1. Voorwoord
2. Beleidskader
3. Arbeidsmarkt,
inkomen en emancipatie
3.2. Terugblik 2006.
3.4.
Outputindicatoren
4. Wat mag het
kosten?
4.1.
WWB werkdeel
4.2.
Volwasseneneducatie
4.3.
WWB inkomensdeel
5. Advies panel
Werk & Inkomen
Bijlage 1: lijst met afkortingen
Voor u ligt de nota Arbeidsmarkt, inkomen en
emancipatie 2007 – 2010.
Een meerjarenplan, dat haar basis vindt in
het coalitieakkoord van ons nieuwe college. Uitvoering aan dit plan wordt voor
het overgrote deel gegeven door de WIZ-organisatie.
De kern van deze nota wordt gevormd door de
ambitie dat de burgers van Delft, mannen en vrouwen, in economische
zelfstandigheid kunnen leven; dat zij, uitgaande van hun eigen kracht en
kennis, de mogelijkheden hebben om mee te doen in de samenleving.
Om deze ambitie te realiseren zetten we onze
energie in op:
-
vergroten van de kansen op werk – door actief kansen op de arbeidsmarkt
te benutten, via een vernieuwde werkgeversbenadering
-
verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt – door scholing,
vrijwilligerwerk en activeringstrajecten
-
omvormen van Combiwerk tot arbeidsontwikkelingsorganisatie ten behoeve
van alle doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt
-
een startkwalificatie voor jongeren – voor een goede startpositie op de
arbeidsmarkt
-
tijdig verstrekken van uitkeringen – zodat mensen niet door een lange
wachttijd in financiële nood komen
-
gedegen informatievoorziening aan mensen, als zij een WWB uitkering
aanvragen – zodat zij weet hebben van de mogelijkheden van ondersteuning en
helderheid over wederzijdse verwachtingen / rechten en plichten
-
een klantgerichte dienstverlening te organiseren
-
verruimen van de mogelijkheden van bijzondere bijstand – helpt armoede
te bestrijden
-
toegankelijke voorzieningen als kinderopvang – helpt emancipatie te
bevorderen
-
adequate instrumenten voor schuldhulpverlening – helpt armoede te
bestrijden en emancipatie te bevorderen
-
optimaal benutten van de mogelijkheden die de WI ons biedt
De Wet werk en bijstand en de Wet
Inburgering Nieuwkomers – straks de Wet inburgering – gaan we in samenhang
uitvoeren.
Ketensamenwerking – met CWI, UWV, Combiwerk
en Re-integratiebedrijven – wordt nog intensiever bij de verhuizing van de
WIZ-organisatie naar het bedrijfsverzamelgebouw, medio 2007.
Werkconsulenten ondersteunen de klant bij
hun activeringstraject. Uitkeringsaanvragen worden behandeld door specialisten.
Daarnaast wordt een snelbalie ingericht - volgens het concept van een klant contact
centrum – waar informatievoorziening, afhandeling van bijzondere
bijstandsaanvragen, de aanschaf van de Delftpas wordt aangeboden.
De dienstverlening aan onze klanten is in
ontwikkeling, waarin aandacht voor en hulp bij de weg naar werk centraal staat
Met speciale
arbeidsmarktprojecten, waarin we samenwerken met werkgevers en waarmee we
tevens Social Return mogelijk maken, en in samenwerking met de mensen van het
programma Kennisstad en Economie, creëren we werkgelegenheid.
De komst van de WMO zal invloed hebben op
ons werk. Hoe, dat gaan we in 2007 onderzoeken, zodat in de jaren daarna ook de
samenhang met de WMO in ons werk tot uiting komt.
Het is niet niks, wat ons de komende jaren
te doen staat.
Ik zal u via de Kwartaalrapportages op de
hoogte houden van de relevante resultaten.
Saskia Bolten,
Wethouder Arbeidsmarkt, inkomen en
emancipatie
2. Beleidskader
De kern van deze nota – dat een uitwerking is van de programmabegroting
Arbeidsmarkt, inkomen en emancipatie 2007-2010 – wordt gevormd door de ambitie
dat de burgers van Delft, mannen en vrouwen, in economische zelfstandigheid
kunnen leven; dat zij, uitgaande van hun eigen kracht en kennis, de
mogelijkheden hebben om mee te doen in de samenleving. Het hebben van werk
beschouwen wij als een heel belangrijk instrument voor economische
zelfstandigheid, en voor ‘meedoen’.
Voor Delftse burgers, die dit ontberen,
zetten wij de Wet werk en bijstand / de Wet inburgering nieuwkomers / de Wet
sociale werkvoorziening / de Wet educatie & beroepsonderwijs in als gidsen
die mogelijkheden en voorzieningen bieden op de weg naar werk, naar meedoen, en
uit de armoede.
Aan dit uitgangspunt wordt
op twee manieren gewerkt. Enerzijds beperken we de instroom in de uitkering
door mensen vanaf het eerste contact – samenwerkings-partner CWI vervult hier
ook een belangrijke rol – de mogelijkheden aan te geven om snel werk te vinden
en uit de uitkering te blijven. Anderzijds zetten we maximaal in op uitstroom.
Onze belangrijkste instrumenten hier zijn klantmanagement in combinatie met
hoogwaardig handhaven, voorwaardenscheppende instrumenten zoals kinderopvang en
het reïntegratie-instrumentarium in zijn volle omvang. Maatwerk en duurzaamheid
zijn sleutelwoorden.
Recht op inkomen
blijft gegarandeerd.
De WWB is een
recht, voor mensen die niet (tijdelijk niet, of niet volledig) zelfstandig in
hun inkomen kunnen voorzien en voor wie geen zogenoemde ‘voorliggende
voorziening’ beschikbaar is. De WWB geldt bijvoorbeeld ook voor mensen die een
gedeeltelijke AOW, of WAO uitkering hebben en voorziet hier in een aanvulling
tot de geldende bijstandsnorm Uitgangspunt is de periode tussen het moment van
aanvraag en toekenning van een uitkering zo kort mogelijk te maken.
De gemeente Delft wil werk blijven maken van
armoedebestrijding.
De armoede zal – voor wat betreft deze nota
– verder bestreden worden door de inzet van zoveel mogelijk
inkomensondersteunende voorzieningen en door het toegankelijk maken van de
bijzondere bijstand voor een grotere groep burgers. De eerste stap hiervoor,
het verhogen van de inkomensgrens naar 130120%, gaan we in 2007
maken.
Uitgangspunt bij het formuleren van ons
bijzondere bijstandsbeleid is het voorkomen van de armoedeval. Bij elke nieuwe
voorziening of regeling wordt deze lijn nadrukkelijk gevolgd.
Andere instrumenten die we nadrukkelijk in
het kader van armoedebeleid inzetten zijn schuldhulpverlening – zorg en
preventie -, het kwijtscheldingsbeleid, de bijzondere aandacht woonproblematiek
(BAW) – voorkomen van huisuitzettingen van gezinnen met kinderen -, DUIT –
vergroten van het bereik van voorzieningen en hulp bij het aanvragen van
gemeentelijke voorzieningen - en de Delftpas – deelnemen aan de samenleving -.
De anti-armoedeconferentie heeft heel wat
inspiratie opgeleverd:
voor een vernieuwend anti-armoede beleid,
voor het ontwikkelen van instrumenten, waarmee we schuldenproblematiek waarin
Delftse burgers verkeren, zoveel mogelijk het hoofd kunnen bieden, en voor onze
verdere onderzoeksagenda.
Aandacht ook voor
jongeren.
Voor jongeren zal,
met het oog op een duurzame plaats op de arbeidsmarkt, het behalen van een
startkwalificatie centraal staan. Indien dit niet tot de mogelijkheden behoort
en het voor jongeren te hoog gegrepen
is, wordt door een aanpak op maat het ‘maximale eruit gehaald’ om de
economische zelfstandigheid te bevorderen. Dit geldt in het bijzonder ook voor tienermoeders,
een weliswaar kleine groep in Delft, maar met een zeer complexe problematiek.
Een belangrijke ontwikkeling is de komst van
de nieuwe Wet Inburgering, naar verwachting per 1-1-2007. We gaan de WI en de
WWB in samenhang uitvoeren. Uitgangspunt hierbij is het bieden van maatwerk
gericht op een onderlinge aansluiting van de activiteiten in het kader van
reïntegratie, opvoedings-ondersteuning, sociale activering,
volwasseneneducatie, enzovoort.
Kinderopvang is
een belangrijke voorwaarde voor ouders, moeders en vaders, om mee te kunnen
doen in de samenleving. In het kader van de WWB is kinderopvang instrument voor
re-integratie en activering. In het kader van emancipatiebeleid is het van
belang dat er binnen Delft een 24-uurs kinderopvang komt.
Handhaven doen we hoogwaardig.
Hoogwaardige handhaving gaat verder dan
fraudebestrijding. Het omvat vier samenhangende elementen: vroegtijdig
informeren, optimaliseren van de dienstverlening, vroegtijdige herkenning en
afhandeling van fraudesignalen en daadwerkelijk sanctioneren.
Bovenstaande elementen hebben impact in alle
fasen van het uitkeringsproces.
Het uitdragen dat het recht op bijstand
gedegen wordt vastgesteld bevordert de solidariteit van burgers: iedereen kan
weten - wie een uitkering krijgt, heeft daar ook recht op.
Uiteindelijk doel
is een spontane regelnaleving door alle klanten van wet en regelgeving. Voor de
verdere uitwerking verwijzen wij naar het Beleidsplan Hoogwaardig Handhaven
2006 – 2009.
Ketensamenwerking gaan we intensiveren.
De samenwerking met onze ketenpartners CWI
en UWV willen we in 2007 verder versterken. We doen een poging bestaande
dubbelingen in werkprocessen weg te nemen en vooral elkaars sterke kanten te
benutten. Daartoe willen we een nieuw dienstverleningsconcept vaststellen. Ook
binnen WIZ zijn we ons hierop aan het
voorbereiden. Dat raakt de inrichting van het WIZ-concept klantmanagement. Wij
zijn toe aan een doorontwikkeling daarvan, waarin nog meer het accent komt te
liggen op:
·
de consulent
werkéén centraal verantwoordelijke contactpersoon van
de klant, die de gehele keten binnen WIZ bestrijkt;
·
deze persoon krijgt de rol van regisseur (binnen de organisatie) en
coach naar de klant, waarin zijn primaire hoofdtaak is het realiseren van de
‘kortste’ weg naar werk.
Ten aanzien van
het jongerenloket RMC streven wij ernaar in 2007 tot een fysieke integratie te
komen met het CWI-loket voor jongeren.
Tot slot noemen we in het kader van het denken over een gezamenlijke
werkgeversbenadering de werkagenda. Binnen dit initiatief werken verschillende
partijen (CWI, Combiwerk, Mondriaan, Werkplan en Gemeente) in Delft samen om
gezamenlijk werkgevers te benaderen en zo goed mogelijk te bedienen. Dit om
voor de werkgevers in de stad een zo goed mogelijk klimaat te creëren.
Emancipatie
Deze nota gaat slechts beperkt
beleidsmatig in op het onderdeel emancipatie.
In het kader van nieuw beleid heeft het college besloten om op dit onderdeel in
2007 nieuw beleid te formuleren. Emancipatiebevordering is net als
armoedebestrijding een paraplubegrip; dat wil zeggen dat het niet binnen één
programma zal worden uitgewerkt,
maar terug te vinden is
in de verschillende programma’s binnen de gemeente Delft.
Toetsing
van beleid
We laten ons beleid toetsen
door het klantezogenoemde npPanel Werk en Inkomen. Deze vorm van
cliëntenparticipatie
willen we verbeteren. Met het Panel wordt nuhierover overleg gevoerd, ondermeer om te bepalen op
welke wijze de cliëntenparticipatie kan worden verbeterd. Zo worden gesprekken
gevoerd over de vertegenwoordiging door de
panelorganisaties, de daadwerkelijke deelname van uitkeringsgerechtigden, de
faciliteiten die het Panel geboden moeten worden om goed te functioneren, en
het moment van advisering in het totale besluitvormingsproces. Naar verwachting
zal begin 2007 hiertoe een
definitief voorstel aangeboden kunnen worden.
3. Arbeidsmarkt, inkomen en emancipatie
3.1. Inleiding
Het Delftse beleid is gericht op economische zelfstandigheid van alle burgers (mannen en vrouwen) en gaat uit van de eigen kennis en kracht (empowerment) van die burgers. Het coalitieakkoord heeft als één van haar ambities ‘het vergroten van de kans op werk’ geformuleerd. Dat betekent dat burgers optimaal ondersteund worden om werk te verwerven en/of te behouden. Om dit te bereiken maken we randvoorwaarden als kinderopvang en schuldhulpverlening goed toegankelijk. Als werk (nog) niet haalbaar is, bieden we ondersteuning aan bij de weg naar werk. We doen dit door:
- Inzet van een breed re-integratieinstrumentarium;
- Het faciliteren van kinderopvang;
- Het bieden van volwasseneneducatie;
- Het bevorderen van activeringsmogelijkheden voor mensen met chronische beperkingen en/of psychosociale problematiek;
- Hulp bij problematische schulden en het voorkomen ervan;
- Verschaffen van een inkomen voor mensen die (tijdelijk) niet zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien;
- Het bieden van instrumenten om sociaal isolement te voorkomen of op te heffen, zoals de Delftpas en trajecten in het kader van de wet inburgering.
2007 wordt gekenmerkt door een aantal grote veranderingen. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt van kracht per 1 januari 2007. Er ligt een wetsvoorstel voor modernisering van de Wet Sociale Werkvoorziening, die van kracht wordt per 1 januari 2008, en de Wet Inburgering zal in 2007 ingevoerd worden.
Voor jongeren geldt dat er sprake is van een verhoging van de leerplichtige leeftijd, indien zij nog niet beschikken over een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.
Naast deze wetswijzigingen zijn er ook ontwikkelingen in de eigen organisatie die in 2007 vorm krijgen: een nieuwe werkwijze rondom klantmanagement en de verhuizing naar het bedrijfsverzamelgebouw.
Aan het programma is het “nieuwe” thema emancipatie
toegevoegd. Dit thema zal vanaf 2007 vorm krijgen binnen de verschillende
onderdelen van het programma.
3.2. Terugblik 2006
Werk
In 2006
heeft, evenals in 2005, het accent gelegen op uitstroom uit de uitkering en
sociale activering. Het aantal klanten in een traject aanpak is halverwege 2006
(stand 1 juli) op een gelijk niveau als de realisatie van geheel 2005. Er is
begin 2006 extra inkoop gedaan van extra voortrajecten voor speciale
doelgroepen zoals jongeren en alleenstaande ouders. Deze voortrajecten hebben
tot doel de effectiviteit van de bestaande re-integratietrajecten te vergroten.
In 2006 is een
start gemaakt met de aanpak van de zorgklanten. Voor de zorgdoelgroep zijn
speciale trajecten ingekocht waar vanaf juli 2006 op toegeleid is. Aangezien
deze trajecten langduriger zijn dan reguliere re-integratietrajecten zijn
hiervan nog geen resultaten te vermelden.
Het experiment
Persoonsgebonden Rre-integratie
Bbudget
(PRB) is inwordt eind
2006 afgerond en geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie en de behaalde resultaten
zal
bekekenwordten
of het
PRB structureel in het reïntegratieaanbod van de gemeente Delft wordt
opgenomen.
De vraaggerichte
aanpak middels de arbeidsmarktprojecten is in 2006 gecontinueerd. Deze
projecten leiden in bijna alle gevallen tot directe uitstroom uit de uitkering
en zijn derhalve erg succesvol te noemen. Toegevoegd aan de vraaggerichte
aanpak is social return, op basis waarvan eind 2006 het eerste project gaat
starten.
Het instrument Workfirst (proefplaatsingen)
heeft in 2006 meer vorm gekregen. Halverwege het jaar zijn er reeds twee keer
zoveel deelnemers geplaatst op een proefplaatsing dan in 2005. Ook het aantal
deelnemers aan een opstapbaan laat, als gevolg van criteriawijzigingen in 2005,
een forse stijging zien.
De afbouw van het
langdurig gesubsidieerd werk is in 2006 gecontinueerd en heeft geleid tot
verdere daling.(deelnemersbestand eind 2005: 153 versus
deelnemersbestand juli 2006: 145). Het gerichte uitstroombeleid op deze groep Het gerichte uitstroombeleid op deze groep blijft
onverminderd van kracht. De overgebleven groep mensen die overblijftEr zal echter een groep mensen
overblijven die in langdurig gesubsidieerd werk zallijkt op
deze vorm van gesubsidieerd werk aangewezen te is; en hun functies
zullen worden omgezet in een zogenaamde blijversbaanen.
Inkomen
In het beleidsplan van vorig jaar zijn op het terrein van inkomen een aantal accenten gelegd.
Het tegengaan en
bestrijden van armoede is er een van. Het terugdringen van het “niet-gebruik”
van voorzieningen heeft de aandacht gekregen. Dit is o.a. gebeurd door het
subsidiëren van organisaties als de Formulierenbrigade (onderdeel van SOD), St.
Leergeld en STOED alsook het huis-aan-huis verspreiden van een informatieboekje
over alle voorzieningen.
Verder
heeft ook het voorkomen van problematische schulden het afgelopen jaar de
aandacht gekregen. De wachtlijsten bij de Budgetwinkel zijn weggewerkt, er zijn
afspraken met DSW gemaakt ter voorkoming van royement van de zorgverzekering en
budgetbegeleiding is beter toegankelijk geworden. Desondanks is er sprake van een zorgelijke
ontwikkeling. Er is sprake van een groeiend uitvalpercentage van klanten in een
schuldhulpverleningstraject en een groeiende groep burgers die niet
“saneringsrijp” is.
TevensDaarnaastIn 2006 is een monitor
Lage Inkomens Delft ontwikkeld en voor de eerste maal uitgevoerd. Deze
monitor plus de anti-armoedeconferentie in september 2006 vormt inputhebben input gegeven voor een
verdere onderzoeksagenda en voor verdere vormgeving / verbetering van het
anti-armoedebeleid. De monitor wordt nog 2 keer herhaald, begin 2008 en begin 2010.
Verder heeft hoogwaardig handhaven in 2006
aandacht gekregen. Een van de elementen hierin is het verbeteren van de
informatievoorziening naar de burger over de rechten en plichten. Tevens is in
het najaar van 2006 een onderzoek naar de mate van fraude gestart. en zijn de risicoprofielen
geïmplementeerd. Eind 2006/begin 2007 verschijnt een apart verslag over
hoogwaardig handhaven en wordt een nieuw controleplan 2007 vastgesteld.
Volwasseneneducatie
Het aantal deelnemers aan volwasseneneducatie is in 2006 tot nu toe gestegen ten opzichte van 2005. Dankzij het uitstel van de invoering van de Wet Inburgering en de inzet van eigen gemeentelijke middelen waren er in heel 2006 voldoende middelen beschikbaar om het totale volume aan educatie op peil te houden. De verwachte terugloop in cursisten heeft in 2006 dan ook nog niet plaatsgevonden.
Het is in 2006 nog onvoldoende gelukt om het percentage ongeoorloofd verzuim terug te dringen van 7 naar 5 %. Binnen de volwasseneneducatie kennen we wel een verzuimbeleid, maar een integrale aanpak hebben we in 2006 helaas nog niet kunnen realiseren. Wel zijn we bezig met de voorbereidingen hiervoor.
Het aantal autochtone cursisten dat deelneemt aan NT1 onderwijs is tot nu toe stabiel ten opzichte van 2005. Juist in het najaar komt er echter meestal een extra instroom van nieuwe cursisten. Deze cijfers zijn nu nog niet bekend. Bij bestrijding van analfabetisme onder autochtone Nederlanders is inmiddels wel gebleken dat het een kwestie van lange adem is om deelnemers over de streep te trekken. Daarom is het wenselijk dat het project ook in 2007 en 2008 voortgang heeft.
Emancipatie
Om vrouwen in achterstandssituaties te
stimuleren stappen te zetten op weg naar een (duurzame) actieve deelname aan de
samenleving, zijn momenteel ondermeer volgende instrumenten ingezet: het
project Bezoekvrouwen, waarbij vrouwen thuis worden bezocht met als doel ze uit
hun sociaal isolement te halen, het pas gestarte project Stuurvrouwen waarbij
vrouwen gestimuleerd worden een bestuursfunctie te aanvaarden, en Het Vrouw
Kind Centrum.
3.3. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen?
1. Het aantal uitkeringen in Delft daalt tenminste met de landelijk verwachte daling mee;
2. Van alle uitkeringsgerechtigden is bekend wat hun mogelijkheden zijn;
3. Verhogen van de kwaliteit en het rendement van ingekochte instrumenten;
4. Alle Delftse jongeren voor wie dat haalbaar is hebben een startkwalificatie;
5. Overzicht van de mogelijkheden die de gemeente heeft om ook niet-uitkeringsgerechtigden te ondersteunen bij het verwerven van economische zelfstandigheid;
6. Minima die daar behoefte aan hebben krijgen ondersteuning bij het regelen van kinderopvang;
7. Burgers van Delft die op dit moment geen werk hebben, of een zwakke positie hebben op de arbeidsmarkt kunnen gebruik maken van volwasseneneducatie;
Aansluitend op de ambitie om burgers zoveel mogelijk economisch
zelfstandig te laten zijn, zullen we doorgaan met onze inzet om het bestand
uitkeringsgerechtigden zo klein mogelijk te laten zijn. Dit betekent dat we met
elke uitkeringsgerechtigde in een plan vastleggen wat zijn of haar
mogelijkheden zijn en hoe de gemeente ondersteuning biedt bij het optimaal
benutten van die mogelijkheden. Het gaat hierbij om de mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt
of een beschermde werkplek in het kader van de WSW. Iindien arbeid die(nog)
niet aan de orde is zoeken we mogelijkheden voor
ijn
om maatschappelijke participatie. Eind 2008 verwachten we dit te
hebben gerealiseerd.
Bij de inkoop van ons instrumentarium sluiten we aan op de behoefte aan ondersteuning.die de burger heeft. Anders dan voorheen zal dat in het kader van het nieuwe model klantmanagement ook betekenen dat we overgaan tot de inkoop van losse onderdelen, in plaats van volledige trajecten. We kunnen dan nog beter aansluiten op de individuele behoefte van de burger.
Het is daarbij ,binnen grenzen, ook mogelijk dat de ondersteuning doorgaat ook al is de uitkering beëindigd. Bijvoorbeeld door het bieden van volwasseneneducatie, of zoals dat nu ook al gebeurt door een periode van nazorg na werkaanvaarding.
Net als in 2006 zullen we doorgaan met een vraaggerichte werkwijze middels het uitvoeren van arbeidsmarktprojecten, zoals het 45-banenplan, het IKEA project, het project Maatzorg en het beveiligingsproject Combiwerk. Daarbij gaan we uit van de vraag van werkgevers en zoeken daar een aantal geschikte werkzoekenden bij. De organisatiestructuur rondom deze speciale aanpak blijft gehandhaafd.
Tevens gaan we inzetten op vergroting van het
rendement van trajecten door een integraal verzuimbeleid. Dit beleid wordt
gekenschetst door enerzijds te ondersteunen waar nodig, anderzijds te
sanctioneren waar dat onvermijdelijk is. Voor 2007 (circa april) gaan we
hiertoe een instrument inkopen, dat erin voorziet dat bij verzuim wegens ziekte
verzuimcontrole en –beoordeling plaatsvindt. Voor alle overige redenen van
verzuim is het beleid dat de klant vooraf verlof aanvraagt. Bij ongeoorloofd
verzuim is de maatregelenverordening WWB van toepassing.
Verbetering
van het rendement is een van de manieren waarop we de kwaliteit van
instrumenten willen verbeteren.
Maar daarnaast zullen we bij de inkoop meer kwaliteitseisen gaan stellen en ons richten op behoud van zoveel mogelijk expertise van onze huidige partners. Bij de inkoop zullen we streven naar meerjarige raamcontracten met een beperkt aantal leveranciers. Op die manier kunnen we, samen met leveranciers, aan productontwikkeling doen en zo de in te kopen producten verbeteren.
Om kansen op de arbeidsmarkt zo groot mogelijk te laten zijn is het belangrijk dat burgers over een startkwalificatie beschikken. Specifiek voor jongeren richten we ons er daarom op dat zij, wanneer dat haalbaar is een startkwalificatie halen. Anders dan in reguliere WWB-trajecten kan dit betekenen dat scholing voor hen boven werkaanvaarding gaat.
Binnen het jongerenloket hebben we de expertise van onderwijs (leerplicht) en inkomensverstrekking en begeleiding gebundeld. Dit jongerenloket is sinds 2006 onderdeel van de WIZ-organisatie.
In 2007 en verder gaan we inzetten op het voorkomen van
schooluitval. Jongeren die toch uitvallen worden zo snel mogelijk toegeleid
naar scholing of als dat niet haalbaar is naar werk.
In 2006 hebben we de keten rondom jonge moeders verstevigd. In 2007 zullen we onderzoeken wat we verder nog kunnen doen om deze vrouwen te ondersteunen vanuit het jongerenloket. Voor het overige wordt het jongerenbeleid vormgegeven in het programma Jeugd en Onderwijs.
Tot nu toe leggen we bij het re-integratiebeleid de nadruk op uitkeringsgerechtigden. Er zijn echter een aantal groepen in de samenleving waarvoor we ook verantwoordelijk zijn. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren. Maar er zijn ook andere groepen niet-uitkeringsgerechtigden die de gemeente bijvoorbeeld vanuit emancipatorische overwegingen wil ondersteunen. Naar aanleiding van ontwikkelingen bijvoorbeeld vanuit de Wet Inburgering zullen we in 2007 onderzoeken of het huidige beleid rondom niet-uitkeringsgerechtigden heroverwogen moet worden.
Het beschikbaar zijn van voldoende kKinderopvang
is een belangrijke randvoorwaarde voor het aanvaarden van werk. De invoering
van de nieuwe wet kinderopvang (januari 2005) heeft ertoe geleid dat het proces van
aanvragen voor veel ouders een
ingewikkeld proces is geworden om kinderopvang
te regelen.Om te komen tot een vereenvoudiging van dit
aanvraagproces heeft het kabinet besloten tot een verhoging van de kinderopvangtoeslag. Deze verhoging
komt in de plaats van de werkgeversbijdrage. Voordeel is dat
werkende ouders vanaf 1 januari 2007 slechts met één partij – de
belastingdienst/Toeslagen – van doen hebben voor het verkrijgen van een financiële tegemoetkoming. Het streven is de
verhoging van de kinderopvangtoeslag per 2008 ook mogelijk te maken voor de
gemeentelijke doelgroepen. In afwachting hiervan gaan we We
gaan daarom in 2007 door met
het verstrekken
van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die tot de
gemeentelijke doelgroepen behoren. Daarnaast bieden we ondersteuning aan ouders die tot de
gemeentelijke doelgroepen behoren en waarvoor een gemeentelijk belang
bestaat m.b.t. re-integratie en arbeidsparticipatie.De gemeente kan ook een
vergoeding geven voor kinderopvang als er sprake is van een sociaal-medische
problematiek.. ondersteunen
van de ouders die tot de gemeentelijke doelgroepen behoren.
In de komende jaren zal, bij gebleken behoefte, een 24-uurs kinderopvang opgezet worden zodat het ook voor ouders met onregelmatige werktijden mogelijk wordt gebruik te maken van kinderopvang.
Volwasseneneducatie is een belangrijk middel om mensen die een achterstand hebben qua opleiding te ondersteunen. De gemeente koopt deze basiseducatie in en burgers kunnen daar tegen een geringe vergoeding gebruik van maken. Ook in 2007 en de jaren daarna zal er weer volwasseneneducatie ingekocht worden. Het is de bedoeling om, binnen de financiële mogelijkheden die er zijn, cursisten zoveel mogelijk direct te laten starten met scholing.
In samenwerking met het ROC wordt een plan opgesteld om het rendement van de opleidingen te gaan meten en waar mogelijk te verbeteren.
Een van de factoren die bij de rendementsverbetering een rol speelt is het verzuim van cursisten. Dit gaan we tegen door het integraal verzuimbeleid.
In het vierde kwartaal 2006 zal het huidige scholingsbeleid van de gemeente worden geëvalueerd. Mogelijk leidt deze evaluatie tot voorstellen voor aanpassingen.
8. Uitkeringen worden tijdig verstrekt;
9. Burgers in Delft met schulden kunnen ondersteuning krijgen bij het beheersbaar maken van schuldenproblematiek;
10. Het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen zoals bijzondere bijstand, Sportfonds, Tegemoetkoming woonlasten kamerbewoners (TWK) stijgt;
11. Het bereik van de Delftpas wordt vergroot naar 7000 in 2007;
De WWB is ook een recht, voor mensen die (tijdelijk) niet zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien en voor wie geen zogenoemde ‘voorliggende voorziening’ beschikbaar is. De WIZ-organisatie wil de klant hierin tijdig de maximaal mogelijke voorzieningen aanbieden. De periode tussen het moment van aanvraag en toekenning van een uitkering wordt verkort. In het beleidsplan hoogwaardig handhaven hebben we de nadruk gelegd op het goed en volledig informeren van onze klanten. Daarmee voorkomen we dat mensen (ongewild) fraude plegen. Deze lijn zetten we de komende jaren voort.
Bestrijding van armoede is een van de doelstellingen voor de komende vier jaar. Voor de omschrijving van Armoede sluit de gemeente Delft aan bij de omschrijving van Stimulansz/SGBO, zoals die geformuleerd is in ‘Gemeentelijk armoedebeleid’ (ISBN-10: 90-771-9528-9). Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting. (Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen.). Deze kijk op armoede gaan we combineren met de visie, die drie groepen armen onderscheidt (H. van Rijn, Armoede: noodlot of onrecht, 1995, ISBN 9062223079) naar ontstaansgrond, complexiteit en oplossingsrichtingen.
Vanuit het programma AIE bestrijden we armoede door het bieden van ondersteuning bij het beheersbaar maken en voorkomen van schuldproblematiek. Hiervoor bieden we hulp bij het invullen van formulieren, geven gerichte voorlichting over de diverse voorzieningen die er in Delft zijn en richten we ons op het voorkomen van gedwongen uithuiszettingen.
Het gebruik van de bijzondere bijstand en andere inkomensondersteuning zal worden gestimuleerd. Tevens worden deze voorzieningen toegankelijk gemaakt voor een grotere groep burgers, door als eerste stap de inkomensgrens te verhogen van 110 naar 120% van de geldende bijstandsnorm.
In
de eerste helft van 2006 is de Lage inkomens monitor van de gemeente Delft voor
de eerste maal uitgevoerd en in september 2006 ishoudenwe de
anti-armoedeconferentie
gehouden..We verwachten daaruit een
aantal ideeën op te doen om ons anti-armoedebeleid te verbeteren. Tijdens deze conferentie
stonden drie thema’s centraal: kinderen in armoede, schuldenproblematiek en
werkende armen. De conferentie heeft veel inspiratie opgeleverd voor
vernieuwing van onze armoedebestrijding, denk aan mogelijkheden van categoriale
voorzieningen, het bij elkaar brengen van verschillende regelingen, het creëren
van een ‘startkapitaal vooraf’ in de vorm van leenbijstand om bijzondere
bijstand – achteraf – als het ware voor te financieren.
Daarbij heeft de conferentie twee aandachtspunten gegeven voor het kwalitatieve vervolgonderzoek, namelijk:
·
het achterhalen
van het effect van de verschillende voorzieningen en regelingen ter
ondersteuning van huishoudens met een laag inkomen – met aandacht voor kinderen,
werkenden, schuldensituaties en chronisch zieken / gehandicapten.
· het in kaart brengen van de verschillende groepen armen in Delft – de geïntegreerde armen, de gemarginaliseerde armen en de buitengesloten armen (onderscheid van Henri van Rijn). Waar vinden wij ze in Delft, hoe groot is hun groep, hoe complex hun situatie.
Tenslotte heeft de conferentie input gegeven voor het ontwikkelen van een pakket aan instrumenten, waarmee we de financiële problematiek / schuldensituaties, waarin Delftse burgers verkeren, zoveel mogelijk het hoofd kunnen bieden. Begin 2007 is een plan van aanpak gereed.
De uitkomsten van de Monitor
lage Inkomens Delft, het vervolgonderzoek en de anti-armoedeconferentie dienen in samenhang met
elkaar te leiden tot een integrale aanpak ter ondersteuning van de Delftenaren
met een laag inkomen – een pact tegen de armoede in Delft. Begin 2007 wordt
hiervoor een plan de campagne opgesteld.
Sociale uitsluiting van burgers willen we verder beperken door – in het kader van deze nota – de inzet van de Delftpas. Deze pas is voor alle burgers beschikbaar, maar we willen vooral het bereik onder minima vergroten.
Eind 2006 zal een evaluatie over de Delftpas verschijnen. De daarin opgenomen actiepunten worden in 2007 en de jaren daarna uitgevoerd.
12. Vooral werkgevers met een sociale visie gemeentelijke opdrachten gunnen;
13. Intensiveren van de samenwerking tussen de ketenpartners CWI en UWV en tussen verschillende partijen binnen en buiten de gemeente.
14. Inzet van Combiwerk als arbeidsontwikkelingsorganisatie voor mensen met een Wsw-indicatie, of anderszins met aan afstand tot de arbeidsmarkt.
Delft wil werkgelegenheid zoveel mogelijk bevorderen. Bij aanbestedingen zal daarom waar dat mogelijk is social return worden toegepast, waarbij opdrachtnemers wordt gevraagd een bijdrage aan het Delfts sociaal beleid te leveren.
Om zoveel mogelijk mensen aan werk te helpen en de dienstverlening te optimaliseren, zal de samenwerking met het CWI en het UWV worden geïntensiveerd. Dit krijgt concreet vorm in het bedrijfsverzamelgebouw vanaf medio 2007. Er is inmiddels een visiedocument verschenen rondom het bedrijfsverzamelgebouw en de samenwerking tussen partijen. Op termijn zullen de werkzaamheden van de drie partners geïntegreerd worden.
Over
regionale samenwerking: omdat
de arbeidsmarkt niet ophoudt bij de Delftse gemeentegrens en er veel
werkgelegenheid in omliggende gebieden is, wordt op Op regionaal
niveau werken we binnen het RPA samengewerkt met andere
gemeenten. Middels het
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid haaglanden (RPA) wordtom zo
het regionale arbeidsmarkt-beleid vorm te gegeven en een aantal
thema’s gezamenlijk uitge te werkt.en, zoals een integrale
werkgeversbenadering. Ten behoeve van deze bredere ontwikkeling is door
het RPA een regionale beleidsagenda opgesteld, waar o.a. een integrale (sectorale)
werkgeversbenadering
en een aanpak van de actuele problematiek rondom jeugdwerkloosheid en ouderen (45+) onderdeel van is.
Deatze regionale samenwerking wordt geldt ook
ingezet voor o.a.
projecten rondom het terugdringen van analfabetisme onder autochtone
Nederlanders.
Intern werken we ondermeer samen met ‘economische zaken’ om in het kader van het lokale werkgelegenheidsbeleid een aantal gezamenlijke initiatieven vorm te geven.
Met ‘maatschappelijke ontwikkeling’ zullen we de samenhang tussen de WMO en de WWB oppakken om deelnemen aan de samenleving te bevorderen.
Combiwerk, de uitvoeringsorganisatie van de Wet sociale werkvoorziening, heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot arbeidsontwikkelingsorganisatie. Het beleid is erop gericht werknemers naar vermogen te ontwikkelen (sociale vaardigheden, baanvaardigheden en vakvaardigheden). Sleutelwoord hierbij is goed werknemerschap. Zo mogelijk wordt uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt na gestreefd door middel van detachering, of begeleid werken. Hierbij wordt optimaal ingespeeld op de nieuwe Wet sociale werkvoorziening, die per januari 2008 van kracht wordt. Komend jaar zal in dit kader extra aandacht worden besteed aan wachtlijstbeheer en het opstellen van verordeningen voor cliëntenparticipatie en voor persoonsgebonden budget (PGB). Door de verbeterde sociale infrastructuur zal Combiwerk intensiever en breder worden ingezet als re-integratiepartner bij WWB-trajecten. Naast de proefplaatsingen zullen opstapbanen in arbeidsmarktprojecten (beveiliging, groen, schoonmaak en catering) worden uitgevoerd; evenals de coördinatie van de beheersfuncties bij buurthuizen.
Als ketenpartner maakt Combiwerk ook deel uit van de Werkagenda, een initiatief tot gezamenlijke werkgeversbenadering.
In 2007 zal er intensief gewerkt worden aan het formuleren van een emancipatiebeleid gericht op empowerment van groepen in achterstandsituaties. Dit beleid zal in samenwerking met de doelgroepen, de partners in de stad die zich bezighouden met emancipatorische activiteiten, zoals het Vrouwkind Centrum en de Bezoekvrouwen, worden vormgegeven.
3.4. Outputindicatoren
Voor elk doel zijn er outputindicatoren geformuleerd. Het zijn de volgende:
Output-indicatoren |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
1a Omvang Klantenbestand WIZ |
3354 |
<=3354* |
<=’2006’ |
<=’2007’ |
1b Het gemiddeld aantal mensen in een reintegratieaanpak stijgt t.o.v. 2006. |
1103 |
>1103 |
>’2006’ |
>’2007’ |
2.Aantal ontwikkelingsplannen |
- |
nota |
>’2006’ |
>’2007’ |
3a Meetpunten uit nota verzuimbeleid (dec 2006) |
- |
nota |
nota |
nota |
3b het aantal succesvol afgeronde trajecten stijgt (dec 2006) |
- |
nota |
>’2006’ |
>’2007’ |
4a Aantal jongeren dat gemeld wordt bij het jongerenloket (het betreft jaarcijfers) |
535 |
555 |
500 |
450 |
4b Aantal jongeren van jongerenloket in traject. (het betreft jaarcijfers ) |
319 |
350 |
400 |
450 |
5 Formuleren na beleidsnota (dec 2006/jan.2007) |
- |
nota |
nota |
nota |
6 Meetpunt in nota kinderopvang (4e kw.2006) |
- |
nota |
nota |
nota |
7a Aantal
deelnemers VE |
932 |
>=932** |
>=932 |
>=932 |
7b Aantal
deelnemers langer dan half jaar op de wachtlijst VE |
12 |
8 |
4 |
0 |
7c Het rendement van diverse opleidingen binnen de volwasseneneducatie stijgt t.o.v. 2006 . |
- |
te meten |
>’2006’ |
>’2007’ |
8 Het %
uitkeringen dat binnen 6 weken wordt verstrekt |
- |
- |
100% |
100% |
9 In nota schuldhulpverlening meetpunten formuleren |
- |
nota |
nota |
nota |
10 Het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen stijgt in 2007 ten opzichte van 2006 – kwarap, peildatum 31-12; * bijz.bijstverstrekkingen * contacten Duit * AV Delft dekkings%: bijstandsgerechtigden overige * Sportfonds aanvragen |
zie hieronder 7916 1950 58% 42% 1218 |
>’2005’ |
>’2006’ |
>’2007’ |
11a Het aantal
Delftpashouders groeit verder – van 6500 in 2006 - naar 7.000 in 2007. |
6000 |
6500 |
7000 |
>7000 |
11b Het aandeel
minima onder de Delftpashouders bedraagt tenminste 50%. |
50,8% |
>=50% |
>=50% |
>=50% |
11c Het aantal
verkooppunten van de Delftpas wordt uitgebreid |
2 |
2 |
>2 |
>3 |
12 Aantal keren
dat social return is toegepast bij aanbestedingen |
0 |
0 |
3 |
>4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
· <= kleiner of gelijk aan….
· >= groter of gelijk aan….
4. Wat mag het
kosten?
In de
programmabegroting 2007 – 2010 zijn de totale baten en lasten van het
programma Arbeidsmarkt, Inkomen en
Emancipatie opgenomen, alsmede de toevoegingen en onttrekkingen aan de
reserves. Daarnaast zijn voor de wijzigingen in het bestaand beleid en nieuw
beleid de mutaties opgenomen. In deze nota zijn de beleidsdoelstellingen verder
uitgewerkt en beschreven. Nadat de programmabegroting 2007 – 2010 in de raad is
vastgesteld zal de begroting voor de verschillende beleidsvelden worden
uitgewerkt.
Vooruitlopend hierop beschrijven we, ter
informatie, voor zover bekend de budgettaire ontwikkelingen.
4.1. WWB werkdeel
De situatie in
2006.
In 2006 bedroeg de hoogte van het WWB
werkfonds voor de gemeente Delft € 10,4 mln. De huidige begroting (2006) wordt
op dit moment geactualiseerd betreffende verdeling en uitnutting. In november
kunt u hiervoor een begrotingswijziging tegemoet zien. Binnen het WWB werkfonds
mag 75% van het toegekende budget overgeheveld worden naar het volgend jaar ter
dekking van doorlopende verplichtingen.
Vooruitblik 2007.
Ten aanzien van de hoogte van het WWB
werkfonds 2007 zijn door het Ministerie nog (01-11-06) geen indicaties
afgegeven. Vanaf 1 januari 2006 is namelijk een nieuw verdeelmodel
geïntroduceerd. Via dit nieuwe model wordt het budget niet langer verdeeld op
basis van het aantal bijstandsgerechtigden in het verleden, maar op basis van
het actuele aantal bijstandsgerechtigden. Tot en met 2010 wordt elk jaar het
deel van het budget dat historisch wordt verdeeld kleiner. Vanaf 2011 wordt
geheel volgens het nieuwe model verdeeld. In 2007 zal het budget voor 2/6e deel
via het objectief verdeelmodel worden verdeeld, en voor 4/6e deel
zal het budget historisch worden verdeeld.
Verwacht wordt dat de hoogte van het WWB
werkfonds 2007 voor Delft niet veel zal afwijken van dat van 2006 (circa € 10
mln). Zodra definitieve beschikking is ontvangen zal een verdeelvoorstel aan
het college worden gepresenteerd.
Met dit budget (inclusief de voorziening
middelen WWB-werk.) zal de gemeente Delft over voldoende re-integratiemiddelen
beschikken ter realisatie van de doelstellingen op dit terrein.
4.2.
Volwasseneneducatie
Volwasseneneducatie bij het ROC werd tot en
met 2006 gefinancierd uit 3 bronnen:
·
Rijksmiddelen Educatie (WEB) (In totaal € 1.602.661,-).
·
Middelen uit de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). Hiervoor wordt per
nieuwkomer een bedrag door het rijk toegekend.
·
Gemeentelijke middelen. Naast de rijksmiddelen is ook nog een bedrag van
in totaal € 400.000,- aan gemeentelijke middelen ingezet om het totale
onderwijsaanbod basiseducatie op peil te houden. Dit betreft een structurele
bijdrage van € 92.000,- en voor de rest incidentele middelen.
Vooruitblik 2007
De WEB middelen voor 2007 bedragen €
1.051.493,-. Dit is een vermindering ten opzichte van 2006 met € 551.168,-. Daar staat tegenover dat
opleidingen NT 2 op de niveaus 1 en 2 niet meer gefinancierd mogen worden vanuit
de WEB, als gevolg van de invoering van de Wet Inburgering (WI).
Een eerste schatting laat zien dat het
daarbij gaat om een bedrag van ongeveer
€ 650.000,-. In 2007 is er een
overgangsregeling voor cursisten die in 2006 met een WEB traject gestart zijn
op niveau 1 of 2, en dat in 2007 zullen afronden. De kosten voor de afronding
kunnen we betalen vanuit het nieuwe WI-budget.
De WIN wordt
vervangen door de WI. De gemeente moet in het kader van de WI
inburgeringstrajecten gaan inkopen. Tevens is er voor 2007 een eenmalige
regeling waardoor de gemeente voor inburgeringsbehoeftigen
inburgeringstrajecten zal gaan inkopen. De gemeente zal vanuit de WI een
voorschot ontvangen van
€ 2.631.600,-.
Aangezien in de WI de gedwongen winkelnering
bij het ROC is afgeschaft, zullen de WI-middelen middels een aanbesteding
gegund worden.
Met dit budget voor de WI èn rekening
houdend met de kosten van de overgangsregeling voor zittende WEB cursisten zal
de gemeente Delft naar verwachting over voldoende middelen beschikken om haar
doelen te realiseren. Inschatting is dat hiermee tussen de 320 en 450 nieuwe
WI-trajecten ingekocht kunnen worden.
Voor 2007 is in
elk geval een bedrag van € 92.000,- aan gemeentelijke middelen beschikbaar.
Deze middelen worden opnieuw toegevoegd aan de productovereenkomst met het ROC.
4.3. WWB
inkomensdeel.
In deze paragraaf gaan we in op de
ontwikkeling van het klantenbestand tot 65 jaar (65-) in relatie tot het
inkomensdeel van de WWB. Rijksbijdrage en volumen bijstandsgerechtigden 65 jaar
en ouder (65+) sluiten jaarlijks vrijwel naadloos aan.
De situatie in 2006
Algemene constatering is dat de
ontwikkelingen van de baten en lasten met name beïnvloed worden door de
volumeontwikkeling van het klantenbestand WWB. Door de landelijke daling van
het WWB-volume is het macrobudget gedaald en daarmee de Rijksbijdrage voor de
gemeente Delft. Aan de uitgavenkant was
uitgegaan van een gemiddeld gelijkblijvend klantenbestand. Op basis van het
dalende klantenbestand wordt nu uitgegaan van een gemiddeld klantenbestand van 2575 over 2006. Per saldo leidt dit tot een positief
resultaat van 1,5 mln.
|
|
|
Begroting 2007 |
|
Baten |
|
|
|
|
Budget Inkomensdeel 65- |
31,7 |
|
||
Gemeentelijke bijdrage 2007 |
0,7 |
|
||
Totaal beschikbaar 65- |
|
32,4 |
|
|
|
|
|
|
|
Lasten |
|
|
|
|
Gem. aantal uitkeringen |
|
2.531 |
|
|
Prijs per uitkering |
|
€
12.800 |
x |
|
Uitgaven WWB 65- |
|
32,4 |
|
|
|
|
|
|
|
Saldo |
|
|
0,0 |
|
5. Advies panel
Werk & Inkomen
Het Panel Werk en
Inkomen besprak op 1 november 2006 de nota Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie
2007-2010. Het panel beschouwt de nota als een prettig leesbare en inhoudelijk
goede aanzet en adviseert positief over de 14 doelstellingen die in het plan
zijn opgenomen.
Daarnaast komt het panel
tot de volgende aandachtspunten en aanbevelingen:
Aandacht vraagkant
Het arbeidsmarktbeleid mist
een link met de economische agenda. Er moet niet alleen aandacht zijn voor het
aanbod van arbeidskrachten (het activeren van cliënten) maar ook voor de vraag
(het betrekken van werkgevers en het aantrekken van werkgelegenheid).
Schooluitval
Het panel beveelt aan om bij verzuim en
schooluitval niet alleen aan de scholen te vragen wat het probleem is maar
vooral ook aan de jongeren zelf. De wethouder heeft in dit verband aangegeven
dat vanuit het Jongerenloket steeds meer zicht is op de problematiek van
jongeren vanuit hun eigen gezichtspunt.
Chronisch zieken en gehandicapten
Er wordt maar heel summier aandacht besteed
aan deze groep. Het zou goed zijn hier een verdiepingsslag in te maken. Met
name hoe aan de vraagkant van de arbeidsmarkt belemmeringen en aarzelingen met
betrekking tot deze doelgroep weggenomen kunnen worden.
Aanbestedingen
Het panel doet de aanbeveling om, wanneer er
aanbestedingen gedaan worden, bij het opstellen van de eisen en randvoorwaarden
goed gebruik te maken van de deskundigheid vanuit de doelgroep, waarvoor de
aanbesteding wordt gedaan.
Aandacht voor jongeren
In de nota staat dat voor jongeren het
behalen van een startkwalificatie centraal zal staan. Uit het stuk blijkt niet
hoe er om gegaan moet worden met jongeren waarvoor het halen van een
startkwalificatie niet haalbaar is.
Aandacht voor schuldenproblematiek
Er zijn wachtlijsten bij STOED. Het panel
wil aandacht voor mensen op deze wachtlijsten. Mensen die in de WSNP zitten
hebben vaak op papier geen laag inkomen, maar in de praktijk wel. Het zou goed
zijn als zij ook in aanmerking komen voor bepaalde regelingen.
Handhaving
Bij hoogwaardig handhaven is er nadrukkelijk
niet alleen aandacht voor bestrijding van fraude, maar ook voor preventie. In
dit kader de volgende aanbeveling: wanneer bij een cliënt op huisbezoek wordt
gegaan in het kader van preventie is het goed om niet alleen te informeren over
WIZ regelingen maar ook over andere regelingen waar men wel recht op zou kunnen
hebben maar nog geen gebruik van maakt.
Second opinion
Het Panel heeft al eerder geadviseerd om een
vertrouwenspersoon binnen WIZ aan te stellen welke door cliënten als second
opinion kan worden geraadpleegd. De mogelijkheid hiervan wordt onderzocht. Het
panel onderstreept deze wens nogmaals.
Termijnen
Het Panel onderstreept het belang van
tijdige afhandeling en verstrekking van de WIZ-uitkering, maar blijft met name
ook aandacht vragen voor de termijnen bij andere partners zoals UWV. Voorkomen
moet worden dat cliënten door overdrachtsproblemen tussen uitkerende instanties
maanden zonder inkomen zitten.
Emancipatie
Het panel waardeert de inzet op het gebied
van emancipatiebeleid gericht op empowerment van groepen in
achterstandssituaties, en ziet uit naar de daarover in de nota aangekondigde
activiteiten.
Informatie en communicatie
Het Panel vraagt blijvende aandacht voor het
verbeteren en versterken van de informatie en communicatie over
inkomensondersteunende regelingen om onderbenutting te voorkomen. Daarbij
kunnen de organisaties en instanties in het zogenaamde “maatschappelijk
middenveld” intensiever betrokken worden.
Tenslotte wijst het panel nog op haar
aanbevelingen n.a.v. van de Delftse anti-armoedeconferentie over categoriale
verstrekkingen, schuldenproblematiek en de armoede-effecten op kinderen en
jongeren, die ook in dit verband relevant zijn.
Delft, 3 november
2006
Marcel Vissers,
voorzitter
Bijlage 1: lijst met afkortingen
Abw Algemene Bijstands Wet
AMA Alleenstaande Minderjarige
Asielzoeker
ANW Algemene Nabestaanden Wet
AOW Algemene Ouderdoms Wet
AV Aanvullende Verzekering
AWIR Algemene Wet Inkomensafhankelijke
Regelingen
BAW Bijzondere aandacht
woonproblematiek
BBL Beroeps Begeleidende Leerweg
BBZ Bijstandsbesluit zelfstandigen
BWD Breed Welzijn Delft
CBS Centraal Bureau voor de
Statistiek
CPO Centraal Punt oudkomers
CWI Centrum voor Werk en Inkomen
DSW Zorgverzekeraar Delft Schiedam
Westland
DUIT Delfts Uitkeringen Informatie
Team
ESF Europees Sociaal Fonds
HBO Hoger beroepsonderwijs
HAVO Hoger Algemeen Vormend Onderwijs
ID In- en doorstroombanen
IOAW Wet inkomensvoorziening Oudere
en/of Arbeidsongeschikte Werknemers
IOAZ Wet inkomensvoorziening Oudere
en/of Arbeidsongeschikte
Zelfstandigen
ITB Individuele Traject
Begeleiding
KSB Kwalificatiestructuur
beroepsonderwijs
KSE Kwalificatiestructuur educatie
KvK Kamer van Koophandel
MAVO Middelbaar Algemeen Vormend
Onderwijs
MBO Middelbaar beroepsonderwijs
MKB Midden en KleinBedrijf
NK Nieuwkomer
NT1 Nederlands als moedertaal
NT2 Nederlands als tweede taal
NUG Niet Uitkerings Gerechtigde
OGGZ Openbare Geestelijke
Gezondsheidszorg
OK Oudkomer
PLC Praktijk Leer Centrum
PRB Persoonsgebonden
reïntegratiebudget
RIB Reïntegratiebedrijf
RMC Regionaal Meld- en
Coördinatiepunt
ROC Regionaal Opleidings Centrum
RPA Regionaal Platform
Arbeidsmarktbeleid
SCP Sociaal en Cultureel Planbureau
SDV Vakteam Sociale dienstverlening
STOED Stichting onder een dak
SVD Stichting Vluchtelingenwerk
Delft
T&M Vakteam Toeleiding en
Monitoring
TU Technische Universiteit
UAF Stichting voor
vluchteling-studenten UAF
UG Uitkeringsgerechtigde
UWV Uitvoeringsinstituut
WerknemersVerzekeringen
VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen
Onderwijs
VE Volwasseneneducatie
VMBO Voorbereidend Middelbaar
Beroepsonderwijs
VO Voortgezet onderwijs
VWO Voorbereidend Wetenschappelijk
Onderwijs
WAO Wet Arbeids Ongeschiktheid
WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WIA Wet Werk en Inkomen naar
Arbeidsvermogen
WI Wet Inburgering
WIN Wet inburgering Nieuwkomers
WIW Wet Inschakeling Wetrkzoekenden
WIZ Werk Inkomen Zorg
WO Wetenschappelijk Onderwijs
WSF Wet Studie Financiering
WSW Wet Sociale Werkvoorziening
WTOS Wet Tegemoetkoming
Onderwijsbijdrage & Schoolkosten
WW WerkloosheidsWet
WWB Wet Werk en Bijstand
Nog aanvullen met doelstellingen
rondom emancipatie. En: op wie willen we onze doelstellingen richten: vrouwen,
mensen in een achterstandspositie, allochtonen, mensen in een sociaal
isolement, armen, zieken, gehandicapten???