2. Uitgangspunten.
2.1.
Ontwikkelingen en ervaringen.
2.2.
Uitgangspunten.
3. Uitvoering
gesubsidieerd werk.
3.1.
Proefplaatsingen.
3.2.
Opstapbanen.
3.3. Loonkostensubsidie.
3.4. Structureel gesubsidieerd werk.
4.
Overzicht voorstel uitvoering gesubsidieerd werk 2007.
5.
Resumé te nemen beslissingen.
Bijlage 1.
Proefplaatsingen.
Bijlage 2. Opstapbanen.
Bijlage 3.
Loonkostensubsidie.
Bijlage 4. Structureel Gesubsidieerd werk.
De gemeente Delft kent
verschillende vormen van gesubsidieerd werk. Tot 2002 werd dit stelsel van
gesubsidieerd werk door de gemeente Delft zelf uitgevoerd. Vanaf 2002 is deze
taak verzelfstandigd en is de gemeentelijke uitvoerings-organisatie geleidelijk
overgegaan in een zelfstandig re-integratiebedrijf zijnde Werkplan
Arbeidsintegratie. Om Werkplan Arbeidsintegratie zich te laten ontwikkelen tot
een volwaardig re-integratiebedrijf heeft de gemeente Delft destijds een
raamovereenkomst van 5 jaar afgesloten voor de uitvoering van het gesubsidieerd
werk en overige re-integratietrajecten. Per 1 januari 2007 loopt deze
raamovereenkomst af.
Behalve Werkplan
Arbeidsintegratie heeft ook Combiwerk de afgelopen jaren op kleinere schaal
ervaring opgedaan met de uitvoering van gesubsidieerd werk. Dit als gevolg van
de meerjarenplannen van Combiwerk waarin wordt aangegeven dat Combiwerk zich
(nog) meer gaat ontwikkelen tot een interne re-integratiepartner op het gebied
van gesubsidieerd werk.
Met het aflopen van de
raamovereenkomst met Werkplan Arbeidsintegratie en de ontwikkelingen van
Combiwerk moeten er voor de periode vanaf 2007 opnieuw keuzes gemaakt moeten
voor de uitvoering van het gesubsidieerd werk.
Hierbij moet rekening
worden gehouden met het feit dat, afhankelijk van de financiële omvang van de
opdracht, op basis van gemeentelijke- en Europese regelgeving de uitvoering van
het gesubsidieerd werk (bij uitbesteding) aanbesteed moet worden en dus niet
rechtstreeks aan een marktpartij gegund kan worden.
In deze visienota wordt,
op basis van ervaringen van de afgelopen jaren en met inachtneming van een
aantal ontwikkelingen, een voorstel gedaan voor de uitvoering van de
verschillende instrumenten binnen het gesubsidieerd werk vanaf 2007, de
uitgangspunten die hierbij gelden en enige noodzakelijke aanpassingen binnen de
instrumenten.
Vanuit deze nota zal na
besluitvorming een bestek en inkoopkader worden opgesteld welke een verdere
uitwerking geeft in o.a. aantallen en financiën.
2. Uitgangspunten.
2.1. Ontwikkelingen en
ervaringen.
Een aantal ontwikkelingen en ervaringen zijn
belangrijk en geven mede vorm aan de uitgangspunten en voorstellen voor de
uitvoering van het gesubsidieerd werk. Deze zijn:
- Medio 2007 start Delft
met een bedrijfsverzamelgebouw. Dit
leidt tot een nieuwe samenwerking met de ketenpartners UWV en CWI.
Werkprocessen en mogelijk verantwoordelijkheden zullen worden aangepast. Dit
zal invloed hebben op het werkproces van o.a. de proefplaatsing.
- Binnen deze
samenwerking wordt gewerkt aan een gezamenlijke werkgevers-benadering. Ook dit
heeft een relatie met de uitvoerders van gesubsidieerd werk.
- Het concept van
klantmanagement wordt binnen WIZ opnieuw bezien. Met de nieuwe vorm wordt op
dit moment geëxperimenteerd middels de expeditie WIZ. Binnen deze expeditie
wordt o.a. ervaring opgedaan met het vergroten van de regierol van de consulent
Werk op de re-integratie van de klant.
- Op dit moment is nog
niet duidelijk wat de nieuwe Wet Inburgering (WI) voor effect heeft op
bijvoorbeeld de instroom in de proefplaatsing.
- De afgelopen jaren
hebben zowel Werkplan Arbeidsintegratie als Combiwerk ervaring opgedaan met de
uitvoering van gesubsidieerd werk. Beide partners hebben in samenspraak met de
gemeente invulling gegeven aan de uitvoering van het gesubsidieerde werk.
Werkplan Arbeidsintegratie heeft als voorbeeld ter doorontwikkeling van het
gesubsidieerd werk een speciale productiehal opgezet. Belangrijk is om bij de
keuze voor de uitvoering van ons gesubsidieerd werk gebruik te maken van de
opgebouwde expertise en een goede afweging te maken of er met nieuwe of
bestaande partners wordt samengewerkt. Ervaring leert dat het altijd enige tijd
kost om werkprocessen met nieuwe partners op elkaar aan te laten sluiten.
- Op dit moment zijn er
geen redenen om op voorhand te besluiten niet met de huidige partners verder te
gaan.
2.2. Uitgangspunten.
Bij de keuze van
uitvoering van het gesubsidieerd werk worden de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
1. Het
accent leggen op het behoud van opgebouwde expertise;
2. Combiwerk
de gelegenheid geven zich verder als re-integratiebedrijf te ont-wikkelen;
3. Aansturen
op samenwerking tussen partners en het wegnemen van huidige knelpunten;
4. Inzetten
op kwaliteit van de dienstverlening;
5. Zo
min mogelijk onrust teweeg brengen bij werknemers en werkgevers welke gebruik
maken van structureel gesubsidieerd werk (zijnde de ex-ID-regeling en de
participatiebanen);
6. Het
instrument proefplaatsingen aanpassen aan het nieuwe concept klant-management.
3. Uitvoering
gesubsidieerd werk.
Bovenstaande uitgangspunten geven de volgende
uitwerking voor de uitvoering van het gesubsidieerde werk:
3.1. Proefplaatsingen.
Er wordt voorgesteld één
uitvoerder voor de proefplaatsingen aan te wijzen. Daarnaast wordt van de
uitvoerder verwacht het werk- en productieproces dusdanig in te richten dat te
allen tijde de nieuwe instroom binnen de gestelde termijn aan het werk kan.
Bij verdeling over
meerdere partners dreigt bij te weinig nieuwe instroom de voortgang van de
productie in gevaar te komen en bij een grote instroom ontstaat een gebrek aan
werkplekken. Deze fluctuaties in de instroom vragen van de uitvoerders van de
proefplaatsing een grote flexibiliteit. Het werken met één partner binnen een
speciaal gecreëerde werkomgeving met reguliere back-up maakt dit spanningsveld
kleiner.
Gezien de
toekomstontwikkelingen van Combiwerk, de goede infrastructuur van Combiwerk en
de wens tot behoud van expertise ligt het voor de hand de proefplaatsingen hier
onder te brengen.
Deze opdracht hoeft niet
te worden aanbesteed aangezien er alleen een aanbestedingsverplichting geldt
bij uitbesteden. Hierdoor is het niet nodig een aanbestedingsprocedure op te
starten en is het makkelijker continuïteit te waar-borgen.
De opdracht wordt
weliswaar ondergebracht in een BV maar werkt uitsluitend voor de gemeente (enige
opdrachtgever) en is hiermee ontheven van de aanbestedingsverplichting. Er
geldt alleen een meldingsplicht.
Los van de consequenties
en risico’s van het (verplichte) aanbesteden betekent deze keuze dat Werkplan
Arbeidsintegratie een grote opdracht kwijt raakt en er mogelijk een probleem
bestaat m.b.t de continuïteit van hun productieomgeving.
Om het instrument proefplaatsingen ook als
diagnose-instrument te kunnen gebruiken wordt voorgesteld de doorlooptijden van
de standaard proefplaatsing aan te passen en terug te brengen tot 6 weken. Na
deze periode wordt middels maatwerk het vervolg bepaald. Nadere uitwerking van
de aanpassingen van de proefplaatsing vindt u in bijlage 1. Na besluitvorming
wordt in samenspraak met Combiwerk de proefplaatsing vorm gegeven.
Voorstel.
1. De
uitvoering van de proefplaatsingen in een aparte productieomgeving onder te
brengen bij Combiwerk in samenwerking met marktpartijen voor de acquisitie van
de externe werkplekken.
2. Instrument
proefplaatsingen aanpassen conform bijlage 1.
*) Voor verdere onderbouwing en uitwerking zie
bijlage 1.
3.2. Opstapbanen.
Er
wordt voorgesteld ook één uitvoerder voor de opstapbanen aan te wijzen die
klanten in alle bedrijfstakken kan plaatsen en ervaring heeft met de Delftse
arbeidsmarkt. Bij de opstapbanen vindt nl. hetzelfde spanningsveld plaats als
beschreven bij de proefplaatsingen als de uitvoering van dit instrument
verdeeld wordt over verschillende uitvoerders.
Gezien
het feit dat de huidige expertise zich op de markt bevindt wordt deze opdracht
uitbesteed. Echter gezien de omvang van deze opdracht en de Europese en
gemeentelijke aanbestedingsregels is het niet mogelijk deze opdracht
rechtstreeks te gunnen en zodoende gebruik te maken deze expertise.
Het
gunnen van de uitvoering van de opstapbanen aan een re-integratiebedrijf zal
via een (nog te bepalen) aanbestedingsprocedure verlopen. In deze procedure
dient binnen de wettelijke kaders nadrukkelijk aandacht te zijn voor de
opstapbaan-ervaringen uit het verleden. Werkplan Arbeidsintegratie zal derhalve
nadrukkelijk worden gevraagd offerte uit te brengen.
Het
bestek voor de aanbesteding uitvoering opstapbanen wordt conform de in deze
nota voorgestelde lijn geformuleerd.
Met
de uitvoerder van de opstapbanen wordt een raamovereenkomst afgesloten voor de
periode van één jaar met de mogelijkheid dit drie keer te verlengen.
De
uitvoerder van de opstapbanen treedt bij projecten alleen op als werkgever
(payroll-constructie) van de opstappers
waarbij een goede samenwerking tussen alle partijen een vereiste is om de projecten succesvol te laten
verlopen. De toeleiding van kandidaten voor de projecten wordt door de gemeente
verzorgd en de begeleiding door de uitvoerder van de projecten. Voor projecten van Combiwerk op het terrein
van beveiliging, schoonmaak, groen en catering wordt ook van bovenstaande
constructie gebruik gemaakt.
Voorstel.
1. Via
aanbesteding één uitvoerder voor de opstapbanen aan te wijzen en het bestek
voor deze aanbesteding conform de in deze nota voorgestelde lijn te formuleren;
2. Er
worden samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de uitvoerder van de opstapbanen
en Combiwerk wanneer er sprake is van projecten.
*) Voor verdere onderbouwing en uitwerking zie
bijlage 2.
3.3.
Loonkostensubsidie.
De
loonkostensubsidie wordt op dit moment afgehandeld door Werkplan
Arbeidsintegratie conform de raamovereenkomst. Ervaring leert dat andere
re-integratiebedrijven weinig van deze regeling gebruik maken en niet een
concurrent over de vloer willen hebben bij “hun” werkgever.
Voorstel.
1. De
afhandeling van de loonkostensubsidie neerleggen bij het re-integratiebedrijf
dat de loonkostensubsidie aanbiedt bij de werkgever.
2. Voor
deze dienstverlening ontvangt het re-integratiebedrijf geen vergoeding.
*) Voor verdere onderbouwing en uitwerking zie bijlage
3.
3.4.
Structureel gesubsidieerd werk.
Het
Structureel gesubsidieerd werk (dienstverbanden voor onbepaalde tijd) bestaat
uit: de voormalige ID-banen, de blijversbanen en de participatiebanen. De
uitvoering van het structureel gesubsidieerd werk bestaat uit het begeleiden
van werknemers en werkgevers en het verstrekken van loonkostensubsidies in deze
regelingen. Deze uitvoering wordt door Werkplan Arbeidsintegratie verzorgd.
Aangezien
bovengenoemde vormen van structureel gesubsidieerd werk een zelfde opzet kennen
en soms bij een zelfde werkgever voorkomen wordt voorgesteld de uitvoering bij
één reintegratiebedrijf onder te brengen. Hiermee wordt voorkomen dat
werkgevers voor deze vorm van gesubsidieerd werk (onnodig) met meerdere
reintegratiebedrijven te maken krijgen.
In
de huidige situatie is Werkplan Arbeidsintegratie tevens verantwoordelijk voor
de uitvoering van trajecten van ID-ers die in het kader van de afbouw
ID-regeling kunnen uitstromen. Hiervoor is het noodzakelijk intensief contact
te hebben met zowel de werkgever als de werknemer. Een goede communicatie
tussen alle partijen is hierbij essentieel voor een goed uitstroomresultaat.
Wanneer een ander bedrijf verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van
structureel gesubsidieerd werk komt er een vierde partij bij. Dit vergroot voor
zowel de werkgever als de werknemer de kans op “ruis” in de communicatie en kan
daarmee de uitstroom negatief beinvloeden.
Tevens
is het belangrijk de vertrouwensband die in jaren is opgebouwd middels de
begeleiding aan zowel deelnemers als aan werkgevers te behouden. Het betreft
hier een kwetsbare groep deelnemers die aangewezen is op langdurig
gesubsidieerd werk onder begeleiding. Door continuering van de dienstverlening
wordt onduidelijkheid en onrust zowel bij de werknemers als werkgevers
voorkomen.
Gezien
bovenstaande punten en de intensieve contacten die Werkplan Arbeidsintegratie
nu heeft met de huidige werkgevers en werknemers (die veelal reeds jaren in
dienst zijn) wordt voorgesteld de uitvoering van het structureel gesubsidieerd
werk bij Werkplan Arbeidsintegratie te continueren.
De uitvoeringskosten van
deze vorm van gesubsidieerd werk blijven onder de drempelbedragen van zowel de
Europese aanbestedingsregels als de drempelbedragen van het gemeentelijk inkoop-
en aanbestedingsbeleid, waardoor rechtstreekse gunning mogelijk is.
Voorgesteld
wordt deze opdracht rechtstreeks aan Werkplan Arbeidsintegratie te gunnen. Voor
de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden wordt voor het jaar 2007 een
overeenkomst gesloten.
Voorstel.
1. De
uitvoering van het structureel gesubsidieerd werk (ID-banen, blijversbanen en
participatiebanen) onder te brengen bij de huidige uitvoerder.
*) Voor verdere onderbouwing en uitwerking zie
bijlage 4.
4.
Overzicht voorstel uitvoering gesubsidieerd werk 2007.
Nr. Werksoort: Uitvoerder:
1. Proefplaatsingen Combiwerk *)
2. Opstapbanen Aanbesteding op de markt **)
3.
Loonkostensubsidie Individuele Rib’s
4.
Structureel gesubsidieerd werk Werkplan Arbeidsintegratie
*)
samenwerkingsafspraken met marktpartijen voor de acquisitie van de externe
werkplekken.
**)
samenwerkingsafspraken met uitvoerder proefplaatsingen.
5. Resumé te nemen beslissingen.
Proefplaatsingen:
Opstapbanen:
3. Via
aanbesteding één uitvoerder voor de opstapbanen aan te wijzen en het bestek
voor deze aanbesteding conform de in deze nota voorgestelde lijn te formuleren;
4. Er
worden samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de uitvoerder van de opstapbanen
en Combiwerk wanneer er sprake is van projecten.
Loonkostensubsidie:
5. De
afhandeling van de loonkostensubsidie neer te leggen bij het
re-integratiebedrijf wat de loonkostensubsidie aanbiedt aan de werkgever.
6. Voor
deze uitvoering loonkostensubsidie ontvangt het re-integratiebedrijf geen
vergoeding.
Structureel
gesubsidieerd werk:
7. De
uitvoering van het structureel gesubsidieerd werk (ID-banen, blijversbanen en
participatiebanen) onder te brengen bij huidige uitvoerder.
8. Ter
kennisname aanbieden aan de raad.
Michel Noordermeer
Bijlage 1.
Proefplaatsingen.
1.1. Uitvoering
proefplaatsingen.
Op dit moment krijgen in
principe alle nieuwe WWB-klanten een proefplaatsing aangeboden. Binnen maximaal
3 maanden is iedereen op een proefplaatsing aan het werk. Alleen de doelgroep
zorg, dak- en thuislozen is hiervan uitgezonderd. In eerste instantie wordt gezocht
naar werkzaamheden welke aansluiten bij de opleiding en werkervaring van de
klant. Wanneer dit niet lukt krijgt de klant werkzaamheden in een
productieomgeving aangeboden bij de uitvoerder van de proefplaatsing zelf.
Gedurende een periode van 3 maanden worden met behoud van uitkering
werkzaamheden verricht. Wanneer het na 3 maanden niet gelukt is uit te stromen
naar regulier werk wordt beoordeeld of de proefplaatsing met nogmaals 3 maanden
moet worden verlengd of dat een traject meer passend is. Het accent binnen de
proefplaatsing ligt op het opdoen/behouden van werkritme en
sollicitatie-activiteiten. Op dit moment voeren zowel Werkplan
Arbeidsintegratie als Combiwerk de proefplaatsingen uit.
De proefplaatsing blijkt
een natuurlijk selectie effect te hebben. Klanten die er niets voor voelen ”om
voor niks” te werken zien vaak af van een uitkering. De klanten die wel op een
proefplaatsing zijn aangewezen, omdat het vinden van regulier werk niet lukt,
blijken ook met behulp van de uitvoerders van de proefplaatsing binnen de
huidige termijn moeilijk regulier aan het werk te kunnen. De afstand tot de
arbeidsmarkt blijkt in de praktijk toch dusdanig te zijn dat voor veel nieuwe
klanten regulier werk niet haalbaar is.
Tevens blijkt uit
ervaring dat het vinden van een geschikte werkplek (aansluitend bij CV van de
klant) voor een proefplaatsing bij een werkgever in de praktijk lastig is. Om
toch uitstroom uit de uitkering te bereiken is voor veel klanten de inzet van
een traject nodig.
Om uitvoering te geven
aan “de kortste weg naar werk” is het
noodzakelijk WWB-klanten z.s.m. maatwerk aan te bieden waardoor de kans om uit
te stromen wordt vergroot en de duur in de uitkering zo kort mogelijk.
De instroom van nieuwe
klanten is echter niet voorspelbaar. Het is daardoor ook niet mogelijk naar de
twee uitvoerders van de proefplaatsingen aan te geven hoeveel nieuwe klanten
per maand instromen. Deze onzekere factor m.b.t. instroom is voor de
uitvoerders van de proefplaatsing lastig. De productieomgeving van beide partners
hebben een x-aantal arbeidskrachten nodig om het werkproces draaiend te kunnen
houden. Werkplan Arbeidsintegratie heeft speciaal een werkomgeving gecreëerd en
Combiwerk brengt de proefplaatsers altijd onder in het reguliere
productieproces i.t.t. Werkplan Arbeidsintegratie. Bij Combiwerk ontstaat soms
het probleem dat er bij tijdelijke grote instroom onvoldoende plekken
beschikbaar zijn binnen het reguliere productieproces.
Wanneer er te weinig
nieuwe instroom is komt bij beide partners de voortgang van de productie in
gevaar. Daarentegen wanneer er in een korte tijd een grotere instroom is kan er
in de huidige situatie een probleem ontstaan door gebrek aan werkplekken. Deze
fluctuaties in de instroom vragen van de uitvoerders van de proefplaatsing een grote
flexibiliteit.
Het werken met twee
uitvoerders brengt daarnaast nog een extra spanningsveld met zich mee in
periodes waarin weinig nieuwe klanten instromen. Het kleine aantal nieuwe
klanten moet worden verdeeld over twee partners. Het werken met één partner
binnen een speciaal gecreëerde werkomgeving met reguliere back-up maakt dit
spanningsveld kleiner.
Hierdoor wordt
voorgesteld te kiezen voor één uitvoerder en het productieproces dusdanig in te
richten dat er te allen tijde alle nieuwe instroom binnen de gestelde termijn
aan het werk kan. Door voor één uitvoerder te kiezen wordt het genoemde
spanningsveld voorkomen.
Gezien de
toekomstontwikkelingen van Combiwerk, het feit dat Combiwerk onderdeel van de
gemeente is en het behoud van expertise ligt het voor de hand de
proefplaatsingen hier onder te brengen.
Deze opdracht hoeft niet
te worden aanbesteed aangezien er alleen een aanbestedingsverplichting geldt
bij uitbesteden. Hierdoor is het niet nodig een aanbestedingsprocedure conform
Europese richtlijnen op te starten en is het makkelijker continuïteit te
waarborgen.
Los van de consequenties
en risico’s van het (verplichte) aanbesteden betekent deze keuze dat Werkplan
Arbeidsintegratie een grote opdracht kwijt raakt en er mogelijk een probleem
bestaat m.b.t de continuïteit van hun productieomgeving.
1.2. Aanpassingen
instrument Proefplaatsing.
Op basis van de huidige
ervaringen wordt voorgesteld het werkproces voor de proefplaatsingen aan te
passen.
Voorgesteld wordt alle
klanten binnen maximaal één maand na eerste contact met het CWI/BVG op een
proefplaatsing te plaatsen i.p.v. de huidige maximale termijn van drie maanden.
Afhankelijk van het dienstverleningsconcept werkzoekende binnen het
bedrijfsverzamelgebouw kan deze termijn mogelijk nog worden verkort.
De proefplaatsing vindt
plaats binnen een speciale productieomgeving welke dusdanig is ingericht dat er
maximale instroom/uitstroom flexibiliteit mogelijk is. Voordeel hiervan is dat
er altijd ruimte is om binnen de termijn (van maximaal één maand) te kunnen
plaatsen. Hierdoor kunnen klanten snel wennen aan het opdoen van werkritme en
werkervaring en wordt goed zicht verkregen op de kwaliteiten en vaardigheden
van de klant. In een productieomgeving
kunnen gekwalificeerde werkbegeleiders de klanten observeren etc. waardoor snel
een goede diagnose te stellen is. Dit is niet mogelijk wanneer klanten bij
inleners (reguliere) bedrijven werkzaam zijn.
Na een korte periode van
zes weken waarbij de klant verschillende werkzaam-heden heeft verricht is er
een goede diagnose beschikbaar voor de consulent Werk (WIZ). Met deze diagnose
kan de consulent Werk vanuit zijn/haar regierol het vervolg voor de klant
bepalen.
1. Proefplaatsing
verlengen binnen de productieomgeving met nogmaals 6 to maximaal 12 tweken;
2. Proefplaatsing
verlengen en plaatsen op een externe werkplek (6 tot 12 weken);
3. Proefplaatsing
beëindigen en een passend traject inzetten;
4. Proefplaatsing
beëindigen en klant (tijdelijk) geen
arbeidsverplichting opleggen (zorg) en eventueel een passend instrument
aanbieden.
Ad 1 Het beeld van de klant is nog onvoldoende om vervolgstappen te
kunnen zetten of de verwachting is dat gedurende de verlenging de klant alsnog
met ondersteuning regulier werk kan vinden waardoor inzet van andere instrumenten
(vooralsnog) niet noodzakelijk is;
Ad 2 De klant heeft mogelijkheden tot uitstroom
maar heeft nog een zetje nodig. Dit zetje kan in de vorm van een verlengde
externe proefplaatsing voor het opdoen van relevante werkervaring en
ondersteuning bij het vinden van regulier werk;
Ad 3 Met de informatie verkregen uit de
proefplaatsing kan een passend traject worden ingezet. Door de diagnose van de
proefplaatsing is het mogelijk de klant meer maatwerk te bieden;
Ad 4 Gedurende de proefplaatsing is gebleken dat
de klant (tijdelijk) niet in staat is te reïntegreren en de klant (voorlopig)
geen arbeidsverplichting op te leggen. Indien mogelijk krijgt de klant een
aanbod gericht op maatschappelijke participatie.
Voordeel van het
terugbrengen van de duur van de proefplaatsing en het binnen een speciale
productieomgeving onder te brengen is dat er sneller een goede diagnose van de
klant is waardoor ook sneller een passend traject/instrument kan worden
ingezet. Hierdoor doet de klant mogelijk minder lang een beroep op een uitkering.
Gezien de standaard korte periode van de proefplaatsing waarbij het accent voor
een groot deel ligt op diagnose ligt het niet voor de hand de klant een
dienstverband aan te bieden.
Bij het vervolg van de
proefplaatsing op een externe werkplek kan zowel de uitvoerder van de
proefplaatsing als een marktpartij met een goed netwerk in Delft gevraagd
worden de acquisitie te verzorgen.
Bijlage 2. Opstapbanen.
Klanten waarbij het
opdoen van werkervaring de grootste belemmering vormt voor bemachtigen van een
reguliere baan kunnen gebruik maken van een opstapbaan. Gedurende een periode
van maximaal één jaar worden klanten vanuit de uitvoerder van de opstapbanen
gedetacheerd bij een werkgever (inlener)
Naast
het opdoen van werkervaring krijgen zij ook ondersteuning aangeboden in de vorm
scholing, sollicitatietraining etc.
De
inlener betaalt een inleenvergoeding. De hoogte hiervan is afhankelijk van de
productiviteit van de klant. Hoe productiever hoe hoger de inleenvergoeding.
De
opstapbaan kan met maximaal 1 jaar worden verlengd. Gedurende deze periode kan
een klant meerdere werkplekken invullen om zijn kansen op de arbeidsmarkt te
vergoten.
Op
dit moment is er geen aanleiding het instrument aan te passen.
Momenteel
is de uitvoering van de opstapbanen ondergebracht bij Werkplan en Combiwerk.
Combiwerk creëert op dit moment
voornamelijk de opstapbanen binnen haar eigen bedrijfsonderdelen (groen,
beveiliging verpakken, catering en schoonmaak). Hierdoor is de toeleiding van
klanten naar Combiwerk beperkt. De afgelopen periode is er twee keer een
beveiligingsproject en één keer een “groenproject” gestart. Binnen deze projecten krijgen klanten een
beroepsopleiding en doen relevante werkervaring op.
Werkplan
Arbeidsintegratie plaatst in alle bedrijfstakken klanten en heeft hiervoor een
uitgebreid netwerk in Delft en omgeving.
Bij
de opstapbanen bestaat net als bij de proefplaatsingen het probleem dat de
klanten over twee uitvoerders moeten worden verdeeld. Dit heeft de afgelopen
periode ook af en toe tot een spanningsveld geleid.
Bijlage 3.
Loonkostensubsidie.
De
loonkostensubsidie is een subsidie voor werkgevers wat door een
re-integratiebedrijf kan worden ingezet om werkgevers bij twijfel over de
streep te trekken. De werkgever ontvangt een eenmalige subsidie van € 6.000,-.
De
afhandeling van de loonkostensubsidie wordt op dit moment conform de
raamovereenkomst door Werkplan Arbeidsintegratie verricht. Werkplan
Arbeids-integratie ontvangt hiervoor een vergoeding.
Werkplan
Arbeidsintegratie neemt contact op met de werkgever en controleert de aanvraag
op juistheid etc. Ervaring leert echter dat andere re-integratiebedrijven niet
een concurrent over de vloer willen hebben bij “hun” werkgever.
Bijlage 4. Structureel Gesubsidieerd werk.
ID-banen/blijversbanen.
Het
verstrekken van een loonkostensubsidie voor de voormalige ID banen en
blijversbanen wordt door Werkplan Arbeidsintegratie uitgevoerd. Met Werkplan
Arbeidsintegratie is een specifiek contract gesloten dat Werkplan
Arbeidsintegratie alle ID-ers met uitstroom mogelijkheden een traject richting
uitstroom naar een reguliere baan aanbiedt. Deze trajecten kunnen maximaal 2
jaar lopen. Er is geen aanleiding dit contract te beëindigen.
Gezien
de intensieve contacten van Werkplan Arbeidsintegratie met de ID-werkgevers en
de oud ID-ers/blijvers wordt voorgesteld de uitvoering van de afbouw
ID-banen/omzetting naar blijversbanen ook in de toekomst bij Werkplan
Arbeidsintegratie onder te brengen. Hierdoor wordt onduidelijkheid en onrust
zowel bij de werkgevers als werknemers voorkomen.
Participatiebanen.
Participatiebanen
zijn structureel gesubsidieerde banen voor werkzoekenden vanaf 55 jaar.
Werkgevers in de non-profit sector ontvangen een loonkostensubsidie van de
gemeente. Op dit moment wordt de subsidie aan de werkgevers namens de gemeente
door Werkplan Arbeidsintegratie verstrekt. Op dit moment is slechts een gering aantal
participatiebanen ingevuld. Zodra de afbouw van de ID-banen is gerealiseerd
ontstaat er meer ruimte. De uitbetaling van de loonkostensubsidie verloopt
momenteel via Werkplan Arbeidsintegratie. Voorgesteld wordt alle
loonkostensubsidies voor structureel gesubsidieerde arbeid bij één partner
onder te brengen. In het kader van contractbeheer heeft deze optie de voorkeur.
Gezien het voorstel bij ID/blijversbanen wordt voorgesteld de verstrekking van
de loonkostensubsidie participatiebanen ook onder te brengen bij Werkplan
Arbeids-integratie.