Stuk
153 I Delft,
17 augustus 2006
20124220
Onderwerp:
referendum ontwikkelingsplan uitbreiding
Camping Delftse Hout /
definitief verzoek.
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Op
1 juni 2006 heeft uw raad een inleidend verzoek van de heer R.G. Kiel te Delft
tot het houden van een niet-correctief referendum ontvankelijk verklaard en het
betreffende agendapunt (vaststelling Ontwikkelingsplan uitbreiding Camping
Delftse Hout) afgevoerd.
Korte
tijd later op 29 juni 2006 heeft de raad, mede naar aanleiding van het advies
van een drietal externe deskundigen, besloten het onderwerp concept-besluit
Vaststelling Ontwikkelingsplan uitbreiding Camping Delftse Hout toelaatbaar te
achten in het kader van het houden van een niet-correctief referendum, het
inleidende verzoek van de heer R.G. Kiel tot het houden van een niet-correctief
referendum in te willigen en de kiesgerechtigden in de gelegenheid te stellen
om een definitief verzoek in te dienen tot het houden van een niet-correctief
referendum. Verder heeft uw raad het betreffende raadsvoorstel op de gangbare
wijze behandeld, met dien verstande dat het concept-besluit, zoals dat luidt na
verwerking van de door de raad aanvaarde amendementen niet in stemming is
gebracht maar is aangehouden, zoals de betreffende Referendumverordening
voorschrijft, tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum
wordt gehouden. Tenslotte is door de raad de vraagstelling vastgesteld zoals
die bij een referendum gehanteerd zal worden. Afrondend werd het college
opgedragen in verband met het voorgaande de benodigde stappen te zetten.
Van
30 juni tot en met 10 augustus 2006 zijn in verband met dit laatste de
kiesgerechtigden in de gelegenheid gesteld op een zestal locaties te weten
Phoenixstraat 16, Stadhuis, Barbarasteeg, de Staal, Hooikade 13 en de
Torenhove, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs, een handtekening te
zetten op door het college gewaarmerkte en beschikbaar gestelde
handtekeningenlijsten. Op 24 juli, 31 juli en 7 augustus 2006 zijn
tussenstanden openbaar bekend gemaakt, achtereenvolgens 1430, 1987 en 2685.
Ingevolge
de Referendumverordening (artikel 8, lid 1) moet een definitief verzoek tot het
houden van een referendum worden ingediend binnen 6 weken na de datum waarop de
raad besloten heeft de kiesgerechtigden daartoe in de gelegenheid te stellen
(in dit geval derhalve uiterlijk vóór 10 augustus 24.00 uur). Het verzoek moet
worden ondersteund (artikel 8, lid 2) door de handtekeningen van tenminste 4000
kiesgerechtigden. De heer R.G. Kiel heeft op 10 augustus 2006 (reeds) aan het
eind van de middag (tussen omstreeks 17.00 en 17.30 uur) een geclausuleerd
definitief verzoek ingediend (zie bijlage 1).
Stuk
153 I pag.
2
Geclausuleerd in die zin dat hij zijn verzoek reeds indiende voor het geval er
sprake zou zijn van tenminste 4000 handtekeningen maar ook wanneer dat niet het
geval zou zijn. Immers op dat moment beschikte de heer Kiel nog niet over het
resultaat van de voorlopige telling. Die zou hem, zo was toegezegd en
afgesproken, ’s avonds namens het college meegedeeld worden. Dat is, ondanks de
handelwijze van de heer Kiel, ook gebeurd (zie bijlage 2).Tevens werd hem
daarbij een aantal praktische handreikingen gedaan en werd de verdere procedure
geschetst. De voorlopige telling leverde een aantal op van 4525 handtekeningen.
De heer Kiel werd er nadrukkelijk op gewezen dat alle gezette handtekeningen
door het college nog onderzocht moesten worden en dat daarvoor de werkdagen
vrijdag 11 en maandag 14 augustus benut zouden worden. Daarbij werd toegelicht
wat de gevolgen zouden kunnen zijn van de definitieve telling. Tenslotte werd
aangegeven dat op donderdag 17 augustus 2006 door of namens het college de
definitieve uitslag bekend gemaakt zou worden en wat de verdere stappen zouden
zijn.
Het
onderzoek door het vakteam Burgerzaken, zo bleek in de loop van maandag 14
augustus, heeft uitgewezen dat het definitief verzoek van de heer Kiel door een
voldoende aantal kiesgerechtigden wordt ondersteund, namelijk 4124 (zie
bijlage 3). De Referendumverordening eist een aantal van tenminste 4000.
Ingevolge
artikel 8, lid 7 van de Referendumverordening (waarin een verplichting is
opgenomen) betekent het voorgaande dat uw raad nu dient in te stemmen met het
houden van een referendum. Aldus luidt ook ons voorstel.
Op
29 juni 2006 had de raad in meerderheid al besloten, gelet op het bepaalde in
artikel 8 lid 8 van de Referendumverordening) dat de uitslag van een referendum
gevolgd zal worden.
Ingevolge
het bepaalde in artikel 9 lid 1 van de Referendumverordening dient het college,
zo spoedig mogelijk nadat de raad heeft besloten tot het houden van een
referendum, de dag vast te stellen waarop het referendum gehouden wordt. Op basis van het tweede lid van artikel 8
wordt een referendum gehouden binnen een termijn die aanvangt op de vijftigste
dag en eindigt vier maanden na het besluit van de raad tot het houden van een
referendum.
Als
geschikte dag voor een te houden referendum zijn wij voornemens (hoewel de raad
formeel en volgtijdelijk nog moet besluiten tot het houden van en referendum)
vast te stellen woensdag 22 november 2006. Op die dag worden namelijk
eveneens landelijke verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer.
Inmiddels
wordt een uitvoerig raadsvoorstel opgewerkt waarin diverse thema’s en
onderwerpen, alsmede publicitaire en financiële dimensies (inclusief
voorlichtingssubsidies) van een te houden referendum belicht worden. Het is de bedoeling dat het betreffende
voorstel aan uw raad wordt aangeboden ter behandeling in de raadsvergadering
van 28 september 2006. Naar onze mening resteert er daarna nog voldoende tijd
voor een maatschappelijk debat voorafgaand aan het daadwerkelijk te houden referendum.
Stuk
153 I pag.
3
In
zijn brief van 10 augustus 2006 aan het college stelt de heer Kiel nog een
aanvullende vraag inzake het begrip kiesgerechtigde. Het lijkt ons zinvol na
afloop van het referendum het totale traject te evalueren (hierop zal in het
hiervoor aangekondigde raadsvoorstel nader ingegaan worden), en de aanvullende
vraag van de heer Kiel in deze evaluatie mee te nemen.
Wij
stellen u voor als volgt te besluiten:
Ø
in
stemmen met het houden van een referendum betreffende het conceptbesluit
vaststelling ontwikkelingsplan uitbreiding Camping Delftse Hout.
Hoogachtend,
Het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr.
drs. G.A.A. Verkerk
, burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps , secretaris.
Stuk 153 II
20124220
De
raad van de gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het college van 17 augustus 2006;
gelet
op het bepaalde in de Niet-correctieve Referendumverordening Delft 2002;
b e
s l u i t :
Ø
in
te stemmen met het houden van een referendum betreffende het conceptbesluit
vaststelling ontwikkelingsplan uitbreiding Camping Delftse Hout.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 augustus 2006.
,
burgemeester.
,
griffier.