De van rijkswege vastgestelde bijstandsnorm voor
werkloze jongeren (18 tot 21 jaar) is laag. Op dit moment bedraagt de
uitkeringsnorm € 207,55 (incl. vt). De gemeentelijke toeslagenverordening, op
basis waarvan de bijstandsuitkering wordt verhoogd of verlaagd, is op deze
groep[1]
niet van toepassing.
De Rijksnorm is zo laag vastgesteld in verband met:
-
de ouderlijke onderhoudsplicht; op grond van het
Burgerlijk Wetboek zijn ouders, tot het moment dat hun kind 21 jaar wordt (of
zolang deze studeert), onderhoudsplichtig. Met andere woorden, als de
uitkeringnorm voor de betreffende jongere onvoldoende is, dan moet de jongere
een beroep doen op zijn ouders.
-
het feit dat men er van uitgaat dat de betreffende
jongere nog woonachtig is in de ouderlijke woning.
Er zijn echter situaties waarin de jongeren om
verschillende redenen niet woonachtig zijn in de ouderlijke woning of dat de
jongeren geen beroep kunnen doen op de ouders.
De rijksnorm is in bepaalde situaties onvoldoende.
De WWB (artikel 12) geeft de gemeente de opdracht om in dergelijke situaties de
jongeren vanuit de bijzondere bijstand een aanvulling te verstrekken.
Artikel 12 WWB luidt:
Een persoon van 18, 19 of 20 jaar heeft recht op
bijzondere bijstand voor zover zijn noodzakelijke kosten van het bestaan
uitgaan boven de bijstandsnorm en hij voor deze kosten geen beroep kan doen op
zijn ouders, omdat:
De hoogte van de aanvulling, en aan welke
voorwaarden moet worden voldaan, wordt bepaald door de gemeente.
Voor wat betreft de huisvesting moet voldaan zijn
aan de voorwaarde dat de jongere niet (meer) bij zijn ouders kan wonen. Aan
deze voorwaarde wordt in ieder geval voldaan indien:
-
de jongere heeft verbleven in een vorm van begeleid
kamerwonen, detentie, een tehuis of pleeggezin;
-
de jongere, op het moment van bijstandsaanvraag,
reeds langer dan een jaar zelfstandig woonachtig is.
Verder geldt als voorwaarde dat de jongere geen
beroep kan doen op de ouders, bijvoorbeeld omdat:
-
beide ouders overleden zijn;
-
beide ouders in het buitenland verblijven;
-
een van de ouders woonachtig is in het buitenland en
de ander is overleden;
-
er sprake is van een ernstig verstoorde relatie
tussen de ouders en de jongere;
-
het inkomen van de ouders onvoldoende is
(bijstandsniveau).
In deze gevallen wordt een aanvulling verstrekt
vanuit de bijzondere bijstand.
De gemeentelijke bijdrage in de vorm van bijzondere
bijstand is voor alleenstaande jongeren voor 2006 vastgesteld op een bedrag van
€ 254,13. De totale uitkering (rijksnorm plus bijzondere bijstand) bedraagt €
461,68.
In die gevallen waarin de betreffende jongere een
alleenstaande ouder is, of gehuwd is met kinderen, dan wordt aansluiting
gezocht bij de ‘gewone bijstandsnorm’.
Met het vaststellen van de hoogte van de aanvulling
voor jongeren is rekening gehouden met de prikkel die moet blijven bestaan om werk
te aanvaarden. De uitkering plus de aanvulling is om die reden lager dan het
wettelijk minimumjeugdloon.
In de onderstaande tabel wordt dit verduidelijkt:
leeftijd |
rijksnorm |
aanvulling |
totaal |
Netto
minimumloon |
18 |
207,55 |
254,13 |
461,68 |
546,00 |
19 |
207,55 |
254,13 |
461,68 |
614,00 |
20 |
207,55 |
254,13 |
461,68 |
703,00 |
Vorig jaar is een klein onderzoek gedaan naar de
aanvulling die door enkele andere gemeenten werd verstrekt. De Delftse
aanvulling was toen ongeveer gemiddeld.
Uitgangspunt in dat alle jongeren die een uitkering
aanvragen bij WIZ zo snel mogelijk worden doorgeleid naar een proefplaatsing
(werken met behoud van uitkering). In het geval er sprake is van een
AMA-jongere of een jongere met een BBL-traject (die zelf geen leerwerkplek
heeft kunnen vinden) wordt deze doorgeleid naar een opstapbaan
(minimumjeugdloon).
Het zo snel mogelijk doorgeleiden van de jongere
naar een proefplaatsing of opstapbaan is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld in
het geval van arbeidsongeschiktheid. De jongere ontvangt dan een
Wajong-uitkering. In dit soort gevallen bestaat er, objectief vastgesteld, op
korte termijn geen reëel arbeidsperspectief. Er is dus geen mogelijkheid voor
de betrokkene de financiële situatie middels betaald werk te verbeteren. Een WSW
indicatie kan wel aan de orde zijn.
Werk boven inkomen is een uitgangspunt dat niet in
alle situaties toepasbaar is. Een inkomen lager dan het minimumjeugdloon,
zonder de mogelijkheid deze op korte termijn middels werk te verhogen, kan leiden
tot schrijnende situaties. Het is noodzakelijk om in deze bijzondere gevallen
de aanvulling via de bijzondere bijstand te verhogen, maar wel zodanig dat er,
zolang de jongerennormen van toepassing zijn, altijd de prikkel naar werk,
bijvoorbeeld in het kader van de WSW, blijft bestaan. Tegelijk moet alles in
het werk gesteld worden om ook in deze gevallen een re-integratietraject, c.q.
een werkplek te bieden.
De hoogte van de aanvulling is maatwerk. Indien er
sprake is van een arbeidsmarktperspectief, bijvoorbeeld in de vorm van
opstapbanen of proefplaatsingen, dan wordt de aanvulling op gebruikelijke wijze
verstrekt. Is dit in individuele gevallen niet voldoende, en ontbreekt op korte
termijn een reëel, objectief vast te stellen arbeidsmarktperspectief, dan kan
dit tijdelijk worden aangevuld. Voorgesteld de uitkering aan te vullen tot het
netto minimumjeugdloon voor de betreffende jongeren, minus € 50,00.
De aanvulling is wel een belaste vorm van
bijzondere bijstand.
Daarom wordt, in aanvulling op het reeds bestaande
beleid, voorgesteld:
1.
in die gevallen dat de jongere geen
gebruik kan maken van het gemeentelijk werkgelegenheidsinstrumentarium,
bijvoorbeeld omdat de jongere (tijdelijk) arbeidsongeschikt is, en er bovendien
sprake is van:
-
een ontbrekend sociaal netwerk (m.n. ouders) die
een financiële bijdrage kunnen leveren, of de financiële situatie van de ouders
is ontoereikend hiervoor, en
-
de betreffende jongere woont zelfstandig, en
-
de betreffende jongere is alleenstaand,
vanuit de bijzondere
bijstand een extra aanvulling te geven tot het netto minimumjeugdloon voor de
betreffende jongere, minus € 50,00.
[1] De toeslagenverordening is
van alleen toepassing op personen van 21 jaar en ouder die WWB-uitkering
ontvangen