Oktober 2006
Kenmerk: 20154760
1. Inleiding
De kwartaalrapportages zoals u dat in 2005 vanuit het Rbb
gewend bent, kennen vanaf 2006 een vernieuwde structuur. Na overleg met de
portefeuillehouder is besloten halfjaarlijks te rapporteren over 3 onderwerpen,
te weten: de cijfers, de voortgang van het project Fundamentele Herbezinning
Inrichting RBB (FHIRBB) en de aanbevelingen van de Adviescommissie
Bezwaarschriften (ACB).
Het eerste deel bevat de cijfermatige rapportage zoals u die
gewend was. Het tweede deel geeft de stand van zaken van het project FHIRBB
waarbij de verbetervoorstellen en hun implementatie nader worden belicht. In
het derde deel wordt teruggekoppeld over de leereffecten voor de organisatie
aan de hand van de aanbevelingen van de ACB.
In het eerste kwartaal van dit jaar is de eerste rapportage
in deze vorm aangeboden.
Momenteel wordt een evaluatie van de nieuwe werkwijze
volgens de nota FHIRBB (hierna: evaluatie) uitgevoerd. De evaluatierapportage
zal in oktober/november a.s. gereed zijn. Met het oog daarop komt het tweede
deel van deze rapportage te vervallen.
2. Samenvatting bevindingen
De instroom van bezwaarschriften binnen Kamer I laat een
teruggang zien naar normaal. Situaties waarbij meerdere nagenoeg gelijkluidende
bezwaarschriften tegen één besluit
worden ingediend, hebben zich in de eerste helft 2006 niet
voorgedaan.
Voor Kamer II moet opgemerkt worden dat de instroom
onveranderd hoog blijft. Twee jaar na invoering van de Wet Werk en Bijstand
(2004) is geen significante teruggang te zien in de aantallen bezwaarschriften.
In de evaluatie zal hierop nader worden ingegaan.
Kamer IV heeft in de eerste helft van 2006 te kampen gehad
met een extreem hoge instroom aan bezwaarschriften op het gebied van
rechtspositionele aangelegenheden. Een instroom gelijk aan de instroom over
geheel 2005. In zijn algemeenheid geldt dat het aantal bezwaren tegen
functiewaardering iets hoger is dan de afgelopen jaren; daarnaast is door wijziging van wet- en regelgeving
m.n. op het gebied van de loondoorbetaling bij (langdurige) ziekte een iets
groter aantal bezwaarschriften gegenereerd.
Overigens zijn geen duidelijk aanwijsbare ontwikkelingen
voor de stijging aan te geven.
De hoeveelheid openstaande zaken is over de gehele commissie
heen verder gedaald met 16%. Dat brengt de totale afname van openstaande zaken
op 40% sinds start van de nieuwe werkwijze volgens de nota FHIRBB in het derde
kwartaal 2005. De effecten tot nog toe van het project FHIRBB zijn hiermee goed
zichtbaar gemaakt. Een lagere werkvoorraad betekent dat nieuwe zaken eerder
opgepakt kunnen worden en daarmee wordt de doorlooptijd positief beïnvloed.
Aan het einde van het tweede kwartaal kan een gemiddelde doorlooptijd
over alle Kamers van de ACB genoteerd worden van 13 weken. Met als uitersten
een doorlooptijd van een kleine 9 weken binnen Kamer I en een doorlooptijd van
18 weken binnen Kamer III. Daarbij wordt opgemerkt dat de helft van de adviezen
van Kamer III binnen 14 weken is uitgebracht[1].
Sharmila Ramsoekh, teamleider
RBB
Halfjaarrapportage Rechtsbeschermingsbedrijf
1e helft 2006
1.
In- en uitstroom bezwaarschriften 1e helft 2006 |
K I |
K II |
K III |
K IV |
Totaal |
Werkvoorraad per 1 januari 2006 |
136 |
217 |
29 |
5 |
387 |
Bij: nieuw ingekomen 1e helft 2006 |
80 |
284 |
22 |
37 |
423 |
Af: uitgebrachte adviezen 1e helft 2006 |
158 |
194* |
19 |
14 |
385 |
Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
19 |
67 |
9 |
9 |
104 |
Werkvoorraad per 30 juni 2006 |
39 |
244 |
23 |
19 |
325 |
* 1
bezwaarschrift – meerdere adviezen.
2.
|
FTE |
Norm |
Totaal |
Per Halfjaar |
1e helft |
Kamer I |
2,46 |
77 |
189 |
94 |
177* |
Kamer II |
3,9 |
138 |
545 |
272 |
261** |
Kamer III |
0,55 |
77 |
42 |
21 |
28 |
Kamer IV |
0,44 |
77 |
33 |
16 |
23 |
Totaal |
7,35 |
- |
809 |
403 |
489 |
* Inclusief 2
besluiten waartegen meerdere bezwaarschriften waren ingediend
** Kamer II werkt
met externe inhuur i.v.m. extra instroom en langdurig ziekteverzuim
3a.
Werk(voorraad)verdeling
1e helft 2006
Peildatum 30 juni 2006 |
K I |
K II |
K III |
K IV |
Bij de ACB |
7 |
153 |
9 |
6 |
Bij de Lijn |
16 |
44 |
11 |
8 |
Overig |
16 |
47 |
3 |
5 |
Totaal werkvoorraad |
39 |
244 |
23 |
19 |
IJzeren werkvoorraad |
45 |
150 |
10 |
8 |
3b.
|
04-3e |
04-4e |
05-1e |
05-2e |
05-3e |
05-4e |
06-1e |
06-2e |
Bij de ACB |
295 |
263 |
431 |
400 |
227 |
248 |
157 |
175 |
Bij de Lijn |
196 |
130 |
120 |
91 |
94 |
82 |
77 |
79 |
Overig |
59 |
121 |
71 |
52 |
42 |
57 |
40 |
71 |
Totaal werkvoorraad |
550 |
514 |
622 |
543 |
363 |
387 |
274 |
325 |
Bevindingen:
Over de hele keten
heen is te zien dat de totale werkvoorraad in het eerste kwartaal sterk
afgenomen is (27%) en dat het tweede kwartaal weer een stijging laat zien
(tabel 3b.). Het merendeel van deze stijging valt binnen de categorie ‘Overig’
wat onder andere betekent dat er veel zaken aangehouden zijn en bijvoorbeeld
wachten op extra informatie om een goed oordeel te kunnen vellen of dat de
organisatie anderszins de zaak afgehandeld tracht te krijgen.
Kamer I heeft als enige kamer een
werkvoorraad die onder haar ijzeren werkvoorraad ligt. Een lage instroom in het
tweede kwartaal is hier de oorzaak van. De hoge instroom van eind 2005 en begin
2006 doordat er meerdere nagenoeg gelijkluidende bezwaarschriften tegen slechts
enkele besluiten waren ingediend, is afgehandeld.
Kamer II
laat een verhoogde werkvoorraad zien (tabel 1). Oorzaak hiervan kan gevonden
worden in de constante instroom gedurende de laatste kwartalen. De verwachting is dat de dalende lijn vanaf 4e
kwartaal 2005 ingezet, zich weer zal tonen in het 3e kwartaal 2006.
Kamer IV heeft
in de 1e helft 2006 te maken gehad met een extreem hoge instroom. Op
de peildatum waren reeds evenveel bezwaarschriften ontvangen als het totaal van
2005 (37 stuks).
4.
Totaal
nieuw ingekomen bezwaarschriften halfjaarsgewijs
|
2e helft 2003 |
1e helft 2004 |
2e helft 2004 |
1e helft 2005 |
2e helft 2005 |
1e helft 2006 |
Kamer I |
87 |
94 |
149 |
429 |
235 |
80 |
Kamer II |
212 |
295 |
275 |
303 |
301 |
284 |
Kamer III |
16 |
30 |
26 |
37 |
26 |
22 |
Kamer IV |
13 |
22 |
10 |
11 |
16 |
37 |
Totaal |
328 |
441 |
460 |
780 |
578 |
423 |
Bevindingen:
Kamer I
laat een terugkeer zien naar de instroom van begin 2004. Een grote hoeveelheid
nagenoeg gelijkluidende bezwaarschriften tegen enkele besluiten, wat kenmerkend
was voor 2005, heeft zich niet in de eerste helft 2006 voorgedaan.
In Kamer
II is een kleine daling te zien in de instroom. Echter de hoeveelheid blijft
onveranderd hoog te noemen sinds begin 2004, het jaar van de inwerkingtreding
van de WWB. Binnen de Lijn wordt de
conclusie getrokken dat een instroom van 300
bezwaarschriften als realisatie-norm moet worden gehanteerd, o.a.
vanwege decentralisatie van uitvoering waardoor meer werk bij de gemeente komt
te liggen qua verordeningen en beleid etc. Met de verbetervoorstellen uit de
nota FHIRBB is de capaciteit en de af te handelen norm van deze kamer verhoogd,
maar nog niet zodanig dat de volledige instroom van bijvoorbeeld vorig jaar
(604 stuks) het hoofd geboden kan worden. De instroom van de eerste helft 2006
is reeds hoger dan de afhandelcapaciteit (zie tabel 2).
5.
|
2e helft 2003 |
1e helft 2004 |
2e helft 2004 |
1e helft 2005 |
2e helft 2005 |
1e helft 2006 |
Gegrond (Deels) |
77 (23%) |
44 (22%) |
108 (30%) |
248 (39%) |
247 (40%) |
80 (21%) |
Ongegrond |
190 (57%) |
129 (63%) |
198 (55%) |
279 (44%) |
283 (46%) |
272 (70%) |
Niet Ontvankelijk |
66 (20%) |
31 (15%) |
53 (15%) |
110 (17%) |
87 (14%) |
34 (9%) |
Totaal |
333 (100%) |
204 (100%) |
359 (100%) |
637 (100%) |
617 (100%) |
386 (100%) |
Bevindingen:
De eerste helft 2006 laat weer een terugkeer zien naar de
normale verhoudingen tussen gegrond (rond de 20%) en ongegrond verklaringen.
[Het percentage (Deels) Gegronde bezwaarschriften
geeft inzicht in de mate waarin primaire besluiten van de bestuursorganen geen
stand houden. Dit kan iets zeggen over de kwaliteit van het beleid en de
besluitvorming. Voor een globale toets van de kwaliteit van de primaire
besluitvorming moet meegenomen worden het percentage bezwaarschriften dat
herzien wordt zonder dat een advies van de commissie daaraan ten grondslag
ligt. De ACB beschikt over de aantallen ingetrokken bezwaarschriften per kamer.
Hieronder worden zowel de intrekkingen als de herzieningen verstaan. Vooral in
Kamer II is er sprake van een groot aandeel herzieningen. De overige kamers
hebben hier vrijwel niet mee te maken.]
*-*
Aanbevelingen van de Adviescommissie voor bezwaarschriften over 1e
Helft 2006
Aanbevelingen Kamer I
|
Reactie verweervoerende afdeling
|
1. De Commissie doet een aanbeveling aan
verweerder in het vervolg bij de behandeling van aanvragen om kapvergunning
te verlenen, de inhoudelijke toetsing van de aanvraag door de deskundige van
het vakteam Groen zorgvuldiger te doen plaatsvinden. |
1. De kapvergunningen gaan in de toekomst zeer
waarschijnlijk verleend worden door PuZa. Het advies zal door Stadsbeheer
gedaan blijven worden. Een betere inhoudelijke toetsing maakt hier onderdeel
van uit en heeft de aandacht. |
|
|
Aanbevelingen Kamer II
|
Reactie verweervoerende afdeling
|
1. In artikel 44, lid 1 van de WWB is het
beginsel neergelegd dat een bijstandsuitkering niet eerder ingaat dan vanaf
de datum waarop rechthebbende zich heeft gemeld voor het indienen van een
aanvraag. In de praktijk komt het voor dat mensen zich
reeds bij het CWI hebben gemeld zonder dat hiervan registratie heeft
plaatsgevonden, omdat hun aanvraag niet (helemaal) compleet zou zijn. Gelet
op de ingangsdatum van de bijstandsuitkering kan dit grote gevolgen hebben
voor rechthebbenden. Het verdient daarom aanbeveling dat door het CWI wordt
geregistreerd wanneer rechthebbenden zich voor het eerst bij hen hebben
gemeld. |
1. De constatering van de kamer is volledig
juist. Een en ander is ook met het CWI besproken en bevestigd. Het leidt
ertoe dat de verwachting is dat dit probleem voor de toekomst is opgelost. |
2. De Commissie beveelt aan over te
gaan tot een herbeoordeling van alle aanvragen die zijn afgewezen op de grond
dat de aanvraag later dan 14 januari 2006 is ingediend en in voorkomende
gevallen alsnog de 'eenmalige uitkering 2005' toe te kennen.
|
2. Is afgehandeld. Alle niet in behandeling
genomen aanvragen i.v.m. te late melding (12 stuks) zijn opnieuw bekeken en mensen aangeschreven voor
aanvullende informatie en op basis daarvan heeft er een beoordeling
plaatsgevonden. Dit heeft niet geleid tot verstrekkingen. In de nieuwe folder
zijn aanpassingen gedaan om in de toekomst dit soort zaken te
voorkomen. |
3. De Commissie beveelt aan over te
gaan tot een herbeoordeling van alle aanvragen die zijn afgewezen op de grond
dat de aanvrager nog geen 21 jaar is en in voorkomende gevallen alsnog de
'eenmalige uitkering 2005' toe te kennen.
|
3. Is afgehandeld. Het betrof 1 zaak.
In de verordening is nl. niet opgenomen dat je 21 jaar of ouder moet zijn
voor het doen van een aanvraag. Deze herbeoordeling heeft niet geleid tot een
verstrekking.
|
|
|
Aanbevelingen Kamer III
|
Reactie verweervoerende afdeling
|
1. Volgens artikel 10:10 Awb jo. artikel 4 van het Mandaat-,
Machtigings- en Volmachtbesluit (MMV) brengt de (onder-) gemandateerde in
alle gevallen tot uitdrukking dat besloten is of gehandeld wordt namens het
bestuursorgaan. Het is de Commissie -niet voor de eerste maal- opgevallen dat
een besluit dat betrekking heeft op ambtshalve uitschrijving uit de GBA niet
vermeldt namens welk bestuursorgaan dit is genomen. De Commissie vraagt
hiervoor uw aandacht. |
1. Deze aanbeveling wordt overgenomen. |
Aanbevelingen Kamer IV
|
Reactie verweervoerende afdeling
|
1. - |
1. - |
[1] Met betrekking tot de doorlooptijden moet opgemerkt worden
dat deze termijn gerekend is tot het uitbrengen van het advies door de ACB.
Het is niet altijd goed mogelijk
gebleken met het huidige registratiesysteem de termijn dat een behandeling van
een zaak wordt aangehouden in de berekening te verwerken.