Nota Delftpas

 

Inleiding

De Delftpas is één van de instrumenten van het Delftse minimabeleid. De Delftpas werd in 2001 ingevoerd als opvolger van de Kortingsregeling. De Kortingsregeling had onvoldoende bereik en effect. Met de invoering van een gemeentelijke kortingspas moest met een breder pakket van activiteiten een groter deel van de doelgroep bereikt worden.

 

De Delftpas heeft als doelstelling:

“Het bevorderen van deelname aan sociale, culturele en sportieve activiteiten voor alle inwoners van de gemeente Delft, met name voor de inwoners met een minimuminkomen”.

Uitgangspunt is dat de Delftpas tegen een inkomensafhankelijk tarief wordt aangeboden. Hiermee wordt het stigma van ‘minimapas’ voorkomen. De inkomensgrens om in aanmerking te komen voor het laagste tarief van € 5,-, is gesteld op 120% van de geldende bijstandsnorm.

 

In het huidige collegeakkoord is één van de prioriteiten het bestrijden van armoede. Ook staat er dat iedereen moet kunnen deelnemen aan de samenleving en gebruik moet kunnen maken van de voorzieningen die Delft biedt. Het instrument Delftpas heeft raakvlakken met deze onderwerpen. In dit kader is het zinvol te bekijken welke rol de Delftpas hierin kan of moet spelen. Daarom wordt in deze nota gekeken naar doelstelling, doelgroepen en voorzieningen van de gemeentelijke kortingspas. In paragraaf 1 staat een uiteenzetting van vijf jaar Delftpas. In paragraaf 2 worden twee voorstellen gedaan voor de verdere ontwikkeling en positionering van de Delftpas en wordt een advies te besluitvorming voorgelegd.

 

1. Evaluatie vijf jaar Delftpas

 

1.1 Doelstelling

De Delftpas stimuleert de maatschappelijke participatie van alle burgers door middel van het gratis en/of met korting aanbieden van activiteiten. Doel is mensen uit hun sociaal isolement halen of te voorkomen dat mensen in een sociaal isolement terechtkomen. Voor mensen met een laag inkomen is het risico van een sociaal isolement groter. Daarom wordt de Delftpas tegen inkomensafhankelijke tarieven aangeboden. Mensen met een laag inkomen betalen het goedkoopste tarief.

In de nota ‘Evaluatie Delftpas 2001 – 2003’ (nota 422103) wordt geconcludeerd dat de Delftpas met destijds 4750 pashouders, een gemiddeld gebruik van 6,8 keer per jaar en een waarderingscijfer van 7,7 de deelname aan sociale, culturele en sportieve activiteiten bevordert. Ook werd grotendeels voldaan aan de randvoorwaarden die gesteld werden bij de invoering van de Delftpas. Het advies was het huidige beleid van de Delftpas te continueren met één aanpassing, namelijk het invoeren van het zelfstandig kindertarief.

In 2005 is een onderzoek gehouden waaruit de volgende cijfers komen.

De helft van het aantal pashouders komt uit een huishouden waar het inkomen lager is dan 120% van de bijstandsnorm. Hiermee wordt ca. 20% van de ca. 6400 Delftse huishoudens bereikt die ook een inkomen onder deze norm hebben.

Het gemiddeld gebruik is gestegen van 6,8 naar 8 keer. Het aan WIZ-klanten dat een Delftpas aanschaf ligt rond de 22%. Van alle Delftpashouders is 29% van niet-westerse afkomst, tegenover 20% van de Delftse bevolking. Van het aantal pashouders is 60% vrouw en 40% man. De herhalingsaanschaf ligt rond de 60%.

Het aantal aanbieders groeide tot ca. 60. De naamsbekendheid van de pas is 91%. Daarvan weet driekwart dat de Delftpas een pas voor iedereen is. De Delftpas wordt dus niet als minimapas ervaren. Pashouders geven als rapportcijfer een 8. In 2005 groeide het aantal pashouders tot 6100. Momenteel is het aantal Delftpashouder gegroeid tot ca. 6400.

 

1.2  Doelgroepen en tarieven

De Delftpas wordt te koop aangeboden voor iedere Delftenaar. Het te betalen tarief is primair afhankelijk van het inkomen. De inkomensgrens om in aanmerking te komen voor het laagste tarief ligt op 120% van de geldende bijstandsnorm. In combinatie met leeftijd en gezinssituatie wordt het uiteindelijke tarief bepaald. Bewust is gekozen het laagste tarief niet gratis te maken maar een symbolisch bedrag te vragen (in dit geval 5 euro). Het idee hierachter is dat de pas bewust wordt aangeschaft en daardoor bewuster c.q. vaker gebruikt wordt.

Met dit tarievenstelsel worden veel doelgroepen bediend, zoals ouderen, studenten, jeugd, 18-jarigen, nieuwe inwoners, mensen met een laag inkomen. Tegelijkertijd brengt het voor de klant veel regels en voorwaarden met zich mee. Met name mensen met een laag inkomen moeten de nodige gegevens overleggen om voor het laagste (symbolische) tarief in aanmerking te komen. Dit maakt niet alleen de aanschaf van de Delftpas vrij omslachtig, maar ook de voorlichting hierover is complex.

Dit is een belangrijke factor gezien het gegeven dat mensen met een laag inkomen in het algemeen te weinig gebruik maken van (inkomensondersteunende) voorzieningen. Juist deze groep heeft moeite de weg naar regelingen te vinden, de regels te begrijpen en formulieren in te vullen.

 

1.3  Voorzieningen en kortingen

Aan het huidige aanbod van de Delftpas liggen twee uitgangspunten ten grondslag: de nadruk ligt op sociale, educatieve, culturele, recreatieve en sportieve activiteiten en de pashouder moet zoveel mogelijk kunnen kiezen. Voor de een is immers koffie met een broodje of een bezoek aan de kapper deelname aan het sociale verkeer, voor de ander is dat het volgen van een cursus of een theaterbezoek.

Het aanbod is hierdoor erg breed. De grote sociaal-culturele en recreatieve aanbiedingen worden aangevuld met aanbod van winkeliers. De kortingen bij ca. 30 deelnemende winkeliers zijn veel lager dan bij de andere sociaal-culturele en recreatieve aanbieders en zijn meestal 10% tot incidenteel 25% of 50%. Daarmee wordt in beperkte mate voldaan aan de nevendoelstelling  dat de Delftpas ook de lokale economie moet stimuleren. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de concurrentie van andere kortings- en klantenpassen groot is. De aanbieders zijn wel trouw: jaarlijks vallen hooguit 1 tot 3 aanbieders af.

Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat mensen met een laag inkomen om uitbreiding van het aanbod en om hogere kortingen vragen. Als voorbeelden van uitbreiding worden  korting op dierenverzorgingsproducten, eerste levensbehoeften en zwemlessen genoemd.

De vraag naar hogere kortingen komt voort uit het feit dat mensen met een laag inkomen aangeven dat activiteiten met korting toch nog (teveel) geld kosten. Het is een van de redenen om de Delftpas niet aan te schaffen of af te haken na één jaar pasbezit (De Delftpashouder onderzocht, april 2005). Dit wordt ondersteund door gegevens over het gebruik van de pas. Pashouders met een laag inkomen gebruiken de pas gemiddeld minder dan overige pashouders en de herhalingsaanschaf onder mensen met een laag inkomen is lager dan die van overige pashouders.

 

1.4. Samenwerking met Rotterdampas

De Delftpas werkt nauw samen met Rotterdampas. De overwegingen om aan te sluiten bij Rotterdampas waren destijds:

 

·         De opzet en uitvoering van de Rotterdampas sluiten aan bij de wensen van Delft.

·         Het is financieel voordeliger dan een eigen pas opzetten.

·         Delftpashouders hebben toegang tot hele pakket van Rotterdampas.

·         Uitbesteden van een groot deel van de acquisitie, communicatie en administratie.

·         Continuïteit van werkzaamheden door aanhaken bij een grotere organisatie.

 

De gemeente Delft betaalt een vaste prijs per verkochte pas waarin de diensten die de Rotterdampas biedt, verrekend zijn. Uit dit bedrag worden ook de gesubsidieerde Delftse en Rotterdamse kortingen betaald waar de Delftpashouder gebruik van maakt. De samenwerking voldoet aan de overwegingen en eisen die gesteld zijn.  Aandachtspunt in de samenwerking is de werving van aanbiedingen en het relatiebeheer. Rotterdampas zorgt voor het grootste deel voor de werving van de aanbieders en het onderhouden van de contacten met de aanbieders. Maar het is niet mogelijk vanuit Rotterdam een intensief Delfts netwerk te onderhouden waarmeer snel en makkelijk ingespeeld kan worden op de Delftse situatie.

 

1.5 Samenvatting

De volgende gegevens kenmerken het succes van de Delftpas in de afgelopen vijf jaar:

 

·         Het aantal pashouders groeide van 3750 naar 6400

·         Het gemiddeld gebruik steeg van 6,8 naar 8 keer

·         Het aantal Delftse aanbieders groeide van 30 naar ca. 60

·         De naamsbekendheid groeide van 60% naar 91%

·         29% van de Delftpashouders is van allochtone afkomst t.o.v. 20% van de Delftse bevolking

·         De Delftpas bereikt zowel jongeren als ouderen

·         Het bereik onder minima is stabiel op ca. 20%

·         Het aantal WIZ-klanten met een Delftpas is stabiel op ca. 22%

·         60% Van de pashouders is vrouw

·         De herhalingsaanschaf is gemiddeld 60%

·         Het aanbod is breed en biedt ‘voor elk wat wils’

·         De samenwerking met Rotterdampas voldoet aan de verwachtingen

 

De Delftpas bewijst met deze resultaten een zinvol instrument te zijn om  maatschappelijke participatie te bevorderen. Met het voortzetten van de Delftpas wordt een bijdrage geleverd aan de collegedoelstelling dat iedereen moet kunnen deelnemen aan maatschappelijke voorzieningen.

In het kader van de collegedoelstelling de armoede actief te bestrijden is de rol van de Delftpas beperkter. Dat komt voornamelijk door de opzet van de pas: de Delftpas is voor iedereen. Hierdoor kan minder ingespeeld worden op wensen en behoeften van mensen met een laag inkomen en kan de Delftpas minder als inkomensondersteunend instrument ingezet worden.

Een succesvolle voortzetting van de Delftpas vereist verdere groei van het aantal pashouders en uitbreiding van de voorzieningen. Als de Delftpas een grotere rol wil spelen bij armoedebestrijding als inkomensondersteunend instrument, moet de Delftpas aantrekkelijker worden voor mensen met een laag inkomen. In de volgende paragraaf worden twee voorstellen gedaan voor verdere ontwikkeling van de Delftpas.

 

2. Voorstellen

Voor een blijvende groei van het aantal pashouders en het vergroten van het bereik onder mensen met een laag inkomen, zijn er twee mogelijkheden. Eén mogelijkheid is de Delftpas in te zetten als minimapas. Een tweede mogelijkheid is binnen de huidige opzet andere accenten te leggen op doelgroepen, tarieven, aanbod en organisatie. Hieronder worden beide alternatieven toegelicht.

 

2.1 Delftpas als minimapas

Met een omslag naar een ‘minimapas’ worden de mogelijkheden tot meer directe inkomensondersteuning aanzienlijk vergroot en wordt het mogelijk één aanschaftarief te hanteren. In gemeenten waar een minimapas als anti-armoede instrument ingezet wordt, zoals in Utrecht en Amsterdam, is het bereik onder mensen met een laag inkomen aanzienlijk groter.

Met een minimapas kan veel meer op de behoeften en wensen van mensen met een laag inkomen worden ingespeeld. Ook wordt met één tarief voor mensen met een laag inkomen de aanschaf een eenvoudig en klantvriendelijk proces. Voor Delft betekent het inzetten van de Delftpas als minimapas het volgende:

 

·         Het mogelijk wordt meer en hogere kortingen aan te bieden. Geld uit bijvoorbeeld de bijzondere bijstand kan gebruikt worden om voorzieningen te financieren.

·         Aanschaf en voorlichting worden veel eenvoudiger.

·         Sommige aanbieders zijn bereid hogere korting te geven omdat de korting uitsluitend bij mensen met een laag inkomen terechtkomt.

 

Het betekent echter ook dat:

 

·         Een mogelijk stigmatiserend effect optreedt voor de pashouders/mensen met een laag inkomen.

·         De helft van het huidige aantal pashouders (de niet-minima) wordt gedupeerd. Het risico is dat dit ten koste gaat van het imago en de continuïteit van de pas.

·         De mogelijk op samenwerking met Rotterdampas vervalt. De organisatie en uitvoering van een minimapas moeten door de gemeente Delft opgezet worden.

 

2.2. Delftpas voor iedereen

Met het handhaven van het uitgangspunt ‘een pas voor iedereen’ zijn de volgende uitgangspunten gegarandeerd:

 

·         De gemeente stimuleert in de meest brede zin van het woord maatschappelijke deelname aan voorzieningen.

·         Door inkomensafhankelijke tarieven hanteren wordt de primaire doelgroep, mensen met een laag inkomen, extra gestimuleerd.

·         De samenwerking met Rotterdam blijft mogelijk en dat draagt in hoge mate bij aan de continuïteit van de Delftpas.

 

Om binnen deze opzet groei te realiseren en het bereik onder mensen met een laag inkomen te vergroten, is een aantal aanpassingen gewenst. Deze aanpassingen betreffen het aanbod, de tarieven en de organisatie.

 

Aanbod

Om het aanbod te verbeteren moet het pakket wel ‘voor elk wat wils’ bieden, maar niet ‘van alles wat’. Als je dicht bij de doelstelling blijft en kiest voor het stimuleren van meedoen aan maatschappelijke activiteiten, is het zinvol eerder de nadruk te leggen op ‘dingen doen’  dan op  ‘dingen kopen’. Binnen deze keuze blijft er genoeg ruimte om een breed pakket aan te bieden dat aan de wensen van verschillende groepen tegemoet komt. Het accent op ‘dingen doen’ betekent:

 

·         Dat de Delftpas primair voorzieningen biedt op sociaal-cultureel, educatief, recreatief en sportief gebied.

·         De Delftpas een sterker imago krijgt ten opzichte van andere passen.

·         Het maakt duidelijk de korting op eerste levensbehoeften niet past in het aanbiedingenpakket van de kortingspas.

·         Het winkeliersaanbod richt met name zich op ondersteunende producten en diensten die horen bij ‘dingen doen’. Bijvoorbeeld verzorging, eten en drinken, pasfoto’s, boeken.

 

Tarieven en verkoop

De aanschaf van de Delftpas voor mensen met een laag inkomen wordt toegankelijker door tarieven en voorwaarden te vereenvoudigen. In gemeenten waar bijvoorbeeld de Rotterdampas verkocht wordt tegen twee tot maximaal drie tarieven, is het bereik onder mensen met een laag inkomen groter.

De Delftpas wordt met een vereenvoudiging een product dat letterlijk ‘beter te verkopen’ is. Het voorstel is drie tarieven te hanteren:

 

·         Een gezinstarief van € 5,- voor mensen met een laag inkomen. Nu betalen mensen met een laag inkomen per volwassene € 5,- en zijn de kinderen gratis. Eén tarief is helder in de voorlichting en voor de aanschaf en het stimuleert de gezinsaanschaf.

N.B. Dit tarief geldt ook voor 65-plussers met een één- of tweepersoonshuishouden.

·         Voor niet-minima twee tarieven:

- € 20,- voor jeugd (3 t/m 18 jaar), 65-plussers (niet-minima) en studenten en nieuwe inwoners

- € 55,- voor alle anderen.

Bij het huidige aantal pashouders heeft dit een geringe inkomstenderving op te vangen binnen de huidige begroting.

 

Deze tariefwijziging betekent het volgende voor de huidige doelgroepen:

 

·         De jeugd van 3 t/m 17 jaar (niet-minima), gaat € 20,- betalen in plaats van €10,- en de 18-jarigen € 20,- in plaats van (eenmalig) gratis.

Bij invoering in 2007 zou dit zoveel mogelijk gecompenseerd moeten worden door een extra korting of incentive gefinancierd uit de meeropbrengsten van dit jeugdtarief. Alternatief is invoering in 2008 en in 2007 de aanstaande prijsverhoging aankondigen.

In 2007 wordt het effect van deze prijsverhoging voor de jeugd gemonitord en geëvalueerd.

 

Een tweede impuls de aanschaf van een Delftpas te vergemakkelijken is verkoop via internet. Dit sluit bovendien aan bij het streven van de gemeente de burger (digitaal) zo goed mogelijk van dienst te zijn. Het vereenvoudigen van de tarieven is ook een voorwaarde om de internetverkoop toegankelijk te maken.

 

Organisatie

Een verbetering van het aanbod, met name ook voor mensen met een laag inkomen, wordt bereikt worden door acquisitie en relatiebeheer vanuit Delft te realiseren. Het betekent:

 

·         Een goed netwerk met actuele informatie over wat er in Delft speelt.

·         Betere aansluiting bij andere Delftse initiatieven, zoals City Marketing en de ontwikkeling van evenemententerrein Lijm & Cultuur;

·         Een veel aantrekkelijker pakket met aanbiedingen en kortingen.

·         Meer mogelijkheden in te spelen op wensen en behoeften van pashouders.

·         Delftpas kan meer doelgroepgerichte aanbiedingen doen, waardoor een grotere bijdrage geleverd wordt aan doelstellingen op andere beleidsterreinen, bijv. jeugd en ouderen.

 

2.4. Financiën

In de programmabegroting 2007 is een bedrag van € 22.000,- gereserveerd voor uitbreiding en vereenvoudiging van verkoop(punten) van de Delftpas.

 

2.3  Gevraagd besluit

 

Voorgesteld wordt akkoord te gaan met:

 

1.       De Delftpas te positioneren als een pas die deelname aan maatschappelijke voorzieningen stimuleert voor alle Delftenaren.

 

2.       De Delftpas te positioneren als een kortingspas om mee te doen aan activiteiten en niet voor het kopen van eerste levensbehoeften en soortgelijke producten.

 

3.       Drie inkomensafhankelijke tarieven te hanteren met ingang van het pasjaar 2007:

·         € 5,- per gezin voor huishoudens met een inkomen van maximaal 120% van de bijstandsnorm

·         € 55,- per volwassene van huishoudens met meer dan 120% van de bijstandsnorm

·         € 20,- per persoon voor jongeren (3 t/m 18 jaar), ouderen met meer dan 120% van de bijstandsnorm (vanaf 65 jaar), studenten en nieuwe inwoners.

 

4.       Realisatie van acquisitie en relatiebeheer vanuit Delft.

 

 

J. Reuhman