 jaar fraude vastgesteld.

In de categorie 21-50 jaar vindt bijna 83% van alle fraudegevallen plaats, terwijl hun aandeel in de uitkering ruim 63% is.

Vorige jaren werd een soortgelijke conclusie getrokken. Het beeld blijft dus min of meer constant.

 

Overzicht aantallen fraudes naar fraudesoort en leeftijdscategorie

 

                                                                       Leeftijdscategorieën

Soort fraude                               aantal   <21     21-30      30-40      40-50       50-65       > 65

Verzwegen werk/ink. wit                         165      8          41            53            51            11            1       

Verzwegen werk/ink zwart               11                   1             2             3             5                      

Verzwegen partnerschap                 22                   3             10            7             2     

Vermogen                                          6                                                   2             3             1

Verzwegen woningdeling                 6                     1             1             3             1

Niet in gemeente woonachtig           49                   7             19            12            11       

Onjuiste info                                   33        2          7             10            9             3             2

                                                                           

Totalen                                          292      10        60            95            87            36            4 

 

De voorgaande gegevens zijn voor een beter inzicht per fraudesoort verwerkt in de volgende grafieken.

 

Grafiek 6

 

 

 

 

 

 

Uit grafiek 6 blijkt dat de meeste fraudes wegens verzwegen werkzaamheden en inkomsten vallen in de categorie 30-40 jarigen. In de jaren 2000, 2001 en 2003 lag de piek eveneens in de categorie 30-40 jarigen. In 2002 lag de piek in de categorie 21-30 jarigen, op de voet gevolgd door de categorie 30-40 jarigen. In 2004 lag de piek weer in de categorie 30-40 jarigen. Dit beeld wordt bevestigd over 2005. De conclusie is dat fraude met werk en inkomen in belangrijke mate voorkomt in de categorie 30-40 jaar,

 

Grafiek 7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De fraude wegens verzwegen partnerschap wordt vooral aangetroffen in de categorie

30-40 jaar.

In mindere mate is daarvan ook sprake in de categorie 50-65 jarigen. Dit beeld werd voorgaande

jaren ook al aangetroffen. De conclusie is gerechtvaardigd om van een bestendige lijn te spreken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grafiek 8

 

De fraudes wegens verzwegen vermogen zijn vooral vastgesteld in de leeftijdsgroep 50-65 jarigen, evenals in 2003. In 2003 was naast deze categorie nog een tweede top te zien in de leeftijdscategorie 40-50 jarigen. Door de jaren heen wordt deze vorm van fraude vooral aangetroffen in de oudere leeftijdscategorieën.

 

 

Grafiek 9

 

In het jaarverslag 2004 werd nog aangegeven dat fraude met woningdeling “toevallig”niet werd aangetroffen in de categorie 50-65 jaar. De lijn van 2004 wordt nu min of meer doorgetrokken naar 2005. In de categorie 50-65 jaar werd deze vorm van fraude nauwelijks waargenomen, zodat er voorzichtig geconcludeerd kan worden, dat de afname van deze fraude in de categorie 50-65 jaar een trend wordt.

De top van de fraude met woningdeling ligt in de categorie 40-50 jaar. Dit beeld bevestigt min of meer de trend van voorgaande jaren.

 

Grafiek 10

 

De piek van de fraude met domicilie ligt bij de 30-40 jarigen, direct gevolgd door de categorie 40-50 jaar. Over 2004 werd de piek aangetroffen bij de 21-30 jarigen.

In de jaren voor 2004 werden de pieken wisselend aangetroffen in de categorieën 30-40 jarigen en 40-50 jarigen. De in 2004 aangetroffen piek in de categorie 21-30 was dus een incident.

 

 

Grafiek 11

 

 

 

 

 

 

 

Evenals voorgaande jaren wordt de piek van fraude wegens onjuiste info aangetroffen in de categorie 30-40 jaar. In de categorie 40-50 jaar wordt ook nog een piek gezien. De categorie 30-40 jaar is elk jaar oververtegenwoordigd als het om deze vorm van fraude gaat.

 

Verdeling van de fraude naar burgerlijke staat

 

Onderstaand zijn alle geconstateerde fraudes ingedeeld naar burgerlijke staat en soort fraude.

Het gaat om alle geconstateerde fraudes, dus om de reguliere zaken maar ook die op grond van de belastingsignalen en de meldingen van het Inlichtingenbureau.

 

Fraudesoort:     woning-    vermogen   verzwegen  inkomsten   inkomsten  onjuiste domicilie  totaal                          deling                        partner       zwart          wit             info               

Burgerlijke staat:

Gehuwd/                   1                   2             1             2             22                   3             11               42

Gehuwd/verlaten                                        2                            6                 3                            11

Gescheiden               1                   2             9             5             32                   4             8             61

Ongehuwd                 4                   1             10               4             103              21               30               173

Weduwe                                     1                                           2                 2                            5 

 

Totalen                      6                   6             22               11               165              33               49               292

 

 

       

                                                                                                                          

grafiek 12

 

                         

Verdeling van de fraude naar geslacht

 

Fraudesoort:     woning-    vermogen   verzwegen  inkomsten   inkomsten  onjuiste domicilie  totaal                          deling                        partner       zwart          wit             info               

Geslacht:

Mannen                     4                   4             7             9             116              24               39               203

Vrouwen                2                   2             15               2             49                   9             10               89           

Totalen                      6                   6             22               11               165              33               49               292

 

 

Verdeling van de uitkeringen naar geslacht

              

                       Aantal            

                       uitkeringen

Mannen           1291       

Vrouwen          1601

 

Totaal              2892

 

grafiek 13

 

Grafiek 13 laat zien, dat mannen verhoudingsgewijs meer frauderen dan vrouwen. Dit terwijl hun aandeel in het uitkeringenbestand lager is dan die van vrouwen.

Mannen maken bijna 45% deel uit van het uitkeringenbestand maar zorgen voor bijna 70% van de fraude.

 

 

2.1.1.1.3. Belastingsignalen

 

Eind 2004 werden de belastingsignalen over 2003 ontvangen en verwerkt in 2005.

Over het belastingjaar 2003 werden van de Belastingdienst 1344 meldingen ontvangen.

Deze meldingen moeten worden onderzocht op verrekening met de bijstandsuitkering.

In die gevallen, dat de uitkeringsgerechtigde de informatie niet heeft verstrekt leidt dit tot de vaststelling van fraude.

Er wordt dan een vordering ingesteld en als de bruto schade beneden het bedrag van

€ 6.000 blijft (grensbedrag vanaf 1-1-2002) wordt er indien mogelijk een maatregel opgelegd met toepassing van de afstemmingsverordening van 9 juli 2004 van de gemeente Delft. Bij hogere fraudebedragen wordt er aangifte gedaan bij het O.M.

 

In behandeling genomen belastingsignalen 2003                                                               1305

 

- aantal vastgestelde fraudes                                                                             48   

- aantal eerder vastgestelde fraudes *1                                                          64

- aantal met reeds bekende informatie (geen fraude) *2                                 20

- aantal onderzoeken, waarbij geen sprake is van fraude                           1161

 

Uitstroom                                                                                                     1293

 

Vastgesteld bedrag aan fraudes uit de belastingsignalen                                       € 148.194

 

Aantal fraudegevallen, inclusief de eerder vastgestelde fraudes (*1),

uitgedrukt in een percentage van de onderzochten belastingsignalen

over het belastingjaar 2003                                                                                                  8,6%

*1 Deze opgespoorde fraudes zijn het gevolg van eerder ingestelde onderzoeken in het

    kader van de gegevensuitwisseling met de belastingdienst. Bij de behandeling van die

    belastingsignalen is aan de werkgevers tevens informatie opgevraagd over de jaren    

    daarna, waardoor het nu ontvangen signaal niet verder behoefde te worden verwerkt.

    Het gaat uiteraard wel om vastgestelde fraude. 

  

*2 De in het kader van de belastinggegevens ontvangen informatie was reeds bekend.

 

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau

 

Eind december 2002 werd voor de eerste keer informatie uitgewisseld met het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau is in de plaats gekomen van de belastingsignalen.

De belastingdienst verstrekte jaarlijks de informatie over uitkeringsgerechtigden, die naast de bijstandsuitkering inkomsten uit andere bron hadden ontvangen. Daarnaast verstrekt de belastingdienst ook nog steeds jaarlijks informatie. Het Inlichtingenbureau kan nog niet in alle gevallen de informatie verstrekken. De informatie die de Belastingdienst verstrekt kan dus als aanvullend worden gezien. Tevens dient dit als vangnet, voor het geval informatie van het Inlichtingenbureau niet goed is geďnterpreteerd of verwerkt.

 

Het Inlichtingenbureau heeft de verstrekking van de zogenoemde samenloopgegevens overgenomen. Deze informatie is veel actueler. In veel gevallen kan binnen twee maanden worden vastgesteld of er sprake is van fraude. De behandeling van de meldingen vertonen veel overeenkomst met de behandeling van de belastingsignalen. Het kenmerkende verschil is vooral terug te voeren tot de snelheid, waarmee de meldingen beschikbaar zijn voor de gemeenten.

Naast informatie over inkomsten verstrekt het Inlichtingenbureau ook informatie over detentie, studie en vermogen.

De resultaten zijn vermeld in paragraaf 2.1 en 2.1.1. van dit jaarverslag.

 

 

3. Aangiften en processen-verbaal

 

Volgens de richtlijn van het O.M  moet er bij fraudes vanaf € 6.000,- aangifte worden gedaan.

In vergelijking met voorgaande jaren is het doen van aangifte vereenvoudigd. De aangiften en de processen-verbaal vormen nu één proces, waardoor het aantal aangiften gelijk is aan het aantal processen-verbaal.

Over 2005 werden 36 aangiften gedaan en processen-verbaal opgemaakt.

Het aantal verdachten is over het algemeen hoger dan het aantal processen-verbaal.

In partnerfraudezaken worden in ieder geval twee verdachten gehoord. Ook worden processen-verbaal opgemaakt van getuigenverhoor,  terwijl de processen-verbaal maar voor één proces-verbaal worden meegeteld.

De fraudes die onder de aangiftegrens blijven moeten administratiefrechtelijk worden afgewikkeld volgens de  afstemmingsverordening van 9 juli 2004 van de gemeente Delft. Deze verordening is gebaseerd op de Wet Werk en Bijstand.

 

 

4. Maatregelen

 

Op 9 juli 2004 is de gemeentelijke afstemmingsverordening van kracht geworden als uitvloeisel van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb). Deze verordening vervangt de Wet Boeten en Maatregelen. (Wbm)

Een maatregel kan evenals dat onder de Wbm kon, worden opgelegd als geen aangifte kan worden gedaan. Voor de aangifte geldt een grens van € 6.000,- .

De afstemmingsverordening is gebaseerd op de Wwb en ontleent zijn titel aan deze wet.

Het belangrijkste verschil tussen de Wbm en de afstemmingsverordening is, dat onder de Wbm een boete kon worden opgelegd boven op het terug te vorderen bedrag.

In het geval van de toepassing van de afstemmingsverordening is dat niet het geval. Wanneer een maatregel wegens fraude wordt opgelegd, kan slechts een vordering worden ingesteld als de totaal verstrekte bijstand daarvoor toereikend is. De vordering op grond van de toestemmingsverordening valt dus binnen de totaal terug te vorderen bijstand.

Als er nog sprake is (en blijft) van een lopende uitkering kan de maatregel worden verrekend met de uitkering. Als de uitkering is of wordt beëindigd is verrekening van de maatregel niet mogelijk.

Naar verwachting zal de opbrengst aan maatregelen minder zijn dan van de boetes.

 

Resultaten

In 2005 werden 330 maatregelwaardige zaken in behandeling genomen.

Deze werden als volgt afgewikkeld:

Aantal ingetrokken maatregelwaardige zaken                                                                    19

Aantal nulmaatregelen                                                                                                        2 Aantal waarschuwingen                                                                                                  100 Aantal maatregelwaardige zaken wegens verzwegen informatie                                   209 Totaal                                                                                                                                   330

 

 

Grafiek 14

 

Aan maatregelen werd een totaalbedrag van € 40.134,60 opgelegd, waarvan € 26.501,18 als vordering. Verrekening van het verschil ad €  13.633,42 blijft ongewis.

 

Het gemiddelde maatregelbedrag bedroeg in het jaar 2005 € 121,62.

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005

 

5.1 De opdracht

 

Voor de looptijd van het fraudebeleidsplan 2001-2005 werd voor de sociale recherche een aantal concrete doelstellingen vastgesteld.

  1. Het aantal behandelde fraudezaken of het opgespoorde fraudebedrag diende  toe te nemen met 10%.
  2. Het aantal behandelde zaken van partnerfraude diende toe te nemen tot 25 onderzoeken per jaar.
  3. Er diende minimaal 10 onderzoeken naar zwarte werkzaamheden per jaar te worden afgerond.
  4. Het verlagen van het aantal fraudemeldingen met 10%.

 

 

5.1.1 De resultaten

 

Terugvorderingen

In het basisjaar 2001 werden 131 onderzoeken naar fraude afgerond.

In 2002 was dit opgelopen tot 165 fraudeonderzoeken en in 2003 werden 189 fraudeonderzoeken afgerond. Het aantal reguliere fraudeonderzoeken in 2004 was 220. In 2005 werden 193 fraudeonderzoeken ingesteld. Deze daling heeft te maken met mutaties in het personeelsbestand van de sociale recherche. Twee ervaren sociaal rechercheurs verlieten in september 2005 het team.  

Desondanks is er ten opzichte van het basisjaar 2001 nog sprake van een een stijging van ruim 47%. Dit resultaat werd geboekt door de geweldige inzet van het team.

 

In het basisjaar 2001 werd een fraudebedrag van € 678.674 opgespoord. Over 2002 was dit € 837.709 en over 2003 was dit € 1.024.832,- In het jaar 2004 is dat toegenomen tot een bedrag van € 1.500.984,-. Over 2005 werd een bedrag van € 2.007.927,- opgespoord. Dit is een toename van 196% ten opzichte van het basisjaar 2001.

In 2005 werd een aantal grote fraudezaken opgelost. In 6 fraudeonderzoeken werd een fraude vastgesteld van meer van € 100.000,- en in 4 gevallen werd er fraude vastgesteld tussen de € 50.000,- en € 100.000,-.

 

De doelstelling ten opzichte van het basisjaar 2001 werd ruimschoots gehaald.

 

Beëindigde en verlaagde fraudegevallen

Behoudens de terugvorderingen, maken de beëindigde en verlaagde fraudegevallen ook deel uit van de in 5.1. onder punt 1 geformuleerde opdracht.

In het basisjaar 2001 werden 52 fraudegevallen beëindigd of verlaagd. De besparing op periodieke uitkering bedroeg op maandbasis € 35.395,- .

In 2002 werden 35 fraudegevallen verlaagd of beëindigd en bedroeg de besparing op maandbasis € 25.557,- .

In 2003 werden 54 fraudegevallen beëindigd of verlaagd. Het bedrag van de beëindigde en verlaagde fraudegevallen bedroeg toen € 39.379,-.

Iin 2004 werden 74 fraudegevallen beëindigd of verlaagd. Hiermee was een bedrag van

€ 57.032,- op maandbasis gemoeid.

 

In het verslagjaar 2005 werden 107 fraudegevallen beëindigd of verlaagd. Hiermee was een bedrag van € 78.653 op maandbasis gemoeid. Boven op de genoemde bedragen komt nog de besparing aan belastingen en premies.

 

Ten opzichte van het basisjaar 2001 werden 55 fraudegevallen meer beëindigd of verlaagd. In procenten uitgedrukt gaat het dan om ruim 105%.

De doelstelling van een toename van 10% verlaagde of beëindigde fraudegevallen werd ruimschoots behaald.

 

Partnerfraude

In 2005 werden 49 onderzoeken naar mogelijke partnerfraude ingesteld.

Bij 26 onderzoeken naar partnerfraude werd fraude voor een bedrag van € 568.255- vastgesteld. Er kon wegens beëindiging (of verlaging) van de uitkeringen op maandbasis € 18.427,- worden bespaard. Uiteraard bespaart de gemeente daarover ook de loonheffing en de premies.

In 9 gevallen kon er geen fraude worden aangetoond maar bleef er wel twijfel. In 1 geval bleek er geen sprake te zijn van fraude en in 13 gevallen bleek de uitkering al te zijn beëindigd. 

 

De doelstelling van 25 te behandelen meldingen van partnerfraude werd ruimschoots gehaald.

 

Zwarte werkzaamheden/inkomsten

In 2005 werden 30 onderzoeken verricht naar zwarte werkzaamheden/inkomsten. In 11 gevallen werd er fraude vastgesteld. Er werd voor een bedrag van € 207.548,- aan fraude opgespoord en er werd een besparing op uitkeringen gerealiseerd van € 4.822,- per maand, te verhogen met de besparing op loonheffing en premies.

In 5 gevallen kon er geen fraude worden vastgesteld maar bleef er wel twijfel bestaan. In 13 gevallen bleek de uitkering reeds te zijn beëindigd.

 

De doelstelling van 10 te behandelen meldingen van zwarte werkzaamheden/inkomsten werd ruimschoots gehaald.

 

Afname aantal fraudemeldingen

Een van de doelstellingen was om de instroom van het aantal fraudemeldingen terug te dringen met 10%.

In het jaar 2001 werden 281 fraudemeldingen ontvangen. Over 2005 waren dat 326 meldingen. In deze 326 meldingen waren 14 meldingen begrepen voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het gecorrigeerde aantal fraudemeldingen voor Delft was dus 312.

Er is dus geen sprake van een reductie maar van een toename van het aantal meldingen. De instroom van het aantal meldingen schommelt in de afgelopen jaren.

De geboekte resultaten over voorgaande jaren kunnen van burgers en instanties aanleiding zijn om meer meldingen te doen, waardoor geen reductie wordt gerealiseerd maar juist een toename.

 

Conclusie

De doelstellingen voor 2005 werden gerealiseerd, met uitzondering van de beoogde lagere instroom van meldingen.

De instroom heeft een min of meer autonoom karakter. De resultaten zorgen er waarschijnlijk voor dat er meer fraude wordt gemeld.

 

 

6. Vergelijkende cijfers over de periode 2001 tot en met 2005

 

6.1 Instroom van fraudemeldingen

 

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder

 

In absolute aantallen

Melding afkomstig van:                              jaren:    2001 2002 2003 2004 2005

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)*              162      90        101      112      129

Burgers                                                                    73        92        114      74        72

Instanties                                                             46        53        58        71        125     

Totalen per jaar                                                         281      235      273      257      326 

 

*WIZ= sector Werk Inkomen en Zorg

  DMZ= Dienst Maatschappelijke  Zorg

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Melding afkomstig van:                            jaren:     2001 2002 2003 2004 2005

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)                58%    39%      37%     44%     40%

Burgers                                                                   26%    39%      42%     29%     22%

Instanties                                                             16%    22%      21%     27%     38%

Totalen per jaar                                                         100%  100%    100%   100%   100%

 

Grafiek  15

 

Grafiek  16

 

Na een teruggang in het aantal meldingen van medewerkers van WIZ in 2002, is er sedertdien weer sprake van een geleidelijke toename.

 

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort

In absolute aantallen:

Fraudesoort                                               jaren:   2001 2002 2003    2004 2005

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten                   140      85        97        83        81

Verzwegen vermogen                                             11        10        6          6          5

Verzwegen partnerschap                                       63        77        89        89        113

Verzwegen woningdeling                                        7          4          9         2          6

Niet in gemeente woonachtig                                  35        36        43        50        56

Onjuiste informatie                                                25       23     29        27        65

Totalen per jaar                                                         281      235      273      257      326

 

 

Grafiek 17

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Fraudesoort                                           jaren:   2001 2002 2003 2004 2005

Verzwegen werk/inkomsten                                50%     36%     35%    32%     25%

Verzwegen vermogen                                         4%       4%      2%      2%       2%

Verzwegen partnerschap                                    22%     33%     33%    35%     34%

Verzwegen woningdeling                                    3%       2%      3%       1%       2%

Niet in gemeente woonachtig                              12%     15%     16%    19%     17%

Onjuiste informatie                                            9%       10%    11%    11%     20%

Totalen per jaar                                                     100%   100%   100%   100%   100% 

 

 

Grafiek 18

 

 

 

6.1.3  Instroom van belastingsignalen

                     jaren:      2000 2001    2002 2003 2004

Aantal samenloop van inkomsten                1586 1367 1344 1305 1267

 

   

 

Grafiek 19

 

 

 

6.2  Uitstroom van fraudemeldingen en resultaten

Resultaten van de reguliere onderzoeken zonder belasting- en ib signalen)

 

6.2.1. Vastgestelde fraudes

 

Fraudebedragen x  € 1.000,-                   Aantallen fraudevorderingen

 

Jaren                                      2001    2002    2003    2004    2005     2001        2002    2003    2004    2005 

Fraudesoort

Werkzaamheden/inkomsten     86        165      38            311      241      28            29            20            26            21

Vermogen                                  0          105      223          304      223      0          2          4          6          5

Partnerschap                          158      315      194      495      568      9          14            11            20            26

Woningdeling                          12            2              5         2          3          4          4          6          4          6

Niet in Delft                        21            21            43            147      147      8          11            12            19            51   

Onjuiste info                       41            14            104      56            505      12            13            12            10            33

 

Vastgestelde fraudes              318      622      607      1315    1687    61            73            65            85            75

 

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde fraudegevallen

 

                                                 Besparingen per maand x €1.000,-          Aantal beëindigde of          

                                                                                                         of verlaagde fraudegevallen       

 

Jaren                                      2001    2002    2003    2004    2005    2001    2002    2003    2004    2005 

Fraudesoort                                                                                                         

Werkzaamheden/inkomsten     0,9       5,5       5,0       7,5       7,4       2          8          6          8          8

Vermogen                              0          0,7       1,6       2,7       3,2       0         1          2          3          4

Partnerschap                          10,4     9,9       12,3     23,7     18,4     16        12            18            30            24   

Woningdeling                      0,9       0,2       0,2       0,2       0,2       2          1          1          2          2 

Niet in Delft                            14,5     8,4       18,3     22,2     32,1     21            11            25            29            45 

Onjuiste info                       9,1       0,9       1,9       0,8      17,3     9          2          2          1          22 

Netto besparing per maand

x € 1.000,-                                 24,2     35,8     39,3     57,1     78,6

                                                                                                    

Aantal beëindigde fraudegevallen met terugvordering                   52            35            54            73            105

Correctie op aantallen ter voorkoming van dubbeltelling*1                    16-/-     23 -/-        22-/-     34-/-     38-/-    

Aantal beëindigde fraudegevallen zonder vordering                           36            12            32        39            67                    

 

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling

 

Jaren                                                                                              2001    2002    2003    2004    2005     

           

Afgehandeld, geen fraude vastgesteld *2

Uitkering was al beëindigd                                                                       2          42            29            48            28

Fraude niet aantoonbaar, wel twijfel                                                       10            12            38            21            21

Afgehandeld met andere melding                                                       1          20            13            9          0

Geen fraude                                                                                    8          3          8          2          1                        

Preventief afgedaan                                                                         13                       1          8          1

Info was bekend                                                                                          3          3          8          0

 

Tussentelling                                                                                   34            80            92            96            51

 

Verrichte onderzoeken(exclusief belasting en IB signalen)                   131      165      189      220      193     

Toelichting:

In een aantal gevallen kon om uiteenlopende redenen geen fraude worden vastgesteld. In enkele gevallen kon worden vastgesteld dat er geen sprake was van fraude. (gearceerd)

*1        Om dubbeltellingen in de afhandeling van het aantal fraudezaken te voorkomen is een correctie op de aantallen toegepast voor de gevallen, waarin zowel een terugvordering als een aanpassing van de uitkering heeft plaatsgevonden.

  

*2            De hier vermelde cijfers hebben betrekking op onderzoeken, die niet hebben geleid

tot het vaststellen van fraude. Dit wil echter niet zeggen dat er in alle gevallen geen sprake was van fraude. In een aantal gevallen kon de fraude niet meer worden vastgesteld omdat de uitkering inmiddels was beëindigd. In een aantal gevallen was de fraude niet aantoonbaar maar bleef wel twijfel bestaan. In een minderheid van de onderzochte gevallen kon worden gesteld, dat er geen sprake was van fraude. In 2005 ging het om 1 geval.

 

 

Grafiek 20

 

In grafiek 20  zijn op jaarbasis de resultaten weergegeven van de door de sociale recherche verrichte onderzoeken.

 

Betekenis van de gebruikte termen:

Fraude niet vastgesteld                                          Hiermee wordt bedoeld, dat niet kon worden vastgesteld of er sprake was van fraude. Dit betekent niet dat in alle gevallen geen sprake was van fraude. In veel gevallen is er twijfel blijven bestaan.

 

Alleen uitkering                                                  Hiermee wordt bedoeld dat uitsluitend de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Vordering en uitkering                                            Hiermee wordt bedoeld, dat er een fraudevordering werd ingesteld en de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Alleen vordering                                                    Hiermee wordt bedoeld, dat er een                  fraudevordering werd ingesteld maar dat de uitkering niet werd aangepast.

 

 

6.2.1.4  Belastingsignalen

 

Behandelingsjaar                 2000               2001                 2002                  2003               2004                    

Belastingjaar                       1999               2000               2001                2002               2003

 

                                             aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag

 

In behandeling genomen      1802                1586                1367              1344                 1305

Geen fraude geconstateerd  1428                1330                1079              1199                 1161

Fraude geconstateerd          133       361*    91            216*     127      303*   124            125*     112      148*        

 

Fraudepercentage               7,4%               6,8%               7,0%             9,2%                 8,6%

 

*   De bedragen zijn in euro’s x  1.000.

 

 6.2.1.5  Totaalresultaten

 

Jaar                                             2001                2002                2003                2004                2005                                                                        

Fraude reguliere meldingen €   317.899           621.420          607.278      € 1.314.427      € 1.687.360

Belastingsignalen                   360.775         216.289          302.564          125.145         202.811

Inlichtingenbureau signalen                                                   114.990            61.412        117.711

Totalen in euro’s                    678.674         837.709      € 1.024.832      € 1.500.984     € 2.007.882

 

 

 

Grafiek 21

 

Jaar                                             2001              2002                 2003                2004                2005

Beëindigde of verlaagde

fraudegevallen per maand         35.395*           25.557*          39.379*          57.032*          78.653*

 

 

* Bovenop dit bedrag bespaart de gemeente de verschuldigde loonheffing en premies.

Grafiek 22

 

6.3  Aangiften en processen-verbaal

 

Hieronder zijn de vergelijkende cijfers van het aantal aangiften en processen-verbaal over de jaren 1999 tot en met 2003 opgenomen.

 

Overzicht aangiften en processen-verbaal:

 

Jaar                                                                         2001    2002    2003    2004    2005

Aantal aangiften                                                           28            21            30            38            36

Aantal processen-verbaal                                           23            26            31            30            36

 

 

6.4   Boeten/maatregelen

 

6.4.1 Overzicht boete/maatregelenzaken

 

Jaar                                                                             2001        2002        2003        2004        2005                                                                               aantal      aantal      aantal      aantal      aantal

Ingetrokken boete/maatregelzaken                                 29               30               12               24               19                                    

Waarschuwingen                                                          97               66               103          92               100

Nul boeten/maatregelen                                                36               8             12               2             2

Opgelegde boeten/maatregelen                                      203          183          219          185          209                                                                                

Totaal aantal                                                                365          287          346          303          330                                                                                                                            

 

Totaal bedrag in euro’s                                       € 57.278   € 34.252   € 47.041   € 30.429   € 40.135

 

Gemiddelde boete/maatregelbedragen

In euro’s                                                               € 282       € 187       € 136       € 100       € 122

 

 

 

grafiek 23

 

grafiek 24

 

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten

 

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding

 

De incasso vormt de laatste schakel in het handhavingsproces.

Het opsporen en vaststellen van fraude moet gevolgd worden door een adequaat incassoproces.

Dit heeft een duidelijke signaalfunctie naar degene, die op onrechtmatige wijze uitkering heeft gekregen.

De sociaal rechercheurs en de overige medewerkers van bijzonder onderzoek worden gemotiveerd door een stringente incasso.

In het algemeen wordt de bijstand teruggevorderd door het treffen van betalingsregelingen. Hiervoor wordt een draagkrachtsysteem gehanteerd, waarbij rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden maar ook met de ernst van het feit.

Indien de belanghebbende in gebreke blijft (regelmatig) te betalen, wordt de beschikking, waarmee de bijstand wordt teruggevorderd, ten uitvoer gelegd. Als er vermogen is, wordt daar beslag op gelegd en als (deel)aflossing op de fraudevordering afgeboekt.

Tegen de terugvorderingsbeschikking staat bezwaar en beroep open. Bezwaar tegen de terugvorderingsbeschikking schort de betaalverplichting niet van rechtswege op. Veelal wordt toch uitstel van betaling verleend voor de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

De gemeente legt vereenvoudigd derdenbeslag als de belanghebbende de betaalverplichting niet nakomt.

Als er geen inkomstenbron kan worden achterhaald, wordt de vordering ter incasso aan de deurwaarder overgedragen.

 

De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) heeft invloed op de incasso van de vorderingen. Als een belanghebbende onder de WSNP valt, mag er gedurende drie jaren niet meer worden geďncasseerd. Fraudevorderingen worden over het algemeen niet meegenomen bij een WSNP procedure. In zo’n geval wordt de betrokkene niet tot de procedure toegelaten. Omdat er vaak ook nog andere schulden zijn, kan betrokkene ernstig in zijn belangen worden geschaad. De rechter neemt in zijn oordeelvorming dan ook de ouderdom van de fraudevordering in ogenschouw.

De ervaring heeft inmiddels geleerd dat de rechter in z’n algemeenheid niet de datum van het instellen van de vordering als uitgangspuntpunt neemt maar de datum waarop de frauduleuze handeling is ontstaan.

De schuldenaar wordt voor de duur van drie jaar op een absoluut sociaal minimum gezet en mag in die periode geen nieuwe schulden aangaan.

Na afloop van de driejaars termijn bepaalt de rechter of en zo ja, wat er op de vorderingen wordt afbetaald, waarna de resterende vordering moet worden afgeboekt, zodat de schuldenaar met een schone lei verder kan.

Op dit proces kan de schuldeiser geen invloed uitoefenen. Dit heeft uiteraard gevolgen op de incassoresultaten.

 

In het jaar 2005 werd voor een totaalbedrag van € 450.765 aan ontvangsten op fraudevorderingen in de debiteurenadministratie geregistreerd. Over het jaar 2004 werd een bedrag van € 470.235  geďncasseerd. Daarin was toen een bedrag van € 30.000,- begrepen dat via beslag ineens kon worden geďncasseerd. Over 2005 kon voor een fraudevordering via beslag op een bankrekening “slechts”  een bedrag van € 8.000,- ineens worden geďnd. 

Het bedrag van € 450.765  werd gerealiseerd met 5.207 ontvangsten.  Het bedrag over 2004 werd met 5.235 ontvangsten geďncasseerd.

De gemiddelde ontvangst per boeking over 2005 bedroeg dus € 90,31. Over 2004 was dit gemiddeld een bedrag van € 89,82. De ontvangsten over 2005 lopen in de pas met die van 2004.

Op de maatregelen werd in 2005 een bedrag van € 26.568,86 geďncasseerd.

Over 2004 was dat nog een bedrag van € 36.540,51. De teruggang in die ontvangsten laat zich verklaren door de gewijzigde wetgeving. Kon over een deel van 2004 nog de Wet boeten en maatregelen worden toegepast, in 2005 werd de maatregelenverordening in volle omvang toegepast. Hierdoor is het niet altijd mogelijk een vordering in te stellen.

Minder vorderingen betekent automatisch minder ontvangsten.

In een aantal gevallen wordt er direct een verrekening met de uitkering toegepast en in een aantal gevallen is het verrekenen van een maatregel niet mogelijk omdat de uitkering is beëindigd.

 

 

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten

 

Onderstaand treft u een overzicht aan van de jaarlijks geďncasseerde bedragen op de fraudevorderingen en boeten/maatregelen.

 

Jaar         Geďncasseerd op                            geďncasseerd op

               fraudevorderingen                           boeten/maatregelen

                                                       

2001    € 365.480                                       € 12.075             

2002    € 474.423                                       € 19.801             

2003    € 513.175                                      € 37.366

2004    € 470.235                                      € 36.541

2005    € 450.765                                          € 26.569

 

 

 

grafiek 25

 

8. Bloemlezing van fraudeonderzoeken

 

Samenwoning, wederverhuur en vermogen

Aan een voormalig echtpaar werd na de echtscheiding bijstand verleend aan de man volgens de norm alleenstaande zonder toeslag wegens onderhuur aan twee personen. Aan de vrouw werd geen uitkering meer verstrekt, omdat zij door werk in haar levensonderhoud en dat van haar kinderen voorzag. Uit onderzoek is gebleken, dat de man bij zijn gewezen echtgenote en kinderen is blijven wonen. De woning, waar de man aangaf te wonen, verhuurde hij twee personen. Het gewezen echtpaar bleek in het bezit te zijn van een woning  in het buitenland.

Er werd een strafrechtelijke vordering ingesteld van € 142.312,51. De terugvorderbare bijstand bedraagt € 84.930,99 bruto en € 2.493,45 netto.

Van de fraude werd aangifte bij het OM gedaan.

 

Domicilie

Naar aanleiding van informatie van de politie werd een onderzoek ingesteld naar de bewoonster van een pand in Delft, die van de gemeente Delft een uitkering ontving. Uit het onderzoek bleek, dat de bewoner niet op bedoeld adres woonde maar was verhuisd naar het adres van een vriend in Den Haag, zonder zich te laten overschrijven. Ook Werk, Inkomen en Zorg van de Gemeente Delft lichtte ze daarover niet in.

In de woning van de vrouw in Delft, bleek haar zoon te wonen, die een uitkering van de gemeente Den Haag ontving. Hij stond in de gemeente Den Haag ingeschreven.

De vrouw had geen recht op een uitkering van de gemeente Delft. Het fraudegeval werd beëindigd en voor de ten onrechte verkregen bijstand van € 24.727,74 werd een vordering ingesteld. Er werd aangifte van fraude bij het OM gedaan.

 

Transacties

Over de periode van 20-12-2001 tot en met 22-4-2004 verrichtte een uitkeringgerechtigde 12 financiële transacties, waarbij ze een totaalbedrag van € 51.681,- overmaakte via Money Transfers naar het buitenland. Betrokken verklaarde deze transfers voor derden te hebben gedaan tegen een vergoeding. Ze kon echter geen verifieerbare informatie overleggen van haar stelling. Daarnaast verklaarde ze zich te hebben geprostitueerd. Doordat het recht op bijstand achteraf niet kon worden vastgesteld werd er een vordering ingesteld, waarmee de uitkering werd teruggevorderd tot een bedrag van € 60.555,58.

 

Vermogen

Naar aanleiding van een melding werd een onderzoek ingesteld naar het bezit van een uitkeringsgerechtigde in het buitenland. Hiervoor werd het Internationaal Bureau Fraude (IBF) ingeschakeld. Uit hun onderzoek bleek de uitkeringsrechtigde eigenaar te zijn van twee huizen en een stuk landbouwgrond, dat het vrij te laten vermogen aanzienlijk overschreed.

Het fraudegeval werd beëindigd en voor de teveel verstrekte uitkering van € 18.600,65 werd een vordering ingesteld.

Er werd tevens aangifte van fraude gedaan bij het OM.

 

Samenwoning

Naar aanleiding van een signaal dat een uitkeringsgerechtigde zou samenwonen met haar gewezen echtgenoot, werd een onderzoek ingesteld. Volgens de Gemeentelijke Basisadministratie (Gba)  zou de man VOW (vertrokken onbekend waarheen) zijn. Gedurende een bepaalde periode werden waarnemingen gedaan. Er kon echter niet worden vastgesteld, dat er sprake was van samenwoning. Hierop werd besloten tot een huisbezoek. De vrouw deelde mede, dat haar broer in de woning sliep. De in huis aanwezige man werd verzocht zich te identificeren, waarop hij aangaf niet over een identiteitsbewijs te beschikken. Nadat de sociaal rechercheurs mededeelden dat hij dan zou moeten worden aangehouden en zou moeten worden overgebracht naar het politiebureau ter vaststelling van zijn identiteit, overhandigde hij een geldig op zijn naam staand identiteitsbewijs. Het bleek te gaan om de gewezen echtgenoot van de vrouw. De vrouw gaf aan om weer te willen proberen samen te wonen. De inkomsten van de man waren voldoende om de kosten van levensonderhoud te voorzien. De vrouw verzocht om de uitkering te beëindigen.

 

Autohandel

Uit een onderzoek naar autobezit van een uitkeringsgerechtigde, bleek uit de administratie van het RDW (voormalige Rijksdienst  voor het Wegverkeer), dat er tijdens de uitkeringsperioden van 19-9-2002 tot met 13-4-2003 en van 31-1-2004 t/m 3-11-2004, 15 auto’s op zijn naam hadden gestaan. Hiervan werd nimmer opgave gedaan aan de gemeente. Alle auto’s stonden een korte tijd op zijn naam, hetgeen duidde op autohandel.

Betrokkene werd in de gelegenheid gesteld om deugdelijke en verifieerbare informatie te verstrekken over de aan- en verkoop van de auto’s.

Betrokkene  bleek geen administratie te hebben bijgehouden en kon geen verifieerbare administratie verstrekken.

Hierdoor was het niet mogelijk om zijn recht op bijstand vast te stellen en werd voor de verstrekte bijstand over de genoemde periode een vordering ingesteld van € 18.433,84.

Verzwegen werkzaamheden

Er werd een melding ontvangen van een burger, dat een uitkeringsgerechtigde als beheerder van toiletten zou werken in Rotterdam. Onderzoek wees uit dat betrokkene bij de ingang van de toiletgroep in een restaurant aan een tafeltje zat en geld in ontvangst nam. Binnen de toiletgroep verrichtte hij schoonmaakwerkzaamheden. De filiaalmanager verklaarde dat het restaurant en belanghebbende een concessieovereenkomst voor de sanitaire voorzieningen hadden gesloten. De opbrengsten kwamen geheel ten goede van belanghebbende. Op drukke dagen kon dat oplopen tot meer dan € 100,- per dag.

Betrokkene bleek niet te kunnen aantonen hoe hoog de verdiensten waren geweest over de periode van februari tot en met september 2005. Hij had geen administratie bijgehouden. Hierdoor was het niet mogelijk om het recht op bijstand over die periode vast te stellen. De verstrekte bijstand werd over deze periode teruggevorderd.  Er werd hiervoor een vordering ingesteld van € 6.061,46 netto omdat de ten onrechte verkregen bijstand nog in het lopende jaar kon worden terugbetaald. Tevens werd er aangifte wegens fraude gedaan bij het OM.

 

 

9. Tot slot

 

 

9.1 Regionaal Platform Fraudebestrijding Haaglanden-Hollands Midden

 

Project warenmarkten

In 2005 is zijn door het  Regionaal Platform Fraudebestrijding (RPF)  Haaglanden-Hollands Midden twee projecten geďnitieerd. Het ging om de projecten warenmarkten en autobezit.

Het project warenmarkten is uitgevoerd met een multidisciplinair samengesteld interventieteam.

Namens de bij het RPF aangesloten gemeenten, namen de sociale recherche van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Delft, Gouda, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer en bijzonder onderzoek van Den Haag, deel aan dit interventieteam.

Verder werd deelgenomen door de Belastingdienst, de Uitkeringsinstantie Werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank, de Arbeidsinspectie en de regiopolitie Hollands-Midden en Haaglanden. Het doel was fraude en onregelmatigheden op te sporen op de warenmarkten. Hiervoor werden warenmarkten geselecteerd in Alphen aan de Rijn, Delft, Den Haag, Gouda, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer. 

Het project was goedgekeurd door de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI).

Er werden 400 kraamhouders en 450 werknemers gecontroleerd. Van 134 werknemers bleek het dienstverband niet te zijn gemeld bij het UWV. Tegen 114 personen werd proces-verbaal opgemaakt omdat zij zich niet konden identificeren met een geldig identiteitsbewijs.

Voorts bleek dat er 12 personen aan het werk waren, die een bijstandsuitkering ontvingen. In 5 gevallen bleek dit bekend en in orde te zijn. In 4 gevallen werden de fraudegevallen beëindigd. In 2 gevallen leverde nader onderzoek niets op. In 1 geval werd de uitkering teruggevorderd. Dit was een uitkering die door de gemeente Delft werd verstrekt. Bij 53 kramen werd de administratie- en bewaarplicht onvoldoende nageleefd. Naar een deel van de kraamhouders is door de Belastingdienst een nader onderzoek ingesteld. Het bleek dat 8 ondernemers niet bij de Belastingdienst bekend waren. De arbeidsinspectie heeft in verband met illegale tewerkstelling 3 bestuurlijke boetes opgelegd.

 

Project autobezit

In de loop van 2005 is gestart met een onderzoek naar autobezit. Er wordt vooral gekeken naar eventuele handel in auto’s. In 2006 zal dit project z’n beslag krijgen. Nu reeds is duidelijk dat het om een aanzienlijk totaal bedrag aan fraude zal gaan.

 

Project waterproef

Een project Waterproef is thans in voorbereiding. In dit project wordt het waterverbruik  vergeleken met de  gegevens van sociale diensten. Verwacht wordt dat dit project eind 2006, begin 2007 start.

 

9.2 Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT)

 

In 2005 is er onderzoek gedaan naar ongebruikelijke transacties van uitkeringsgerechtigden. 

In het jaarverslag 2004 is reeds gemeld, dat op grond van de wet melding ongebruikelijke transacties (wet MOT) er een meldingsplicht is voor de bancaire dienstverlening, casino’s, effectenhandel, dienstverlening door vrije beroepsbeoefenaren en verkoop van goederen van grote waarde.

Doel hiervan is,  het bevorderen van de integriteit van de financiële sector door het voorkomen en tegengaan van witwassen van crimineel verkregen gelden.

Het bureau Meldpunt Ongebruikelijke Transacties van het Ministerie van Justitie heeft in 10 gevallen informatie verstrekt van dergelijke transacties van een aantal personen met een bijstandsuitkering van de gemeente Delft.

In het jaarverslag 2004 is aangegeven dat hierop zou worden teruggekomen.

Zoals gezegd, werden 10 meldingen ter behandeling verstrekt.  In alle gevallen bleek er sprake te zijn van het overmaken van geld naar het buitenland of van het wisselen van geld.

Dit vaak meerdere keren. De uitkeringsgerechtigden verklaarden vaak, dat de transacties voor derden werden gedaan. Het bleek echter niet mogelijk om dit verifieerbaar aan te tonen, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. In totaal werd er aan fraude een bedrag van ruim € 247.000,- vastgesteld.

 

9.3 Opmerkelijk signaal

 

Het blijkt nogal eens voor te komen dat uitkeringsgerechtigden in het buitenland verblijven en dat niet doorgeven aan W.I.Z.

De maandelijkse informatieformulieren worden dan valselijk opgemaakt en ondertekend door derden, waardoor de uitkering ten onrechte gehandhaafd blijft. 

In 2005 hebben de sociaal rechercheurs tweemaal een dergelijke fraude geconstateerd.