BIJLAGE 3        Uitleg verbetervoorstellen

 

Verbetervoorstellen uit de nota FHIRBB

 

1. Verbetervoorstel 3 – 13 (Kostenpost)

Het opnemen van een post voor bezwaarschriftafhandeling als onderdeel van projectkosten bij nieuw beleid of een voorgenomen besluit dat zal leiden tot een substantiële hoeveelheid bezwaarschriften gebeurt nog niet. Bij nieuw in te voeren beleid/dan wel voorgenomen besluiten die zullen leiden tot een groter aantal bezwaarschriften, is het Rechtsbeschermingsbedrijf vaak niet in de primaire fase betrokken en is pas achteraf, bij de instroom van bezwaarschriften), duidelijk dat er een extra instroom van bezwaarschriften is. Van de lijn wordt extra alertheid hierop gevergd, zodat de kosten van extra inhuur e.d. kunnen worden omgeslagen naar het vakteam dat de extra instroom heeft gegenereerd. Er zal een periodiek overleg worden ingesteld met verweervoerende vakteams zodat naast de voortgang, ook gesproken kan worden over op handen zijnd nieuw beleid/ dan wel voorgenomen besluiten waar veel bezwaren tegen te verwachten zijn. Door niet constant achter de feiten aan te lopen, zal het mogelijk zijn om termijnen te halen, in plaats van achteraf steeds achterstanden in te lopen. Van dit verbeterpunt wordt verwacht dat dit een belangrijke bijdrage kan leveren aan het tijdig afhandelen van bezwaarschriften.

 

2. Verbetervoorstel 8 (Verweer binnen twee weken)

Met name voor de Kamers I en III geldt dat verweer niet altijd binnen twee weken wordt uitgebracht. Bij het secretariaat van het Rechtsbeschermings­bedrijf leidt dit tot extra werk, omdat nagezonden stukken apart moeten worden verzonden. Soms neemt de bezwaarmaker geen genoegen met toezending van het verweer kort voor de zitting. Dan wordt om uitstel gevraagd, waardoor een gat in de zitting valt, die (zo snel) niet gevuld kan worden door een andere zaak. Dit betekent naast het tijdverlies door nazenden, efficiencyverlies doordat er een kleiner aantal zaken op zitting komt. Vaak blijkt het verweer wel al af te zijn, maar nog in de parafenronde te circuleren. De termijn van twee weken is relatief kort. In deze tijd moet verweerder namelijk bezien of er sprake is van gemaakte fouten of nieuwe feiten en omstandigheden waardoor alsnog ambtelijk moet worden herzien. Indien hiervan geen sprake is, zal inhoudelijk verweer moeten worden uitgebracht, dat instemming behoeft van het vakteamhoofd, sectorhoofd en clusterdirecteur. Een oplossing zou zijn de verantwoordelijkheid voor het schriftelijke verweer te mandateren aan het vakteamhoofd, dan wel de verwerend ambtenaar. Bij sommige vakteams gebeurt dit al.

 

3. Verbetervoorstel 9. Nemen van het heroverwegingsbesluit binnen 2 weken

Het is nog niet mogelijk te meten of de lijn in alle gevallen binnen twee weken een beslissing op het bezwaarschrift neemt. Vanuit de lijn is vernomen dat het voor zaken waarbij het advies van de ACB wordt overgenomen, (net) mogelijk is binnen twee weken een besluit te nemen. Maar ook hier klemt de parafenronde die het conceptbesluit moet afleggen, voordat het kan worden verzonden. Indien vertraging optreedt in een van de schakels in de ronde, brengt dit direct met zich mee dat de termijn van twee weken niet gehaald wordt. Bij de nota FHIRBB is geopperd dat het denkbaar zou zijn dat het Rechtsbeschermingsbedrijf een concept-heroverwegingsbesluit opstelt, wat voor de lijn resulteert in tijdwinst. Dit is in principe alleen mogelijk bij ongegrond-zaken. Afgevraagd kan worden of het maken van heroverwegingsbesluit door Rechtsbeschermingsbedrijf wenselijk is. Immers hierdoor vindt geen feedback in de lijn plaats en komt er druk op de onafhankelijke rol van het Rechtsbeschermings­bedrijf. Daarnaast kost het maken van heroverwegingsbesluit voor het Rechtsbeschermingsbedrijf ook tijd (formatie). Voor contraire zaken is geconstateerd dat deze niet binnen de wettelijke termijnen afgehandeld kunnen worden. De termijn tussen het uitbrengen van advies door de Adviescommissie en het nemen van het heroverwegingsbesluit door de Lijn is vaak erg lang.

 

Nieuwe verbetervoorstellen

Naast deze punten is er nog een drietal punten naar voren gekomen, waarvan (efficiency-) winst wordt verwacht. Deze punten worden hieronder vermeld.

 

4. Horen in de fase van het primaire besluitvormingsproces

Bij sommige vakteams[1] blijkt het uitbrengen van verweer structureel niet haalbaar te zijn binnen twee weken.

Bij Kamer III gebeurt het bij subsidies (B&P) bijna standaard dat na het indienen van een bezwaarschrift overleg plaatsvindt tussen de lijn en bezwaarmaker. De behandeling van het bezwaarschrift wordt in dat geval aangehouden. Om binnen de termijn te blijven moet instemming van de bezwaarmaker gevraagd worden. Dit vergt een extra handeling van het secretariaat en soms (als men niet reageert) meerdere extra handelingen. Het zou de voorkeur genieten en meer in overeenstemming met de Awb zijn, indien het vakteam in de primaire fase reeds contact opneemt met de aanvrager en deze “hoort” over het te nemen besluit. Dit zal de zorgvuldigheid bij het te nemen besluit ten goede komen. In de primaire fase kan zo al ofwel een bezwaarschrift voorkomen worden, ofwel overgegaan worden tot snelle behandeling van het bezwaarschrift. Met name voor de vakteams CKE en B&P zou deze werkwijze in het belang van een zorgvuldige besluitvorming aan te bevelen zijn en daarnaast ook tijdwinst opleveren in de bezwaarfase.

 

5. Publicaties

Het komt met enige regelmaat voor dat men bezwaar indient tegen een niet appellabel besluit.

Bezwaren die tegen dat soort besluiten worden ontvangen, moeten niet ontvankelijk worden verklaard. Dit vergt tijd, die bespaard kan worden indien bij de publicatie van het besluit direct al vermeld wordt dat hiertegen geen bezwaar open staat.

 

6. Besluit toevoegen

Aan de bezwaarclausule bij een besluit toevoegen het verzoek om toezending van een kopie van het besluit bij het indienen van een bezwaarschrift.

 

7. Herverdeling

Inzetten van door herverdeling binnen het Rechtsbeschermingsbedrijf beschikbaar gekomen capaciteit.

 

8. Structurele overleggen

Organiseren van een overleg op kwartaalbasis met (de betreffende vakteams binnen) de lijn om de voortgang en nieuw beleid/maatregelen te bespreken;

 

9. Parafen

Verkleinen van het parafencircuit, als het gaat om uitbrengen van verweer en heroverwegingsbesluit.

 



[1] Ruimtelijke Ordening, Beleid en Projecten (als het gaat om subsidies)