KADERVERORDENING SUBSIDIES GEMEENTE DELFT 2008

 

HOOFDSTUK 1             ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1           

Reikwijdte

 

1.       De kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 is van toepassing op alle subsidieverstrekkingen, zoals bedoeld en omschreven in artikel 4:21 van de Wet algemeen bestuursrecht (Awb).

2.       In afwijking van het in lid 1 gestelde, kan het college van burgemeester en wethouders, hierna te noemen het college, bepalen dat deze verordening niet van toepassing is voor de onder artikel 4:23, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen.

 

Artikel 2

Beslissingsbevoegdheid

 

Het college is het bevoegde bestuursorgaan voor de toepassing van deze verordening, de daarop gebaseerde deel- en/of bijzondere verordeningen en beleidsregels, alsmede hetgeen ter zake is bepaald in artikel 4:23 lid 3 Awb.

 

Artikel 3

Grondslag subsidieverstrekking

 

Het college kan conform het duaal stelsel subsidie verstrekken voor activiteiten en voorzieningen die tot doel hebben het door de raad vastgesteld gemeentelijk beleid, de beleidsdoelen en gemeentebegroting te realiseren.

 

Artikel 4

Verstrekking aan

 

1.         Subsidies worden verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

2.         In afwijking van het in lid 1 gestelde kan het college eenmalig een subsidie toekennen aan natuurlijke personen, indien doelmatigheid en doeltreffendheid van de verstrekking zich hiertegen niet verzetten en de te subsidiëren activiteit past in het gemeentelijk beleid, zoals bedoeld en omschreven in artikel 3.

 

Artikel 5

Termijn

 

1.         Indien een aanvraag om subsidie betrekking heeft op het lopend kalenderjaar, wordt op de aanvraag beslist binnen acht weken na ontvangst van de subsidieaanvraag, tenzij het college een andere termijn heeft vastgesteld.

2.         Indien een aanvraag om subsidie betrekking heeft op het kalenderjaar of kalenderjaren volgend op het jaar waarin de aanvraag is ingediend, wordt op de aanvraag beslist binnen 6 weken na de dag waarop de gemeentebegroting voor het eerstvolgende kalenderjaar door de raad is vastgesteld; tenzij het college om gemotiveerde reden artikel 7 van deze verordening van toepassing verklaart.

3.         Een aanvraag zoals bedoeld in het 1e en 2e lid geldt slechts als aanvraag, indien deze aan alle wettelijke voorschriften voldoet.

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2                         AANVULLENDE BEPALINGEN OP TITEL 4.2 VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

 

Artikel 6

Subsidieplafond

 

1.         De gemeenteraad kan voor subsidies voor een of meer beleidsterreinen of onderdelen daarvan jaarlijks in de gemeentebegroting een subsidieplafond vaststellen.

 

2.         Het college stelt voor de bekendmaking van het in lid 1 genoemde besluit vast volgens welke verdeelsleutel het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld.

 

Artikel 7

Begrotingsvoorbehoud

 

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt zij verleend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat voldoende gelden door de raad ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 8

Regel(s) subsidieverlening

 

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de subsidieverlening indien deze regels bevorderen:

a.             De rechtmatige, doelgerichte en doelmatige verstrekking van subsidies; en/of

b.             Deze regels anderszins leiden tot verwezenlijking van het doel van de subsidieverstrekking.

 

 

Artikel 9

Termijn indiening subsidieaanvraag en overleggen van voor de aanvraag tot subsidieverlening relevante documenten

 

Het college kan nadere regels stellen:

a.             Over de termijn waarbinnen een aanvraag tot subsidieverlening moet zijn ingediend.

b.             De aard en omvang van relevante documenten, door de subsidieaanvrager te overleggen, die tot beoordeling van de aanvraag tot subsidieverlening dienen.

 

Artikel 10

Weigerings- en intrekkingsgronden

 

1.         De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen in ieder geval worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

a)             de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de gemeente dan wel niet aanwijsbaar ten goede komen aan de burgers van de gemeente;

b)             de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor subsidie is aangevraagd;

c)             de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

d)             de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden – hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden – kan beschikken om de kosten van de activiteiten te financieren;

e)             subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente.

 

2.         Naast de in artikel 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde gevallen kan de subsidieverlening ook worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd op grond van de in het eerste lid onder a tot en met e genoemde gevallen.

 

 

 

Artikel 11

Nadere verplichtingen van de subsidieontvanger

 

1.         De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de rekenkamer en/of de visitatiecommissie van de gemeente als het college van burgemeester en wethouders hier om verzoekt.

 

2.         Het college kan naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde verplichtingen nadere regels of verplichtingen opleggen bij de subsidieverlening.

 

3.         Daarnaast kunnen bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen worden opgelegd die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidieverlening.

 

 

Artikel 12

Voorschotten

 

Het college kan zo nodig voorschotten op de subsidie verstrekken.

 

 

Artikel 13

Regels inzake overschotten en tekorten.

 

Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van toegestane overschotten en tekorten.

 

 

Artikel 14

Periodieke evaluatie en toetsing

 

1.         Het college toetst ten minste eenmaal per jaar subsidies op rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid, zowel wat betreft het verlenen als het besteden daarvan.

 

2.         Het college kan nadere regels stellen voor de wijze waarop deze toetsing plaatsvindt en op welke subsidies de toetsing betrekking heeft.

 

 

HOOFDSTUK 3.                       OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 15

 

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

 

Artikel 16

Toezicht

 

Het college wijst ambtenaren aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

 

Artikel 17

Vervallen verordeningen

 

Bij het in werking treden van deze verordening vervallen de volgende verordeningen:

a.       De Algemene Subsidie Verordening 2002 (ASV).

b.       Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten 2002 (SMA).

c.       Subsidieverordening 1989.

d.       Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie.

e.       Subsidieverordening Oud Papier

f.         Subsidieregeling lastenverlichting sportverenigingen

g.       Stimuleringssubsidies werk, inkomen en zorg

h.       Verordening regelende het verlenen van subsidie in de kosten van het doen geven van godsdienstonderwijs of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen

i.         Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies uit wijkbudget

j.         Straatfeesten en festijnen

k.       Subsidieverordening Milieureserves

l.         Gemeentelijke Stimuleringsregeling Energiebesparende maatregelen

m.     Uitvoeringsregeling Stedelijke evenementen Delft 2002-2004.

n.       Subsidieverordening Ateliers Beeldende Kunstenaars 2002.

o.       Verordening basissubsidie Amateurkunst 2007.

p.       Uitvoeringsregeling Projectsubsidie Amateurkunst.

q.       Subsidieverordening Stimuleringsregeling verbetering Panden en Stoepen

 

Artikel 18

Overgangsrecht

 

Aanvragen tot subsidieverlening ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden in behandeling genomen conform de dan geldende verordeningen en regelingen.

 

Artikel 19

Inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

 

Artikel 20

Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als Kaderverordening Subsidies Delft 2008.