Stuk
201 I Delft,
13 november 2006.
201143364
Onderwerp:
Verordening voorzieningen wethouders.
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Thans
is voor voorzieningen wethouders de verordening Wethouders, raads- en
commissieleden uit 2003 geldend.
Deze
verordening verdiende actualisatie en gezien het feit dat voor de voorzieningen
voor raadsleden ook nog twee andere voorzieningen geldend zijn, is het logisch
deze zoveel mogelijk samen te voegen tot één verordening.
Vanuit
dualistisch oogpunt is voorgesteld de raadsgerelateerde zaken in één
verordening op te nemen en de onderdelen die betrekking hebben op de wethouders
in een aparte verordening. Beide moeten door de raad worden vastgesteld. Dit
voorstel gaat in op de voorzieningen voor wethouders, voor de voorzieningen
fracties, raads- en commissieleden is een apart raadsvoorstel opgewerkt.
Verordening
voorzieningen wethouders
De
nieuwe Verordening voorzieningen wethouders regelt globaal het zelfde als de nu
in te trekken regeling.
Er
zijn een paar verschillen:
· buitenlandse dienstreizen:
Nieuw is dat reizen naar België als binnenlandse dienstreis wordt beschouwd.
Vorig jaar heeft het college hiertoe al besloten, maar dat was nog niet
geformaliseerd in de verordening;
· reis- en pensionkosten en
verhuiskostenvergoeding:
Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de
gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Op grond van de Gemeentewet zijn zij
verplicht in de gemeente te gaan wonen. En zij moeten dan dus ook reis- en
verhuiskosten maken.
In het Rechtspositiebesluit wethouders is geregeld dat er dan ook aanspraak
bestaat op een reis- en verhuiskostenvergoeding.
Dit wordt nu ook nader geregeld in deze verordening.
· kinderopvang:
In 2006 is de Wet kinderopvang van kracht geworden. De werkgever dient in
principe bij te dragen in de kosten van kinderopvang. Voor het
gemeentepersoneel is hiervoor een regeling gemaakt.
In de verordening wordt die regeling voor het gemeentepersoneel ook van
toepassing verklaard voor de wethouders.
· In de oude regeling was ook
een vergoeding voor computer en internetaansluiting geregeld.
Omdat dit in strijd met de wetgeving was is vorig jaar besloten de vaste
vergoeding die de collegeleden ontvingen te beëindigen.
Dit is dan ook niet meer in de nieuwe verordening terug te vinden.
Stuk 201 I pag.
2.
4. Voorstel
Wij
stellen u voor akkoord te gaan met de navolgende besluiten:
I In te trekken
- verordening
voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden;
II vast te stellen:
- verordening voorzieningen wethouders
Hoogachtend,
Het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr.
drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk
201 II
201143364
De
raad der gemeente Delft,
gelezen
het voorstel van het college van 10 oktober 2006;
b
e s l u i t :
I In te trekken:
- verordening voorzieningen wethouders, raads- en
commissieleden;
II vast te stellen:
- verordening voorzieningen wethouders
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2006.
,burgemeester.
,griffier.
Stuk
201 III
20143364
De raad van de gemeente Delft,
gelezen het voorstel van het
presidium van 9 oktober 2006;
gelet op de artikelen artikel
33; 44, tweede en derde lid; 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,
gelet op het
Rechtspositiebesluit wethouders.
b e s l u i t :
I vast te stellen de Verordening voorzieningen wethouders
2006
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel
1
In
deze verordening wordt verstaan onder:
a Reisbesluit binnenland: het Koninklijk
Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;
b Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van
Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
c Verplaatsingskostenbesluit 1989: het
Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.
Artikel
2 Onkostenvergoeding
1.
Aan de wethouder wordt
een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt
verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste
lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
2.
Indien de wethouder op
grond van artikel 7 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter
beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de
uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 94%
van het voor hem ingevolge het eerste of tweede lid geldende bedrag.
Artikel
3 Zakelijke
reiskosten
Aan
de wethouder wordt een vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten, niet zijnde
kosten voor woon-werkverkeer, ter zake van reizen ten behoeve van de gemeente.
De vergoeding betreft:
a bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
(trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk
gemaakte reiskosten naar de laagste klasse, waarbij zoveel mogelijk de terzake
voor de ambtenaren in dienst van de gemeente Delft vastgestelde regels worden
gehanteerd;
b bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een
vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten
overeenkomstig de bedragen zoals die gehanteerd worden voor ambtenaren in
dienst van de gemeente Delft.
Stuk
201 III pag.
2.
Artikel
4 Verblijfkosten
De
in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen,
bedoeld in artikel 3 worden volledig aan de wethouder vergoed.
Artikel
5 Buitenlandse
dienstreis
1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland
maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed,
waarbij zoveel mogelijk de terzake voor de ambtenaren in dienst van de gemeente
Delft vastgestelde regels worden gehanteerd.
2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland of België,
niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van
het college vereist.
Artikel 6 Cursus,
congres, seminar of symposium
1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente
worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd,
dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van
inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor
rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de
uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel
7 Mobiele telefoon
1.
Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn
ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld, die
uitsluitend bestemd is voor zakelijk gebruik.
2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de
gemeente.
3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel
8 Spaarloonregeling
1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk
personeel geldende spaarloonregeling.
2.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder
gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g
van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel
9 Outplacement
De gewezen wethouder die in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, kan op aanvraag in aanmerking komen voor outplacementfaciliteiten. Hierbij is het bepaalde in de regeling outplacement en loopbaanmanagementfaciliteiten gewezen wethouders gemeente Delft 1996 van toepassing.
Stuk
201 III pag.
3.
Artikel
10 Reis- en
pensionkosten en verhuiskosten
De
wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt
heeft ten laste
van
de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de
ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22. tweede lid, van het
Rechtspositiebesluit wethouders;
b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig
het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel
22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel
11 Kinderopvang
De
wethouder ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die in
verband met de vervulling van het ambt van wethouder noodzakelijk is,
overeenkomstig de ter zake voor het
gemeentelijk
personeel geldende kinderopvangregeling.
Artikel
12 Declaratie van
vooruitbetaalde kosten
1.
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
a betaling uit eigen middelen; of
b rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
2.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in lid 1 wordt gebruik gemaakt
van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld,
indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
3.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen
drie maanden bij de gemeentesecretaris, of een door hem aangewezen ambtenaar
ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Stuk 201 III pag. 4.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel
3 Reiskosten
Zakelijke
reiskosten voor wethouders, indien gemaakt met het openbaar vervoer of met een
(trein)taxi, worden volledig vergoed (mits in redelijkheid gemaakt). Indien
gemaakt met eigen middelen van vervoer volgens het belastingvrije tarief dat
ook geldt voor het ambtenaren in dienst van de gemeente Delft.
Artikel
4 Verblijfkosten
Dit
artikel regelt de vergoeding van verblijfkosten. De grondslag hiervoor is te
vinden in artikel 97 van de Gemeentewet. De vergoeding kan worden toegekend als
de wethouders een dienstreis maakt ter uitvoering van een besluit van de raad,
het college of de burgemeester. Daarvoor gelden dezelfde richtinggevende
bedragen als voor het gemeentepersoneel.
Voor
wethouders is nog van belang dat een vergoeding of verstrekking van maximaal 80
maaltijden per kalenderjaar onbelast is als de vergoeding of verstrekking een
meer dan bijkomstig zakelijk karakter heeft. Daarvan is niet zonder meer sprake
bij deelname aan raads- en commissievergaderingen, maar wel bij tot in de avond
doorlopende vergaderingen waardoor men niet op de gewone tijd kan eten, alsmede
tijdens dienstreizen. Voor zover het aantal maaltijden per kalenderjaar meer
dan 80 is (vergoedingen en verstrekkingen samen), moet een normbedrag bij het
loon worden geteld. Als de vergoeding of verstrekking gedeeltelijk tot het loon
moet worden gerekend kan eindheffing plaatsvinden op basis van het tabeltarief.
Als
het zakelijk karakter van niet meer dan bijkomstig belang is moet de vergoeding
of de waarde in het economisch verkeer van de verstrekking tot het loon worden
gerekend. Bij verstrekkingen in de vorm van maaltijden in bedrijfskantines met
een privé-karakter wordt de waarde van een kantinemaaltijd vastgesteld op een
forfaitair bedrag. Als de maaltijd in de bedrijfskantine een meer dan
bijkomstig zakelijk karakter heeft geldt de hoofdregel. De vergoeding of
verstrekking van maximaal 80 maaltijden per kalenderjaar is dan onbelast.
Artikelen
5 Buitenlandse dienstreis
Bij
buitenlandse dienstreizen in het gemeentelijk belang kunnen de wethouder de in
redelijkheid gemaakte werkelijke reis- en verblijfkosten worden vergoed. De
voor het gemeentepersoneel geldende regeling is daarbij richtsnoer. In de
eerder genoemde gedragscode zijn nadere gedragsregels vastgesteld. Daarbij gaat
het om expliciete besluitvorming in het college over buitenlandse reizen en
over uitnodigingen daartoe op kosten van derden. Maar ook om bijvoorbeeld de
rekening en verantwoording achteraf (zowel inhoudelijk als financieel), het
meereizen van de partner en het combineren van een dienstreis met een (direct
voorafgaande of aansluitende) privé-reis.
De
in deze artikelen bedoelde cursussen en congressen hebben een zakelijk karakter
en zijn aan te merken als beroepskosten waarvan de vergoeding c.q. verstrekking
van loonbelasting is vrijgesteld.
Stuk
201 III pag.
5.
Als
onderdeel van de bedrijfsvoering kan de wethouder voor overwegend zakelijk
gebruik (90% of meer) belastingvrij een mobiele telefoon als 2e telefoon om
niet ter beschikking worden gesteld. De abonnementskosten en de (zakelijke)
gesprekskosten komen dan voor rekening van de gemeente. De nadere voorwaarden
zijn geregeld in de
bruikleenovereenkomst die de wethouder met de gemeente sluit. Het model van die
overeenkomst is door de raad vastgesteld.
In
de vaste kostenvergoeding zit ook een component telefoonkosten. Indien de
gemeente voor zakelijk gebruik een mobiele telefoon aan een wethouder
beschikbaar stelt moet er een korting worden toegepast op die vaste
kostenvergoeding om te voorkomen dat voor dezelfde zakelijke telefoonkosten
zowel in natura (mobiele telefoon in bruikleen) als in geld (via de vaste
kostenvergoeding) een voorziening ten laste van de gemeente is getroffen. Dat
is geregeld in artikel 23, tweede lid. Voor alle wethouders aan wie de gemeente
een mobiele telefoon beschikbaar heeft gesteld geldt dezelfde korting.
Een
wethouder is een werknemer en kan dientengevolge gebruik maken van de
spaarloonregeling dan wel de levensloopregeling. Wanneer de wethouder gebruik
maakt van de gemeentelijke levensloopregeling is het niet toegestaan een
levensloopbijdrage ten laste van de gemeente te verstrekken. De opbouw van de
levensloopvoorziening mag uitsluitend ten laste van de wethouderswedde
plaatsvinden. Aangezien wethouders geen verlof kennen, is het slechts mogelijk
dat de opgebouwde voorziening bij de beëindiging van het wethouderschap wordt
meegenomen naar de volgende werkgever of dat uitbetaling ineens plaatsvindt.
Om
de mogelijkheid dat de gewezen wethouder op eigen kracht en onder eigen
verantwoordelijkheid een nieuwe functie kan verwerven te vergroten wordt de
mogelijkheid geopend dat outplacement- of loopbaanmanagementfaciliteiten worden
verleend.
Artikel
10 Reis- en pensionkosten en
verhuiskosten
Sinds
de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de
gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die
niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht
om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 24
is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor
een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en
pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De vergoedingen zijn onbelast.
Een
goede kinderopvangvoorziening is belangrijk. Hierdoor wordt bevorderd dat wethouders
hun politieke werk goed kunnen combineren met het ouderschap. Vanaf 1 januari
2005 is er een wettelijke regeling (Wet kinderopvang). Aan deze wet kunnen ook
wethouders aanspraken ontlenen in de vorm van een (inkomensafhankelijke)
rijksbijdrage. Het rechtspositiebesluit voor wethouders maakt het mogelijk om
hen ten laste van de gemeente in aanvulling op de rijksbijdrage een
tegemoetkoming te verlenen in de kosten van noodzakelijke kinderopvang. Artikel
12 voorziet hierin. Daarin is geregeld dat voor wethouders de voor het
gemeentepersoneel geldende kinderopvangregeling van overeenkomstige toepassing
is.
De
gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang kan aan de wethouder dat
heeft geopteerd voor de loonbelasting onbelast worden verstrekt.
Artikel
12 De procedure van declaratie
In
artikel 10 zijn de twee wijzen van betaling aangegeven. In lid 2 en 3 is
vervolgens aangegeven in welke gevallen, welke betalingswijze aan de orde is en
welke procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden.
Declaratie
van vooruitbetaalde kosten
Daarbij
gaat het om vergoeding van de volgende kosten:
-
zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders
-
reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders
Rechtstreekse
facturering bij de gemeente
Rekeningen
kunnen rechtstreeks bij de gemeente in rekening worden gebracht in de volgende
gevallen:
-
deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door
wethouders;
-
zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;
-
reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders.