De gemeente Delft
maakt deel uit van het stadsgewest Haaglanden en de delegatie van de Delftse
Raad in het Algemeen Bestuur van Haaglanden wil deze paper benutten om haar
ideeën omtrent de ontwikkeling en de wederzijdse afhankelijk voor de komende
vier jaar neer te zetten.
Het stadsgewest is
in het leven geroepen om vooral economisch en sociaal een meerwaarde voor de
afzonderlijke deelnemende gemeenten te creëren. Het geheel moet meer zijn dan
de som der delen. Het stadsgewest Haaglanden staat de komende jaren voor grote
opgaven:
· hoe houden we Haaglanden groen en open,
· hoe vergroten we tegelijkertijd de (economische)
slagkracht en concurrentiepositie,
· hoe houden we Haaglanden bereikbaar en
· hoe houden we Haaglanden prettig om in te leven.
Delft ziet zich
voor dezelfde uitdagingen geplaatst als lid van het stadsgewest. Niet alleen
heeft Delft deze samenwerking nodig met andere gemeenten in Haaglanden; Delft
heeft Haaglanden ook heel wat te bieden. In dit boekje vindt u de Delftse visie
op het stadsgewest, met de Delftse inbreng op de verschillende terreinen, maar
ook met een Delfts beroep op de regio met als motto: Samen sterk staan.
Als één sterke
regio gezamenlijk de problemen aanpakken: samen voor een goed openbaar vervoer
en wegennet zorgen, samen de economische slagkracht van de regio verhogen en
samen zorgen voor een goede sociale cohesie. Dit sluit ook heel goed aan bij de
adviezen van de commissie Kok, waarin de noodzaak tot samenwerking op
economisch, bestuurlijk en ruimtelijk gebied wordt onderstreept, al praten we
hier over een ander schaalniveau.
Haaglanden kent een scheefgroei in de
woningmarkt. Den Haag en Delft hebben een relatief groot percentage sociale
woningbouw ten opzichte van de andere gemeenten. Delft streeft er naar in haar
stad een evenwichtiger woningmarkt op te bouwen. Daartoe zijn in het
stadsgewest woningbouwafspraken gemaakt, die er bijvoorbeeld toe moeten leiden
dat in de Delftse woningmarkt een groter percentage vrije sector woningen komt
in de totale woningvoorraad. Economisch is dit voor Delft van groot belang. Immers
we willen voorkomen dat beter gesitueerden naar buiten trekken, omdat ze in
Delft geen geschikte woning kunnen vinden. Delft zal zich de komende jaren aan
de afgesproken kwantitatieve en sociale woningbouwafspraken houden en vraagt de
overige gemeenten dit ook te doen. Door een consistent herverdelingsbeleid van
sociale woningbouw komt er ruimte voor Delft. Wij zullen daarbij niet schromen
om krachtig druk op het invullen van dit beleid te houden.
Om van Haaglanden geen grote, anonieme
aaneengesloten stedelijke agglomeratie te maken, houden we de overgebleven
ruimtes tussen de steden groen. Delft, Den Haag, Zoetermeer, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp
zijn nu nog niet aan elkaar gegroeid. Delft wil dit zo houden. Wij vragen van
Haaglanden dat ze het openhouden van de groene buffers tussen de kernen hoog op
de agenda houdt én zorgt voor een goede aansluiting tussen deze groene en
recreatieve gebieden. Voor een betere leefbaarheid en sociale cohesie.
Recreatiegebieden krijgen steeds meer
een regionale functie. Dit geldt ook voor de Delftse Hout. De Delftse Hout is
een belangrijk regionale asset. Samen met de omliggende gemeenten
wil Delft het regionale karakter uitbouwen door verbindingen te zoeken met
bijvoorbeeld het Dobbeplasgebied, het Balij en Bieslandse bos en andere groene
longen. Regionale samenwerking met onder andere
Den Haag en Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer vergroot de mogelijkheden voor dit
gebied. Het Delftse Hout kan met dit beleid een schakel
worden in de Ecologische Hoofdstructuur. Hierbij moet wel aangetekend worden
dat ook Delftenaren in hun eigen Hout moeten kunnen recreëren. In ieder geval
moet in dit kader een gebiedsvisie worden ontwikkeld, die ook toekomstbestendig
is.
Iets soortgelijks geldt voor het tegen
Midden-Delfland gelegen Abtswoudse Bos en Kerkpolder en voor de groene
verbinding van de Zwethzone: Het groen houden van dit gebied is niet alleen van
belang voor Delft, maar voor heel Haaglanden. Midden-Delfland is bovendien
wezenlijk als recreatief uitloopgebied van Delft en andere omliggende steden en
dorpen. Hier kunnen Haaglanders fietsen, wandelen, kanoën en skaten in een
groene landelijke omgeving. Ook andere functies als zorgboerderijen en vrije
ruimte zijn hier nog aan te treffen. Het belang van dit gebied kan niet genoeg
worden onderstreept. Ten enenmale moet ook worden voorkomen dat hier kassen
worden gebouwd. Delft zal stevig inzetten om de structuur van het gebied te
behouden en de bestaande functie van het gebied te versterken en uit te bouwen.
Delft is internationaal bekend om het
Delfts blauw, de historische binnenstad en de band met de Oranjes. Gezamenlijk
in Haaglanden het toerisme beter op de kaart zetten is een nog liggende
uitdaging. Delft zou in willen zetten op een meer regionale samenwerking bij
het cultuuraanbod, met elkaar aanvullende kwaliteiten. Delft is een uitstekende
uitvalsbasis om bezoeken in de regio af te leggen: Scheveningen, Den Haag, de
groene gebieden van Midden-Delfland, Rotterdam, de evenementen die Zoetermeer
biedt. Dit is allemaal vanuit Delft zeer goed bereikbaar.
Ook wordt aandacht gevraagd voor de
moderne cultuur. In het hart van de binnenstad is een modern cultuurplein
aanwezig. Grote evenementen kunnen plaatsvinden op het gloednieuwe evenemententerrein
aan de Schie. Bekend zijn natuurlijk ook de grote evenementen als Taptoe en
Mooi Weer Spelen, om maar niet te spreken van het verder ontwikkelen van de
waterrecreatie. Zo levert het toerisme in Delft de regio heel wat extra
bezoekers op.
Voor een goede
toekomst moet de jeugd in Haaglanden alle kansen krijgen zich goed te
ontwikkelen. Delft is een studentenstad waar opleidingen op elk niveau te
vinden zijn, waar we vooroplopen in de jeugdzorg en waar steeds meer te doen is
voor jongeren. Delft vraagt van Haaglanden een krachtiger inzet op het
jeugdbeleid. Zoals het nu gaat heeft het beleid te weinig toegevoegde waarde en
kan beter teruggegaan worden naar het gemeentelijk niveau, waar Delft haar
eigen model van jeugdzorg goed kan toepassen.
Komend jaar moet
het RSP worden vastgesteld. Het RSP is voor Delft het belangrijkste voertuig om
haar eigen (ruimtelijke) ambities te markeren, in regionale samenhang. Het RSP
is bepalend voor het invullen van ruimtelijke functies in de komende 15 à 20
jaar.
Het concept RSP is
opgebouwd langs 4 pijlers:
· ontwikkeling van de greenport Westland;
· ontwikkeling van de kenniseconomie;
· bevorderen toerisme en
· versterken Den Haag als stad van internationale
samenwerking en vrede.
Bij de eerste 3
pijlers heeft Delft nadrukkelijk ambities. Bij de vierde pijler is een
faciliterend rol voor Delft weggelegd. Delft kan via haar wegenstructuur een
ontsluiting vormen naar het achterland voor de greenport Westland. Mobiliteit
en internationaal transport kent echter een prijs. Samen met de gemeente
Westland zou een compenserend milieubeleid uit de grond moeten worden gestampt.
Voor wat, hoort wat, geldt hier.
Voor wat betreft de
tweede pijler. Delft is gekend door haar Technische Universiteit, door haar
kennisinfrastructuur rondom watermanagement, en door een instituut als TNO.
Hier heeft Delft de regio wat te bieden en wij vragen de regio dat samen met
ons uit te buiten en verder te ontwikkelen. De derde pijler is reeds
beschreven. Tenslotte kan Delft met haar technologische complex aan bedrijven
pogen om Den Haag te ondersteunen bij het uitbouwen van vrede en met name
veiligheid.
Het stadsgewest
Haaglanden zal verkeer en vervoer drastisch moeten omvormen om de regio
bereikbaar te houden. Niet alleen zal stevig moeten worden ingezet op het
openbaar vervoer, ook moet het wegennet efficiënter worden gebruikt om de
groeiende mobiliteit het hoofd te kunnen bieden.
Gezien de
mobiliteitsproblematiek acht Delft het noodzakelijk de dichtheid rond
OV-knooppunten te concentreren. Dat betekent dat Haaglanden dit ruimtelijk
mogelijk moet maken. Haaglanden zorgt voor het versneld ontwikkelen van deze
knooppunten, maar moet tegelijkertijd ook de gemeenten de kans bieden en extra
concentraties bedrijvigheid toestaan rond deze knooppunten.
Voor de
bereikbaarheid van Haaglanden en de bevordering van het openbaar vervoer is een
viersporig treintraject tussen Rotterdam en Den Haag een sleutelproject, zeker
als we Den Haag als internationale stad van vrede en veiligheid willen promoten
en afdoende concurrentie voor vliegbewegingen willen bieden. Haaglanden heeft
al een grote rol gespeeld bij het verwerven van landelijke steun van het rijk
voor het verwezenlijken van een spoortunnel. Het is nu zaak niet te verslappen
en met elkaar te zorgen dat deze tunnel viersporig uitgevoerd wordt. Ook het
stedenbaanproject in de Zuidvleugel biedt kansen om wonen, werken en mobiliteit
te koppelen en leidt op deze wijze tot een optimaal ruimtegebruik. Delft wil
bevorderen dat het stedenbaanproject versneld tot resultaten komt.
Ook op andere
vlakken liggen bij Delft nog op te lossen problemen om de verbinding met het
zuiden goed te houden. Als het rijk besluit de A4 Midden-Delfland aan te leggen,
zal dit gebeuren volgens de IODS-variant. Delft heeft hierin het standpunt
ingenomen dat als de A4 er komt, deze weg dient als compensatie voor het
fileleed op de A13. Verbreding en/of uitbreiding van de A13 is dan niet op
korte termijn nodig. Delft kan zijn standpunt over de A4 herzien indien
capaciteitsvergroting van de A13 alsnog aan de orde komt. Delft wil voorkomen
dat de gemeente een ‘eiland’ wordt omgeven door grote noord-zuidverbindingen.
Het hele samenspel van A13, A13/A16 en A4 wordt door Delft nauwlettend in de
gaten gehouden, niet in de laatste plaats vanwege de problemen met de
luchtkwaliteit.
Het vervoer in
Haaglanden wordt onder andere zwaar belast, doordat er uitsluitend sprake is
van een systeem waarbij alle vervoersstromen via Den Haag lopen. Omdat de
tangentiële lijn 37 het verkeer dat nu via de radiale structuur dóór Den Haag
moet worden geleid ontlast, zou het goed zijn versneld te investeren in het
omvormen van deze openbaar vervoerslijn tot tramlijn.
Naast het wegennet
en het openbaar vervoer investeert Haaglanden de komende jaren stevig in het
fietsverkeer. Dit beleid wordt door Delft van harte ondersteund en in het kader
van het RSP moet het verder bevorderd worden. Het Delftse beleid gaat er vanuit
dat verplaatsingen onder de 12 km in principe per fiets zouden moeten worden
gedaan. Haaglanden zet de komende jaren sterk in op dit fietsvervoer. Wij
vragen al onze buurgemeenten dan ook zich net zo hard als Delft en Haaglanden
in te spannen voor een goed fietsnetwerk met goede doorstroming.
Om Haaglanden beter
op de kaart te zetten, is het van groot belang met elkaar een duidelijke
profilering uit te dragen. Deze profilering begint zich inmiddels duidelijk af
te tekenen. Zo zien we de “groene industrie” van het Westland, Den Haag als
juridisch en dienstverlenend centrum. In Zoetermeer floreert de ICT-industrie.
Delft heeft met haar mooie historische binnenstad èn haar kennisintensieve
economiecluster sterke troeven in handen voor de regio. In Haaglanden moeten we
elkaar steunen in deze profilering en zo een grotere slagkracht ontwikkelen.
De
Zuidvleugelagenda is deels bepalend voor het economisch beleid dat Delft de
komende jaren wil voeren. De hierin benoemde thema’s vormen de regionale
investeringsagenda en moeten leiden tot een versterking van al sterke clusters.
Delft wil actief bijdragen aan de realisatie van de uitdagingen als beschreven
in deze agenda. Haaglanden zal hierbij stevig moeten inzetten op het aantrekken
van kennisintensieve en creatieve bedrijven die zich willen vestigen op onder
andere Technopolis.
Haaglanden moet in
2020 bij de top 10 van kennisregio’s in Europa staan. Delft speelt daarbij een
fikse rol en wil dat ook. Hiertoe wordt Technopolis verder ontwikkeld en beter
bereikbaar gemaakt als belangrijke uitbreiding van het grootste Technologische
Innovatie Complex (TIC) van Nederland: een ‘kennisbiotoop’ van ruim 300 ha
groot die bestaat uit TU Delft, TNO-Delftechpark, Technopolis Innovation Park
en het gebied Schie-oevers incl. station Delft-Zuid, met relaties naar het
DSM-gebied en het Reinier de Graafcomplex.
Met Technopolis,
dat onderdeel wordt van de kennisboulevard langs de A13, krijgt de
kenniseconomie in de regio een nieuwe impuls. Een goede bereikbaarheid,
gekoppeld aan de nabijheid van een concentratie al bestaande kennisintensieve
bedrijven. De mensen in deze clusters moeten elkaar gemakkelijk kunnen
ontmoeten, voor synergie en inspiratie. Bovendien kan het Delftse kenniscluster
de schakel vormen naar de economische activiteiten van het Rijnmondgebied.
Om het verder
uitbouwen van het kenniscluster tot een succes te maken, zijn inspanningen
nodig van Haaglanden op het gebied van infrastructuur, maar ook in de kantoor-
en bedrijvenallocatie.
Delft vraagt om het
doortrekken van lijn 19, en lijn 16/37 en een extra autoaansluiting op de A13
ter hoogte van Technopolis.
Behalve Technopolis
heeft Delft nog diverse andere bedrijfsterreinen. Een aantal hiervan zal de
komende jaren geherstructureerd worden. Juist om te zorgen dat het aantal
arbeidsplaatsen per hectare omhoog gaat. Ook Delft heeft ruimteproblemen en
groeit tegen de gemeentegrenzen aan. Het is daarom zaak dat Delft de
mogelijkheid krijgt zich minder op extensieve bedrijvigheid (bedrijvigheid,
waar weinig mensen werken) te concentreren en in samenspraak gekomen kan worden
tot grensaanpassingen. Met name het bundelen van wonen en werken moet daarbij
centraal staan.
De sector die voor
Delft de komende jaren steeds belangrijker wordt, mede omdat het als
ondersteunende sector voor de kenniseconomie gezien wordt, is de creatieve
economie. Steeds meer bedrijven in deze sector vestigen zich in Delft en veel
bedrijven in deze sector starten in Delft.
Delft moet de kans
krijgen zich steeds meer op deze belangrijke sectoren te concentreren. Daarom
zou er compensatie voor andere sectoren moeten zijn in de regio. Wij denken
hierbij aan bedrijfsterreinen als de Harnaschpolder.
Er ontstaan de
komende jaren enkele zeer hoogwaardige locaties die ook buitenregionaal een
grote aantrekkingskracht zullen krijgen. Rond het centraal station ontstaan in
de spoorzone goed ontsloten mogelijkheden. Bij station Delft Zuid (toekomstige
stedenbaanlocatie en ook nog goed bereikbaar via zowel A13 als A4) verschijnt
een kantorenlocatie. Zo worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd die niet meer
afhankelijk zijn van het autoverkeer, maar geconcentreerd worden op hoogwaardig
openbaar vervoerknooppunten.
Willen we Haaglanden
bereikbaar houden, dan moeten we zorgen voor juist dit soort locaties, en mét
elkaar op zoek naar juist dit soort plekken. We moeten dan niet met elkaar
concurreren wie de meeste vierkante meters krijgt, maar in de gehele regio op
zoek naar locaties die ook per openbaar vervoer goed bereikbaar zijn. En de
nieuwe Delftse locaties voldoen wat dat betreft uitstekend.
Delft wil op dit
gebied de komende jaren stevig samenwerken met andere gemeenten in de regio.
Vanuit de Greenport-opgave komt er de komende jaren steeds meer vraag naar
technologie, waar Delft hulp kan bieden. Op het gebied van waterbeheer, ook één
van de grote opgaven voor de komende jaren, is Delft vooraanstaand in de
wereld. Delft zal de komende jaren actief in dialoog treden met de regio om zo
een nog beter beeld te verkrijgen in waar zich ontwikkelkracht bevindt en op
welke wijze Delft als kennisstad hieraan kan bijdragen. Wij vragen de regio ons
te steunen in het verder uitwerken van onze slagkracht.
Wij gaan voor een
sterker Delft en voor een sterke regio Haaglanden!