Sector WIZ

Rapportage 1ste Kwartaal 2007

t.b.v. College van B&W

(t.k.n. commissie Bestuur & Werk)

                                                             


Inhoudsopgave

1        Inkomen. 1

1.1      Klantenbestand. 1

1.1.1     Ontwikkeling Uitkeringen & Klanten. 1

1.2      Handhaving. 6

1.2.1     Huisbezoeken. 6

1.2.2     Fraudebestrijding. 7

1.3      Bijzondere bijstand. 7

1.4      (Andere) Inkomensondersteunende maatregelen. 8

1.4.1     Delft Uitkeringen Informatie Team.. 8

1.4.2     Delftpas. 8

1.4.3     Sportfonds. 10

2        Werk. 12

2.1      Re-integratie. 12

2.1.1     Ontwikkeling Re-integratieaanbod. 12

2.1.2     Sluitende aanpak 16-23 jarigen. 14

2.2      Gesubsidieerd werk. 15

2.2.1     Proefplaatsingen. 15

2.2.2     Opstapbanen. 16

2.2.3     Participatiebanen. 17

2.2.4     Loonkostensubsidie. 18

2.2.5     ID-banen (In- en Doorstroombanen) 18

2.3      Projecten. 19

2.3.1     Arbeidsmarktprojecten. 19

2.3.2     Activeringsprojecten. 20

2.4      Activering één-ouders. 21

2.5      Integratie. 22

2.5.1     WIN. 22

2.5.2     Oudkomers. 22

2.6      Volwasseneducatie. 23

 

3        Zorg. 25

3.1      WVG.. 25

Uitgaven. 25

3.2      Budgetwinkel 27

4        Bedrijfsvoering. 29

4.1      Klachten. 29

4.2      Bezwaarschriften. 29

 


1                    Inkomen

1.1               Klantenbestand

1.1.1          Ontwikkeling Uitkeringen & Klanten

Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering

 

Tabel 1.1.1a: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

 

 

2003

2004

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Uitkeringen – start peilperiode

aantal

3.050

3.115

3.114

2.883

2.745

 

 

 

2.745

Instroom in uitkering *

 

1.183

1.204

701

619

110

 

 

 

110

Uitstroom uit uitkering **

 

1.118

1.205

932

757

171

 

 

 

171

waarvan:

 

 

Arbeid dienstbetr./uitk.ziekte

 

 

294

209

53

 

 

 

53

Uitkeringen – eind peilperiode

 

3.115

3.114

2.883

2.745

2.684

 

 

 

2.684

Uitkeringen – cum. gemiddeld

 

 

3.143

3.006

2.838

2.709

 

 

 

2.709

% groei gemiddeld aantal uitkeringen tov 2006

%

 

-0,03%

-7,42%

-4,79%

 

 

 

 

-2,2%

Bron: SDV (GWS)
*           De instroom wordt berekend en is het saldo van het aantal lopende uitkeringen aan het eind van de peilperiode plus de uitstroom minus aantal lopende uitkeringen aan het begin van de peilperiode.
**         De uitstroom wordt bepaald door het aantal beëindigde uitkeringdossiers. M.i.v. 2005 zijn gecorrigeerde aantallen gebruikt en worden niet alle beëindigde dossiers als uitstroom meegenomen. Een dossier wordt pas echt als beëindigd bestempeld als er binnen een maand niet een nieuw dossier is opgestart voor dezelfde klant(en).

 




 

Figuur 1.1.1: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

Bron: SDV (GWS)


Tabel 1.1.1b: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering WWB 65-

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Uitkeringen – start peilperiode

aantal

2.814

2.610

2.462

 

 

 

2.462

Instroom in uitkering *

 

 

581

47

 

 

 

47

Uitstroom uit uitkering **

 

 

708

158

 

 

 

158

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Arbeid dienstbetr./uitk.ziekte

294 

207

53

 

 

 

53

Uitkeringen – eind peilperiode

 

2.610

2.462

2.351

 

 

 

2.351

Uitkeringen – cum. gemiddeld

 

2.714

2.558

2.376

 

 

 

 

% groei gemiddeld aantal uitkeringen tov 2005

%

 

-5,7%

 

 

 

 

-4,5%

Bron: SDV (GWS)
*           De instroom wordt berekend en is het saldo van het aantal lopende uitkeringen aan het eind van de peilperiode plus de uitstroom minus aantal lopende uitkeringen aan het begin van de peilperiode.
**         De uitstroom wordt bepaald door het aantal beëindigde uitkeringdossiers. M.i.v. 2005 zijn gecorrigeerde aantallen gebruikt en worden niet alle beëindigde dossiers als uitstroom meegenomen. Een dossier wordt pas echt als beëindigd bestempeld als er binnen een maand niet een nieuw dossier is opgestart voor dezelfde klant(en).

 

 

 

 




 

Ontwikkeling ontvangers Periodieke uitkering en partners (WWB, IOAW, IOAZ) naar fasering

 

 

 

Tabel 1.1.1c: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering en partners (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+) naar fasering

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

aantal

 

 

 

 

 

Klanten met uitkering

3.354

3.165

3.049

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

Fase 1

140

108

111

 

 

 

Fase 2

275

197

189

 

 

 

Fase 3

778

718

698

 

 

 

Fase 4

679

63

63

 

 

 

Fase 4 - Sociale activering

475

550

534

 

 

 

Fase 4 - Zorg

790

1.300

1.262

 

 

 

Nader te bepalen

217

229

192

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

Ontwikkeling ontvangers Periodieke uitkering en partners


1.2               Handhaving

1.2.1          Huisbezoeken

Tabel 1.2.1: Aantal huisbezoeken (bezochte klanten) naar reden (aanleiding bezoek)    

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Totaal bezochte klanten

807

 

1.088

 

223

0

0

0

223 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe aanvraag uitkering*

418

51,8%

545

50,1%

 

 

 

 

 

Inrichtingskosten

231

28,6%

264

24,3%

 

 

 

 

 

Twijfel situatie

158

19,6%

279

25,6%

 

 

 

 

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal bezochte klanten

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

·         In tweede helft van 2005 is begonnen met afleggen van huisbezoeken van alle klanten die een nieuwe aanvraag levensonderhoud deden.

 

In 2007 is om redenen van bedrijfsvoering gekozen om de huisbezoeken systeemtechnisch te gaan behandelen zoals de overige werkprocessen. Het gebruikte systeem, GWS4all, is technisch nog niet zo ver ontwikkeld dat de aanleiding op betrouwbare wijze kunnen worden vastgelegd.


 

1.2.2          Fraudebestrijding 

Tabel 1.2.2a: Aantal behandelde fraudezaken

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Behandelde fraudezaken

aantal

434

437

31

 

 

 

31

% stijging behandelde fraudezaken

%

31,9%

0,1%

 

 

 

 

 

Bron: IBO

 

Tabel 1.2.2b: Teruggevorderd bedrag

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Teruggevorderd bedrag

euro

2.007.927

2.066.532

416.034

 

 

 

416.034

% stijging teruggevorderd bedrag

%

33,8%

2,9%

 

 

 

 

 

Bron: IBO

Er is wel meer geproduceerd maar nog niet geregistreerd omdat we er rekening mee hielden dat we in de nieuwe fraudeapplicatie van

GWS4all zouden werken. Dit is echter nog niet aan de orde.

1.3               Bijzondere bijstand 

Tabel 1.3a: Ontwikkelingen verstrekkingen Bijzondere bijstand

 

2006

 

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen Bijz. bijstand

8.000

7.733

96,7%

8.000

1.688

0

0

0

1.688

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenmalig

3.500

3.324

95,0%

3.500

724

 

 

 

724

20,7%

Periodiek

4.500

4.409

98,0%

4.500

964

 

 

 

964

21,4%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

In de zogenaamde Expeditie klantmanagement worden op dit moment de mogelijkheden onderzocht om het gebruik van de bijzondere bijstand te optimaliseren.
Tabel 1.3b: Financieel resultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid (Ultimo)

 

2005

2006

2007

 

 

 (bedragen in € x 1.000)

 

 

 

 

 

Uitgaven

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil

Totaal uitgaven Bijzondere Bijstand

 

 

 

 

 

Personeels/apparaatskosten

 

 

 

 

 

Reguliere verstrekkingen Bijz. Bijstand

3.931

4.169

 

 

 

Idem (eenm.uitk.gemeentefonds)

1.842

2.043

 

 

 

Verstrekkingen armoedebeleid

1.251

1.249

 

 

 

Computers en Bijstand

 

291

 

 

 

Voorschool

45

2

 

 

 

werkervaring/scholingskosten

75

187,64

 

 

 

Stichting leergeld

8

6

 

 

 

Formulierenbrigade

4

1

 

 

 

Budgetbegeleiding

 

31

 

 

 

Collectieve ziektekostenverzekering

 

36

 

 

 

Klantenkrant

 

31

 

 

 

Overige uitgaven

334

248

 

 

 

Delftse armoedemonitor

24

11

 

 

 

Eenmalige uitkering 2004/2005

69

6

 

 

 

Afwikkeling verantwoording KO 2004

 

24

 

 

 

Totaal uitgaven Minimabeleid

128

2

 

 

 

Personeels/Apparaatkosten

151

0

 

 

 

Delftpas

580

580

 

 

 

Thowe / TWK

138

143

 

 

 

Sportfonds

361

355

 

 

 

Totaal uitgaven

35

28

 

 

 

Baten

46

54

 

 

 

Totaal inkomsten Bijzondere Bijstand

4.511

4.749

 

 

 

Inkomsten BB op cliëntniveau

 

 

 

 

 

Inkomsten DSW

 

 

 

 

 

Reserve werk en inkomen

        587

563

 

 

 

Totaal inkomsten Minima Beleid

       369

528

 

 

 

Inkomsten Delftpas

14

35

 

 

 

Totaal baten

204

0

 

 

 

 

 

0

 

 

 

Totaal bijdrage algemene dienst (Saldo uitgaven/baten)

161

164

 

 

 

Bron: WIZ

I.v.m. het nog niet up tot date zijn van de financiële administratie 2007 is het niet mogelijk betrouwbare cijfers aan te leveren voor de 1e Kwarap 2007. Bij de 2e Kwarap 2007 zal dit wel weer mogelijk zijn.

1.4               (Andere) Inkomensondersteunende maatregelen

1.4.1          Delft Uitkeringen Informatie Team

Tabel 1.4.1: DUIT

 

2006

 

 

2007

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Realisatie

 

 

 

 

 

prognose

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

%

 

 

 

 

 

Klantcontactgesprekken

1.660

1.982

119,4%

495

 

 

 

495

Huisbezoeken

390

320

82,1%

100

 

 

 

100

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel/Duit

 

1.4.2          Delftpas

Tabel 1.4.2: Delftpas (verkochte passen)

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

 

 

 

 

%

2005

6.000

3.263

1.806

812

268

6.149

102,5%

2006

6.500

3.942

1.689

646

149

6.426

98,9%

2007

7.000

4.160

 

 

 

4.160

59,4%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

De groei van het aantal pashouders zet (opnieuw) door. Het absolute aandeel minima (incl. kinderen) groeit mee, het relatieve aandeel blijft stabiel rond de 46%.


 

1.4.3          Sportfonds 

Tabel 1.4.3: Aanvragen Sportfonds

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Afgehandelde aanvragen

613

1.057

369

 

 

 

369

waarvan toegewezen

 

918

341

 

 

 

341

Bron: UA&A Excel sheet

 

Met ingang van 1-1-2007 is de toetsnorm verhoogd naar 120% van de van de voor de gezinssituatie van toepassing zijnde Bijstandsnorm. Eveneens start de wethouder Sport met ingang van 1 mei 2007 een campagne om het sportfonds te promoten via diverse sportverenigingen. Beide maatregelen zullen er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat het aantal aanvragen hoger zal zijn t.o.v. 2006.                                                                                                                                                                    


 


2          Werk

2.1               Re-integratie

2.1.1          Ontwikkeling Re-integratieaanbod

Het Delfts beleid is gericht op economische zelfstandigheid van alle burgers en gaat uit van de eigen kennis en kracht van die burgers. Een van de ambities is het ‘vergroten van de kans op werk’ door optimale ondersteuning aan het burgers om werk te verwerven en/of te behouden. Om dit te bereiken maken we randvoorwaarden als kinderopvang en schuldhulpverlening goed toegankelijk. Als werk (nog) niet haalbaar is, bieden we ondersteuning aan bij de weg naar werk.

We doen dit door:

-         Inzet van een breed re-integratieinstrumentarium;

-         Vergroten van de kansen op werk – door actief kansen op de arbeidsmarkt te benutten, via een vernieuwde werkgeversbenadering;

-         Verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt – door scholing, vrijwilligerswerk en activeringstrajecten;

-         Het bevorderen van activeringsmogelijkheden voor mensen met chronische beperkingen en/of psychosociale problematiek

-         Verhogen van de kwaliteit en het rendement van ingekochte instrumenten

-         Omvormen van Combiwerk tot arbeidsontwikkelingsorganisatie ten behoeve van alle doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

 

Onze inzet is om het bestand uitkeringsgerechtigden zo klein mogelijk te laten zijn. Bij de inkoop van ons instrumentarium sluiten we aan op de behoefte aan ondersteuning die de burger heeft. Dit betekent dat we overgaan tot de inkoop van losse onderdelen, in plaats van volledige trajecten. Het is daarbij, binnen grenzen, ook mogelijk dat de ondersteuning doorgaat ook al is de uitkering beëindigd. Bijvoorbeeld door het bieden van volwasseneneducatie, of zoals dat nu ook al gebeurt door een periode van nazorg na werkaanvaarding.

 

Tevens gaan we inzetten op vergroting van het rendement van trajecten door een integraal verzuimbeleid. Voor 2007 (circa april) gaan we hiertoe een instrument inkopen, dat erin voorziet dat bij verzuim wegens ziekte verzuimcontrole en –beoordeling plaatsvindt.

Verbetering van het rendement is een van de manieren waarop we de kwaliteit van instrumenten willen verbeteren. Maar daarnaast zullen we bij de inkoop meer kwaliteitseisen gaan stellen en ons richten op behoud van zoveel mogelijk expertise van onze huidige partners. Bij de inkoop zullen we streven naar meerjarige raamcontracten met een beperkt aantal leveranciers. Op die manier kunnen we, samen met leveranciers, aan productontwikkeling doen en zo de in te kopen producten verbeteren.

 

Door de verbeterde sociale infrastructuur zal Combiwerk intensiever en breder worden ingezet als re-integratiepartner bij WWB-trajecten.

 

De gemeente Delft heeft de volgende out-put indicatoren vastgesteld voor ‘werk’:

-         Het gemiddeld aantal mensen in een re-integratieaanpak stijgt t.o.v. 2006 > 1103

-         Het aantal succesvol afgeronde trajecten stijgt t.o.v 2006 > 246.

 

 
 
 
Tabel 2.1.1: Ontwikkeling Re-integratieaanbod1

 

 2005

 2006

 2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten in traject – start peilperiode

809

1.106

1.192

 

 

 

1.192

Instroom in traject

1.039

1.203

253

 

 

 

253

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Zwaar (Fase 4)

437

374

76

 

 

 

76

Middelzwaar (Fase 2/3)

175

143

42

 

 

 

42

Licht (Nuggers)

13

3

2

 

 

 

2

Proefplaatsing

203

285

41

 

 

 

41

Opstapbaan

414

181

30

 

 

 

30

Participatiebanen

0

9

0

 

 

 

0

Projecten

 

111

14

 

 

 

14

Voortrajecten

 

94

47

 

 

 

47

PRB

 

3

1

 

 

 

1

Uitval voor traject

164

200

59

 

 

 

59

Uitstroom uit traject

578

898

201

 

 

 

201

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

197

246

73

 

 

 

73

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

41

111

16

 

 

 

16

Zorg

144

200

36

 

 

 

36

Overig

196

341

76

 

 

 

76

Klanten in traject – eind peilperiode

1.106

1.192

1.185

 

 

 

1.185

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

werkzaam en in de nazorg

58

83

80

 

 

 

 

werkzaam op opstapbaan

163

149

143

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS)

De instroom in 2007 wordt grotendeels verklaard door aanmelding voor zware trajecten en voortrajecten. Voortrajecten richten zich op speciale doelgroepen (alleenstaande ouders, zorgklanten, spreekvaardigheid voor allochtonen) met als doel de klanten beter voor te bereiden op een vervolgtraject gericht op werk/sociale activering.

 

Van de totale uitstroom in 1e kwartaal 2007is 36% vanuit een traject aan het werk gegaan. T.o.v. heel 2006 is er sprake van een toename van 9%. T.o.v het 1e kwartaal 2006 is de uitstroom echter gelijk. 8% heeft een sociale activeringsplek gevonden, t.o.v. 2006 is hier sprake van een daling van 4%. Ook hier is een zelfde patroon waarneembaar t.o.v. 1e kwartaal 2006.

 

Momenteel valt 30% van de totale instroom onder een zwaar traject. Een traject kan resulteren in een positief resultaat, maar voor een deel van de klantengroep is de stap naar werk of sociale activering nog te groot. Dit blijkt ook uit het hoge percentage Zorg (18%) en Overig (38%). Het grootste deel van de klanten onder de categorie Overig hebben de maximale trajectduur van een traject doorlopen zonder een positief eindresultaat.

 

Dit kwartaal zijn er 73 klanten via een trajectaanpak duurzaam uitgestroomd naar regulier werk en 16 naar vrijwilligerswerk. Van de 1.185 klanten die in traject zijn hebben 80 klanten regulier werk gevonden, maar vallen nog onder de nazorgfase ( 6 maanden). Bij 143 klanten is de uitkering beëindigd door het aanvaarden van een Opstapbaan.

 


2.1.2          Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Een van de belangrijkste doelen van het Jongerenloket is te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar.

Dit wordt als volgt mogelijk gemaakt;

-          een intensieve begeleiding ; middels klantmanagement worden jongeren die dit niet uit zichzelf behalen, alsnog begeleid naar een opleiding die tot een startkwalificatie leidt.

-          Jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te behalen, worden begeleid naar het hoogst haalbare niveau op de arbeidsmarkt dan wel passende hulpverlening

-          De uitkeringsverstrekking voor jongeren vindt plaats in het jongerenloket

 

De sluitende aanpak 16-23 jaar wordt uitgevoerd door consulenten vanuit de disciplines onderwijs, werk-inkomen-zorg en het jongerenwerk allen werkzaam in het jongerenloket. Voor de 16 en 17 jarigen (de partieel leerplichtigen) is er een nauwe samenwerking met de collega’s leerplicht, ook werkzaam binnen dit jongerenloket.

 

Onderstaande tabellen geeft zicht op de in en uitstroom in de caselaod van het jongerenloket in het afgelopen kwartaal. Er is een splitsing gemaakt in de jongeren zonder uitkering en de jongeren met een uitkering.

Tabel 2.1.2a: Sluitende aanpak 16-23 jarigen – Niet uitkeringsgerechtigden

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in begeleiding

308

78

 

 

 

78

Uitstroom / Resultaat begeleiding

357

58

 

 

 

58

waarvan uitgestroomd naar / met reden:

 

 

 

 

 

 

onderwijs

93

12

 

 

 

12

leerwerktraject

90

8

 

 

 

8

werk

32

14

 

 

 

14

verdere dienstverlening binnen WIZ

13

0

 

 

 

0

ouder dan 23

9

1

 

 

 

1

hulpverlening

22

4

 

 

 

4

ongemotiveerd binnen traject

21

6

 

 

 

6

na meerdere acties niet bereikbaar

50

6

 

 

 

6

detentie/verhuisd

20

7

 

 

 

7

overig

7

0

 

 

 

0

Jongeren in begeleiding – eind peilperiode

190

210

 

 

 

 

Bron: RMC (LLA)

 

Tabel 2.1.2b: Sluitende aanpak 16-23 jarigen – Uitkeringsgerechtigden

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in uitkering

100

20

 

 

 

20

Uitstroom / Resultaat begeleiding

90

24

 

 

 

24

waarvan:

 

 

 

 

 

 

Onderwijs / studie

11

3

 

 

 

3

Werk

27

9

 

 

 

9

Uitkering arbeidsongeschikth.

7

 

 

 

 

0

Verhuizing

11

3

 

 

 

3

 

Overig

34

9

 

 

 

9

 

Jongeren in begeleiding – eind peilperiode

84

80

 

 

 

80

Bron: GWS

 

De totale instroom in de caseload over het  afgelopen kwartaal  behelst 98 jongeren in de leeftijd van 16-23 jaar. In ditzelfde kwartaal zijn er 15 jongeren teruggeleid naar school, zijn er 8 jongeren gestart op een leer-werk traject en zijn 23 jongeren duurzaam aan het werk gegaan.

Aan het einde van het 1e kwartaal waren er 290 jongeren in begeleiding bij het jongerenloket.

 

 


2.2               Gesubsidieerd werk

2.2.1          Proefplaatsingen          

Het uitgangspunt is dat alle nieuwe instroom (m.u.v. zorgklanten) wordt toegeleid naar een proefplaatsing. De prognose is hieraan gerelateerd, is bepaald op basis van een gemiddelde instroom en de samenstelling van de instroom naar doelgroep. De acquisitie van en het begeleiden tijdens de proefplaatsing wordt uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan.

 

Diverse ontwikkelingen en ervaringen zorgen ervoor dat het instrument proefplaatsing anders zal worden ingezet. Het instrument zal meer als diagnose-instrument worden ingezet voor de bepaling van het vervolgtraject voor de klant. De uitvoering van de proefplaatsingen zal bij één uitvoerder plaatsvinden. Volgend kwartaal zal hier nader op in gegaan worden.

 

Tabel 2.2.1: Proefplaatsingen

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Aangemeld naar Proefplaatsing

203

285

41

 

 

 

41

In afwachting start

88

65

36

 

 

 

36

Gestart op Proefplaatsing

98

213

55

 

 

 

55

Niet gestart op Proefplaatsing

43

55

17

 

 

 

17

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

13

19

4

 

 

 

4

Zorg

18

13

7

 

 

 

7

Overig

12

23

6

 

 

 

6

Uitstroom uit Proefplaatsing

52

215

53

 

 

 

53

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

11

43

16

 

 

 

16

Zorg

14

53

8

 

 

 

8

Overig

27

119

29

 

 

 

29

Klanten op Proefplaatsing – eind peilperiode

54

52

54

 

 

 

54

Bron: T&M (GWS)



 

In de tabel is geen onderscheid gemaakt tussen de aanmelding naar één van deze organisaties. De organisaties hebben 2 maanden de tijd om een werkplek te vinden die aansluit bij opleiding en werkervaring van de klant. Na deze 2 maanden geldt het principe dat iedere werkplek kan gelden voor de invulling van een geschikte proefplaatsing.

 

Aandachtspunt bij de proefplaatsingen het afgelopen jaar is de wachttijd voor start proefplaatsing. Deels valt het aantal wachtenden binnen de afgesproken termijnen, deels niet. Dit komt o.a. door verzoek om interventies. Klanten geven veelal medische redenen aan waarom een proefplaatsing niet van start kan gaan. Middels medisch onderzoek moet dit nader onderzocht worden.

 

De uitstroom uit de proefplaatsing naar werk is voor dit kwartaal 30%. Dit is een stijging van 10% t.o.v. het jaar 2006 en ook in vergelijking met het 1e kwartaal 2006 een forse stijging van de uitstroom. Mogelijk speelt de gunstige arbeidsmarktsituatie een rol bij het behalen van het resultaat.

De uitstroom op reden Overig wordt verklaard door het doorlopen van de maximale trajectduur zonder resultaat naar werk. Deze groep krijgt een vervolgtraject aangeboden rekening houdend met de mogelijkheden van de klant en is door deelname aan de proefplaatsing natuurlijk wel geactiveerd naar werk/sociale activering.

 


2.2.2          Opstapbanen

Opstapbanen zijn gesubsidieerde banen voor maximaal 1 jaar, bedoeld voor klanten die perspectief hebben op regulier werk, maar een tekort aan recente en relevante werkervaring, uit te laten stromen naar regulier werk. De uitvoering van de opstapbanen wordt op dit moment uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan.

 

De uitstroom uit de opstapbaan komt gezien de looptijd van de contracten (maximaal 1 jaar) op gang. De uitstroom naar werk is verdubbeld t.o.v. 2006, van 29% naar 60%. Naast uitstroom naar regulier werk geldt dat voor klanten die niet succesvol zijn uitgestroomd naar werk het contract veelal niet verlengd is (uitstroom overig). Deze groep mensen komt in aanmerking voor een WW-uitkering. De uitstroom op Zorg betreft klanten die door omstandigheden niet in een opstapbanen kunnen blijven.

 

Tabel 2.2.2: Opstapbanen

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Aangemeld voor Opstapbaan

217

181

30

 

 

 

30

In afwachting start

72

42

30

 

 

 

30

Gestart op Opstapbaan

166

153

31

 

 

 

31

Niet gestart op Opstapbaan

30

31

9

 

 

 

9

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

6

3

2

 

 

 

2

Zorg

10

15

3

 

 

 

3

Overig

14

13

4

 

 

 

4

Uitstroom uit Opstapbaan

29

167

42

 

 

 

42

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

13

49

25

 

 

 

25

Zorg

7

56

8

 

 

 

8

Overig

9

62

9

 

 

 

9

Klanten op Opstapbaan – eind peilperiode

163

149

138

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS)

2.2.3          Participatiebanen

Tabel 2.2.3: Participatiebanen

 

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in Participatiebaan

6

0

 

 

 

0

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

Participatiebanen zijn permanente werkplekken, bedoeld voor werkzoekenden van 55 jaar en ouder zonder uitstroomperspectief op reguliere arbeid.

 

Op dit moment is slechts een gering aantal participatiebanen ingevuld. Door de afbouw van de ID-banen kan meer ruimte ontstaat voor de invulling van Participatiebanen. Dit zal in 2007 nader worden gerealiseerd.


2.2.4          Loonkostensubsidie

Tabel 2.2.4: Loonkostensubsidie

 

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Toekenningen

35

11

 

 

 

11

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

Bron: B&P

 

De uitvoering van de loonkostensubsidie zal in het tweede kwartaal overgedragen worden van Werkplan Arbeidsintegratie naar de gemeente Delft.

2.2.5          ID-banen (In- en Doorstroombanen)

In 2004 is vastgesteld dat het aandeel structureel gesubsidieerd werk eind 2006 gedaald zou moeten zijn tot circa 110 banen. Eind 1e kwartaal 2007 is het aantal ID-banen gedaald naar 114. Op dit moment zitten 39 ID-werknemers nog in een traject en zouden nog kunnen uitstromen naar regulier werk. 

Er ontstaat binnen het onderdeel structureel  gesubsidieerd werk langzaam aan ruimte om participatiebanen in te gaan vullen.  Participatiebanen zijn banen voor werkzoekenden vanaf 55 jaar.  De werkgever ontvang een jaarlijkse loonkostensubsidie van € 9.000,-.

 

Tabel 2.2.5: ID-banen (In- en Doorstroombanen)

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Klanten met ID-baan – start peilperiode

199

 

147

 

117

 

 

 

 

 

Uitstroom uit ID-baan

52

 

28

 

3

 

 

 

3

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

29

55,8%

25

89,3%

2

 

 

 

2

66,7%

Anders

23

44,2%

3

10,7%

1

 

 

 

1

33,3%

Klanten met ID-baan – eind peilperiode

147

 

119

 

114

 

 

 

 

 

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Werkplan

2.3               Projecten

De gemeente Delft is in 2005 gestart met een aantal vraaggerichte arbeidsmarkt/activeringsprojecten. De reden hiervoor is dat de gemeente steeds meer concrete kansen en mogelijkheden wordt geboden door organisaties en werkgevers die in samenwerking met de gemeente een project willen starten. Veelal betreft het hier concrete vacatures en activeringsplaatsen, met het verzoek kandidaten te leveren. Elk project kent zijn eigen dynamiek.

2.3.1          Arbeidsmarktprojecten

Arbeidsmarktprojecten zijn gericht op de uitstroom naar werk. De doelgroep, de toeleidingseisen en geldende afspraken kunnen per project verschillend zijn.

Tabel 2.3.1: Arbeidsmarktprojecten

 

2005 t/m 2007

 

 

 

Productie- prognose*

Realisatie gestart

Uitstroom Werk

 

 

aantal

 

 

%

Intec

25

25

8

32%

Combiwerk Beveiliging

15

15

15

100%

Enter@ Work

20

23

15

65%

Loonkostensubsidie Tuinbouw

10

9

9

100%

Maatzorg Thuishulp

15

16

1

6%

Fasos

15

11

0

0%

Wings/JTC

45

40

4

10%

Percentage is Realisatie t.o.v. Totaal gestart

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS) / B&P
* De prognose geldt voor de gehele periode 2005-2007

 

Een groot deel van de arbeidsmarktprojecten kent een opbouw waarin een periode van scholing en/of stage gevolgd wordt door een dienstverband bij een werkgever. Voor dat daadwerkelijk van start gegaan kan worden, vinden er voorlichtingsbijeenkomsten en selectierondes plaats. In de presentatie van de cijfers in tabel 2.3.1 staan de gestarte klanten. Tevens wordt in de laatste kolom inzicht gegeven in de uitstroom naar werk. De uitstroom naar werk voor het project Maatzorg heeft in januari 2007 gevonden. Van de 15 kandidaten zijn 13 kandidaten werkzaam en bevinden zich in de nazorgfase van 6 maanden. In januari is een nieuw project gestart Fasos richting heftruckchauffeurs en magazijnmedewerkers.

 


 

2.3.2          Activeringsprojecten

Activeringsprojecten zijn veelal aanvullend op een bestaand Re-integratietraject als extra werk en/of activeringselement in de vorm van een stage.

Tabel 2.3.2: Activeringprojecten

 

2005 t/m 2007

 

 

Realisatie gestart

Uitstroom werk

 

 

 aantal

 

 

Wereldzaak

37

6

16%

Weesfietsen

35

0

0%

Bron: T&M (GWS) / B&P

 

De doelstelling van het project Wereldzaak is om middels opleiding- en werkervaring in de horeca uiteindelijk door te stromen naar een reguliere baan. De Wereldzaak biedt gedurende een periode van 1 jaar gemiddeld 25 stageplaatsen aan voor klanten met een WWB-uitkering. Klanten kunnen met behoud van hun uitkering maximaal 9 maanden werkervaring opdoen.

 

Binnen het project Weesfietsen doen deelnemers onder begeleiding alle voorkomende werkzaamheden in een fietsenwerkplaats. Het project is bestemd voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4) en is zeer laagdrempelig. De nadruk ligt op zinvolle dagbesteding, het verwerven van sociale vaardigheden. Klanten kunnen hier 6 tot max. 12 maanden met behoud van hun uitkering werkervaring opdoen.

 


2.4               Activering één-ouders

Delft heeft zich de taak gesteld om alleenstaande ouders een op maat gesneden aanbod te doen. Bij het opstarten van trajecten dient rekening gehouden te worden met een verantwoorde invulling van de combinatie werk en zorg. Vanaf het tweede kwartaal is een dalende tendens te zien. Voor de periode 1 juli 2006 – 1 juli 2007 zijn 100 voortrajecten ingekocht. Doel van deze trajecten is de deelnemers voor te bereiden op verdere toeleiding naar de arbeidsmarkt.

 

Tabel 2.4: Activering één-ouders

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten in uitkering – start peilperiode

774

761

723

 

 

 

723

Instroom in uitkering

143

218

13

 

 

 

13

Uitstroom uit uitkering

176

256

42

 

 

 

42

Klanten in uitkering – eind peilperiode

761

723

694

 

 

 

 

Verloop aantal klanten

-13

-38

-29

 

 

 

-29

Bron: SDV (GWS)

           

Het percentage alleenstaande ouders in de uitkering blijft stabiel op 25%. De effecten van de voortrajecten zijn nog niet zichtbaar. Wel blijkt dat de categorie alleenstaande ouders in gelijke mate bijdraagt aan de verlaging van het aantal uitkeringen.

 


2.5               Integratie

2.5.1          WIN

Het vakteam Activering en Inburgering voert de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) uit voor de gemeente Delft. De gemeente heeft verder het mandaat om de WIN voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp uit te voeren.

 

De komst van de Wet Inburgering Buitenland per 1 maart 2006 en nieuwe Wet Inburgering (invoeringsdatum nu verschoven naar 1 januari 2007) hebben gevolgen (gehad) voor de instroom van nieuwe klanten. Deze instroom neemt namelijk af. Deze tendens werd reeds gesignaleerd in het 4e kwartaal 2005 en heeft zich versterkt en ongewijzigd voortgezet in 2006.

 

Tabel 2.5.1: Deelnemers WIN

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Verklaringen

166

138

27

 

 

 

27

Klanten WIN Trajecten - eind peilperiode

166

145

118

 

 

 

118

Bron: A&I (Imwin)

 

In 2007 kunnen er geen nieuwe aanmeldingen in het kader van de (oude) WIN meer plaatsvinden. De 105 Delftse trajecten die in 2006 zijn gestart mogen o.g.v. een overgangsregeling WIN in WI worden voorgezet in 2007. De betreffende klanten zijn inburgeringsplichtig onder de WI.

De samenwerkingsovereenkomst met Pijnacker-Nootdorp is met ingang van 1 januari 2007 beëindigd. De 12 lopende trajecten uit 2006 worden nog wel afgerond in 2007.

 

In het 2e kwartaal 2007 zullen nieuwe kwarapcijfers m.b.t. de Wet Inburgering (waar oudkomers en nieuwkomers onderdeel van uitmaken) worden opgenomen.

2.5.2          Oudkomers

In het 2e kwartaal 2007 zullen nieuwe kwarapcijfers m.b.t. de Wet Inburgering (waar oudkomers en nieuwkomers onderdeel van uitmaken) worden opgenomen.


2.6               Volwasseneducatie

Tabel 2.6a: Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

Klanten in opleiding – start peilperiode

932

731

 

 

 

731

Instroom

515

121

 

 

 

121

Uitstroom

716

204

 

 

 

204

waarvan:

 

 

 

 

 

 

certificaat gehaald

72

12

 

 

 

12

einde cursus/opleiding

281

65

 

 

 

65

Uitval

363

127

 

 

 

127

Klanten in opleiding – eind peilperiode

731

648

 

 

 

648

Bron: B&P
Tabel 2.6b: Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

 

 

% verzuim

21,2%

20,2%

24,5%

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

% geoorloofd

14,6%

11,4%

12,7%

 

 

 

% ongeoorloofd*

6,6%

8,8%

11,8%

 

 

 

Bron: B&P
*           In de programmabegroting 2006-2009 is een doelstelling opgenomen van maximaal 5% ongeoorloofd verzuim

De verwachte daling van de in- en uitstroom van het aantal cursisten is terug te vinden in de cijfers over het 1e kwartaal 2007. Deze daling is toe te schrijven aan de invoering van de Wet inburgering (Wi) en de Regeling vrijwillige inburgering per 1 januari 2007. Met de invoering van de Wi is het nog slechts in beperkte mate mogelijk om vanuit volwasseneneducatie taalscholing Nederlands als tweede taal (NT2), niveau A1 en A2, aan te bieden. Voorheen vormde taalscholing NT2 een belangrijk onderdeel van de volwasseneneducatie. Voor 2007 gelden er nog wel twee overgangsregelingen die het mogelijk maken voor cursisten die reeds voor 1 januari 2007 waren gestart met taalscholing NT2 om deze gedurende 2007 voort te zetten of af te ronden. Dit verklaart het nog relatief hoge aantal klanten in opleiding. Naar verwachting zal dit aantal in de loop van 2007 verder teruglopen.

Er is geen verklaring voor het toegenomen verzuim gedurende het eerste kwartaal van 2007. Bij Mondriaan zijn er geen wijzigingen geweest in het verzuimbeleid. Mogelijk speelt voor een deel de onzekerheid bij cursisten ten aanzien van de nieuwe wet- en regelgeving rondom taalscholing NT2 een rol. Verzuim blijft een punt van aandacht.


 


3          Zorg

3.1          WVG

Tabel 3.1: Ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget

 

2005

2006

2007

 

 

 

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil 

 

Inkomsten

 

 

 

 

 

 

Bijdrage Rijk / Inkomsten Abwz

136

107

0

30

-30

incl. 15.000 RGSHG

Bijdrage uit algemene middelen

6.846

6.999

0

1577

-1577

 

WVG ontvangsten incidenteel

17

 

0

 

0

 

Totaal inkomsten

6.999

7.106

0

1607

-1607

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

 

Apparaatskosten

1.727

1.854

474

474

0

 

 

 

 

 

 

 

 

Verstrekkingen

4.752

4.879

996

1.047

-51

 

Woonvoorzieningen

845

907

337

347

-10

 

Rolstoelvoorzieningen

1.067

1.161

226

237

-11

 

Vervoersvoorzieningen (incl. Scootmobielen)

2.086

1.818

433

463

-30

 

Storting WVG vereveningsreserve

754

993

 

 

0

 

Advisering

469

373

100

100

0

 

Kosten indicering (incl. CIZ)

469

373

100

100

0

 

Overige

 

 

 

 

 

 

        Dekking voor WMO

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven

6.948

7.106

1570

1.621

-51

 

 

 

 

 

 

 

 

Saldo begroting(nota) / realisatie

51

0

-1570

-14

-1556

 

Bron: WIZ

 

 

 

 

 

 

Algemeen

De prognose van de uitgaven valt iets lager uit dan de primaire begroting door lagere huurlasten van de scootmobielen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen.

Kosten zijn berekend op basis van de facturen eerste twee maanden.

 

Inkomsten:

Bij de inkomsten zijn nog geen realisatiecijfers opgenomen.

Deze inkomsten worden in het 4e kwartaal 2007 gerealiseerd.

Uitgaven

Zie ook de info hierboven.

De posten woonvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen liggen

dicht bij de begroting.

 

Bij de vervoersvoorzieningen valt de realisatie ook lager uit doordat de

de kosten m.b.t. de Regiotax lager zijn dan bij vorige vervoerder.

 

Indicatiestelling

Wij hebben nog geen beeld van de indicatiestelling door het CIZ. Wij hebben nog geen facturen en onderliggende management info mogen ontvangen. Wij gaan er vooralsnog van uit dat de realisatie cijfers redelijk dicht bij de begroting zullen liggen. 

 

NB

 

Wij streven ernaar om bij de rapportage 2e kwartaal 2007 de ontwikkelingen m.b.t. hulp bij het huishouden én persoonsgebonden budget in beeld te kunnen brengen.

 

 


3.2          Budgetwinkel

Algemeen

1.   Het aantal aanmeldingen is sinds 2005 fors gestegen. Ook voor 2007 zal in Delft - conform de landelijke trend - het niveau van het aantal aanmeldingen onveranderlijk hoog blijven. Voor 2007 wordt dit aantal rondom de 800 geschat. (schatting op basis van aanmeldingen vanaf 01-01-2007 tot 15-04-2007)

2.   Het aantal geslaagde bemiddelingen neemt af.  Dit wordt veroorzaakt door de toenemende tegenwerking van schuldeisers die geen medewerking willen verlenen aan het minnelijke traject van schuldsanering. Ook is de situatie van klant daar debet aan : Grote schuldenpakketten, met een groot aantal schuldeisers. Daarnaast  is  sprake van toename van cliënten met multi-problematiek. Dit alles maakt de schuldregelingen lastiger. Veel wordt verwacht van aanstaande wetswijzigingen waardoor het minnelijke traject meer juridische mogelijkheden heeft om schuldsaneringen tot stand te brengen.  

3.   Overigens is in onderstaand overzicht nog niet opgenomen het aantal adviezen, kortdurende verwijstrajecten en WSNP verklaringen.

 

Tabel 3.2: Ontwikkeling Klanten budgetwinkel

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom

479

717

220

 

 

 

220

Uitstroom

456

666

97

 

 

 

97

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

geslaagde bemiddelingen

51

46

1

 

 

 

1

Klanten in behandeling – eind peilperiode

243

396

525

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Schuldregeling

170

61

73

 

 

 

 

Budgetbeheer

73

74

77

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel

 



4                    Bedrijfsvoering

4.1       Klachten

Tabel 4.1: Overzicht klachtenafhandeling

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

 

Werkvoorraad – begin peilperiode

4

3

6

 

 

 

 

Ingediende klachten

45

32

14

 

 

 

14

Afgehandelde klachten

47

29

6

 

 

 

6

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

(Deels-)gegrond

17

6

1

 

 

 

1

Ongegrond

14

20

5

 

 

 

5

Nog in behandeling – eind peilperiode

3

6

14

 

 

 

 

Bron: Reportnet

4.2       Bezwaarschriften

Tabel 4.2: Overzicht bezwaarschriften

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e hlf jr

2e hfl jr

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

%

Werkvoorraad begin peilperiode

 

 

217

 

 

 

 

 

Ingediende bezwaarschriften

604

 

557

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

Inkomen

550

91%

514

92%

 

 

 

 

WVG

54

9%

43

8%

 

 

 

 

Ingetrokken / herzien

 

 

145

 

 

 

 

 

Uitgebrachte adviezen

595

 

465

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

Gegrond

90

15%

69

15%

 

 

 

 

Gedeeltelijk gegrond

73

12%

56

12%

 

 

 

 

Ongegrond

368

62%

296

64%

 

 

 

 

Niet-ontvankelijk

64

11%

44

9%

 

 

 

 

Totaal in behandeling eind peilperiode

 

 

165

 

 

 

 

 

Bron: Juridische zaken